Westerse regeringen hebben zich eindelijk gerealiseerd dat de energietransitie aan de gang is én dat de daarvoor nodige grondstoffen grotendeels in Chinese handen zijn.
Transitiemineralen, door sommigen de “nieuwe olie” genoemd, zijn de hoofdingrediënten voor duurzame technologieën, zoals batterijen voor elektrische voertuigen (EV's), zonnepanelen en windturbines, die de energietransitie mogelijk maken. Een groot deel van deze mineralen wordt gewonnen in het Mondiale Zuiden, maar China controleert in grote mate de waardeketens ervan. Meer dan 90% van de zeldzame aardelementen, bijna 100% van het grafiet, meer dan 75% van het kobalt en meer dan 60% van het lithium wordt door China verwerkt. China produceert ook ongeveer 80% van alle zonnepanelen ter wereld en maakt 60% tot 80% van alle elektrische voertuigen, windturbines en lithium-ionbatterijen.
Er gaat tegenwoordig bijna geen week voorbij zonder dat westerse regeringen een nieuwe samenwerking of strategie aankondigen om de overhand te krijgen in de felle mondiale mineralenwedloop. Het is moeilijk voor te stellen dat een VS-bedrijf slechts een paar jaar geleden nog een van de grootste kobaltmijnen ter wereld heeft verkocht aan een Chinees bedrijf.
Grondstoffen-nationalisme heeft de westerse visie van een geglobaliseerde vrije markt voor grondstoffen vervangen. Van de plundering van goud en zilver door de Spaanse Conquista tot de meer recente mineralenwedloop, wie de pech heeft om op land te wonen dat de waardevolle hulpbronnen herbergt, wordt vaak verdreven of moet toekijken hoe de omgeving wordt vervuild.
In beleidsstrategieën en persberichten zweren westerse regeringen dat het deze keer anders zal zijn, met verklaringen over projecten die de “mensenrechten respecteren”, het gebruik van “verantwoorde praktijken”, en “hoge” en “rigoureuze ESG-standaarden” (‘environmental-social-governance’). Toch zaait een nadere blik op de recente beleidsbeslissingen veel twijfel over de vraag of westerse landen hun beloften wel nakomen.
Zwakke regelgeving
De haastig onderhandelde Kritieke Grondstoffen-wet van vorig jaar vormt de basis van de aanpak van de Europese Unie om beter toegang te krijgen tot belangrijke grondstoffen. De EU verbindt zich ertoe om ondersteunde projecten “duurzaam te implementeren”, met name “nadelige milieu- en sociale gevolgen te voorkomen en te minimaliseren door middel van verantwoorde praktijken”, maar laat tegelijkertijd fasttrack-regelingen voor vergunningsprocessen toe en stelt overheden in staat om nadelige gevolgen voor het milieu “terzijde te schuiven”.
Aangezien bijna 70% van ‘s werelds ontginningsprojecten van transitiemineralen zich op of vlakbij de gronden van inheemse volkeren of kleine boeren bevindt, is betekenisvol overleg met deze gemeenschappen cruciaal om de sociale- en milieuproblemen te vermijden die mijnbouw in het verleden heeft veroorzaakt. Toch worden veel mijnbouwprojecten gelanceerd zonder de getroffen gemeenschappen goed te informeren, laat staan hun toestemming te verkrijgen.
De Verenigde Staten beschikt niet over afdoende wetgeving om mijnbouwbedrijven verantwoordelijk te stellen voor hun overzeese activiteiten. In plaats daarvan vertrouwt het op de zelfregulering van de industrie door middel van vrijwillige programma’s die in het verleden doorgaans mislukt zijn. Een bekend voorbeeld is de Brumadinho-residudam (bij een ijzerertsmijn) in Brazilië, die in 2019 instortte ondanks het feit dat de stabiliteit van de dam amper vier maanden eerder werd geïnspecteerd en gecertificeerd. 272 mensen kwamen om bij deze ramp.
Het negeren van corruptie
De onginningssector is goed voor één op de vijf gevallen van transnationale omkoping. Steekpenningen beroven de vaak arme bevolking in grondstofrijke landen niet alleen van inkomsten, maar de enorme onverdiende inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen kunnen ook de democratische instellingen en de rechtsstaat van landen ondermijnen, een fenomeen waarnaar wordt verwezen als de 'grondstoffenvloek'.
