Image
Abahlali baseMjondolo

Abahlali baseMjondolo-bijeenkomst om te rouwen op 'Unfreedom Day'; © Abahlali baseMjondolo.

Dertig jaar na Apartheid heerst er een sombere stemming in Zuid-Afrika
Artikel
10 minuten

Terwijl ik op 27 april in Durban zit te schrijven, herdenkt Zuid-Afrika het derde decennium sinds het einde van het Apartheidsregime. Maar de stemming is somber. 

Miljoenen mensen blijven uitgesloten van economische kansen. De werkloosheid bedraagt meer dan 40% - voor jongeren ligt dit cijfer boven de 60%. Meer dan een kwart van de kinderen onder de vijf jaar heeft een groeiachterstand als gevolg van honger. Het land heeft een van de hoogste moordcijfers ter wereld en een extreem gewelddadige en corrupte politiemacht.

'Freedom Day' is een nationale feestdag die elk jaar op 27 april wordt gevierd om de verjaardag van de eerste democratische verkiezingen op 27 april 1994 te markeren. Sinds 2006 wordt dit van onderuit gecontesteerd door de stedelijke sociale beweging 'Abahlali baseMjondolo', die de 'Dag van de Onvrijheid' begon te rouwen, rond de tijd dat de staat de 'Dag van de Vrijheid' vierde. (Abahlali baseMjondolo is een socialistisch geïnspireerde basisbeweging van stedelijke armen die voornamelijk campagne voert rond landrechten, huisvesting en waardigheid, voor de democratisering van de samenleving van onderuit, en tegen vreemdelingenhaat, nvdr.) Dit jaar kwamen in Durban ongeveer 15.000 mensen opdagen voor een 'UnFreedom Day'-mars met als thema landbezetting. Het evenement werd live uitgezonden op de nationale televisie.

Tien jaar geleden was de zwarte middenklasse -waartoe ik behoor- nog in de stemming om Freedom Day te vieren. Voor velen van ons zijn onze levens fundamenteel anders dan die van onze ouders en wij genieten van kansen en levensstijlen waar zij alleen maar van konden dromen. Maar vandaag is zelfs de zwarte middenklasse gedesillusioneerd. De ineenstorting van openbare diensten en infrastructuur betekent dat onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid, elektriciteit en nu zelfs water steeds vaker particulier worden ingekocht door degenen met de middelen, waardoor zelfs goedbetaalde professionals onder zware financiële druk komen te staan. De middenklasse wordt overspoeld door schulden en is bang voor de schrikbarende criminaliteitscijfers.

Van bij het begin van de regeringsperiode van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), kwam er vanuit de politieke linkerzijde overtuigende kritiek op het bestuur. Radicale intellectuelen als Neville Alexander, Martin Legassick en David Hemson ontwikkelden in de jaren 1980 belangrijke kritieken op het ANC. Ik heb al deze kritiek omarmd, maar ik erken eveneens het materiële feit dat de dingen voor veel mensen beter werden tijdens de ANC-presidentschappen van Nelson Mandela en Thabo Mbeki, en dat Mbeki grote vooruitgang boekte bij de de-racialisering en professionalisering van het ambtenarenapparaat. 

De situatie vandaag is zo erg dat velen van ons nu met meer dan een beetje nostalgie terugkijken naar de presidentschappen van Mandela en Mbeki. Afgezien van zijn tragische misstap op het gebied van AIDS, was Mbeki de meest doeltreffende president sinds het einde van het Apartheidsregime. Maar die vooruitgang kwam tot stilstand in 2009, toen Jacob Zuma, een meedogenloze kleptocraat, president werd.

Zuma combineerde een neoliberaal economisch beleid, waaronder schadelijke bezuinigingen, met corruptie op duizelingwekkende schaal. Hij voerde ook de staatsrepressie sterk op - het meest berucht is de massamoord van de politie in 2012 op 34 mijnwerkers tijdens spontane stakingen in de platinamijnen van Marikana. Grassrootsorganisaties zoals het ‘Amadiba Crisis Comité’ en Abahlali baseMjondolo werden getroffen door moordaanslagen en er werden ook een aantal niet-omkoopbare functionarissen vermoord.

In mijn vele jaren als opleider binnen de vakbond heb ik het enorme cynisme gezien dat zich tijdens de Zuma-jaren verspreidde onder de georganiseerde arbeidersklasse. Die ontgoocheling was nog groter bij Abahlali baseMjondolo, dat meer dan twintig leden verloor, waaronder tal van leiders, aan politieke moorden en dodelijk geweld door de politie. Terwijl de industriële arbeidersklasse zeer ontevreden was, waren de armen gewoon wanhopig.

De wijdverspreide euforie toen Zuma in 2018 eindelijk uit zijn ambt werd gezet, ebde weg terwijl het ANC in de nasleep van de negen rampzalige Zuma-jaren worstelde met het terugwinnen van haar integriteit. De enige glansprestatie van het ANC tot nog toe, is het voor het Internationaal Gerechtshof dagen van Israël. Deze moedige daad werd verwelkomd door links over de hele wereld en krachtig gesteund door de strengste linkse critici van het ANC in eigen land, waaronder Abahlali baseMjondolo en de ‘National Union of Metal Workers of South Africa’ (NUMSA), de grootste vakbond van het land.

