Image
Bijna drie jaar na de kernramp in Fukushima
Foto: Nuclear Incident Team DoE
Bijna drie jaar na de kernramp in Fukushima
Artikel
11 minuten

Op 11 maart 2011 richtte een tsunami een enorme ravage aan op de Oostkust van Japan. 19.000 mensen kwamen om het leven en de situatie in de kerncentrale van Fukushima Daiichi liep ernstig uit de hand. Drie actieve kernreactoren smolten en het gebouw van een vierde kernreactor geraakte vernield. Als gevolg van dit alles kwam een grote hoeveelheid radioactiviteit vrij. Fukushima was de grootste nucleaire ramp sedert die van Tsjernobyl in 1986, maar volgens de Japanse regering is alles nu “onder controle”. 

Tepco (Tocyo Electric Power Company), de uitbater van de de vernielde reactoren, verklaarde niet lang na de ramp dat het 6 tot 9 maanden zou duren om het lekken van radioactief materiaal definitief te stoppen en om de reactoren tot een aanvaardbaar niveau af te koelen. Ondertussen zijn we bijna drie jaar verder en er lekt nog altijd op grote schaal radioactief materiaal in zee. De vernielde reactorsite ontmantelen is een gigantische onderneming. De opkuiswerken concentreren zich vandaag op drie zaken: de ontmanteling van de reactoren, het voorkomen dat er radioactief water blijft weglekken naar de oceaan en het ontsmetten van de radioactief besmette regio’s.

 

Reactoren ontmantelen

Pas in begin december 2013 werd begonnen met de eerste fase van de ontmanteling van de reactoren: het verwijderen van gebruikte brandstofstaven die opgeslagen liggen in reactorgebouw vier. Hoewel reactor vier op het moment van de ramp niet functioneerde kwam er toch radioactiviteit vrij omdat het reactorgebouw vernield geraakte door een interne explosie. Brokstukken vielen in het bad waar 1533 gebruikte brandstofstaven opgeslagen lagen. De grootste brokstukken zijn ondertussen verwijderd en momenteel  haalt men de brandstofstaven stuk per stuk uit de onderwaterrekken en plaatst men die in vaten. Eens een vat gevuld is met 22 brandstofstaven, wordt het uit het water gelicht en afgevoerd naar een opslagplaats op de site. Het opbergwerk zal tot eind 2014 duren en is niet zonder gevaar. Omdat het gebouw van reactor vier zwaar beschadigd geraakte, bouwde men er een compleet nieuwe draagconstructie rond. De regio wordt immers met grote regelmaat getroffen door aardbevingen. Het bad waar de vaten in ondergedompeld zijn, staat niet meer stabiel en sommige brandstofstaven zijn wellicht beschadigd. In het allerslechtste scenario ontstaat er tijdens de werken een kettingreactie die een enorme kernexplosie tot gevolg kan hebben. Er moet in totaal 400 ton uranium en plutoniumoxide aan brandstofstaven afgevoerd worden uit reactorgebouw vier. Ter vergelijking, de kernbom die de Japanse stad Nagasaki vernielde op 9 augustus 1945 bevatte 6,2 kg plutonium. 

Als het moeilijke werk in reactor vier tot een goed einde wordt gebracht, begint de nog complexere taak om de brandstofstaven uit de andere reactorgebouwen te halen. De radioactieve straling binnen deze gebouwen is veel hoger. De kernreactoren zelf zijn tijdens de ramp door oververhitting beginnen smelten waardoor veel meer radioactiviteit ontsnapte en blijft ontsnappen. In totaal bevinden er zich 11.000 gebruikte brandstofstaven op de site. Er moet ook een oplossing gevonden worden voor de drie gesmolten brandstofkernen die zich wellicht op de bodem van de reactorgebouwen bevinden. De gesmolten kernen, elk tussen de 120 tot 130 ton zwaar, zijn wellicht door de 15 cm dikke stalen reactorvaten gesmolten en rusten nu hoogstwaarschijnlijk op de betonnen bodem in de kelder van de reactorgebouwen. Elke reactor in Fukushima omvat volgens Dr. Helen Caldicott een hoeveelheid straling equivalent aan de explosie van 1000 Hiroshima-bommen en bevat meer dan 200 radioactieve elementen waarvan er sommigen miljoenen jaren radioactief blijven. Wellicht zal men proberen om een betonnen sarcofaag te bouwen rond de gesmolten kernen, zoals ook gebeurde in Tsjernobyl.

