Image
Modi

Premier Modi en president Biden, november 2022; Salma Bashir Motiwala, shutterstock.com

Hoe India het hoogtij van het Modi-isme heeft afgeremd
Artikel
7 minuten

In de voorbije Indiase algemene verkiezingen, die doorgingen van 19 april tot 1 juni, hebben de kiezers nee gezegd tegen vriendjeskapitalisme.

Maandenlang voerde de Indiase premier Narendra Modi zelfverzekerd campagne met de populaier slogan: “ab ki baar, 400 paar” (deze keer, meer dan 400). Zijn gesnoef overleefde de verkiezingsuitslag van 4 juni echter niet, en samen met zijn 'Bhartiya Janta'-partij (BJP) bleef hij met een somber gevoel achter. Bij de laatste telling kwam de BJP zelfs niet in de buurt van Modi's doel van 400 zetels in het Lager Huis. De partij behaalde slechts 240 (van de in totaal 543) zetels. Toen de dageraad aanbrak op 4 juni, eindigde Modi’s partij met 63 zetels minder dan de 303 die ze in de verkiezingen van 2019 behaalde. 

Tijdens die verkiezingen bemachtigde de BJP een regerende meerderheid, waardoor ze de premier kon kiezen zonder hulp van andere parlementaire groepen. Dit jaar kon de BJP zelfs met de coalitie die ze leidt, de Nationale Democratische Alliantie (NDA) -waarin een assortiment aan bondgenoten zit- nog geen 303 zetels in de wacht slepen. In plaats daarvan behaalde de NDA, inclusief de BJP, in totaal 293 zetels, wat nog steeds minder is dan wat de BJP in haar eentje bereikte vijf jaar geleden. 

Nu ze zo glansloos voor de dag is gekomen, zal de BJP 32 extra stemmen moeten ronselen binnen haar NDA-coalitie om tot de meerderheid van 272 zetels te komen, die nodig is voor een derde termijn van Modi. De Indiase grondwet vereist immers 272 stemmen in het Lager Huis van het parlement om een premier te kiezen en een regering te vormen. Tot nu toe was het niet moeilijk om deze 32 stemmen te vinden aangezien de bondgenoten van de BJP momenteel meer concessies kunnen binnenhalen door achter Modi’s partij te blijven staan. De werkelijke test is echter hoe lang deze alliantie intact zal blijven en tegen welke prijs. 

De rivaliserende politieke alliantie, de ‘Indian National Development Inclusive Alliance’ (INDIA), geleid door Rahul Gandhi en zijn Indiase Nationale Congrespartij haalde 232 zetels in de voorbije verkiezingen, net acht zetels minder dan de BJP. Met deze score komt INDIA slechts 40 zetels te kort om een eigen regering te vormen. 

Modi's coalitie heeft verschillende links georiënteerde partijen in haar gelederen, wiens natuurlijke habitat eigenlijk INDIA is. Zij zouden Modi op een opportuun moment in de steek kunnen laten en overlopen naar de oppositie. Twee van Modi's politieke bondgenoten -met genoeg stemmen om de regering te doen vallen- staan erom bekend al eens van kant te wisselen. Ideologisch gezien, staan ze ook ver af van Modi's ‘Hindoes eerst’-nationalisme. Een van de twee, Nitish Kumar -negen keer minister-president van de deelstaat Bihar- is een zelfverklaarde socialist. Dit alles maakt hun alliantie met de BJP wankel.

Deze instabiliteit zal Modi zijn karakteristieke autoritaire houding ontnemen. Vanaf nu zal hij voortdurend over zijn schouder moeten kijken om er zeker van te zijn dat elke bondgenoot wel aan zijn kant staat. Hun instemming vragen en ze tevreden houden, zal een uitdaging zijn voor iemand als Modi, die gewend is alleen te beslissen. Nog belangrijker is dat INDIA als een zwaard van Damocles boven hem zal hangen. Naarmate de tijd verstrijkt, zal het makkelijker worden voor INDIA om 40 leden uit Modi's coalitie los te weken. INDIA moet beslissen of het beter is om een kreupele premier omver te werpen en de regering over te nemen, of te wachten tot de kiezers Modi in de volgende verkiezingen wegstemmen.

Gandhi had al lof geoogst voor zijn goed geleide campagne. Hij bracht een diverse alliantie bijeen en slaagde er vooral in om die bij elkaar te houden. De sterke opkomst van INDIA in het algemeen, en die van de Indiase Nationale Congrespartij in het bijzonder, is mede te danken aan Gandhi’s 136-dagen durende mars te voet door het land. Deze campagne herstelde zijn verloren connectie met de kiezers. Tijdens de mars was zijn boodschap recht voor de raap, wat aansloeg bij het electoraat. “We hebben genoeg van tien jaar vriendjeskapitalisme van Modi. Het leverde ons inflatie, werkloosheid en een toenemende ongelijkheid op”. 

