Image
Al-Sharaa

Ahmed al-Sharaa, president van de Syrische transitonele regering, met eurocomissaris Hadja Lahbib, januari 2025; © European Union, 2025, CC BY 4.0, Wikipedia Commons

Een nieuw staakt-het-vurenakkoord in Syrië
Artikel
5 minuten

Op 10 maart ondertekenden generaal Mazloum Abdi, de leider van de Syrische Democratische Strijdkrachten (de militaire vleugel van het Koerdisch autonoom bestuur in het noordoosten van Syrië) en de Syrische interim-president Ahmed al-Sharaa een akkoord dat de integratie van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) in de Syrische staatsinstellingen beoogt. 

Het akkoord komt er op een kritiek moment, twee weken nadat de Koerdische militante leider Abdullah Öcalan zijn aanhangers in de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) heeft opgeroepen om de wapens neer te leggen en de organisatie te ontmantelen. Is er een connectie tussen de twee gebeurtenissen?

Öcalans oproep tot ontwapening beperkte zich niet tot de PKK, maar strekte zich uit tot “alle groepen”. Hoewel Mazloum Abdi zich distantieerde van deze oproep door te verklaren dat het “niets te maken heeft met ons in Syrië”, waren de Turkse regeringspartijen er snel bij om te beweren dat Öcalans oproep ook de SDF omvat. Dit past volledig in Ankara's reeds lang gehanteerde strategie om de SDF gelijk te stellen aan de PKK en zo zijn aanhoudende militaire agressies tegen het Koerdische zelfbestuur in het noordoosten van Syrië, bekend als Rojava (West-)Koerdistan, te rechtvaardigen. Volgens Turkije zou de oproep van Öcalan moeten leiden tot de ontbinding van alle aan de PKK gelieerde groepen, inclusief de groepen die actief zijn in het Sinjargebergte in Zuid-Koerdistan (in Irak). Het voortbestaan van al deze Koerdische groepen, ondanks de Turkse druk, onderstreept echter het bredere verzet tegen de invloed van Ankara in de Koerdische gebieden.

Turkije heeft consequent geprobeerd om de Koerdische autonomie in Syrië te ontmantelen, met als doel de vestiging van een pro-Turks bestuur in de regio. Het akkoord dat Mazloum Abdi ondertekende dient om de manoeuvres van Ankara tegen te gaan. Hoewel het een bepaling bevat over de integratie van “alle civiele en militaire instellingen in het noordoosten van Syrië in het bestuur van de Syrische staat, met inbegrip van grensovergangen, de luchthaven en olie- en gasvelden”, impliceert de fusie van de SDF met het Syrische leger niet direct een ontwapening. De bepaling suggereert echter wel sterk dat de SDF niet langer als een onafhankelijke entiteit zal functioneren. Als alle “civiele en militaire instellingen” worden geïntegreerd in het Syrische leger, roept dit ernstige twijfels op over de toekomst van het zelfbestuur in de regio. Daarnaast blijft ook het lot van de unieke politieke instellingen van Rojava onzeker.

Het akkoord omvat ook een engagement tot “een staakt-het-vuren in alle Syrische gebieden”. Dit is een cruciale clausule, vooral in het licht van de recente bloedbaden begaan door Hay'at Tahrir al-Sham (HTS), de islamistische militie die onder leiding van Ahmed al-Sharaa mee het Assad-regime omverwierp eind 2024 en nu de dominante kracht is in Damascus. Nadat Alawitische strijdkrachten, loyaal aan de verdreven Assad, aanvallen hadden uitgevoerd op regeringstroepen, kwamen er gruwelijke vergeldingsaanvallen op Alawitische burgers - wat de noodzaak van een dergelijke bepaling onderstreept. Voor de Koerden is het staakt-het-vuren meer dan een politiek statement. Het is een beschermingsmaatregel die hun overleving onder het zelfbestuur van Rojava -dat bestaat sinds 2012- moet verzekeren.

Een andere belangrijke dimensie van het akkoord is de rol van de Verenigde Staten. Een VS-helikopter bracht generaal Abdi naar Damascus om de overeenkomst te ondertekenen. De aanwezigheid van VS-troepen in de door SDF-gecontroleerde Koerdische gebieden betekent dat de implementatie van eender welk akkoord geen risico mag inhouden op een confrontatie van deze VS-troepen met Turkije of door Turkije gesteunde facties, waaronder HTS en het Vrij Syrisch Leger (FSA), de coalitie van oppositiemilities die in de burgeroorlog vocht tegen het Assad-regime.  

Het FSA is al lange tijd een instrument van de Turkse invloed in Syrië en voert sinds de val van het Assad-regime onophoudelijk aanvallen uit op Koerdische troepen rond de Tishreen-dam en Kobani. Gezien dit complexe landschap is elke overeenkomst die de Koerdische autonomie handhaaft, en tegelijk de steun van de VS behoudt, een diplomatiek succes voor de SDF. Abdi heeft met zijn overeenkomt de bescherming van de Koerden willen veiligstellen. 

Dit ligt niet helemaal in lijn met de strategische doelen van Israël, dat sinds de val van Assad zijn steun aan de Koerden in Syrië heeft verklaard. Geen enkele bepaling van het akkoord van 10 maart vormt echter een bedreiging voor de Israëlische belangen. Ook historisch gezien, is de strijd van de Koerden voor zelfbeschikking -zowel in de vorm van autonomie als onafhankelijkheid- nooit in tegenstrijd geweest met de Israëlische veiligheidsbelangen.

Voor Israël is een stabiele en seculiere regio onder Koerdische controle te verkiezen boven een islamistisch soennitisch regime dat op één lijn staat met Turkije of extremistische groeperingen. Het vooruitzicht van een door Turkije gesteunde soennitische islamistische regering aan de Israëlische grenzen is een scenario waar de Israëli's zich dus sterk tegen zouden verzetten - hoewel de door SDF gecontroleerde noordoostelijke gebieden geen concrete grens delen met Israël (dat grenst aan het zuidwesten van Syrië). Uiteindelijk ondermijnt het akkoord de bredere strategische afstemming tussen Israël en de Koerden niet.

De overeenkomst zou eind 2025 geïmplementeerd moeten worden, waardoor er nog negen maanden overblijven waarin ontwikkelingen in het onstabiele Syrische landschap zouden kunnen leiden tot veranderingen en plotse aanpassingen. Gezien de afwezigheid van implementatiegaranties, nationaal of internationaal, en de beperkte informatie over de ontwikkelingen achter de schermen bij en tussen alle betrokken partijen, zouden verschillende spelers zoals Israël, Turkije, Iran, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Arabische staten zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Qatar, en de interim-regering zelf, ook nog kunnen aandringen op wijzigingen in het akkoord.

Generaal Abdi's preventieve engagement met de Syrische interim-regering is echter een strategisch berekend manoeuvre, met het oog op het -op zijn minst voorlopig- blokkeren van Turkije's regionale aspiraties en inspanningen om de Koerden te ontwapenen en hun zelfbestuur te ontbinden. Door een staakt-het-vuren te garanderen en de goedkeuring van de VS te behouden, moet de deal dienen als tegenwicht voor de plannen van Ankara. Het akkoord introduceert nieuwe variabelen in de regionale situatie, maar de uiteindelijke impact van het akkoord zou op lange termijn positief kunnen zijn. Wil deze strategie echt duurzaam en legitiem zijn, dan moet elk toekomstig politiek kader voor Rojava Koerdistan worden uitgevoerd in direct overleg met de Koerdische bevolking daar.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder in 'Foreign Policy in Focus'.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.