Al bijna twee maanden vallen Houthi-rebellen uit Jemen militaire en commerciële schepen aan in de Rode Zee uit solidariteit met de Palestijnen. Deze geografisch ver van Gaza verwijderde gevolgen van de Israëlische oorlog, kunnen een grote impact hebben op de wereldhandel.
In een drie minuten en achtenveertig seconden durende video, gefilmd in de stijl van een actiefilm, zien we eerst een helikopter neerstorten op het dek van een imposant schip. Een half dozijn aanvallers met zwarte bivakmutsen en gewapend met machinegeweren, komen tevoorschijn. Voorzichtig rukken ze met getrokken wapens op naar de cockpit. Daar overmeesteren ze de bemanning, voordat ze bezit nemen van de rest van het vrachtschip. De laatste scène, gefilmd door een drone, is een lang volgbeeld van de boot die verder vaart, nu geëscorteerd door een dozijn kleine bootjes met gewapende mannen. De ‘Galaxy Leader’, een 190 meter lang vrachtschip van een Israëlische reder, is zojuist gekaapt en de nieuwe kapiteins zijn duidelijk over hun doelstellingen: "Het Palestijnse volk en hun dappere verzet steunen", zoals ze zullen verklaren in de propagandavideo die online gaat.
De gemaskerde mannen die deze spectaculaire operatie hebben opgezet, zijn echter geen leden van Hamas of de Palestijnse Islamitische Jihad. Het zijn ook geen strijders van groepen die aan deze laatste gelieerd zijn, zoals de Libanese Hezbollah. Het zijn militanten van de Ansar Allah-beweging, beter bekend als de Houthi's, die een Palestijnse vlag hesen op de Galaxy Leader.
Deze islamistische strijders, oorspronkelijk afkomstig uit Jemen en behorend tot een sjiitische minderheid die bekend staat als het zaidisme, zijn tot nu toe vooral bekend vanwege hun betrokkenheid bij een oorlog tegen de centrale regering in het land. De humanitaire gevolgen van deze oorlog zijn catastrofaal. De Houthi-rebellen, die zich in het hooggebergte in het noordoosten van Jemen hadden gevestigd, houden de Jemenitische regeringstroepen al bijna tien jaar militair in bedwang. Vandaag zouden de rebellen een derde van het grondgebied van het land en twee derde van de bevolking controleren. Sinds 2015 wordt de centrale Jemenitische staat echter gesteund door een internationale militaire coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië – dat zich daarbij overigens schuldig heeft gemaakt aan vermoedelijke oorlogsmisdaden.
De afgelopen maanden waren waarnemers van deze soms als vergeten beschouwde oorlog optimistischer geworden. De Houthi's leken zich serieus in te zetten voor vredesonderhandelingen. Maar op 19 november vinden we ze terug op het dek van een gekaapt schip in de Rode Zee, waar ze beloven om elk schip "dat toebehoort aan de Israëlische vijand of er handel mee drijft" en voor de kust van Jemen passeert, aan te vallen.
Ballistische antischeepsraketten
De Houthi-rebellen hebben hun dreigementen in de praktijk gebracht. Na de Galaxy Leader vielen ze al verschillende andere commerciële en militaire schepen aan. Het VS Militair Commando in het Midden-Oosten (Centcom) telde sinds half november vijfentwintig aanvallen op commerciële schepen. Op 18 december kondigde de Verenigde Staten de oprichting aan van een “multinationale maritieme beschermingsmacht”, opererend onder de naam ‘Guardians of Prosperity’. Ze moet voornamelijk bestaan uit gezamenlijke patrouilles in de Rode Zee en de Golf van Aden.
Maar dit initiatief heeft de spanning in de regio niet verminderd. Integendeel: op 31 december waren er hevige confrontaties tussen het VS-leger en Houthi-strijders. VS-Centcom kondigde diezelfde dag aan dat het drie rebellenschepen tot zinken had gebracht.
