De nieuwste plannen van beide landen tonen dat we ons in tijden van oorlogsvoering op afstand bevinden, maar op het terrein vallen nog steeds doden.
“Tot nu toe heeft Oekraïne meer dan 54% van het door Rusland bezette Oekraïne bevrijd en behoudt het een strategische voordeel." Dat was de boodschap van generaal Mark Milley, voorzitter van de ‘Joint Chiefs of Staff’ van de VS tijdens een recente bijeenkomst van de ‘Ukraine Defence Contacts Group’ (UDCG) in Duitsland.
Dat klonk misschien alsof de overwinning nabij is, maar Milley benardukte ook dat de oorlog de hele winter zal worden voorgezet, en tot Rusland verslagen is.
Een van de problemen voor analisten is dat een dergelijke verklaring, samen met de beweringen van Russische bronnen, het moeilijk maken om in te schatten wat er nu echt gebeurt op het terrein. Strikt genomen heeft Milley gelijk dat Oekraïne in het voordeel is, maar het aangekondigde herfstoffensief van Kiev blijkt veel moeilijker dan verwacht en de oorlog is nog lang niet voorbij. Analisten verwachten nu dat die zal voortduren tot in 2024 en 2025, waarbij de uitkomst grotendeels afhangt van de vraag of Joe Biden in november wordt herkozen in de VS.
In zekere zin biedt het statement van Milley een goede verklaring voor deze schijnbare tegenstrijdigheid. In de eerste maand van de oorlog boekten de Russische troepen inderdaad snel vooruitgang, ondanks dat ze niet goed uitgerust en getraind waren en, op enkele uitzonderingen na, slecht geleid werden. Rusland had het voordeel dat vele tienduizenden troepen zich in de strijd wierpen, maar het schijnbare succes was niet van lange duur.
Geholpen door de uitgebreide toegang tot VS-inlichtingendiensten reageerden de Oekraïense strijdkrachten zeer snel en konden ze op minder dan twee maanden tijd grote delen van het bezette grondgebied heroveren, waaronder steden en dorpen die ongemakkelijk dicht bij de hoofdstad Kiev lagen. Tegen mei vorig jaar heroverden ze ook land op Rusland in de richting van het oosten van Oekraïne, waaronder districten in het zuidoosten waar al sinds 2015 gevochten werd.
Een aanduiding van de huidige immobiele staat van de oorlog is dat één van Oekraïne’s onmiddellijke noden de zoektocht is naar manieren om wapens te produceren buiten het land als reactie op de Russische lucht- en drone-aanvallen op de Oekraïense wapenfabrieken. Kiev kan wapens als de 'Magura V5' geautomatiseerde gevechtsschepen, en de 'Punisher' gewapende drones vervaardigen, maar kijkt nu uit naar Westerse bedrijven om ze te produceren. De enorme ‘Defence and Security Equipment International’ (DSEI) wapenbeurs, die vorige maand doorging in Londen, bood Oekraïne de perfecte opportuniteit voor deze zoektocht.
Een recent verslag in het militair VS-tijdschrift ‘Defense One’ belichtte de verschillen tussen de Oekraïense militaire industrieën en de grootste wapenbedrijven in de wereld: "Recht tegenover de stand van Oekraïne op de DSEI-wapenbeurs stond de glanzende stand van defensiegigant BAE, die met zijn enorme gepantserde troepentransportvoertuigen, drone-vliegtuigen en kanonnen, tentoonspreidde wat de grootste economieën ter wereld kunnen krijgen voor hun geld. In vergelijking was de stand van Oekraïne bescheidener."
