Exact drie jaar geleden, op 22 januari 2021, trad het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (TPNW) in werking. Dit historisch verdrag maakte het illegaal voor staten om kernwapens te ontwikkelen, te testen, te produceren, te verwerven, te bezitten, op te slaan, te gebruiken of ermee te dreigen.
Ondertussen werd het TPNW al door 97 landen ondertekend en door 70 landen geratificeerd. Hoewel geen enkele kernwapenstaat, noch NAVO-lidstaat zich bij het verdrag aansloot, is het bestaan ervan een belangrijk instrument in de mondiale strijd voor nucleaire ontwapening. Een verbod stigmatiseert, net zoals dat ook bij landmijnen, en biologische en chemische wapens het geval is.
Mijlpaal
Het TPNW versterkt het nucleair ontwapeningsregime, dat voordien voornamelijk steunde op het Non-proliferatieverdrag (NPT). Het NPT werd onderhandeld in de jaren 1960 en heeft als doel het voorkomen van de verspreiding van nucleaire wapens. Het kwam tot stand in de nasleep van de Cuba-crisis van 1962, toen het bijna tot een nucleaire oorlog kwam tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Te midden van de Koude Oorlog werd toen duidelijk dat een nucleaire confrontatie absoluut vermeden moest worden en dat er geen winnaars zijn bij een kernoorlog.
Het Non-proliferatieverdrag -dat in werking trad in 1970- beoogde de afbouw van de nucleaire arsenalen van de reeds bestaande kernwapenstaten, met als doel een totale ontwapening. Staten die niet beschikten over nucleaire wapens, beloofden er geen te verwerven. Hoewel het NPT vaak de hoeksteen van het nucleair ontwapenings- en nonproliferateregime wordt genoemd, heeft het de verdere verspreiding van deze moordtuigen echter niet kunnen voorkomen. De vijf ‘officiële’ kernwapenstaten, die ten tijde van de inwerkingtreding van het NPT al over kernwapens beschikten (de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China), hielden zich niet aan hun ontwapeningsverplichting. Ze werden in de loop der jaren bovendien vervoegd door vier ‘onofficiële’ kernwapenstaten: Israël, India, Pakistan en Noord-Korea.
Vandaag verzuimen de vijf kernwapenstaten die partij zijn bij het NPT hun verplichtingen onder dit verdrag nog steeds. Meer nog, voor het eerst in decennia stijgt het aantal gebruiksklare kernkoppen in de wereld. De vooruitgeschoven VS-kernwapens die in NAVO-verband gestationeerd liggen in Europa -onder meer in België- worden binnenkort vervangen door nieuwe, meer inzetbare exemplaren. En Rusland plaatste vorig jaar tactische kernwapens in Wit-Rusland. Dit alles druist in tegen de geest van het Non-proliferatieverdrag en brengt immense veiligheidsrisico’s met zich mee.
Doordat het Non-proliferatieverdrag zijn doelen voorbijschoot, zag het leeuwendeel van de niet-kernwapenstaten zich verplicht om een nieuw verdrag te onderhandelen. Het proces dat tot de effectieve aanname van het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens leidde, kwam er dankzij het harde werk van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Nucleaire Wapens (ICAN), die daarvoor de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mocht nemen.
Het TPNW kan gezien worden als een mijlpaal omdat het mondiaal en alomvattend is. Zo heeft het aandacht voor de klimatologische en humanitaire impact van kernwapens, bijvoorbeeld op de verschillende inheemse gemeenschappen die nog steeds de gevolgen dragen van de kernproeven die vorige eeuw werden uitgevoerd in hun leefgebieden. Het verbodsverdrag voorziet in duidelijke remediëringsmaatregelen voor de getroffen gemeenschappen en betracht een herstel van de aangetaste biodiversiteit.
Impact
Eind vorig jaar werd de tweede bijeenkomst van de verdragspartijen (MSP) bij het TPNW gehouden. Er werd gewezen op de urgentie van nucleaire ontwapening in het huidige geopolitieke klimaat. Daarnaast werd benadrukt dat de moderniserings- en uitbreidingsplannen van alle kernwapenstaten voor hun nucleaire arsenalen een immense bedreiging vormen voor de internationale stabiliteit. Nucleaire wapens hangen als het ware als een zwaard van Damocles boven de hoofden van mens en planeet. De enige oplossing om deze dreiging te elimineren is een totale en onomkeerbare nucleaire ontwapening.
Het is duidelijk dat er nog heel wat werk aan de winkel is om dit doel te bereiken, maar het TPNW kan dit proces mee helpen op gang te trappen. Het louter bestaan van het internationaal verbodsverdrag zorgt voor momentum en geeft een ondubbelzinnig signaal van de internationale gemeenschap aan de kernwapenstaten: nucleaire wapens worden niet langer getolereerd. De druk op de kernwapenstaten en hun alliantiepartners wordt op die manier steeds groter.
De afgelopen drie jaar heeft het TPNW al een duidelijke invloed gehad op de financiële wereld. Elk jaar zijn er meer en meer financiële instellingen die nucleaire wapens de rug toekeren door te desinvesteren uit bedrijven die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij het ontwikkelen en onderhouden van nucleaire wapens. Hopelijk blijft het TPNW nieuw leven blazen in het nucleair ontwapeningsregime.