Het aanhoudende Israëlisch geweld tegen Gaza zorgt voor heel wat militaire en economische ‘nevenschade’ met groeiend gevaar op escalatie.
Op de acties van de Ansar Allah-rebellen (bekend als de ‘Houthi’s’) in en rond de Rode Zee die de handel met Israël viseren, antwoordden de VS en het Verenigd Koninkrijk met bombardementen op het al zwaar door oorlog getroffen Jemen. De Europese Unie bereidt op haar beurt een militaire missie voor - met Belgische deelname - om de scheepvaart te beschermen in de economisch vitale zee-engte. Een definitieve beslissing over deze Europese operatie wordt verwacht op een bijeenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken op 19 februari.
Als gevolg van de Ansar Allah-aanvallen is de scheepvaart door het Suezkanaal met minstens een derde gedaald waardoor Egypte heel wat transitrechten misloopt. Vorig jaar bedroegen die 9,4 miljard dollar, goed voor 2% van het BBP. Egypte kampt al een tijdje met een economische crisis. De inflatie bedraagt 35 procent en de Egyptische pond verloor de helft van zijn waarde. Het land torst een grote schuldenlast en kampt met een financieringstekort van 12 miljard dollar. Dat is een van de motieven voor het Egyptisch regime om te bemiddelen over een staakt-het-vuren in Gaza.
De economische schade door de Houthi-acties in de Rode Zee lijkt er toe bij te dragen dat de druk op Israël voor een staakt-het-vuren toeneemt, al gaat dat (nog) niet gepaard met minder steun voor Israël. Hoewel president Biden inmiddels garanties heeft gevraagd dat VS-wapens niet gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen, maakt hij geen aanstalten om de geplande extra militaire steun aan Israël (een pakket van 14,1 miljard dollar, waaronder ook extra steun voor de VS-aanwezigheid in het Midden-Oosten) on hold te zetten.
Volgens een rapport van de onderzoeksdienst van het VS-Congres is tussen 7 oktober en eind januari 2024 voor 25.000 ton aan wapens en militaire uitrusting naar Israël verscheept. Dat is bovenop de jaarlijkse militaire steun ter waarde van 3,8 miljard dollar.
Libanon en Syrië
Ook andere landen betalen de tol voor het voortduren van het Israëlisch geweld. De spanningen tussen Israël en de Libanese sjiitische militie Hezbollah hebben geleid tot tal van over en weer beschietingen de afgelopen drie maanden. Volgens Hezbollah houdt Israël al sinds 1967 een smalle strook Libanees grondgebied – de ‘Shebaa Farms’ – bezet. Volgens Israël gaat het om Syrisch grondgebied dat deel uitmaakt van de op Syrië veroverde Golanhoogten, waardoor Resolutie 425 van de VN-Veiligheidsraad (1978) dat de Israëlische ontruiming vraagt van Libanees grondgebied, niet van toepassing zou zijn. Al decennia zorgt de smalle landstrook van 10 op 2,5 km voor gewapende confrontaties. Het geweld in Gaza is vaak een trigger. Hezbollah sprak zijn steun uit voor de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 in Israël. Sindsdien vielen tijdens vijandelijkheden tussen Israëlische soldaten en Hezbollah-strijders rond de 25 burgerdoden en 140 Hezbollah-strijders aan Libanese kant. Het Israëlisch leger verloor naar eigen zeggen negen militairen.
In Irak, Syrië en Jordanië hebben pro-Iraanse milities hun aanvallen op militaire doelen van de VS de jongste weken opgevoerd nadat Israëlische raketten op 20 januari 2024 in Damascus vijf ‘militaire adviseurs’ van de Iraanse Revolutionaire Garde en een onbekend aantal Syrische militairen doodden. Bij een van die aanvallen op de Tower 22-basis in Jordanië (eind januari) aan de drielandengrens met Irak en Syrië, verloren drie VS-militairen het leven en vielen er nog eens 34 gewonden. De VS reageerde vervolgens -op 2 februari- met tientallen luchtaanvallen op doelwitten van milities in Syrië en Irak. Volgens Iraakse en Syrische bronnen vielen daarbij respectievelijk 16 en 23 doden onder wie ook burgers.
De VS beschikt over heel wat militaire basissen in het Midden-Oosten die samen rond de 30.000 militairen huisvesten. Behalve in Syrië, is dat met instemming van de betrokken landen. De VS-aanwezigheid werkt echter als een rode lap op een stier bij de talrijke militante nationalistische en islamistische gewapende groeperingen in Irak en Syrië. Sinds 7 oktober zouden VS-troepen in beide landen al zo'n 160 keer het mikpunt geweest zijn van gewapende acties.
In Syrië zijn er 900 VS-troepen, die vooral in het autonome noordoosten van het land gevestigd zijn. Officieel zijn ze er aanwezig om strijd te voeren tegen actieve en ‘slapende’ cellen van de Islamitische Staat ('Daesh'). Ze doen dat aan de zijde van de Syrische Democratische troepen (SDF), de militaire arm van het Democratisch Autonoom Bestuur in Noordoost-Syrië (DAANES).
Turks optreden in Syrië
Ook Turkije heeft zijn aanvallen op deze noordelijke regio recentelijk opgevoerd. Hoewel Ankara zich heel kritisch opstelt over Israëlische bombardementen tegen civiele doelwitten in Gaza, voerde het midden januari grootschalige bombardementen uit op civiele infrastructuur zoals elektriciteitscentrales en waterinstallaties in Noordoost-Syrië. Traditioneel wordt aan Turkije's optreden in Syrië -dat het land de afgelopen jaren al driemaal binnenviel en grote delen ervan bezet houdt- weinig ruchtbaarheid gegeven.
De NAVO hult zich al jaren in stilzwijgen. Turkije is immers een belangrijke, zij het wispelturige, bondgenoot. Op gelijkaardige wijze is de VS er niet op gebrand om de spanningen over Ankara’s relaties met Rusland m.b.t. Syrië op de spits te drijven in deze al erg woelige regio. De Turkse regering maakt zo handig gebruik van de aandacht die Gaza opslorpt.