Chili, in het zog van de aardbeving
Artikel
13 minuten

Toen de pasverkozen Chileense president Sebastián Piñera op 11 maart zijn eed aflegde in het nationale parlement te Valparaíso, beefde de aarde.

Toen de pasverkozen Chileense president Sebastián Piñera op 11 maart zijn eed aflegde in het nationale parlement te Valparaíso, beefde de aarde. De grootste naschok (6,7 op de schaal van Richter) sinds de hevige aardbeving van 28 februari 2010, zorgde voor angstige gezichten bij de aanwezigen, vooral bij de buitenlandse genodigden. Alles en iedereen werd voor de ogen van de bibberende camera's heen en weer geschud, maar de glimlach bleef op Piñera's gezicht geplaasterd.



Terwijl de Spaanse kroonprins Felipe zich onmiddellijk na de inauguratie uit het parlement haastte, riep hij de verzamelde pers nog vlug toe dat hij dringend weg moest. Hij zal zeker niet de enige hoogwaardigheidsbekleder geweest zijn die zich vanonder het geplande staatsdiner probeerde te muizen. Piñera zelf was alleszins vastbesloten om zijn 'moment de gloire' niet te laten verpesten door de naschokken. Op de Chileense staatstelevisie verschenen absurde beelden van de kersverse president die in de straten van Valparaíso vanuit een cabriolet op pauselijke wijze de menigte toezwaaide. Alleen was er achter de dranghekken niemand te bespeuren. De mensen in de kuststad waren allemaal in paniek de heuvels in gevlucht. Alleen de vertegenwoordigers van het leger en de persmensen waren dus getuige van zijn zegetocht. Niet zoveel later arriveerden Piñera en zijn vrouw aan 'Palacio Castillo', de presidentiële woning te Vilnia del Mar. Op de trapjes van de voordeur schudde de president vlug de handen van de verschillende uit de regio overgevlogen collega's en bezondigde zich aan zijn eerste kleine verspreking. Zich blijkbaar onbewust van het geluidskanon dat vanop een afstand op hem gericht stond vertrouwde Piñera de delegatie van de Dominicaanse Republiek toe dat de naschokken een manoeuvre waren van de Concertation -de coalitie van aftredend presidente Michelle Bachelet- om de aandacht van zijn inauguratie af te leiden.

Mediacircus


Na de gebruikelijke formaliteiten was het dan tijd voor de nieuwe president om in actie te schieten. Hij kondigde aan dat er onmiddellijk extra strijdkrachten naar de door de aardbeving getroffen gebieden zouden gestuurd worden en trok er per helikopter, gehuld in een vliegenierstenue en helm, zelf ook heen. Het is uiteraard logisch dat een president niet onverrichter zake aan de zijlijn blijft staan als zijn/haar land getroffen werd door een natuurramp, maar Piñera was zich duidelijk zeer bewust van de mediagenieke situatie. In plaats van onmiddellijk een zo efficiënt mogelijke coördinerende rol op zich te nemen, liet hij zich onder massale media-aandacht overvliegen naar Rancagua, een plaats vlak bij het epicentrum van de hevige naschok, om vervolgens halt te houden in Constitución, de stad die het zwaarst geleden heeft onder de vernietigende aardbeving van 28 februari. Daar staarde hij voor de ogen van de camera's een moment met een theatrale blik naar een beschadigde kerk, waarna hij ostentatief een kruisteken sloeg. Pas na zich verzekerd te hebben van een aantal uren in de spotlight, besloot de president uiteindelijk om enkele crisisvergaderingen te organiseren.

Maar Piñera was zeker niet de enige die in de aardbeving de ideale gelegenheid zag om zijn populariteit verder op te krikken. Op 5 maart waren de ogen van de natie gericht op de door alle televisiekanalen uitgezonden Téléton, een soort benefietshow van 24 uren aan een stuk, onder de titel 'Chile ayuda a Chile' (Chili helpt Chili). Op zich is er zeker niets mis met pogingen om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor de reconstructie van de getroffen gebieden. De solidariteit van de bevolking en de vele initiatieven van alle soorten mensen in de verschillende steden, dorpen en wijken, waren dan ook hartverwarmend om te zien. Allerlei organisaties van de civiele maatschappij begonnen zich spontaan en autonoom te organiseren. De federatie van studenten coördineerde allerlei verschillende soorten acties. Zo trokken heel wat studenten bijvoorbeeld naar de getroffen gebieden om mee te helpen het puin te ruimen. Ook de vakbonden en andere arbeidersorganisaties droegen hun steentje bij met allerlei solidariteitsacties. Maar solidariteit heeft verschillende facetten. Wie geeft er hulp en wat zijn de motivaties en de belangen die achter solidariteit schuil gaan? De Téléton bleek uiteindelijk vooral een ideale gelegenheid voor allerlei bedrijven om letterlijk onbetaalbare reclame te maken. De ene na de andere bedrijfsvertegenwoordiger in maatpak betrad het podium met een check in de hand, zich vergewissend van het feit dat de naam van het bedrijf in kwestie in elke uitgesproken zin meermaals voorkwam. De bedragen op deze checks waren uiteenlopend en soms indrukwekkend, maar uiteraard zeer relatief in vergelijking met de jaarlijkse omzetten van deze 'gulle' bedrijven. De Teleton gaf een platform aan allerlei merken en bedrijven die doorgaans maar weinig de kans krijgen om zoveel kijkers te bereiken aan zo een lage kostprijs.