Een aantal religieuze fundamentalisten buiten beschouwing gelaten, heerst er een overweldigende steun voor Palestina onder zwarte Zuid-Afrikanen. Het was een moment waarop het ANC zijn morele centrum had kunnen terugvinden. De partij was echter niet in staat om dit nieuwe gevoel van morele geloofwaardigheid uit te breiden naar haar binnenlandse beleid en praktijken. Het is waar dat het standpunt van de partij rond Palestina haar enige steun heeft teruggewonnen, misschien in het bijzonder onder moslims, maar de laatste peilingen in de aanloop naar de algemene verkiezingen van 29 mei 2024 laten zien dat het ANC alsnog afstevent op een ernstige terugval van de steun. (Op 29 mei wordt een nieuwe Nationale Vergadering of nationaal parlement verkozen, evenals de leden van de provinciële parlementen in elk van de negen Zuid-Afrikaanse provincies, nvdr.)

In de meest recente peiling, gepubliceerd de dag voor Freedom Day, ligt het ANC op koers om ongeveer 40% van de nationale stemmen binnen te rijven. Het zou de eerste keer in 30 jaar zijn dat het ANC er niet in slaagt een volledige verkiezingsoverwinning te behalen. De partij zou dus gedwongen kunnen worden om een coalitieregering te vormen. Op nationaal niveau zijn er vier andere partijen die genoeg steun kunnen vergaren om echte kanshebbers te zijn voor een coalitieregering.

De Democratische Alliantie, die met ongeveer 22% van de stemmen tweede staat in de laatste peiling, is een liberale partij die gedomineerd blijft door witte politici, ook al komen de meeste stemmen van zwarte kiezers. De partij heeft altijd een neoliberaal economisch beleid gesteund en is onlangs meegezogen in de witte liberale opinie van de hysterische pro-westerse (en dus pro-Israëlische) politiek die wordt gedreven door een aantal reactionaire en door witte managers geleide NGO's zoals het ‘South African Institute for Race Relations’ en de ‘Brenthurst Foundation’. Eerstgenoemde NGO heeft de Republikeinse VS-diplomaat Chester Crocker als 'erelid'. De Brenthurst Foundation -die openlijk opereert in ‘National Endowment for Democracy’-kringen, een VS-NGO die zich bezighoudt met zich te mengen in het beleid van andere landen- heeft voormalig NAVO-adviseur Greg Mills als leider, en VS-generaal Richard Myer, voormalig voorzitter van de ‘Joint Chiefs of Staff’, in het bestuur.

De ‘Economic Freedom Fighters’ (EFF) staan met ongeveer 11% op de derde plaats in de verkiezingspeiling. Sommigen ter linkerzijde beweren dat de EFF fascistische trekjes heeft, terwijl anderen het hebben over een vorm van autoritair nationalisme. Iedereen is het erover eens dat de EFF opportunistisch, schaamteloos corrupt en zeer intolerant is tegenover kritiek. De partij heeft zich soms ingelaten met xenofobe en anti-Indiase politiek, maar de EFF is vooral virulent gekant tegen wit privilege. Ze vindt daardoor steun bij vervreemde jongeren, vaak werkloze gediplomeerden, die de partij zien als een soort sloopkogel die blijft indreunen tegen aanhoudende systemen van uitsluiting. Geen enkele geloofwaardige linkse intellectueel beschouwt de partij echter als links. De leider ervan, Julius Malema, is meer een wannabe Vladimir Poetin, dan een wannabe Lula da Silva.

De nieuwe partij van Jacob Zuma, de MK Partij, staat in de peiling op de vierde plaats, met ongeveer 8% van de stemmen. Zuma vertegenwoordigt een doorgedreven kleptocratische politieke klasse die vastbesloten is om weer toegang te krijgen tot de staatsbudgetten. De partij maskeert dit met een hard rechts nationalisme dat gewelddadig en xenofoob is en zo ver naar rechts overhelt op het gebied van gender dat ze heeft voorgesteld om ongetrouwde zwangere jonge vrouwen naar Robbeneiland te sturen, de plaats waar Nelson Mandela lang gevangen zat. 

De partij van Zuma wil ook de constitutionele democratie afschaffen en aristocratisch gezag boven het gezag van gekozen parlementsleden plaatsen.
Daarnaast heeft de MK Partij een zorgwekkend etnisch element in haar politiek. Dit betekent dat ze nooit een echte nationale macht zal worden, maar sommige peilingen suggereren dat ze de meerderheid van de stemmen zou kunnen winnen in Zuma's thuisprovincie KwaZulu-Natal. Dit is ronduit angstaanjagend en kan alleen maar leiden tot een georganiseerde plundering van de provincie en een steeds gewelddadigere onderdrukking. Politieke gangsterpraktijken en etnische mobilisatie zijn een uiterst zorgwekkende combinatie.