Vroegere grondstoffenwedlopen hebben grote golven van corruptie veroorzaakt. Daarom is het extra belangrijk dat regeringen zich vandaag krachtig uitspreken tegen corruptie in die context. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk sturen echter het tegengestelde signaal uit.
In december 2017 sanctioneerde de VS de Israëlische zakenman Dan Gertler nog voor zijn corrupte deals in de Democratische Republiek Congo (DRC). Hij zou er naar verluidt meer dan 1,3 miljard dollar aan overheidsgeld naar zijn bedrijven hebben overgeheveld, wat Gertler ontkent. In een scherpe ommezwaai heeft de Verenigde Staten nu voorgesteld om de sancties op te heffen als Gertler zijn resterende belangen in gigantische koper- en kobaltmijnen in het land verkoopt, zodat hij naar schatting nog eens 300 miljoen dollar extra kan opstrijken uit onrechtmatig verkregen vermogen. De VS hoopt dat de overeenkomst bedrijven die op het Westen gericht zijn, in staat zal stellen om een grotere toegang te krijgen tot de mineralen van de DRC, waar 70% van het kobalt in de wereld vandaan komt. (Kobalt is een cruciaal element van batterijen voor elektrische voertuigen.) VS-regeringsfunctionarissen meldden aan de 'Wall Street Journal' dat Saoedische mijnbouwbedrijven interesse hebben in het kopen van belangen in Congolese kobalt- en kopermijnen. Via deze weg zouden VS-bedrijven een deel van de metalen kunnen verkrijgen.
In augustus 2023 zette het Verenigd Koninkrijk na tien jaar een onderzoek stop naar het Kazachs mijnbouwbedrijf ENRC. Het werd verdacht van omkoperij voor kobalt- en kopermijncontracten in de DRC, maar ontkende dat ten stelligste. Nadat het VK werd overstelpt met gerechtelijke procedures aangespannen door ENCR, werd besloten dat er “onvoldoende ontvankelijk bewijs was om [het bedrijf] te vervolgen”. Door de mijnbouwsector de indruk te geven dat ze niet nauwlettend in het oog wordt gehouden, kunnen dergelijke beslissingen corruptie in de hand werken.
Risicovolle financiering
In hun streven om de Chinese concurrenten bij te benen wat betreft het verkrijgen van toegang tot kritieke mineralen, zijn westerse regeringen bereid om mijnbouwoperaties te ondersteunen met grote sommen geld. Via exportkredietinstellingen die leningen en verzekeringen verstrekken met overheidsdekking, steunen westerse regeringen projecten die investeerders anders te riskant zouden vinden. De adviseur voor energie en investeringen van het Witte Huis bevestigde dit onlangs, toen hij in mei 2024 zei: “De regering heeft hier een echte rol te spelen om privékapitaal te stimuleren door meer risico te nemen”.
In het verleden hebben mijnbouwprojecten gesteund door overheidsfondsen unieke habitats vernietigd, gebruik gemaakt van dwangarbeid, gewelddadige conflicten aangewakkerd, en het milieu zwaar vervuild.
Als onderdeel van het ‘Minerals Security Partnership’, een door de VS-geleide coalitie van geallieerde regeringen, heeft de ‘Development Finance Corporation’ van de VS in november 2023, een lening tot 150 miljoen dollar toegekend voor een grafietmijnproject in Mozambique. Het project bevindt zich in een regio waar het ernstige mensenrechtengevolgen zal hebben - in een context van conflict tussen de regering en islamistische opstandelingen dat de afgelopen vijf jaar al tot bijna 5000 doden heeft geleid.
De strategische partnerschap-aanpak van de EU, ontwikkeld om een constante aanvoer van kritieke grondstoffen veilig te stellen, voorziet financiering voor producerende landen via de ‘Global Gateway’ (de Europese versie van China's ‘Belt and Road Initiative’).
In februari kwam de EU een strategisch partnerschap overeen met Rwanda rond “duurzame waardeketens voor grondstoffen”, dat alarmbellen zou moeten doen rinkelen. Nadat Rwanda rechtstreeks 3T-mineralen (tin, tantalum en wolfsraam) plunderde in de DRC tijdens de tweede Congolese Oorlog, profiteert het sindsdien van het belasten van uit de DRC gesmokkelde conflictmineralen. Het strategisch partnerschap wordt onderhandeld op een moment dat het Rwandese leger de DRC is binnengevallen, waar het de gewapende groep M23 steunt. M23 controleert het grootste deel van de smokkel uit een aantal van de grootste koltanmijnen ter wereld.