Commercie

De pijn en de tragedie van de Chileense bevolking werd schaamteloos gebruikt om reclame te maken en zaken te doen. De vier grote banken van Chili verleenden allerlei speciale flexibele kredieten of stonden mensen toe om eenmalig veel grotere bedragen te lenen. De intresten werden echter niet verlaagd, waardoor vele mensen die van de fel gepromote leningen gebruik willen maken, later in de problemen zullen komen met hun afbetalingen. De bank La Araucana maakte reclame met het feit dat de eerste afbetaling van een nieuw aangegane lening, pas twee maanden later gedaan moest worden. Van de Santander bank kregen klanten enkele dagen na de ramp zelfs rechtstreekse tekstberichten met de boodschap: “Wij steunen u in deze tijden van rampspoed. We hebben uw krediet verhoogd, het zal ter uwe beschikking staan vanaf 3/03. Meer info op santander.cl”. Dit is dezelfde bank die de hoogste intrestvoeten op de markt hanteert en het grootst aantal klachten van klanten heeft lopen bij de Nationale Consumenten Dienst. In de recente economische crisis sloot deze bank nog de rekeningen af van mensen die als risicoklanten beschouwd werden, zonder ze op voorhand te waarschuwen.

Het waren niet alleen de banken die de aardbeving en de tsunami als een commerciële opportuniteit beschouwden. Vele bedrijven reageerden met reclamecampagnes en speciale aanbiedingen gericht aan de slachtoffers van de aardbeving en de tsunami. Een van de bedrijven die in het laatste uur voor de start van de Teleton het televisiescherm bombardeerde met reclame, was de telefoonoperator Entel. Om haar cliënten en de getroffen gemeenschappen te 'helpen' zouden ze voor de maand maart 20 minuten belwaarde en 80 smsjes gratis aanbieden (alleen aan klanten met een bepaald soort abonnement). Voor landlijnen zouden de eerste 5 minuten van langeafstand telefoongesprekken gratis worden. Dat klinkt op het eerste zicht gul, maar is bij nader inzien maar een zeer povere bijdrage, zeker als je in consideratie neemt dat er gedurende de maand maart enorm veel problemen waren met de connecties. Bovendien was het een marginale investering als men weet dat er in maart een stijging van 1000% was van het aantal telefoontjes, omdat iedereen wilde weten hoe het gesteld was met familie en vrienden. Ook in andere sectoren werd er handig ingespeeld op de aardbeving. Supermarktketen Cencosud bood klanten de gelegenheid om spullen te kopen via zes afbetalingen zonder intrest. Wie zich in maart aansloot bij kabeldistributeur Direct TV kon dat aan 50% van de prijs doen; wie een deken aankocht bij Ripley, kreeg er één gratis voor de behoeftige slachtoffers van de aardbeving; en Rotter y Krauss schonk bij aankoop van een bril een tweede exemplaar gratis. Op zich is er niets abnormaals aan het feit dat bedrijven reclame maken, maar doen alsof de aanbiedingen hulp zijn uit solidariteit, terwijl het er duidelijk alleen maar om gaat winst te maken, is tamelijk wrang. 

De media en de politiek vonden hun eigen manier om de natuurramp te gebruiken. De gebeurtenissen bleken namelijk een motor voor het nationalisme. Overal zag men in de nasleep van de aardbeving Chileense vlaggen verschijnen. Het campagnebeeld van de Teleton was een man met een fiere blik die als het ware uit de puinhoop verrees met een gehavende Chileense vlag in zijn handen. Uiteraard speelde er een sterk gevoel van “wij zijn er nog en wij zullen dit overleven”, maar dat werd handig bespeeld en gekanaliseerd in “leve Chili” en laten we vooral geen kritiek hebben nu op de overheid en de maatschappij in het algemeen, want dat zou zeer anti-Chileens zijn. 
 
