De strijd tussen Fatah en Hamas heeft de humanitaire situatie in Gazastrook - die door Israël onder embargo is geplaatst - zo mogelijks nog verslechterd. Onder impuls van Egypte zijn er nieuwe verzoeningsonderhandelingen gestart die moeten leiden tot een eenheidsregering. Maar er zijn heel wat obstakels.
De machtsovername in juni 2007 van Hamas in de Gazastrook heeft het afgelopen decennium gezorgd voor gespannen relaties met de door Fatah geleide Palestijnse Autoriteit (PA) in Ramallah. De jongste maanden zakten de relaties tussen Hamas en Fatah tot een ongekend dieptepunt. Maar net zoals na vorige confrontaties gaan beide partijen nu opnieuw rond de tafel zitten om te werken aan Palestijnse eenmaking. Niet alleen is de humanitaire situatie in Gaza onhoudbaar geworden, ook de regionale context is gewijzigd.
De jongste crisis tussen beide Palestijnse politieke hoofdrolspelers kwam er nadat Hamas eind 2016 een ‘Administratief Comité’ opzette in Gaza om de overheidsinstellingen van de Palestijnse Autoriteit (PA) over te nemen. De directeurs-generaal van de verschillende regeringsinstellingen werden vervangen door Hamas-getrouwen. Hamas verweet de regering in Ramallah – gedomineerd door de rivalen van Fatah – dat ze verzuimde om haar verantwoordelijkheden in Gaza op te nemen. De PA gooide Hamas dan weer voor de voeten dat ze een ‘schaduwregering’ had gevormd waardoor ze de Palestijnse verdeeldheid verder aanwakkerde.
Al sinds Hamas in 2007 de macht greep in de Gazastrook, probeert Fatah er opnieuw de overhand te krijgen. Onderhandelingen tussen Hamas en Fatah, bemiddeld door Egypte, resulteerden in 2011 in een preliminair verzoeningsakkoord. In mei 2012 ondertekenden toenmalig Hamas-leider Khaled Meshal en de president van de PA Mahmoud Abbas, het Caïro-Akkoord. Het objectief van deze overeenkomst was de formatie van een tussentijdse eenheidsregering in afwachting van volgende Palestijnse verkiezingen. Beiden zijn er niet gekomen. De eerste echt concrete stappen in de richting van verzoening kwamen er pas een aantal onderhandelingen en overeenkomsten later. Op 2 juni 2014 slaagden Hamas en Fatah er dan toch in een eenheidsregering voor de Palestijnse gebieden op te richten. De Gaza-regering van Hamas nam ontslag en aftredend premier Ismail Haniya verwelkomde de nieuwe eenheidsregering. Deze regering, bestaande uit 17 politiek onafhankelijke ministers onder leiding van premier Rami Hamdallah, moest haar taken opnieuw opnemen in Gaza en Palestijnse verkiezingen voorbereiden. Israël verzette zich tegen de nieuwe Palestijnse regering omdat het Hamas beschouwt als een terroristische organisatie die het 'vredesproces' verwerpt.
Onenigheden tussen de hoofdrolspelers Hamas en Fatah bleven echter de kop op steken. Verschillende pogingen om nieuwe verkiezingen te lanceren, strandden en de eenheidsregering slaagde er nooit echt in om haar autoriteit op te leggen in Gaza. In theorie was deze regering vooral samengesteld uit technocraten, maar het merendeel van hen werd toch gezien als loyaal aan president Mahmoud Abbas en zijn Fatah-beweging. In juli 2015 herschikte Abbas de nationale eenheidsregering zonder instemming van Hamas. In oktober 2016 liet Hamas weten de eenheidsregering als niet meer geldig te beschouwen en geleidelijk aan trok het de macht in Gaza weer volledig naar zich toe. Met de oprichting van het Administratief Comité in Gaza nam Hamas het de facto bestuur opnieuw volledig over.
President Abbas voerde een reeks strafmaatregelen in tegen Hamas die de hele bevolking in Gaza pijn moest doen.
Collectieve straffen
De leider van de PA, de 82-jarige president Mahmoud Abbas, reageerde op de demarche van Hamas met een hele reeks strafmaatregelen die niet alleen de islamistische beweging pijn moesten doen, maar vooral ook de hele bevolking van Gaza, in de hoop dat die zich tegen Hamas zou keren. Hiermee neemt de PA een beproefde tactiek over van vijand Israël: de collectieve bestraffing. Abbas verminderde de salarissen van overheidswerknemers in Gaza met 30 tot 50%, zette de sociale uitkeringen van honderden gezinnen stop en weigerde nog langer de compensaties te betalen voor voormalige gevangenen. Abbas stuurde nadien ook meer dan 6.000 werknemers van de Palestijnse overheidsinstellingen in Gaza met vervroegd pensioen. Een andere onmiddellijke maatregel van de PA was de stopzetting van de vergoeding van de medische behandelingskosten van de naar schatting 1400 patiënten uit Gaza die de toestemming kregen van Israël voor medische behandelingen buiten de Gazastrook.
