Beijings aanspraak op 90% van de Zuid-Chinese Zee heeft geen enkele juridische basis en is puur arbitrair. De aanspraak schendt de rechten van 5 andere landen die aan het water -mondiaal gemeengoed- grenzen, waaronder de Filipijnen.
China’s inbeslagname van maritieme formaties (kleine onbewoonde eilanden) die zich binnen de 200 mijl van de Filipijnse exclusieve economische zone in de West Filipijnse Zee bevinden, is illegaal en zou moeten stoppen.
We kunnen echter niet bekrompen en kortzichtig zijn door alleen China te veroordelen en te vragen het gebied “te verlaten”. We moeten ook van de VS eisen dat het inpakt en vertrekt. Dat heeft niet alleen met rechtvaardigheid te maken, maar heeft ook een zeer praktische reden: zonder een terugtrekking van het Amerikaans leger uit de Zuid-Chinese Zee, zal China ook niet vertrekken.
Zonder een terugtrekking van het Amerikaans leger uit de Zuid-Chinese Zee, zal China ook niet vertrekken.
China’s acties in de West-Filipijnse Zee en de Zuid-Chinese Zee zijn niet correct, maar ze zijn begrijpelijk. De reden waarom Beijing de provocatieve beslissing heeft genomen om Filipijnse maritieme formaties in beslag te nemen is om er luchtdoelraketten op te plaatsen als onderdeel van de uitbreiding van de defensieve perimeter gericht tegen een potentiële Amerikaanse aanval. Zelfs het Pentagon beschouwt China’s bewegingen in de Zuid-Chinese Zee niet als offensief van aard, maar als een deel van Beijings algemene strategie van strategische verdediging.
Is China paranoïde?
Nee. Eerst en vooral is de realiteit dat de Zuid-Chinese Zee sinds Wereldoorlog II een ‘Amerikaans meer’ is. De 7de Vloot van de VS controleert de Zuid-Chinese Zee met zijn vliegdekschepen, tientallen oorlogsschepen, nucleair aangedreven en nucleair bewapende aanvals- en strategische onderzeeërs, en provocatieve luchtverkenningen met gevechtsondersteuning tot 12 mijl voor de Chinese kust. Dit is het speerpunt van een vooruitgeschoven Amerikaanse militaire aanwezigheid van zo’n 50 grote militaire basissen die China omringen van Noord-Japan tot Diego Garcia in de Indische Oceaan.
Een vooruitgeschoven Amerikaanse militaire aanwezigheid van zo’n 50 grote militaire basissen omringt China.
Ten tweede is de operatieve oorlogsvoeringsdoctrine van de VS “Airsea Battle”, waarbij kruisraketten betrokken zijn die de Chinese anti-rakettendefensie kunnen verschalken en zo conventionele en nucleaire ladingen kunnen droppen op China’s industriële infrastructuur langs de kust en de elektronische verdediging van het land kunnen “verblinden”.
Ten derde, van Obama over Trump tot Biden, werd (en wordt) China gedefinieerd als de strategische vijand van de VS. Bidens ministerie van Defensie beschouwt China als “uitdaging nummer 1” en om die het hoofd te bieden zal het “operationele concepten, capaciteiten en plannen ontwikkelen om de afschrikking te versterken en het concurrentievoordeel te behouden”.
De Zuid-Chinese Zee is tegenwoordig de belangrijkste hotspot van de wereld. De VS en China houden er zich bezig met “oorlogsspelletjes”, waarbij de één niet wil onderdoen voor de ander en waarbij schepen en vliegtuigen op elkaar afkomen om pas op het laatste moment uit te wijken. Het gevaar dat een aanvaring tussen schepen escaleert in een grote confrontatie waarbij conventionele of kernwapens worden ingezet, kan niet worden uitgesloten in een regio waar er geen spelregels zijn en alleen een zeer onstabiele machtsbalans geldt.
Beijing zal niet afgeven, tenzij de VS zijn militaire dreiging ten opzichte van China intrekt. Daarom moeten de Filipijnen en de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) het initiatief nemen en een demilitariseringsakkoord voorstellen dat de terugtrekking van China van de Filipijnse maritieme formaties omvat, de Chinese inmenging in het levensonderhoud van de Filipijnse en andere vissers stopzet en de aanspraken op de hele Zuid-Chinese Zee opschort, in ruil voor de Amerikaanse terugtrekking uit het gebied van de 7de Vloot en uit vijf militaire basissen in de Filipijnen.
De Filipijnen en ASEAN moeten het initiatief nemen om een demilitariseringsakkoord voor te stellen.
Indien succesvol, zouden deze maatregelen het pad kunnen effenen voor positievere betrekkingen russen China, de Filipijnen en ASEAN, gebaseerd op de gezamenlijke ontwikkeling van de hulpbronnen van de Zuid-Chinese Zee en op de bescherming van haar unieke ecosysteem. Het tot stand brengen van deze toekomst die steunt op gemeenschappelijke welvaart is niet onmogelijk, maar de eerste moeilijke stappen moeten wel worden gezet.