Het leger


Toen de aardbeving toesloeg zat Michelle Bachelet middenin haar laatste twee weken als president van Chili. Na een kleine aarzeling zond ze duizenden troepen naar de getroffen gebieden om enerzijds te helpen, maar anderzijds ook het plunderen tegen te gaan. Men moet zich hierbij de vraag stellen of mensen die net alles verloren hebben en die op zoek gaan naar eten, drinken, kleren en andere goederen wel echte plunderaars zijn. Men mag niet vergeten dat Chili een land is waar de jarenlange neoliberale recepten een zeer grote sociale ongelijkheid gecreëerd hebben. De rijkste 20% van de bevolking rijft er 50 % van het nationaal inkomen binnen, de armste 20% slechts 5%. Het duurde bovendien enkele dagen voor dat er hulp arriveerde in de getroffen gebieden. De aardbeving gebeurde zaterdagmorgen, maar op maandag was er in Concepción, de 2de grootste stad van Chili, nog altijd geen noodhulp aangekomen. Terwijl de mensen het bevel kregen om zoveel mogelijk binnen te blijven, werden er die dag wel duizenden soldaten en politiemensen aangevoerd via vliegtuigen en trucks. Ondertussen hielden de vele supermarkten en winkelcentra hun deuren resoluut gesloten. Dat er de eerste dagen sociale chaos en plunderingen uitbraken hoefde dus niet te verbazen. Op dinsdag begon de stroom van hulpgoederen eindelijk toe te komen in Concepción, samen met nog meer troepen. Er was sprake van een regelrechte militarisering van de regio.
Het specifieke gewelddadige verleden van Chili maakte de beslissing van de regering om het leger naar de getroffen gebieden te sturen verre van vanzelfsprekend. De aanwezigheid van militairen in de straten riep bij velen pijnlijke herinneringen op aan de jaren 1979 en 1980 waarin dictator Pinochet zijn troepen op pad stuurde om de oppositie te fnuiken. “Je kan je inbeelden dat voor een coalitie die 20 jaar dit land heeft bestuurd en zelf gestreden heeft tegen de dictatuur, het idee van militairen in de straten niet evident was”, vertelde minister van infrastructuur Sergio Bitar begin maart aan de BBC. Er waren op dat moment zo'n 14.000 troepen aanwezig in het getroffen gebied. Het leger arresteerde in de nasleep van de aardbeving tientallen plunderaars en er werd ook een uitgaansverbod uitgevaardigd om deze 'delinquenten' -zoals ze in de media bestempeld werden- tegen te houden. Het was de eerste maal dat er in Chili een uitgangsverbod werd afgekondigd sinds het Pinochet-tijdperk. De communistische partij en andere elementen aan de linkerzijde waren omwille van de nare herinneren niet opgetogen over deze maatregel. Uiteraard zijn de tijden ondertussen veranderd, maar toch werd met argusogen gekeken naar het gedrag van de soldaten op het terrein, niet in het minst door de regeringsleden van de Concertation zelf. Een deel van hen had ten tijde van Pinochet zelf immers rechtstreeks te lijden onder de militaire dictatuur. Om het voorbeeld van Michelle Bachelet te nemen: haar vader, een generaal onder Allende, werd gemarteld en stierf in een van Pinochets cellen. Zijzelf werd samen met haar moeder in 1975 aangehouden, gefolterd en in 1976 uiteindelijk verbannen.

Op 10 maart 2010 verscheen het bericht in de Chileense media dat 5 mariniers aangehouden waren op beschuldiging van het excessief gebruik van geweld met de dood tot gevolg. In de regio Bio Bio hadden ze een 45-jarige man doodgeslagen omdat hij zich buiten begeven had na de ingestelde avondklok. Piñera won de verkiezingen met de belofte veiligheid te brengen in de steden en hard op te treden tegen vandalisme en criminaliteit. Hij was er dus als de kippen bij om Bachelet te bekritiseren omdat ze het leger niet vroeger had ingezet. Van zodra hij het voor het zeggen had, kondigde hij een troepenverhoging aan. De 'Estado de Excepion', waardoor het leger de leiding had in bepaalde getroffen regio's werd uiteindelijk opgeheven op 31 maart, maar er zijn vandaag nog altijd soldaten aanwezig.