Eind april deed Abbas er nog een schepje bovenop. Hij informeerde Tel Aviv dat hij Gaza’s elektriciteitsrekening niet langer wilde betalen en vroeg Israël om de elektriciteitsleveringen naar Gaza in te perken. Tegen eind juni zette Israël de Gazanen op een elektriciteitsdieet van een paar uur per dag. In 'normale' omstandigheden verkoopt Israël elektriciteit aan Gaza en trekt de prijs daarvan af van de belastingen die het int bij de Palestijnen en die doorgestort worden naar de PA. De enige eigen elektriciteitscentrale waarover Gaza sinds 2002 beschikt, heeft altijd al aan beperkte capaciteit geopereerd. Tijdens de oorlogen tegen Gaza van het afgelopen decennium heeft Israël de elektriciteitscentrale verschillende keren gebombardeerd. De Israëlische restricties op de import van bouwmaterialen maakt het herstel ervan een langgerekte en moeilijke kwestie. Bovendien controleert Tel Aviv ook de import van de diesel die nodig is om de elektriciteitscentrale draaiende te houden. Tussen eind april en juni lag de centrale enkele weken volledig stil omdat de PA de belastingvrijstelling op brandstoffen had opgeheven als onderdeel van de strafmaatregelen tegen Hamas. De brandstofprijzen verdubbelden bijna en Gaza’s Energie Autoriteit liet weten de dure diesel niet meer te kunnen aankopen. Sinds eind juni hebben de Gazanen gemiddeld 4 uur elektriciteit per dag.
Eén van de meest opvallende gevolgen van de elektriciteitscrisis is dat de waterzuiveringinstallaties in Gaza niet meer naar behoren kunnen functioneren.
Watercrisis
Het reduceren van de levering van elektriciteit aan 2 miljoen mensen, hospitalen en civiele infrastructuur heeft een enorme impact op het dagelijkse leven in Gaza. Ziekenhuizen moeten rekenen op noodgeneratoren en de Gazanen moeten elke dag afwachten of en hoe lang de elektriciteit zal aanslaan. Eén van de meest opvallende gevolgen van de elektriciteitscrisis is dat de waterzuiveringinstallaties in Gaza niet meer naar behoren kunnen functioneren. Tientallen miljoenen liters nagenoeg onbehandeld afvalwater stromen nu al maandenlang rechtstreeks de zee in, wat niet alleen voor een enorme geurhinder zorgt maar ook voor grote milieu- en gezondheidsproblemen. Medische centra in Gaza proberen de mensen te waarschuwen om het zeewater niet in te gaan, maar voor de vele onbemiddelde Gazanen is het strand het enige toegankelijke vertier.
Qatarese hulp bedreigd
Hoewel de dreigende humanitaire crisis in Gaza de verzoenende houding van Hamas kan verklaren, zijn er ook internationale ontwikkelingen die de kwestie een duw hebben gegeven. Qatar, momenteel de belangrijkste donor en investeerder in Gaza, is politiek geïsoleerd geraakt na een ferme diplomatieke botsing dit voorjaar met het zogenaamde ‘antiterreurkwartet’ in de regio: Saoedi-Arabië, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein.
Het diplomatiek conflict tussen Qatar en Saoedi-Arabië bleef niet zonder gevolgen voor Hamas.
Daar hoort een voorgeschiedenis bij. Toen Hamas in 2012 haar steun uitsprak voor de opstandelingen in Syrië viel dat niet in goede aarde in Iran, dat op dat ogenblik de belangrijkste militaire en financiële steunpilaar was van Hamas in Gaza. Teheran dat in Syrië aan de zijde vecht van het Assad-regime, schortte meteen alle militaire steun aan Hamas op. Toenmalig leider van Hamas Khaled Meshal werd gedwongen om standplaats Damascus te ruilen voor Doha (Qatar) waar hij een enthousiast onthaal kreeg. Kort nadien, in oktober 2012, werd de Emir van Qatar het eerste staatshoofd dat een officieel bezoek zou afleggen aan Gaza sinds het onder controle stond van Hamas. Qatar kondigde een groot steunpakket aan van 400 miljoen dollar. Na de vernietigende Israëlische bombardementen op Gaza in de zomer van 2014 was het wederom Qatar dat het gros van de middelen leverde voor de heropbouw. En toen er in januari van dit jaar ook al een tekort dreigde aan brandstof voor de elektriciteitscentrale in Gaza doneerde Qatar de benodigde 12 miljoen dollar.
Het diplomatiek conflict dat in juni van dit jaar uitbrak tussen Qatar enerzijds en Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten anderzijds was dan ook niet zonder gevolgen voor Hamas. Qatar kreeg sancties opgelegd zolang het weigerde aan een lijst met dertien eisen tegemoet te komen, waaronder “het stopzetten van de steun aan terroristische groeperingen” (waaronder Hamas), het “verwijderen van terroristen van zijn grondgebied” (onder wie Hamas-leden) en het doorknippen van de relaties met Iran, de grote aartsvijand van Saoedi-Arabië. De sancties tegen Qatar zetten onrechtstreeks een grote druk op Hamas omdat de vooruitzichten van financiële en diplomatieke steun in één klap wegvielen.
