Image
Sean Connor

Sean Connor (rechts), reikt de Sean MacBride-prijs 2022 uit aan Hiroshi Takakusaki voor zijn levenslang werk voor de afschaffing van kernwapens, oktober 2022, Gent; Beeld: privé.  

Interview met Sean Connor, uitvoerend directeur van het International Peace Bureau
Artikel
17 minuten

Vrede vzw werkt al verschillende jaren samen met het International Peace Bureau (IPB), een internationale koepelorganisatie, die 300 lidorganisaties telt in 70 landen. In oktober 2022 sloot Vrede zich eindelijk ook officieel aan als lid. Dit is een interview met Sean Connor, sinds eind 2022 uitvoerend directeur van het IPB, Sean Connor. 

Kan je me iets meer vertellen over het International Peace Bureau? Wat is de geschiedenis van deze vredesorganisatie?

Het International Peace Bureau werd opgericht in 1891 en werd een officiële non-profit organisatie in 1892 onder de Zwitserse wetgeving. We brachten het grootste deel van onze geschiedenis door in Genève. Nu zijn we gevestigd in Berlijn, maar de juridische zetel is nog altijd Zwitserland. 

Het is belangrijk om aan te stippen dat onze begindagen zich afspeelden na een periode van verschillende decennia van Europese oorlogen. In een poging van een deel van de Europese hogere middenklasse om zich te verzetten tegen het vermeende nut van oorlog en te tonen hoe vernietigend oorlog was voor mens en maatschappij, werden in de tweede helft van de 19de eeuw nationale vredesverenigingen opgericht. Veel van die verenigingen hadden rechtstreekse contacten met de leiders van hun regeringen in die tijd. Dus het was heel anders dan wat vredesactivisme in de 21ste eeuw inhoudt. 

De verschillende nationale vredesverenigingen discussieerden over het organiseren van gezamenlijke conferenties of evenementen om ervaringen uit te wisselen en de steun voor vrede te versterken. Daaruit ontstond het idee om een soort van permanent comité op te richten dat deze gezamenlijke evenementen en activiteiten zou organiseren en coördineren. Op die manier ontstond het International Peace Bureau.

Heeft het IPB affiliaties met bepaalde politieke bewegingen of partijen? 

De politiek aan het eind van de 19de eeuw was uiteraard heel anders dan nu. In veel Europese landen had je niet noodzakelijk democratische systemen. De vredesverenigingen en het IPB waren in de eerste plaats een beweging van mensen uit de hogere klassen. Ze hadden middelen. Het waren mensen die zich geen zorgen hoefden te maken over hun dagelijkse behoeften en zich dus meer konden bezighouden met het bestuur in hun landen, waar ze omwille van hun positie ook rechtstreeks toegang tot hadden. 

Een van de meest prominente onder deze mensen was de Oostenrijkse Bertha von Suttner. Zij schreef al aan het einde van de 19de eeuw het boek ‘Die Waffen nieder! [‘Leg de wapens neer!’], over de noodzaak van een einde aan oorlog. Ze was zeer actief binnen de IPB-structuren en de vredesvereniging van Wenen. En tot vandaag blijft ze één van de pijlers of fundamentele figuren van de vroege jaren van het IPB. Als ik me niet vergis was ze ook de eerste vrouw die de Nobelprijs voor de Vrede won in 1905 - behoorlijk invloedrijk en belangrijk voor onze geschiedenis dus. Maar ze was niet alleen verbonden aan het IPB. Ze was tamelijk internationaal in haar activiteiten. 

In 1910 won het International Peace Bureau de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inspanningen om deze internationale groepen van vredesactivisten samen te brengen. Het is natuurlijk vermeldenswaardig dat het IPB eigenlijk echt een Europese of tot op zekere hoogte een Euro-Atlantische organisatie was toen, en helemaal niet zo internationaal als de naam suggereert. Dit Eurocentrisme bleef ook in latere decennia een terugkerende problematische karakteristiek van het IPB. 

