In de vroege uren van 18 maart verbrak Israël het reeds geteisterde staakt-het-vuren met Hamas definitief, door -zonder enige waarschuwing- over heel de Gazastrook te bombarderen. Daarbij kwamen meer dan 400 Palestijnen om het leven, waaronder minstens 100 kinderen, en geraakten zo'n 600 anderen gewond.
Israël legt de schuld van de bombardementen -zoals te verwachten viel- bij Hamas dat zogenaamd zou weigeren om Israëlische gijzelaars vrij te laten, alle voorstellen voor een staakt-het-vuren verwerpt en aanvallen op Israëlische soldaten zou voorbereiden – een ongefundeerde bewering. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zei vandaag dat hij zijn leger heeft geïnstrueerd om “krachtig op te treden” en dat onderhandelingen over het herstel van het staakt-het-vuren in Gaza “alleen onder vuur” zouden worden voortgezet. “Dit is nog maar het begin”, waarschuwde hij.
Wie de geschiedenis van de Palestijnse kwestie een beetje volgt, herkent een terugkerend patroon waarin de Palestijnen beschuldigd worden van het verbreken van gemaakte afspraken, maar weet dat net Israël de onbetrouwbare partij is bij onderhandelingen en de naleving van overeenkomsten. Ook deze keer was Tel Aviv nooit van plan om het staakt-het-vuren-akkoord, waarvan de eerste fase startte op 19 januari, te respecteren. De bedoeling was altijd om te vermijden dat het akkoord zijn tweede fase zou ingaan, die moest leiden tot een permanent staakt-het-vuren en een volledige Israëlische terugtrekking uit Gaza. Op de 16e dag van het staakt-het-vuren zouden de partijen beginnen onderhandelen over de voorwaarden van deze tweede fase, maar Israël stuurde nooit een delegatie naar de besprekingen.
Voor de grootschalige en bloederige bombardementen van vorige nacht had Israël het staakt-het-vuren ook al meerdere keren geschonden. Niet alleen met verschillende aanvallen waarbij in totaal meer dan 155 Palestijnen werden gedood, maar ook door de terugkeer van de intern ontheemde Palestijnen naar wat overschiet van hun huizen in het noorden van Gaza te vertragen; de stroom humanitaire hulp te belemmeren door systematisch veel minder vrachtwagens toe te laten dan de overeengekomen 600 per dag; en de toegang te blokkeren van mobiele woningen, tenten en de zware machines die nodig zijn om puin te ruimen. Het Israëlisch leger weigerde zich daarnaast terug te trekken uit de Philadelphi-corridor -de bufferzone langs de zuidgrens van Gaza met Egypte- die voorzien was op de 50e dag van het akkoord. Op 2 maart besloot Israël bovendien om alle humanitaire hulp -voedsel, water en brandstof- naar de enclave te blokkeren en de elektriciteitsvoorziening af te sluiten. Deze instrumentalisering van hulp als een wapen en als collectief bestraffingsmiddel is een oorlogsmisdaad volgens het internationaal recht, en demonstreert de genocidale intenties van het Israëlische regime.
Israël heeft deze eerste fase van het staakt-het-vuren-akkoord nooit als meer gezien dan een korte pauze in de militaire campagne, waarin het zoveel mogelijk Israëlische gijzelaars trachtte vrij te krijgen, om daarna door te gaan met het overkoepelende plan om de Gazastrook te verwoesten en etnisch te zuiveren. De ultranationalistische partij ‘Otzma Yehudit’ (Joodse Macht) van de voormalige minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben Gvir, is alvast verheugd over het unilateraal opblazen van het staakt-het-vuren-akkoord en het voortzetten van de oorlog in Gaza. Ze stemde er zelfs mee in om de regering Netanyahu opnieuw te vervoegen nadat ze in januari officieel uit de coalitie was gestapt uit protest tegen het staakt-het-vuren met Hamas.
Het Israëlisch leger verklaarde vandaag bereid te zijn om de aanvallen op Gaza zo lang als nodig voort te zetten. Iets later vaardigde het gedwongen evacuatiebevelen uit voor het noorden van de Gazastrook, een maatregel die vaak voorafgaat aan brutale grondaanvallen.
Nagenoeg even schokkend als de gruwelijke bombardementen van vorige nacht, is de lauwe en traag op gang komende reactie van staatshoofden en wereldleiders op de aanhoudende Israëlische minachting voor het internationaal recht en de levens -laat staan de rechten- van Palestijnen.
Westerse landen die de genocide in Gaza al van bij het begin militair en/of diplomatiek steunen of vergoelijken, blijven volharden in de boosheid, terwijl het bloed hen in het gezicht spat. Woordvoerster van het Witte Huis, Karoline Leavitt, vertelde op Fox News dat de regering Trump door Israël was geraadpleegd voordat de aanvallen werden uitgevoerd. “Zoals president Trump duidelijk heeft gemaakt aan Hamas, de Houthi's, Iran, ... zullen al diegenen die niet alleen Israël maar ook de Verenigde Staten van Amerika willen terroriseren, een prijs moeten betalen. De hel zal losbreken”, aldus Leavitt. Waarnemend VS-ambassadeur bij de Verenigde Naties, Dorothy Shea, legde de schuld voor de hervatting van de vijandelijkheden “uitsluitend bij Hamas”. Ze voegde daaraan toe: “We steunen Israël in zijn volgende stappen". Van de regering waarvan de president zelf een plan lanceerde om Gaza te ontruimen om er een luxeresort van te maken, en de bevolking van de enclave al meerdere malen bedreigde met volledige uitroeiing, hoeft een dergelijke reactie niet te verbazen.