De basisovereenkomst, zoals voorgesteld door Oekraïense regeringsfunctionarissen, is dat buitenlandse bedrijven toegang zouden krijgen tot goedkope en innovatieve Oekraïense ontwerpen, terwijl Oekraïne zou kunnen rekenen op wapenfabrieken in landen die gevrijwaard zijn van Russische raketaanvallen. Een vroege partner in een dergelijke onderneming zou Litouwen kunnen zijn, suggereerde Defense One. Naarmate dit soort van operaties zich ontvouwen, zullen ze Vladimir Poetin echter een 'bewijs' bieden dat hij kan gebruiken om zijn eigen volk ervan te overtuigen dat de macht van de NAVO tegen hen is gericht, zoals hij vanaf het begin heeft beweerd.
Poetins strijdkrachten blijven de Oekraïense wapenindustrie dan wel onder druk zetten met hun aanhoudende raket- en droneaanvallen, en de Russische samengestelde en uitgebreide verdedigingssystemen bezorgen de Oekraïense strijdkrachten aanzienlijke problemen. Maar om dit te kunnen volhouden, moet Rusland enorm veel geld uitgeven aan de oorlog, die momenteel bijna 40% van alle overheidsuitgaven opslokt.
Er is weinig betrouwbare informatie over de binnenlandse steun voor het Poetin-regime, maar de indicatoren wijzen erop dat het standhoudt, vooral onder oudere Russen die zich de minachting van veel Westerse politici en commentatoren voor Rusland na de ineenstorting van de Sovjet-Unie nog goed kunnen herinneren. Deze groepen beschouwen de NAVO al lang als de echte vijand.
Voor Oekraïne is het ondertussen een prioriteit om nieuwe manieren te vinden om de positie van Poetin te verzwakken. De Krim wordt daarbij een belangrijk middel om dit doel te bereiken. Sinds de Koude Oorlog zijn de verschillende luchtmachtbasissen op het schiereiland, in combinatie met het enorme marinecomplex, van cruciaal belang geweest voor Rusland bij het projecteren van macht en invloed. Als enige belangrijke warmwaterhaven voor de hele Russische marine is ze uitgebouwd tot een zeer belangrijke basis. Deze basis verliezen zou een ernstig probleem stellen voor Poetin, vandaar de voortdurende verzoeken aan het Westen van de Oekraïense president Volodymyr Zelenskyi voor de levering van langeafstandskruisraketten en ballistische raketten om de druk op de ketel te houden.
Dit heeft nu een zodanige impact dat de Krim als zo kwetsbaar wordt beschouwd dat de Russische invloed in de Zwarte Zee en daarbuiten gecompromiteerd wordt. Het gevolg is dat het Kremlin plannen heeft om een marinebasis te ontwikkelen in het oosten van de Zwarte Zee -vlakbij de kustplaats Ochamchira in het van Georgië afgescheiden gebied Abchazië- buiten bereik van de meeste huidige Oekraïense drones en raketten. Tijdens de Koude Oorlog was er een marinefaciliteit in Abchazië, die momenteel dienst doet als een exporthaven voor steenkool met spoorwegverbindingen naar Rusland. Het zou geen sinecure zijn om er een substantiële marinebasis van te maken, dus het zou een duidelijke aanwijzing kunnen zijn dat Rusland zich opmaakt voor een jarenlange patstelling met Oekraïne.
Na 20 maanden oorlog wil Oekraïne zijn wapens dus in het buitenland laten vervaardigen, weg van Russische raketten en drones, terwijl Rusland om dezelfde reden een nieuwe marinebasis wil uitbouwen weg van de Krim. Het tijdperk van oorlogvoering vanop afstand is aangebroken, terwijl het doden op het terrein doorgaat, zoals begin deze maand nog bleek uit de tientallen doden en gewonden bij een Russische aanval op het dorp Hroza, vlakbij Kharkiv.
Ondertussen floreren 's werelds wapenhandelaren, zoals altijd, en strijken ze hun winsten op. Het verkopen van dood, is de naam van het spel en in dat opzicht is het 'boom time' in beide betekenissen van het woord.
Dit vertaalde artikel verscheen eerder op OpenDemocracy.