De zeer tumultueuze tijden van de twee wereldoorlogen en de periode tussenin hebben het IPB echt door elkaar geschud. Aan het begin van Wereldoorlog I werden heel wat van de nationale vredesverenigingen veel kleiner, in hun weerklank en in hun interne aantallen, omdat veel mensen zich overgaven aan nationalisme of de nood om zichzelf te verdedigen in deze oorlog. Vrede werd echt een moeilijk onderwerp om over te spreken, hoewel er wel enkele andere internationale vredesorganisaties opstonden in dezelfde tijdsperiode, bijvoorbeeld de christelijke ‘International Fellowship of Reconciliation’ (IFOR), met op dat moment als een van zijn belangrijkste focuspunten gewetensbezwaar. IFOR en IPB hebben een lange geschiedenis van samenwerking. In het begin van Wereldoorlog I werd ook een specifieke vrouwenbeweging voor vrede opgericht, ‘The Women’s International League of Peace and Freedom’. 

Tijdens het interbellum waren er pogingen om het IPB terug op te bouwen en te versterken, maar dit geraakte niet van de grond voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Het was een tamelijk moeilijke periode in de geschiedenis van het IPB. 

In 1910 won het International Peace Bureau de Nobelprijs voor de Vrede.

In de decennia die volgden, kwam er een nieuw lidmaatschap en traden andere kwesties op de voorgrond. Naarmate de internationale zaken zich ontwikkelden, deinde de vredesbeweging mee op de golven. Toen er nieuwe kernproeven kwamen, ontstonden er groepen die protesteerden tegen het testen en het gebruik van kernwapens. Er was het protest tegen de nieuwe oorlogen, eerst Korea en dan uiteraard Vietnam. Zeker in de westerse wereld ontstond een enorme beweging tegen de wreedheden die plaatsvonden in Vietnam. In de jaren 1980, te midden van de stijgende spanningen tussen de VS en de Sovjet-Unie, was er een hernieuwde belangstelling voor nucleaire ontwapening. Er heerste tijdens de Koude Oorlog ook een soort van verdeeldheid binnen de vredesbeweging. Voor sommigen stond het IPB voor een westerse visie op vrede en vredesactivisme, terwijl de Wereldvredesraad, waarvan ik geloof dat Vrede ook een lid is, meer als de Sovjet-visie beschouwd werd. 

Het zijn interessante tijden voor de vredesbeweging en de ideologische verschillen uit het verleden, zouden niet relevant mogen zijn in tijden van crisis. We moeten elke inspanning doen om acties te coördineren en samen te werken met de Wereldvredesraad waar de mogelijkheden dat toelaten. 

Om even terug te komen op het eurocentrisme waar je het over had. Vandaag heeft het IPB zijn hoofdkantoor in Berlijn, is er een kantoor in Genève en één in Barcelona, waar in oktober 2021 ook jullie Wereldvredescongres plaatsvond. Hoe betrokken is rest van de wereld bij het IPB en omgekeerd?

Onze bestuursorganen zijn al langer divers, maar door de komst van COVID moesten we uitkijken naar nieuwe manieren om te werken als een internationale organisatie. Sociale media, Zoommeetings en webinars werden belangrijker, en stelden ons ook in staat om dingen te doen die we daarvoor niet deden. Vroeger hadden we eenmaal per jaar een vergadering van de Raad [de algemene vergadering] en misschien een paar keer per jaar bestuursvergaderingen, waarbij slechts een fractie van de raad- of bestuursleden effectief fysiek aanwezig kon zijn. Sinds we gewend zijn geraakt aan Zoom zijn we in staat om veel regelmatiger te spreken met het Bestuur en de Raad, hun input te vragen, hen actiever te betrekken bij de programma’s en activiteiten die we opzetten. We kunnen ook een veel breder publiek bereiken met onze evenementen. Tijdens de conferentie van Barcelona -het eerste evenement sinds COVID- exploreerden we met succes de online-component. We hadden bijna 2000 extra participanten online, uit alle hoeken van de wereld. Of het nu VISA-problemen of financiën betreft, het is zo moeilijk voor veel mensen om naar gelijk welke conferentie te komen, ongeacht waar die plaatsvindt, maar zeker in Europa. Een volledig hybride conferentie was een belangrijke stap voor het IPB weg van het eurocentrisme.