In Duitsland, de grootste wapenleverancier aan Israël na de VS, zei de minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock: “De beelden van brandende tenten in vluchtelingenkampen zijn schokkend. Ik benadruk dat het internationaal recht het principe van proportionaliteit omvat, zelfs bij zelfverdediging”. Wat echt schokkend is, is de eeuwige herhaling van het zelfverdedigingsargument voor een tot de tanden bewapende bezettende macht tegen een bevolking die het al decennialang koloniseert, brutaliseert en berooft van rechten en land.
Na de bombardementen van vorige nacht, volgend op anderhalf jaar van gruwelijke genocide, moeten we vaststellen dat het Israëlisch staatsterrorisme bij de meeste Europese regeringen nog steeds niet meer uitlokt dan een aantal afgezaagde platitudes over de noodzaak om het internationaal recht te respecteren. Krachtige veroordelingen, en diplomatieke of economische sancties blijven uit.
Verschillende wereldleiders, waaronder enkele Europese regeringsfunctionarissen, drukten vandaag hun vrees uit voor een mogelijke escalatie en pleitten voor een terugkeer naar het staakt-het-vuren - zo ook de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot, die morgen de Israëlische ambassadrice in Brussel heeft ontboden om zijn bezorgdheden over te brengen. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken kon "de woorden niet vinden om de situatie in Gaza te beschrijven", en de premier van Malta noemde de Israëlische aanvallen “barbaars”, maar afgelopen maand kwamen de EU-ministers voor Buitenlandse Zaken nog ongegeneerd samen met hun Israëlische collega Gideon Sa’ar in het kader van het Associatie-akkoord tussen Israël en de EU. In deze samenwerkingsovereenkomst zit een clausule vervat die ze vanzelf zou moeten opschorten indien Israël mensenrechtenschendingen pleegt. Sinds het akkoord in 1995 gesloten werd, is er al een veelheid aan redenen geweest om deze clausule te activeren, maar dit gebeurde nooit. Ook een genocide blijkt daarvoor niet erg genoeg. Integendeel op de Associatieraad van 24 februari bespraken de 27 lidstaten van de EU zelfs een nauwere samenwerking met Israël, vooral op het vlak van digitalisering, onderzoek, innovatie en energie. En na afloop verklaarde de EU haar “volledige solidariteit en steun aan Israël en zijn bevolking”.
Dat de EU en de regeringsleiders van de Europese staten geen enkele betekenisvolle actie ondernemen is beschamend en hypocriet. Er zijn nochtans heel wat mogelijkheden om een statement te maken en concrete impact te hebben. Het valt op ons, burgers en middenveldorganisaties, om actie te eisen, want zwijgen is medeplichtig zijn.
Van de Belgische regering eisen we in eerste instantie een duidelijke en ondubbelzinnige veroordeling van de Israëlische oorlogsmisdaden en schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. Daarnaast eisen we dat de politieke druk op Israël wordt opgevoerd met het oog op een permanent staakt-het-vuren en een einde aan de gewelddadige bezetting. Net als Spanje en Ierland zou België de Palestijnse staat kunnen erkennen. Andere mogelijke stappen zijn de terugroeping van de Belgische ambassadeur uit Israël en/of het uitwijzen van de Israëlische ambassadrice uit Brussel. Op economisch vlak kan er ook heel wat druk uitgeoefend worden. Als belangrijkste handelspartner van Israël zou een opschorting door de EU van het Associatie-akkoord -en de gunstige handelsvoorwaarden waarvan Tel Aviv via deze overeenkomst profiteert- een enorme impact hebben. België zou binnen de EU actief kunnen pleiten voor een dergelijke opschorting. Verder zou de Europese Commissie de invoer van producten uit de illegale nederzettingen op bezet Palestijns gebied moeten verbieden en zou er een Europees militair embargo moeten gelden tegen Israël. Op nationaal niveau kan de Belgische regering deze maatregelen alvast invoeren en handhaven. Een andere manier om druk te zetten op Israël zijn Europese sanctiepakketten, zoals er tegen Rusland al tal zijn uitgevaardigd vanwege de invasie en bezetting van Oekraïne.
Oxfam België lanceerde vandaag een uitgebreide campagne om actie te eisen van de regering De Wever. Hier kan u de open brief aan de premier ondertekenen. Samen met andere middenveldorganisaties blijven we ook de straat op trekken. Op woensdag 19 maart verzamelen we om 18 uur voor het Sint-Pietersstation in Gent om onze verontwaardiging, verdriet en woede, en solidariteit met de Palestijnen te uiten. We eisen een einde aan de genocide en de bezetting! Meer acties volgen. Op donderdag 20 maart om 13u manifesteren we voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Brussel (Karmelietenstraat 15). Ordewoorden: STOP GENOCIDE, STOP STRAFFELOOSHEID, SANCTIES NU!
Check regelmatig onze kalender.