Er braken vuurgevechten uit toen de Houthi's een containerschip van de Deense groep Maersk - een van de grootste bedrijven in de mondiale transportsector - probeerden te kapen. Het VS-leger beweert dat het de kaping van de Maersk Hangzhou, een schip gebouwd in 2018, kon voorkomen door drie "kleine boten" onder leiding van de rebellen tot zinken te brengen. Vanuit de rebellenboten die tot op minder dan 20 meter van het containerschip genaderd waren, werd geschoten. Eveneens volgens de VS-strijdkrachten vuurden de Houthi-strijders ook op twee Seahawk-helikopters van de VS-marine die ter plaatse waren gekomen na noodoproepen van de Maersk Hangzhou.
De Houthi-strijdkrachten verklaarden achteraf dat ze tien strijders verloren in de gevechten - sommigen van hen erg jong, te oordelen aan de foto's die door de organisatie werden vrijgegeven.
Naast het enteren van commerciële schepen met kleine speedboten, lijkt de modus operandi van de rebellen te bestaan uit het "lokken van VS-oorlogsschepen naar een vooraf bepaald gebied" dat dan "het doelwit wordt van ballistische antischeepsraketten", aldus 'The Drive', een website die gespecialiseerd is in militaire zaken. Dit type geavanceerde raket is moeilijk te onderscheppen door luchtafweer en is in staat een vliegdekschip vernietigen.
In de loop der jaren hebben de Houthi's in Jemen een militair arsenaal opgebouwd dat niet onderdoet voor dat van verschillende landen. De groep toont zijn arsenaal regelmatig tijdens militaire parades. Vooral de marine beschikt over een breed scala aan materieel, grotendeels geleverd door Iran: patrouilleboten die zijn omgebouwd tot geïmproviseerde explosieven, antischeepsraketten met een bereik van enkele honderden kilometers en zeemijnen. Dat Iran ballistische antischeepsraketten bezit, was bekend, maar dat deze wapens "herhaaldelijk en met succes kunnen worden gebruikt" is verrassender, gezien hun complexiteit, aldus The Drive.
Gevolgen voor de wereldhandel
Twee dagen na de aanval op zijn containerschip kondigde de rederij Maersk aan dat het alle verkeer in de Rode Zee tot nader order opschort. Andere grote maatschappijen in de sector, waaronder ‘Evergreen Line’ (gevestigd in Taiwan), de Italiaans-Zwitserse ‘Mediterranean Shipping Company’ (MSC) en het Franse 'CMA CGM’, stopten ook met het gebruik van die route.
Op 3 januari beweerden Houthi-strijdkrachten dat ze een containerschip van laatstgenoemde Franse reder hadden geviseerd. Officieel had het schip Egypte als bestemming, maar volgens de rebellen was het in werkelijkheid op weg naar Israël. De Franse reder weigerde deze informatie te bevestigen, maar ze lijkt te worden ondersteund door open-source navigatiegegevens en communiqués van het VS-commando in de regio.
"De Jemenitische strijdkrachten [...] zullen Israëlische schepen of schepen die op weg zijn naar havens in bezet Palestina blijven verhinderen om in de Rode Zee en de Arabische Zee te varen, totdat ze het voedsel en de medicijnen brengen die onze broeders in de Gazastrook nodig hebben", verklaarde Houthi-woordvoerder Yahya Sarea (in een statement vertaald door de zender Al Jazeera).
De zeestraat Bab El-Mandab, waar de rebellen de meeste van hun aanvallen uitvoeren, is een belangrijke doorgang van de Golf Van Aden naar de Rode Zee, en ligt op de meest directe zeeroute tussen Azië en Europa, die ook het Suezkanaal, de verbinding tussen de Rode Zee en de Middellandse Zee omvat. Naar schatting 15% van de wereldhandel verloopt via deze route. De aanvallen van de Houthi’s op schepen beïnvloeden dus de internationale handel en kunnen een domino-effect hebben op de grondstoffenprijzen en de olie- en gasmarkten. De Britse olie- en gasgigant BP heeft inmiddels al aangekondigd dat het "alle doorvoer" via de Rode Zee opschort.