En wat met de inhoudelijke werking? Er is momenteel een grote en gevaarlijke oorlog aan de gang in Oekraïne, waar de vredesbeweging in Europa zich uiteraard op concentreert, maar zijn er kwesties in andere delen van de wereld waar het IPB rond werkt?

We concentreren ons niet alleen op Europa. Oekraïne maakt momenteel natuurlijk een groot deel uit van ons werk, want er overlappen daar veel kwesties. Er is het imperialisme, de oorlog van de grote wereldmachten, er zijn de kernwapens, er is de angst voor de types van wapens en wapensystemen die gebruikt worden en de kans op verspreiding van deze wapens, enzovoort. Er is heel wat aan de hand in Oekraïne, maar deze oorlog kan en mag niet onze enige focus zijn.

De afgelopen jaren hebben we regionale netwerken ontwikkeld binnen ons groter netwerk, wat extreem belangrijk is voor de ontplooiing van het IPB. We hebben een zeer sterk netwerk in Azië, dat regelmatig vergadert om de kwesties van primair belang in die regio te bespreken. Een van de grootste aandachtspunten daar is uiteraard de machtsstrijd tussen China en de VS. De vijandige retoriek wordt opgedreven, met name de afgelopen twee jaar en zeker de afgelopen zes maanden is het tamelijk zorgwekkend geweest. Voor de eerste keer heb je Chinese functionarissen die de VS publiekelijk waarschuwen om geen actie te ondernemen. Er is het groeiende Chinese militaire budget - dat nog altijd maar een fractie is van het westerse militaire budget, maar toch. En natuurlijk is er de belangrijke expansie op vele manieren van het VS-leger en de NAVO in de Azië-Stille Oceaan regio. 

De NAVO breidt er uit via zijn partnerschappen. Dat zijn geen volwaardige NAVO-leden in naam, maar partnerlanden die participeren aan militaire oefeningen met de VS die China volledig buiten beeld laten. Om het andere jaar zijn er in de regio de maritieme RIMPAC-oorlogsoefeningen. Deze worden afgewisseld met gelijkaardige grootschalige militaire oefeningen op land, die deze zomer doorgaan in Australië. Er is de QUAD-veiligheidsalliantie die Australië, Japan en India omvat en het AUKUS-pact tussen Australië, het VK en de VS. Dat zijn allemaal verontrustende militaire ontwikkelingen. 

Even zorgwekkend is de anti-China retoriek die in de VS al volop opgedreven wordt in het kader van de presidentsverkiezingen van 2024. Niet alleen Donald Trump gaat tekeer tegen China, alle nieuwe Republikeinse kandidaten nemen een zeer sterk confronterende houding aan ten opzichte van het Oosterse land. En we weten dat de Democraten niet veel beter zijn. Het is heel moeilijk om in de VS-politiek iemand te vinden die niet ronduit vijandig staat tegenover China. 

De oplopende vijandigheid tussen de VS en China in de Aziatische Stille Oceaanregio is zeer zorgwekkend.

De oplopende vijandigheid tussen de VS en China vormt één kwestie in de Aziatische Stille Oceaanregio, maar er zijn ook de spanningen op het Koreaanse schiereiland. Zeker sinds de laatste Zuid-Koreaanse verkiezingen, toen iemand aan de macht kwam die opnieuw vrij confronterend is ten opzichte van Noord-Korea. Zo zijn de gecombineerde militaire oefeningen tussen de VS en Zuid-Korea hervat die ten minste gestaakt waren tijdens de Trump-regering omwille van diens gesprekken met de Noord-Koreaanse leider Kim Yung-Un. Daarnaast zegt zowel Zuid-Korea als Japan dat het geïnteresseerd is in ofwel het veiligstellen van eigen kernwapens of het herbergen van VS-kernwapens. Het is allemaal zeer onrustwekkend. 

In Afrika zijn er heel wat conflicten en bredere menselijke veiligheidsproblemen die tot conflicten (kunnen) leiden. Hebben jullie daar een regionaal netwerk en wat zijn de kwesties waar het rond werkt? 