De Europese Commissie heeft het over “traceerbaarheid … als kern van het kritieke grondstoffen-partnerschap tussen de EU en Rwanda”, zogenaamd om het risico van de aankoop van conflictmineralen tegen te gaan. De NGO ‘Global Witness’ heeft echter aangetoond dat het gebruikte traceerbaarheidssysteem voor 3T-mineralen in Rwanda sinds het werd opgezet, enorme hoeveelheden gesmokkelde conflictmineralen heeft witgewassen.
Investeerdersarbitrage ondermijnt milieu- en sociale wetgeving
Vrijhandelsakkoorden met producerende landen zijn een ander veelgebruikt instrument dat westerse regeringen hanteren om de toegang tot mineralen van derde landen te verzekeren. Deze akkoorden omvatten vaak een ondoorzichtig systeem dat investeerders bescherming biedt en hen toelaat om regeringen voor miljarden dollars aan te klagen wegens overheidsmaatregelen die hun investeringen negatief zouden kunnen beïnvloeden.
Toen het Guatemalteekse hooggerechtshof in 2016 een mijnbouwproject liet stopzetten wegens gebrek aan overleg met de getroffen inheemse bevolking, spande het mijnbouwbedrijf ‘Kappes, Cassiday & Associates’ (KCA) een rechtszaak aan tegen de regering, voor meer dan 400 miljoen dollar, wegens het niet voorzien van voldoende bescherming van de investeringen van KCA tegen protest van de gemeenschap. Het bedrijf beweerde in feite dat de regering niet genoeg deed om de lokale weerstand tegen zijn mijn te onderdrukken.
Colombia wordt momenteel geconfronteerd met 14 arbitragezaken en nog eens acht zaken in de pre-arbitragefase – veel van deze zaken zijn gerelateerd aan mijnbouwbedrijven. In totaal wordt Colombia aangeklaagd voor naar schatting 13,2 miljard dollar.
Door aan te dringen op dergelijke investeringsclausules in vrijhandelsovereenkomsten, zijn westerse regeringen medeplichtig aan de ondermijning van de bescherming van door mijnbouw getroffen gemeenschappen en van hun gronden.
Nieuwe gebieden, nieuwe vernietiging
Terwijl westerse regeringen geen doelen hebben gesteld om het gebruik van bepaalde materialen te verminderen (wat de vraag naar mineralen zou kunnen afremmen), steunen ze projecten in nieuwe, risicovolle gebieden die waarschijnlijk een verwoestende impact op het milieu zullen hebben.
De diepzee is een van de weinige gebieden die tot nu toe gespaard zijn gebleven van destructieve mijnbouw. Noorwegen is echter vastbesloten om daar verandering in te brengen. En onder wetgevers in de VS groeit de steun voor diepzee-ontginning ook. Omdat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar de diepzeebodem is het moeilijk om in te schatten wat de precieze gevolgen zouden zijn van mijnbouwactiviteiten, maar experten beweren dat het zou leiden tot een onbepaalde afname van de biodiversiteit. Het zou tientallen jaren of zelfs eeuwen kunnen duren voor aangetaste gebieden om zich te herstellen.
Alsof deze vooruitzichten nog niet erg genoeg zijn, doemen er nog grotere risico's op aan de horizon. Nu westerse regeringen en bondgenoten clubs oprichten om de strijd aan te gaan met de Chinese marktdominantie, zoals het ‘Minerals Security Partnership’, neemt de druk op producerende landen toe om kant te kiezen en zich te liëren aan de ene of de andere zijde.
Als de CEO van de grootste EV-fabrikant ter wereld zijn zin zou krijgen, zouden buitenlandse militaire interventies tegen regeringen die niet bereid zijn om zich te plooien naar de westerse voorwaarden opnieuw perfect aanvaardbaar zijn. In een reactie op de beschuldigingen van een X-gebruiker dat de Verenigde Staten een staatsgreep heeft georganiseerd tegen de president van Bolivia om toegang te verkrijgen tot het lithium in het land, antwoordde de CEO van het bedrijf Tesla, Elon Musk: “We will coup whoever we want - deal with it!".
Sommige analisten vrezen dat de wedloop om de “nieuwe olie” in de nabije toekomst zal leiden tot militaire escalatie. De Arctische regio, dat een grote voorraad zeldzame mineralen herbergt, is één gebied dat recent in het vizier van de geopolitieke belangen is beland van zowel Europa, de Verenigde Staten, Rusland als China.