Egypte als ‘redder’
Dat de recente toenadering tussen Hamas en de PA met de hulp van Egypte tot stand is gekomen kan als een verrassing klinken. Tussen Hamas en de Egyptische machthebbers boterde het immers niet goed. De banden die Hamas onderhield met de Egyptische Moslimbroeders (die eveneens de steun van Qatar genieten) vormden een doorn in het oog van de Egyptische president Abdul Fatah al-Sisi, die de Moslimbroeders in de zomer van 2013 met een staatsgreep van de macht verdreef. De relaties van Egypte met de Israëlische bezettingsmacht zijn daarentegen nooit eerder zo goed geweest. Beide landen werken samen in de strijd tegen het terrorisme in de Sinaïwoestijn. Egypte beschuldigde Hamas er in een recent verleden nog van islamistische militanten in de woestijn te helpen – wat Hamas met klem ontkende. Terrorismebestrijding is ook de officiële reden waarom Sisi de Rafah-grensovergang tussen Gaza en Egypte grotendeels gesloten houdt en heel wat tunnelverbindingen tussen Gaza en Egypte liet vernietigen. Deze tunnels vormden een lucratieve bron van inkomsten voor Hamas via taksen op de gesmokkelde goederen.
Aangezien de relaties met Qatar voor meer nadelen dan voordelen begonnen zorgen, koos Hamas eieren voor zijn geld en zocht toenadering tot Egypte. Met dit doel voor ogen was het bereid een aantal concessies te doen. Het nam afstand van de Egyptische Moslimbroeders en voldeed aan de Egyptische vraag om een bufferzone in te stellen aan de Gazaanse kant van de grensovergang met Egypte in een poging om de activiteiten van gewelddadige salafisten in de Sinaï-woestijn in te dammen. De hand reiken aan Abbas was een andere stap in het diplomatieke offensief van Hamas om de relaties met zijn buurland Egypte te verbeteren.
Het voordeel voor Egypte is dat het zijn imago als verdediger van de Palestijnse zaak opnieuw wat kan opvijzelen in de regio. In de Arabische wereld werd Egypte er immers luidkeels van beschuldigd zich voor de Israëlisch-Amerikaanse kar te laten spannen, onder meer door de grensovergang in Rafah gesloten te houden. De verklaring die Hamas verspreidde over de recente toenadering met de Palestijnse Autoriteit, was een echte knieval en klonk als een heuse lofrede aan Egypte voor zijn “leiderschap” en “genereuze inspanningen”, die “een uitdrukking van de Egyptische bezorgdheid” zouden zijn voor Palestijnse eenheid.
Abbas: "Eén staat, één regering, één wapen"
De PA heeft inmiddels positief gereageerd op de toegevingen en het verzoeningsaanbod van Hamas. De Palestijnse premier Rami Hamdallah begaf zich begin deze week naar de Gaza voor een ‘historisch’ bezoek aan de Gazastrook. Vooralsnog blijft het bij vage afspraken in onderhandelingen die een vervolg krijgen in Egypte. Toch heerst er heel wat scepsis. Hamas mag officieel dan wel de politieke controle over Gaza aan de PA overhandigen, het is lang niet zeker of het ook de militaire controle in de straten en aan de grensovergangen zal overdragen. Of ze ook tegemoet zal komen aan de eis tot ontwapening, zoals gevraagd door Israël, de VS en de EU, valt al helemaal te betwijfelen. De EU is de belangrijkste donor van de PA die er daardoor ook politiek afhankelijk van is. President Abbas heeft duidelijk gemaakt dat het overdragen van de militaire controle een absolute voorwaarde is. “Eén staat, één regering, één wapen”, zo liet hij zich ontvallen. Hamas weigert evenwel te ontwapenen. Hamas-leider Ismail Haniyeh reageerde dat zolang Palestijnse grond bezet is door Israël, “ons volk recht heeft op zijn wapens”. “Er zijn twee soorten wapens, die van de politie en regering en die van het verzet”, aldus Haniyeh.
Het belangrijkste obstakel om tot eenheid te komen in het Palestijnse kamp, blijft ongetwijfeld Israël, dat eerdere pogingen om tot een eenheidsregering te komen dwarsboomde. Toen Fatah en Hamas in juni 2014 een akkoord sloten over een eenheidsregering reageerde Israël met een batterij aan strafmaatregelen, zoals het bevriezen van de vredesonderhandelingen en het inhouden van het belastinggeld dat het namens de PA inzamelt bij de Palestijnen. Een maand nadat Hamas en de PA in 2014 tot een akkoord waren gekomen over een eenheidsregering, werd het letterlijk aan flarden geschoten met een dodelijke Israëlische oorlog tegen Gaza waarbij meer dan 2000 mensen, het merendeel burgers, het leven lieten.