Afrika is lange tijd onderbelicht geweest binnen het IPB, maar vandaag hebben we er een regionaal netwerk. Het is niet ongelofelijk groot, maar het groeit in sterkte. En er zijn zeer gemotiveerde organisaties en mensen daar, die Afrika op de kaart willen zetten als we praten over vrede. 

Naast verschillende zeer gewelddadige conflicten zoals in de Democratische Republiek Congo en zijn buurlanden, in Somalië met Al-Shabaab, Burkina Faso, Mali, enzovoort, zijn de bredere menselijke veiligheidsproblemen op het continent heel divers. Iets dat echter vaak terugkomt bij de organisaties waar we mee samenwerken, zijn kwesties van goed bestuur. Een ander probleem op verschillende plaatsen is dat armoede er vaak toe leidt dat diegenen die de kost moeten verdienen zich wenden tot geweld. Dit soort van zaken kan je misschien niet definiëren als oorlogen, maar als vredesbeweging kunnen we die problemen niet gewoon negeren omdat ze anders zijn dan de onze. Wij moeten niet naar daar trekken en zeggen: ‘Dit zijn de vredes- en veiligheidskwesties waar jullie mee moeten inzitten’. We moeten veel meer luisteren dan spreken, en lokale activisten steunen in wat zij belangrijke kwesties vinden. Als IPB proberen we deze plaatselijke bewegingen te versterken en er de middelen in te stoppen die we kunnen. De Afrikaanse leden in onze bestuursorganen fungeren daarbij als verbindingspunten. 

In Latijns-Amerika en West-Azië -dat is hoe we het Midden-Oosten noemen binnen het IPB omdat we dat minder Eurocentrisch vinden- hebben we niet zo’n sterke netwerken. We hebben wel leden en historische contacten met verschillende actoren in die regio’s, maar het is moeilijker om echt tot een coalitie van actoren of verenigde perspectieven te komen. Dat heeft met verschillende factoren te maken. In Latijns-Amerika zijn de vredesorganisaties bijvoorbeeld traditioneel meer verbonden met de Wereldvredesraad en is er ook de taalbarrière.  

Om terug te springen naar Europa, wat is het standpunt van IPB over Oekraïne?

Wel, er zijn heel wat standpunten die we kunnen innemen en tot op zekere hoogte innemen over hoe we in deze situatie zijn terechtgekomen. Maar wat eigenlijk belangrijker is, is de vraag hoe we nu verder gaan. Het IPB probeert in al zijn werk te vermijden om in een discussie verzeild te geraken over de schuldkwestie of over wat we al dan niet zouden moeten doen op dit ogenblik om de Oekraïeners te steunen. Dat zijn open vragen en de lidorganisaties binnen het IPB hebben verschillende perspectieven. Zelfs wanneer deze perspectieven gelijkaardig zijn, kunnen kleine verschillen een dispuut of moeilijkheden creëren. 

Maar de centrale lijn van het IPB is duidelijk dat deze oorlog verwoestend is en moet stoppen. Heel wat mensen komen om die niet zouden moeten sterven. Niet iedereen die een soldaat is, wil een soldaat zijn en zelfs degenen die dat wel willen, zouden liever niet sterven. Ze hebben familie en vrienden. En uiteraard besef ik dat er oorlogsmisdadigers onder hen zijn die verschrikkelijke dingen doen, maar dat geldt niet voor iedereen. Ondertussen wordt Oekraïne vernietigd. We zien steden die gebombardeerd worden en gereduceerd worden tot puin. De oorlog heeft ook een schadelijk effect op het milieu en op de bevoorradingsketen van heel wat broodnodige goederen voor het mondiale Zuiden en de rest van de wereld. Hoe langer dit doorgaat hoe meer vernietiging en dood er veroorzaakt wordt. 

Alles wat nodig is, is één kleine fout vanwege eender welke partij met kernwapens en er volgt een catastrofe.