Wetgeving
 
In de Wall Street Journal verscheen op 1 maart een artikel van Bret Stephens getiteld 'Hoe Milton Friedman Chili redde'. Milton Friedman is de Amerikaanse econoom die aan de Universiteit van Chicago zijn neoliberale theorieën uitwerkte. Chili was, ten tijde van Pinochet, een van de eerste landen waar zijn ideeën in de praktijk werden uitgetest. In zijn artikel beweerde Stephens dat het grotendeels dankzij Friedman was dat “het land een tragedie doorstaan had die elders een apocalyps zou zijn geweest”. En verder: “Het is niet per toeval dat de Chilenen in huizen van baksteen leefden -en de Haitianen in huizen van stro, toen de grote boze wolf arriveerde om ze omver te blazen” Volgens Stephens had Chili tijdens de economisch boom, die er gekomen was dankzij de aanstelling door Pinochet van economisten opgeleid door Friedman, “een van de meest strikte bouwcodes van de wereld aangenomen”. Zoals Naomi Klein in een antwoord op Stephens op 3 maart in de Huffington Post al stelde was het in werkelijkheid de socialistische regering van president Allende die in 1972 de strenge bouwcodes invoerde met het oog op mogelijke aardbevingen. De wetgeving werd later, in de jaren 1990 nog verstrengd, niet door Pinochet, maar door de herstelde democratische civiele regering.

Het Centrum voor Journalistiek Onderzoek en Informatie (CIPER) meldde op 6 maart dat er in de Chileense hoofdstad Santiago 23 residentiële gebouwen en hoogbouw, geconstrueerd in de afgelopen 15 jaren, zwaar beschadigd waren door de aardbeving. Dat wil zeggen dat de strenge bouwcodes niet altijd nageleefd waren. De verantwoordelijkheid van de makelaars en constructiebedrijven werd in de nasleep van de aardbeving het onderwerp van een publiek debat. De meeste huizen die ingestort zijn, waren vervaardigd uit minderwaardige bouwmaterialen. Velen daarvan stonden in wijken die snel opgetrokken waren om de goedkope, informele arbeiders voor de grote bedrijven en industrieën van het land te kunnen huizen. Men kan beter niet rekenen op de nieuwe regering van Sebastian Piñera om de sociale ongelijkheden die blootgelegd zijn door de aardbeving, recht te zetten. De president, en tevens rijkste persoon van Chili, was samen met een aantal van zijn adviseurs en ministers, als belangrijke aandeelhouder betrokken bij constructieprojecten die zwaar beschadigd zijn tijdens de aardbeving, hoogstwaarschijnlijk omdat de bouwcodes genegeerd werden.

Schokdoctrine


De heropbouw van huizen, scholen enzovoort zou volgens president Piñera 30 miljard VS dollar kosten. Dat is 20% van het Bruto Nationaal Inkomen van het land. Maar terwijl de regering voor het verzamelen van dit bedrag grotendeels rekent op de exportwinsten van de kopermijnen die eigendom zijn van de staat, zullen de werken grotendeels uitgevoerd worden een aantal privé-bedrijven. Het contract voor de levering van bouwmaterialen gaat naar drie grote en bekende bedrijven, zonder dat er een openbare aanbesteding werd gedaan. Deze drie bedrijven zijn in het bezit van familieleden van ministers van Piñera's kabinet en andere ambtenaren. Een van de eerste dingen die Piñera zei na zijn aanstelling als nieuwe president was: “we gaan niet gewoon reconstrueren wat de aardbeving en de tsunami hebben vernietigd, we gaan Constitución heropbouwen in iets veel beters”. Het lichtend voorbeeld is daarbij de reconstructie in New Orleans na de orkaan Katrina. In de hele getroffen regio zijn meer dan 300 scholen zwaar beschadigd of volledig vernietigd. De nieuwe Chileense minister van Educatie Joaquin Lavín heeft voorgesteld om de gemeentescholen die van de kaart geveegd zijn, te laten herstellen en over te laten aan de privé. Dat zou de kwaliteit ten goede moeten komen. Dit lijkt wel het zoveelste hoofdstuk in 'de schokdoctrine' van Naomi Klein. In dit boek beschrijft de auteur hoe er geprofiteerd wordt van situaties van extreme chaos na een collectieve schok (zoals een natuurramp) om vlug allerlei neoliberale maatregelen door te voeren. Er zijn in de maanden maart en april inderdaad al een aantal bedenkelijke wetten de revue gepasseerd. Zo maakte de nieuwe centrum rechtse regering het in haar eerste weken bijvoorbeeld legaal om de stukken zee die afgezet worden door gigantische zalmbedrijven met het oog op het kweken van de vissen, te gebruiken als financiële waarborg bij de banken. Op die manier worden stukken van de zee geprivatiseerd. Zal Naomi Klein binnenkort al een geupdate versie van haar ontluisterende boek op de markt moeten brengen?
 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.