 

Watercrisis

Hoewel de reactoren van de Daiichi reactorsite buiten werking zijn, moeten de brandstofstaven en de weggesmolten reactoren permanent gekoeld worden. Door de voortdurende kettingreactie zou de hitte anders zo groot worden dat ze door de beschermlagen zouden smelten waarbij een gigantische hoeveelheid radioactief materiaal zou vrijkomen. In normale omstandigheden stroomt het koelwater van een kernreactor door een gescheiden circuit zodat het niet in aanraking komt met de radioactieve onderdelen en dus niet radioactief besmet geraakt. In de nasleep van de tsunami van maart 2011 geraakten de koelsystemen echter vernield. Sedertdien geraakt het water dat gebruikt wordt om de temperatuur op peil te houden -400 ton per dag- zwaar radioactief besmet. Dat besmet koelwater poogt men op te vangen en op te slaan in duizend metalen watertanks die op de heuvel achter de reactoren geïnstalleerd zijn. De tanks bevatten intussen al meer dan 360.000 ton radioactief water (140 Olympische zwembaden). Tepco plant bijkomende opslagruimte voor nog eens 270.000 ton radioactief water. Elke dag sijpelt er namelijk nog eens 300 ton natuurlijk grondwater uit de heuvels in de lekgeslagen kelders onder de reactoren, waardoor het radioactief besmet geraakt en bijgevolg ook opgepompt en opgeslagen moet worden. Een eenvoudige calculatie leert ons dat de bijkomende opslagruimte aan het huidige opslagtempo binnen iets meer dan een jaar ook vol zit - een onhoudbare situatie. Tepco probeert het water te zuiveren via een geavanceerd zuiveringssysteem dat met uitzondering van tritium al het radioactief materiaal uit het water kan halen. Het radioactief afval dient dan opgeslagen te worden en het tritium-besmette water zou men in de oceaan willen pompen. De Japanse visserij is dit plan uiteraard bijzonder ongenegen.  

De waterzuivering loopt echter helemaal niet vlot. Volgens het ideale scenario van Tepco wordt elke dag 500 ton besmet water gezuiverd doch de systemen vallen regelmatig uit of worden stilgelegd omdat ze lekken of stuk geraken. Aan dit tempo duurt het minsten zeven jaar voor de bestaande hoeveelheid besmet water ‘gezuiverd’ geraakt. Naast de 700 ton water dat dagelijks weggepompt wordt richting opslagvaten, blijkt er elke dag ook nog eens 300 ton besmet water de oceaan in te sijpelen. Afgelopen zomer gaf Tepco toe dat dit al 3 jaar aan de gang is.  Het water vloeit vanuit de omliggende heuvels richting oceaan en passeert daarbij de kelders waar de zeer radioactieve gesmolten reactorkernen liggen. De gevolgen hiervan zullen vooral op lange termijn voelbaar zijn. Al het zeeleven rond de reactorsite neemt de radioactiviteit op. Hoe hoger de positie in de voedselketen, hoe groter de concentraties radioactiviteit. Het besmette water wordt meegevoerd door de stromingen en verwacht wordt dat het de Westkust van de VS bereikt tegen het voorjaar van 2014. Tonijnen die voor de Californische kust gevangen werden blijken nu al radioactief besmet te zijn door de Fukushima-ramp. Voor het probleem van het weglekkende water probeert men in Japan ook allerlei oplossingen te verzinnen zoals de bouw van een ‘ijsmuur’ in de grond die moet voorkomen dat het water uit de heuvels via de reactoren passeert en dus besmet geraakt. Een ander voorstel om te voorkomen dat regenwater in de grond sijpelt is het bedekken van de hele site onder een laag asfalt. De geopperde ideeën zijn waanzinnig, kosten enorm veel geld en brengen wellicht weer nieuwe problemen met zich mee. Als de grond uitdroogt als gevolg van de voorgestelde waterweringen bestaat bijvoorbeeld de kans dat die begint in te zakken, wat de stabiliteit van de wateropslagtanks in gevaar zou brengen. Er zijn geen ideale oplossingen voor de gigantische watercrisis. 