Ik geloof niet dat een van de partijen de volledige overwinning zal behalen in deze oorlog, d.w.z. alles zal verkrijgen wat ze wil. De oorlog zal uiteindelijk eindigen aan de onderhandelingstafel en in plaats van toe te staan dat er nog meer onschuldige mensen omkomen en er nog meer verwoesting gezaaid wordt, moeten we deze oorlog dringend tot een einde brengen. We moeten samenwerken om de kwestie op te lossen, en vóór er een escalatie komt, want dat blijft een groot risico. Er wordt rondgestrooid met nucleaire dreigingen. Alles wat nodig is, is één kleine fout vanwege eender welke partij met kernwapens en er volgt een catastrofe. Of een raket die afdwaalt en in een NAVO-staat belandt, kan het aantal partijen die betrokken zijn in het conflict opeens doen toenemen. Dat is ook een risico dat we moeten vermijden.

Dus om samen te vatten zegt het IPB eigenlijk er moet een staakt-het-vuren komen en er moet onderhandeld worden?

Absoluut.

Het IPB organiseerde eind februari een Europese actiedag tegen de oorlog in Oekraïne. In Italië waren er veel mensen en in Berlijn waren er veel mensen, maar in de rest van Europa was de opkomst maar mager. Vrede vzw heeft bijvoorbeeld hard gewerkt om een betoging te organiseren in Brussel op 26 februari. Meer dan 60 maatschappelijke organisaties steunden de platformtekst, waaronder de vakbonden, maar de opkomst was laag. Hoe verklaar je dat het zo moeilijk is voor de vredesbeweging in Europa om mensen te mobiliseren tegen deze oorlog? Twintig jaar geleden bracht de oorlog tegen Irak nog een massabeweging op de been.

We hadden een evenement over de 20ste verjaardag van deze massaprotesten dat voor een deel deze vraag probeerde te beantwoorden. Waarom zijn we als vredesbeweging zoveel zwakker dan we 20 jaar geleden waren? Ik denk dat er verschillende redenen zijn. 

Ik heb zeker niet alle antwoorden, maar ik denk dat bij een groot deel van de maatschappij, en bij de jongere generatie in het bijzonder, een perceptie heerst die een sterke nadruk legt op rechtvaardigheid en gerechtigheid. Ook wat geopolitieke zaken betreft, willen veel mensen gerechtigheid – zeker nu het Westen in dit conflict niet de onmiddellijke agressor is. Ze steunen de Oekraïeners die terecht oproepen voor hun verdediging en geloven dat er op een of andere manier wel een militaire oplossing kan zijn voor dit conflict. Gerechtigheid en rechtvaardigheid betekent voor hen dat het binnenvallende land de gevolgen ondervindt voor zijn acties. Ik denk dat dit een zeer gangbare redenering is, die ook komt vanuit een goede plek, vanuit een idealisme, maar niet vanuit een realistische plek. Hoe graag we het ook zouden willen, als vredesactivisten weten we dat de internationale relaties of het internationaal recht niet op die manier gewerkt hebben in het verleden. We voeren al jaren campagne voor de creatie van een beter internationaal systeem dat dit soort van conflicten zou kunnen voorkomen, maar zoals de internationale orde er nu voor staat, weten we dat dit simpelweg niet de realiteit is. 

Ik denk dat onze zwakte in dit geval voor een deel ook te maken heeft met onze boodschap en de manier waarop we over het conflict praten. Veel vredesorganisaties of vredesactivisten focussen enorm op de rol van het Westen, van de NAVO. Die rol is voor ons zeer duidelijk, maar dit narratief stoot veel mensen onmiddellijk af omdat zij alleen de kleinere dimensie van het conflict Rusland-Oekraïne zien. 

Vind je dan dat we de grotere dimensie niet moeten vermelden? 