Ghandi had het ook over de grote bedrijven die alleen maar groter en groter werden door Modi’s pluimen te strijken. Hij noemde ook namen: (Gautam) Adani en (Mukesh) Ambani, de twee rijkste zakenmannen van India, die vaak op de Forbes-lijst van 's werelds top-10 van miljardairs staan. Aan 400 miljard dollar, overtreft de waarde van hun bedrijven het volledig bruto binnenlands product van het naburige Pakistan. Beide zakenmannen bevinden zich in de cirkel van Modi’s nouveau-riche-vrienden. “De hoeveelheid geld die dhr. Modi heeft uitgedeeld aan Adani en Ambani, zullen we herverdelen onder de armen van India”, beloofde Ghandi in een video-boodschap. 

Modi gaat er prat op dat hij bedrijfsvriendelijk is, de groei bevordert en directe buitenlandse investeringen aantrekt, maar hoeveel van die bevriende bedrijven, en hoeveel van de groei die hij voorstaat en de directe buitenlandse investeringen die hij aantrekt, hebben daadwerkelijk bijgedragen aan de belastingen, de banengroei of de openbare voorzieningen?

Gandhi's boodschap was in lijn met de aloude identiteit van zijn Indiase Nationale Congrespartij en die van zijn overgrootvader Jawaharlal Nehru, de allereerste premier van India. Het Congres was een "coalitie die herverdeelde", die wilde dat alle segmenten van de samenleving samen zouden groeien. Het zag geen tegenstelling tussen groei en distributie. Het voorzien in de behoeften van een arm huishouden door middel van banen en openbare werken stimuleert groei, en de groei moet eerlijk verdeeld worden. Hiervoor is de zichtbare hand van de staat nodig in plaats van de onzichtbare hand van de markt.

Modi en zijn BJP, vormden daarentegen een “coalitie van accumulatie”, die wil dat kapitaal groeit. Die kapitaalsgroei zou zich volgens hen automatisch verdelen. De coalitie van accumulatie staat ver van de visie van de oprichtende leiders van India, Nehru en Mahatma Gandhi, die er respectievelijk van droomden om het land op een koers van “zelfvoorziening” (Gandhi) en “sociale democratie” (Nehru) te zetten. De Grondwet noemt het land nog steeds de Socialistische Republiek India – iets wat Modi wilde veranderen met zijn 'meer dan 400' stemmen.

India omarmde echter de boodschap van Rahul Gandhi. Voor de arbeiders- en middenklasse is wat Ghandi omschrijft, hun dagelijkse ervaring in het leven: inflatie, werkloosheid, groei zonder jobs, en een toenemende kloof tussen de ‘have-nots’ en de ‘have-a-lots’.

Noord-India, dat het meest te lijden heeft onder Modi's neoliberale vrijemarktbeleid, vernederde hem bij de stembusgang. De grootste deelstaat van het land, Uttar Pradesh (UP) -met 80 zetels in het parlement- is de beste graadmeter voor de nationale stemming bij elke verkiezing. De weg die Uttar Pradesh inslaat, is de richting die India ook opgaat. UP gaf 43 van zijn 80 zetels aan de oppositie, terwijl Modi's aandeel daalde tot de helft van wat het was in 2019.

De persoonlijke vernedering van Modi begon in zijn eigen kiesdistrict in de UP-stad Varanasi. In 2019 verkozen de bewoners van Varanasi hem met een gigantische 500.000 stemmen. Dit jaar viel zijn stemmenaantal terug tot minder dan een derde daarvan: 150.000. India's grootste boerencoalitie die een jaar lang protesteerde tegen Modi's pro-agribusiness-beleid bevond zich ook in het noorden van het land.

De enorme basis van honderden miljoenen hindoe-nationalisten die Modi en de BJP hebben opgebouwd, willen alleen maar dat de regering en haar leiders hun religieuze orthodoxieën en intolerante ideologieën weerspiegelen.

Een belangrijke les die in veel internationale mediacommentaren wordt genegeerd, is de integriteit van de Indiase verkiezingen, die de basis vormt van de democratie. Op verkiezingsintegriteit alleen kan je geen democratie bouwen, maar geen enkele democratie kan zonder overleven. 

Sinds 2020 zijn de Verenigde Staten in de greep van een koortsachtige “stop-the-steal”-beweging die ten onrechte beweert dat de verkiezingen van 2020 gestolen zijn. Nu het land zich opmaakt voor nieuwe verkiezingen dit jaar, waarschuwt de veronderstelde Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump onheilspellend voor "bloedvergieten" als hij verliest. Dit is het soort van achteruitgang dat een bijna 260 jaar oude democratie in levensgevaar kan brengen.

Zelfs onder een rechtse autoritaire leider, die verre van een verdediger van de democratie is, heeft India zopas verkiezingen gehouden waarvan de uitslag unaniem werd aanvaard door zowel de oppositie als de regerende alliantie. Vrije en eerlijke verkiezingen, en een vreedzame machtsoverdracht zijn de norm in India. Met een van de laagste alfabetiseringspercentages in Zuid-Azië, realiseert India een dergelijke verkiezingsintegriteit dankzij een robuuste verkiezingscommissie waarvan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid onberispelijk zijn. 

Toen de eerste premier van de BJP (Atal Bihari Vajpayee), in 2004 de verkiezingen verloor, gaf hij zijn nederlaag snel toe, wat de weg vrijmaakte voor de rivaliserende Indiase Nationale Congrespartij om een regering te vormen. Misschien kunnen de Verenigde Staten in november van India leren om de uitslag van verkiezingen te accepteren.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder in Foreign Policy in Focus.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.