Een deel van de transportmaatschappijen kiest nu voor een alternatieve route, waarbij het hele Afrikaanse continent wordt rondgevaren via Kaap de Goede Hoop. Dit zou volgens experts uit de sector tien dagen tot twee weken extra onderweg betekenen en meer dan een miljoen euro extra kosten per reis.
In een gezamenlijke verklaring gepubliceerd op woensdag 3 januari, riepen twaalf landen (waaronder de Verenigde Staten, Canada en Japan) de Houthi's op om te stoppen met hun aanvallen in de Rode Zee, die ze omschreven als "illegaal, onaanvaardbaar en zeer destabiliserend". De VS dreigt er ook mee om de groep opnieuw op de lijst van terroristische organisaties te zetten. In 2021 werd de Ansar Allah-beweging verwijderd van deze lijst om de levering van humanitaire hulp aan Jemen niet te hinderen.
Maar waarom zijn de Houthi's, die amper een paar maanden geleden dicht bij een staakt-het-vuren leken te staan, begonnen aan deze strijd met onvoorspelbare gevolgen voor henzelf en de wereld?
Vijanden van Israël verenigd
Verschillende analisten zien de hand van Teheran achter de operaties van de Jemenitische groep in de Rode Zee. De rebellen onderhouden inderdaad betrekkingen met de Islamitische Republiek Iran. Al sinds de oprichting van de gewapende Houthi-organisatie staan de Iraanse autoriteiten positief tegenover de groep. Sinds het midden van de jaren 2010 begon Iran de rebellen op meer directe en grote schaal logistiek en financieel te helpen. Destijds had Saoedi-Arabië ervoor gekozen om zich rechtstreeks in de oorlog in Jemen te mengen en Iran zag dit als een kans om zijn Saoedische tegenstander tegen lage kosten te destabiliseren.
De Iraanse autoriteiten, eveneens verklaarde vijanden van Israël, doen geen enkele poging om te verbergen dat ze voorstander zijn van elk initiatief dat de strijdkrachten van de Hebreeuwse staat uiteen kan drijven en weg kan leiden van Gaza. Ze hebben een aantal bondgenoten die hen daarbij kunnen helpen door secundaire fronten te openen of operaties uit te voeren: de Libanese Hezbollah, de Iraakse en Afghaanse sjiitische milities in Syrië en natuurlijk de Houthi's in Jemen. Deze strategie van "eenheid van fronten" zou zijn bedacht tijdens verschillende ontmoetingen tussen de leiders van Hamas, de Islamitische Jihad en Hezbollah in 2023 en zou worden gecoördineerd vanuit Beiroet.
Maar het zou een vergissing zijn om de Houthi's te herleiden tot slechts een pion van Iran en te beweren dat ze deze operaties gewoon op bevel van Teheran uitvoeren. De Jemenitische rebellen hebben verschillende eigen redenen om de Rode Zee te doen ontbranden. Ten eerste willen ze laten zien dat ze een organisatie zijn die consequent is met haar principes, die de daad bij het woord voegt. In dit geval is dit woord -of beter de tirade- antizionistisch, maar ook openlijk antisemitisch.
Sinds haar oprichting in de jaren 1990, tegen een achtergrond van interne machtsstrijd en een verlangen om de Zaidi-identiteit te verdedigen, heeft de beweging een duidelijke internationale agenda, die wordt samengevat in de slogan: "God is de grootste, dood aan Amerika, dood aan Israël, vervloek de Joden, overwinning voor de Islam". Het verdedigen van de Palestijnse zaak heeft als wervend instrument ook altijd deel uitgemaakt van het programma van de Houthi-rebellen – waarvoor ze regelmatig grote demonstraties organiseren in de steden die ze besturen, waaronder de Jemenitische hoofdstad Sana'a.