Ik denk niet dat het een kwestie is van het niet vermelden, maar eerder van waar we de nadruk op leggen. En om te proberen communiceren op een manier die niet uitsluitend om schuld draait. Want als ze verstrikt geraken in die vraag, dan nemen veel mensen hun toevlucht tot de zwart-wit visie. Het grijs tussenin zien is moeilijk, maar er zijn zoveel verschillende factoren die meespelen. Want er is zeker het recht op zelfverdediging, maar het is niet dat dit alles in een bubbel gebeurt. Je hebt bijvoorbeeld de sterke proxy-oorlog factor hier. Ja, de Oekraïeners zijn zichzelf aan het verdedigen tegen de Russen. Daarnaast beschouwen de Russen Oekraïne als een dreiging omwille van zijn associatie met het Westen en de NAVO. En dan heb je het Westen dat Oekraïne gebruikt als een manier om Rusland zoveel mogelijk te verzwakken. De wapens die gestuurd worden vanuit het Westen dienen niet in de eerste plaats om de soevereiniteit van de Oekraïners af te dwingen, maar voor zelfzuchtige doeleinden in een breder machtsspel. En dan is er nog het soort van wapens dat geleverd wordt: zware offensieve systemen en zelfs verboden antipersoonsmijnen en clustermunitie die op het eigen grondgebied ingezet worden – een recept voor jaren van onontplofte tuigen. Dat is waanzin. En ondertussen heb je de dreiging van escalatie. De vraag is dan: waar trek je de lijn?  

Ik heb ook het gevoel dat niet veel mensen er nog echt van wakker liggen. Het is raar, want er was nog nooit een groter gevaar op nucleaire escalatie in Europa. Zouden mensen zich dat wel realiseren terwijl ze oproepen voor meer wapenleveringen aan Oekraïne?

Het is op veel vlakken ook een gebrek aan kennis over bepaalde zaken. Als we bijvoorbeeld spreken over het nucleaire aspect en de specifieke bezorgdheden rond nucleaire escalatie lijken jongere generaties daar inderdaad niet zo ongerust over te zijn. Ik beschouw mijzelf als behorend tot een jongere generatie en ik zie het bij mijn eigen vrienden. En zelfs als ze het gevaar wel beseffen, dan is er een soort gelatenheid: ‘Wat kunnen we eraan doen?’ En natuurlijk is er heel veel dat we eraan kunnen doen, te beginnen met het oproepen tot een einde aan de gevechten. 

Dit is misschien een goed moment om aan te kondigen dat we op 10 en 11 juni een internationale top rond vrede voor Oekraïne plannen in Wenen. Heel wat vredesbewegingen en andere vertegenwoordigers van de civiele maatschappij zullen aanwezig zijn. Omdat het evenement doorgaat in Europa en omdat het een Europese oorlog betreft, in de eerste plaats Europese organisaties, maar we nodigen delegaties uit van over heel de wereld. 

Is er wel enige belangstelling voor de oorlog in Oekraïne in de rest van de wereld?  

Er zijn wereldleiders zoals president Lula in Brazilië of zelfs Xi Jinping die ideeën opperen over hoe de oorlog in Oekraïne tot een einde gebracht kan worden.

Wat we ook zien -onder meer in Latijns-Amerika- is dat sommigen het goed vinden dat Poetin het westerse imperialisme bestrijdt. Maar dat zijn net de moeilijke kwesties waar we ons moeten over buigen, dus ik denk dat het belangrijk is dat we ook vertegenwoordigers van die mening hebben op ons aankomende evenement. Daar moet ruimte zijn voor het delen van ervaringen en standpunten, uitwisselingen tussen misschien degenen in Latijns-Amerika die de imperialistische rol van de NAVO en het Westen veel meer benadrukken en degenen in Oost-Europa die het dreigende gevoel hebben dat ze de volgende kunnen zijn op de Russische lijst. Wij vredesactivisten moeten in staat zijn om boven alles te luisteren en te leren, om na te denken over verschillende perspectieven. Vrede en onderhandelingen hebben alles te maken met compromissen maken, met mensen die samenzitten en met elkaar spreken ondanks dat ze het niet eens zijn. En de vredesbeweging moet dat ook in haar eigen praktijk laten zien. Dat is ook het uitgangspunt van onze top voor vrede in Oekraïne, maar we beginnen er allemaal aan met de basisidee dat we vrede willen via vreedzame middelen. 


    
   

   

   
              

                                                                
        


            

              

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Basisinfo

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.