Hoe slechte handelsverdragen het leven onbetaalbaar maken
Artikel
4 minuten

Een rechtszaak over tolpoorten in Honduras laat zien hoe het handelsbeleid van grote bedrijven het leven onleefbaar maakt in arme landen - en mensen op de vlucht drijft naar het noorden.

Toen een privébedrijf enige jaren terug plotseling tolpoorten plaatste in het midden van een door de belastingbetaler gefinancierde snelweg, waren de plaatselijke bewoners in El Progreso, Honduras woedend. Ze wisten dat de nieuwe heffingen ook de prijs van het voedsel, het busvervoer en hun dagelijkse woon-werkverkeer zouden verhogen - en dat het ondraaglijk zou worden om het te redden in hun land, waar ongeveer de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft.

Lokale handelaars en bewoners sloegen dus de handen ineen om te voorkomen dat het privébedrijf de tolheffing zou aanrekenen. Vanaf 2016 zette de 'Boze Burger Beweging' langs de snelweg een protestkamp op - het 'Kamp voor Waardigheid'. 421 dagen lang -dag en nacht, en zelfs in het weekend en op feestdagen- werd er geprotesteerd. Met handgeschreven borden en gezangen riepen de demonstranten hun buren op om niet te betalen. Zelfs nadat ze te maken kregen met traangas, repressie door de politie en bedreigingen, volhardde de beweging en breidde ze zich uit.

Uiteindelijk, wonnen ze. Maar niet zonder gevolgen.

Eind 2017, terwijl het 24-uren protestkamp nog steeds standhield, slaagde de door de VS gesteunde president Juan Orlando Hernández erin herkozen te worden, hoewel herverkiezingen illegaal zijn in Honduras en er wijdverspreid bewijs was van fraude. De massale protesten tegen de herverkiezing duurden weken en de tolpoortjes werden in brand gestoken. Het contract van het bedrijf dat ze exploiteerde werd uiteindelijk in 2018 opgezegd wegens beschuldigingen van corruptie.

Nu daagt dit private bedrijf – gesteund door grote financierders uit de VS, waaronder de ‘JP Morgan Chase Bank’ en twee ‘Goldman Sachs’-fondsen – de staat Honduras voor de rechter via een procedure die internationale arbitrage heet. Er wordt 180 miljoen dollar geëist van Honduras, meer dan vier keer het bedrag dat het tolbedrijf naar verluidt heeft geïnvesteerd.

Het maakt niet uit dat het project geen enkele steun genoot bij het publiek, dat de overheidsinstelling die het contract onderhandelde werd gesloten wegens corruptie, of dat voormalig president Hernández, die de tolpoortdeal sloot, eerder dit jaar in de VS werd veroordeeld voor drugshandel. Wat telt is de winst.

Dergelijke rechtszaken zijn alleen mogelijk door de exclusieve privileges voor buitenlandse investeerders die vastgelegd worden in veel internationale handelsovereenkomsten, investeringswetten en bilaterale contracten. Onder dit systeem van investeerder-staatsarbitrage (‘Investor State Dispute Settlement’) kunnen buitenlandse investeerders regeringen aanklagen voor verliezen, ook van toekomstige geclaimde winsten, ten gevolge van overheidsbeslissingen waarvan zij vinden dat ze hen treffen.

Op dit moment wordt Honduras geconfronteerd met voor minstens 14 miljard dollar aan dergelijke claims van grote buitenlandse en binnenlandse bedrijven. Dat komt overeen met ongeveer 40% van het bruto binnenlands product (BBP) van het land in 2023 en met bijna vier keer het voor 2024 beschikbare budget voor overheidsinvesteringen.

In ons recent onderzoek naar deze lawine aan claims ontdekten we dat de meeste investeerders zich verzetten tegen de Hondurese pogingen om de corrupte deals die onder Hernández werden gesloten en die vaak schadelijk waren voor het algemeen belang en de lokale gemeenschappen, terug te draaien of te heronderhandelen.

Als deze investeerders in hun opzet slagen, zal de economische last voor het land alleen maar verergeren, wat dan weer de vluchtelingencrisis zal voeden die Hondurezen richting de VS drijft.

De flagrante onrechtvaardigheid van de juridische claims van grote bedrijven/investeerders wordt op internationaal niveau steeds meer erkend. De voormalige Speciale VN-rapporteur voor Mensenrechten en Milieu, David Boyd, heeft ze “een catastrofe voor de ontwikkeling” genoemd. Opmerkelijk is dat de VS onlangs deze privileges voor private bedrijven heeft geschrapt in zijn handelsbetrekkingen met Canada.

Nu is het tijd voor de VS om ook een einde te maken aan deze bedrijfsprivileges in hun andere handelsverdragen, inclusief die met Midden-Amerika, en om geen nieuwe overeenkomsten meer te ondertekenen die deze privileges bevatten. Dat zou een goede eerste stap zijn in de richting van het respecteren van de inspanningen van de Hondurezen en andere volken om te leven en welvarend te zijn in hun eigen landen.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder in OtherWords.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.