In een context van wereldwijde verontwaardiging over de oorlog van Israël in Gaza, hebben de Houthi-strijders -gezien hun arsenaal en hun geografische ligging- de materiële mogelijkheid om Israëlische symbolen in de Rode Zee te treffen. Dit gaf hen de kans om hun programma op spectaculaire wijze in de praktijk te brengen.
Terwijl veel Arabische landen zich zeer terughoudend hebben opgesteld wat betreft het ondernemen van concrete actie -in het bijzonder diplomatieke actie- om te proberen een einde te maken aan de slachtingen in Gaza, kan de Houthi-beweging zichzelf gemakkelijk promoten als dé voorvechter van de Palestijnse zaak. "Vanuit het oogpunt van de Jemenieten en de meeste inwoners van de omringende landen, strekken [deze operaties] hen tot eer. Ook al zijn er misschien meningsverschillen en grieven rond de oorlog en religie, het feit blijft dat voor een Saoediër of een Omani -en waarschijnlijk ook voor een Palestijn of een Syriër- de Houthi’s de enigen zijn die iets doen [voor de Palestijnse zaak]", analyseert onderzoeker Laurent Bonnefoy, een specialist in het Arabisch schiereiland bij o.a. het ‘Centre national de la recherche scientifique’ (CNRS).
Onderhandelingen voor een staakt-het-vuren in Jemen
De onderzoeker identificeert een tweede, verwante reden die de Houthi-rebellen zeker motiveert bij hun operaties in de Rode Zee: zichzelf in een machtspositie plaatsen in de lopende gesprekken over de oorlog in Jemen. "Met Gaza hebben de Houthi's een nieuwe hefboom gevonden... en meer te verkrijgen" in deze onderhandelingen, merkt hij op.
Al voor de Hamas-aanvallen van 7 oktober en de vergeldingsoorlog die Israël lanceerde op Gaza, leek de Jemenitische organisatie in een gunstige positie te verkeren. De Saoedi's, die het geweer van schouder hebben veranderd en zich nu als bemiddelaars proberen op te werpen, willen een beëindiging van de oorlog in Jemen die al bijna tien jaar duurt. De VS, een bondgenoot van de Saoedi's, heeft ook redenen om aan te dringen op een snelle oplossing van het conflict: het zou een vredesakkoord kunnen presenteren als een diplomatieke overwinning.
Sinds november hebben de Houthi's dus een extra middel om de besprekingen te beïnvloeden via hun macht om problemen te veroorzaken in de Rode Zee. Een van de dingen die ze hopen te bereiken is de betaling van achterstallige salarissen aan Jemenitische ambtenaren, vooral in de gebieden die ze controleren. Deze achterstand is kolossaal door de oorlog en de gevolgen daarvan, en zou volgens de rebellen betaald moeten worden door de Jemenitische regering, met de hulp van Saoedi-Arabië.
Het is de context van onderhandelingen die ook verklaart waarom de reactie van de VS op de Houthi-aanvallen in de Rode Zee tot nu toe voornamelijk verbaal en uiteindelijk vrij gematigd is geweest. "Als [deze aanvallen] drie of vier jaar geleden hadden plaatsgevonden, zouden de Verenigde Staten veel sneller en directer hebben gereageerd", zegt Laurent Bonnefoy. Voor Washington zou een ‘directe’ reactie kunnen bestaan uit het militair aanvallen van basissen of apparatuur van de Houthi’s op land. Maar tot nu toe lijkt de wens om verder te onderhandelen over een uitweg uit de oorlog in Jemen, sterker.
Deze situatie zou echter snel kunnen veranderen, bijvoorbeeld als de rebellen meer gewelddadige acties ondernemen waarbij burgers omkomen... of als Donald Trump in 2024 aan de macht komt. Maar zover zijn we nog niet. Ondertussen kan de rest van de wereld blijven nadenken over zijn verantwoordelijkheden in deze crisis. "We hebben de kwestie Jemen laten etteren en daar betalen we vandaag de prijs voor", zegt Bonnefoy bitter.
Dit vertaalde artikel verscheen eerder op Mediapart.