De enige andere partij met een kleine nationale aanhang van betekenis is de ‘Inkatha Freedom Party’ (IFP), die momenteel iets meer dan 4% scoort. Het is een rechtse Zulu-nationalistische partij die, net als Zuma's partij, alleen een echte speler is in KwaZulu-Natal. Het lijkt erop dat ze daar tweede zal worden, na de MK Partij, bij de provinciale verkiezingen.

Er is geen enkele linkse partij in de running voor 29 mei. Dit is nogal verbazingwekkend voor een land dat zo'n rijke radicale traditie heeft, en dat vaak beschreven wordt als het meest ongelijke land ter wereld. Een van de redenen hiervoor is dat de communisten en de werknemers in de publieke sectoren gelieerd blijven aan het ANC. 

Los van het ANC zijn er wel twee linkse massaorganisaties, NUMSA en Abahlali baseMjondolo. Ze zijn heel verschillend. De leiders van de NUMSA werden nog opgeleid door de Communistische Partij voordat de vakbond in 2013 uit de ANC-alliantie werd gezet. De vakbond blijft stevig marxistisch-leninistisch, terwijl Abahlali baseMjondolo pleit voor een vorm van socialisme van onderuit, een beweging die word aangedreven door democratisch georganiseerde landbezettingen. Geen van beide organisaties heeft in de aanloop naar 29 mei een coherente verkiezingsstrategie kunnen formuleren.

Nadat er leiders van Abahlali baseMjondolo gedood begonnen te worden in 2013, riep de organisatie haar leden op om in de verkiezingen van 2014 tegen het ANC te stemmen. Sindsdien heeft Abahlali baseMjondolo deze oproep tijdens elke opeenvolgende verkiezing herhaald. Naarmate meer leiders van de organisatie werden vermoord en in een teken van haar groeiende wanhoop, heeft ze nu opgeroepen tot het tactisch stemmen voor drie verschillende partijen in drie verkiezingen. Hoewel het oproepen tot een tactische stem gericht tegen het ANC uit protest tegen de onderdrukking, begrijpelijk is en effectief was bij de verkiezingen van 2014, vormt dit geen positief verkiezingsprogramma. Het is een wanhopige verdedigingsactie vanuit de achterhoede.

NUMSA ging met een snel bij elkaar geraapte leninistische partij de algemene verkiezingen van 2019 in. Hoewel het openingscongres indrukwekkend was, werd de partij veel te kort voor de verkiezingen gelanceerd. Het werd een mislukking en de partij deemsterde helemaal weg tijdens de strenge Covid lockdowns.

Er is ook een kleine maar levendige linkerzijde in universiteiten en onder verschillende civiel-maatschappelijke organisaties in Zuid-Afrika. Deze linkerzijde heeft heel wat belangrijke kritische argumenten ontwikkeld rond economische kwesties, maar is berucht sektarisch en voert brutale intern-linkse oorlogen en heksenjachten, die veel effectiever zijn dan haar pogingen om zich te organiseren. Er zijn ook grote en mogelijks onoverbrugbare spanningen tussen deze kleine linkerzijde enerzijds en de linkse massaorganisaties die niet verbonden zijn aan het ANC anderzijds. Momenteel is er weinig hoop dat er vanuit deze hoek een linkse heropleving zal komen, maar alle linkse projecten hebben nood aan intellectuelen en men kan alleen maar hopen dat het schadelijk sektarisme overwonnen kan worden en dat de relaties met de massaorganisaties kunnen worden verbeterd.

Er zijn geen tekenen dat de Communistische Partij en de vakbonden van de publieke sectoren die gelieerd zijn aan het ANC, zullen breken met die partij. NUMSA lijkt niet van plan om haar gefaalde partij nieuw leven in te blazen.

Abahlali baseMjondolo stelt dat haar leden eisen dat "de beweging, in samenwerking met gelijkgestemde ledenorganisaties, een proces op gang moet brengen om na te denken over hoe er een politiek instrument voor het volk kan worden opgebouwd, een politiek instrument dat erop gericht is het volk aan de macht te brengen in plaats van een nieuwe groep individuen". De basisorganisatie heeft invloed die verder reikt dan haar 120.000 betalende leden en biedt leiderschap aan een waaier van kleinere grassroots-groepen, die o.a. straathandelaars, migranten, sekswerkers, bewoners van oude hostels voor migrantenwerknemers, enzovoort, vertegenwoordigen. 

Maar tenzij de organisaties van de armen, de vakbonden en de linkse middenklasse een manier vinden om tot elkaar te komen, lijkt het hoogst onwaarschijnlijk dat er vooruitgang zal worden geboekt bij het construeren van een partij die tegen de algemene verkiezingen van 2029 een echte kans maakt. Momenteel zit dat er gewoon niet aan te komen. Als Zuid-Afrikaans links werkelijk de electorale strijd zou willen aangaan in 2029, zal er een uitzonderlijke politieke visie en volwassenheid vereist zijn van alle verschillende spelers. 

Dit vertaalde artikel verscheen eerder op Counterpunch.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.