 

Opkuis van de omgeving

Ondertussen worden buiten de reactorsites, de huizen en straten schoongemaakt en de besmette grond afgeschraapt. De gestaag groeiende berg radioactief besmet puin wordt voorlopig opgeslagen in enorme plastieken zakken, die blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden. De zoektocht naar een geschiktere opslagplaats voor de volgende 30 jaar is echter niet eenvoudig. Geen enkele burgemeester van de omliggende steden en dorpen staat te springen om dat afval op zijn grondgebied op te slaan. Experts gaan er van uit dat een oppervlakte van 3 tot 5 km² land vereist is om 15 tot 28 miljoen m³ radioactief puin te kunnen herbergen. De constructie van zo'n opslagplaats zou 10 miljard dollar kosten.

 

Werkomstandigheden in Fukushima

Dat er in elke crisis een goede opportuniteit schuilt weten ze ook in Fukushima. Geschat wordt dat de ontmanteling van de Fukushima reactorsite en de opkuis van de ruime omgeving zo’n 30 jaar tijd en (de Japanse belastingbetaler) ongeveer 150 miljard dollar zal kosten. Interessant nieuws dus voor de grote Japanse constructiebedrijven die dan ook allemaal aanwezig zijn op deze bijzondere markt. De eigenaar van de vernielde kerncentrale, het energiebedrijf Tepco, besteedt de werken uit aan de grote Japanse bouwbedrijven die op hun beurt weer gebruik maken van kleinere onderaannemers. In totaal zijn zo’n 800 onderaannemers aan de slag op de reactorsite zelf en bij de ontsmettingswerken buiten de site zijn nog eens honderden onderaannemers betrokken. Het gigantische ontmantelingswerk is complex en gevaarlijk, en niemand heeft er echt ervaring mee. Momenteel zijn er een slordige 6000 arbeiders aan de slag op de site, maar de doelstelling van Tepco is om dat aantal te verdubbelen tegen 2015. Uit een onderzoek van het nieuwsagentschap Reuters blijkt dat het met de arbeidsomstandigheden van deze arbeiders slecht gesteld is. De complexiteit van de opkuiswerken en het tekort aan arbeiders speelt in de kaarten van illegale arbeidsmakelaars, die soms rechtstreeks gelinkt zijn met de yakuza (Japanse maffia). Zij gaan in de armste regio’s van Japan op zoek naar arbeidskrachten die niet veeleisend zijn omdat ze geen andere job kunnen vinden en/of schulden af te betalen hebben. De meest voorkomende arbeidsproblemen zijn lage lonen (1500 dollar per maand), erbarmelijke behuizing, een gebrek aan voeding en een valse voorstelling van de jobomstandigheden. Soms is er sprake van extreme uitbuiting. Bij sommige arbeiders wordt bijvoorbeeld een derde van het loon afgehouden voor verblijfskosten. Arbeiders die werken om hun schulden af te betalen worden nog meer in de tang genomen en werken aan nog lagere lonen. Gezien hun zwakke positie en de afwezigheid van normale overheidscontrole durven de arbeiders niet veel bezwaren te maken bij hun malafide werkgevers. Doen ze dat toch, dan worden ze op staande voet ontslagen. Er lopen wel tal van klachten binnen bij de overheid, maar geen enkel bedrijf werd tot nu toe bestraft. De Japanse regering lijkt deze mistoestanden oogluikend toe te staan. 

Hogere lonen zouden meer arbeiders kunnen aantrekken, maar Tepco moet in 2014 positieve cijfers kunnen voorleggen aan de banken in ruil voor nieuwe leningen. Gemiddeld liggen de lonen voor de werknemers die de besmette omgeving moeten saneren een derde lager dan de lonen in de rest van de Japanse constructiesector. De normale arbeidswetgeving voor deze sector geldt namelijk niet in Fukushima omdat ze niet werd opgenomen in de wet die het Japanse parlement in de zomer van 2011 goedkeurde betreffende de regeling en financiering van de ontsmetting van het getroffen gebied.

 

Adequate berichtgeving 

In december 2013 werd in Japan een controversiële  nieuwe wet aangenomen over staatsgeheimen en geheime informatie. Volgens de Japanse premier Shinzō Abe is de strengere wet nodig om de Japanse nationale defensie te versterken. De nieuwe wet is echter vaag over wat precies beschouwd wordt als geheime informatie. De stemming van de nieuwe wet kon op luid protest rekenen van journalisten, academici en veel gewone burgers. Uit een enquête blijkt dat de helft van de Japanners tegen de wet gekant is. Er wordt gevreesd dat de wet de vrijheid van meningsuiting en de vrije berichtgeving zal fnuiken. De Japanse volksvertegenwoordiger Taro Yamamoto (een acteur die anti-nucleair activist werd en nu in het parlement zetelt) stelt dat de wet niets minder dan een staatsgreep betekent en dat ze zal leiden tot de heropleving van een fascistische staat. Uit de Engelstalige stukken over de nieuwe wet, die de Japanse overheid ter beschikking stelde van de internationale pers, valt in ieder geval af te leiden dat de reikwijdte van wat strafbaar gesteld kan worden, potentieel heel groot is. De strafmaten zijn ook niet min. Wie informatie vrijgeeft over de zogenaamde ‘specifiek aangewezen geheimen’, of wie dergelijke informatie ontvangt en publiek maakt, kan tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen. Wie geheime informatie vergaart door relevante faciliteiten binnen te dringen kan tot 10 jaar gevangenisstraf oplopen. Journalistiek werk en acties van burgerlijke ongehoorzaamheid worden op die manier onmogelijk gemaakt. De vrees is niet ongegrond dat de overheid nu over een zeer krachtig instrument beschikt om kritische berichtgeving te onderdrukken. Men kan zich gemakkelijk inbeelden dat de radioactieve stralingswaarde in Fukushima of de activiteiten die er plaatsvinden, onder de bepalingen van deze nieuwe wet zullen vallen. De onafhankelijke berichtgeving uit en over Fukushima kan op die manier eenvoudig aan banden gelegd worden. Op een persconferentie over de nieuwe wet (9 december 2013) slaagde de Japanse premier er niet bepaald in het publiek gerust te stellen: “de wet kan de bestaande reikwijdte van staatsgeheimen eindeloos uitbreiden, mensen van hun recht op informatie depriveren en hun gewone levens bedreigen. Maar dat zal nooit gebeuren.”

 

Bedenkingen

In het licht van de klimaatproblematiek zou Japan, zeker nu alle kerncentrales in het land stilliggen, de situatie moeten aangrijpen om te investeren in CO2-neutrale technologieën. De huidige Japanse regering heeft echter andere plannen. De conservatieve premier Shinzō Abe is een voorstander van de heropening van de kerncentrales in Japan ondanks het feit dat dit op zwaar protest zal stuiten van de Japanse bevolking.  (Een deel van de bevoegdheid om kerncentrales opnieuw op te starten ligt trouwens bij het plaatselijk bestuur). In december adviseerde een overheidscommissie onomwonden dat Japan nucleaire energie moet omhelzen als een belangrijke en fundamentele energiebron. Het lijkt er sterk op dat dit advies gevolgd zal worden. Tepco heeft plannen om tegen volgende zomer de Kashiwazaki-Kariwa kerncentrale in de Niigata-prefectuur terug op te starten. Deze centrale ligt aan de Westkust van Japan, in vogelvlucht op een slordige 250 km afstand van de Fukushima-kerncentrale. Elektriciteit uit kernenergie zou het toenemende Japanse handelstekort ten gevolge van de grote invoer van fossiele brandstoffen moeten verminderen. Het is natuurlijk ook mooi meegenomen voor de Japanse regering dat ze via Tepco opnieuw eigen inkomsten kan creëren. Tepco werd in juni 2012 immers de facto genationaliseerd omdat het bedrijf bankroet dreigde te gaan. De overheid investeerde 12,5 miljard dollar in het bedrijf en kreeg in ruil iets meer dan de helft van de Tepco-aandelen.

 

Pieter Teirlinck is stafmedewerker van Vrede vzw (www.vrede.be) 

 
 

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.