Op 5 april verklaarde Israëls minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid: “De beelden en getuigenissen uit Oekraïne zijn afschuwelijk. Russische troepen pleegden oorlogsmisdaden tegen een weerloze burgerbevolking. Ik veroordeel deze oorlogsmisdaden met klem”.
De beelden uit Oekraïne zijn inderdaad verschrikkelijk en dat er oorlogsmisdaden gepleegd worden tegen burgers staat buiten kijf. Oorlog is altijd en zonder uitzondering een bedorven bedoening waarin ‘de vijand’ zodanig ontmenselijkt wordt dat bloederige uitspattingen onvermijdelijk zijn. Het internationaal humanitair recht kan dit niet verhinderen, maar kan wel dienen als juridische basis voor vervolging achteraf.
Dat schendingen van het internationaal humanitair recht aangekaart en veroordeeld worden, is het minste wat de internationale gemeenschap kan doen. Dat een land als Israël zich daar echter zonder blikken of blozen aan waagt, is echter tamelijk schokkend en hypocriet.
Dubbelhartig
Sinds 2008 lanceerde Israël maar liefst vier vernietigende oorlogen in de dichtbevolkte Palestijnse Gazastrook.
De eerste oorlog, operatie ‘Cast lead’ (in de Arabische wereld bekend als het Gaza-bloedbad) was een drie weken durend offensief gelanceerd op 27 december 2008 dat volgens Israël een einde moest stellen aan de lancering vanuit Gaza van zelfgemaakte raketten door Hamas en andere militante groeperingen. Resultaat: 1400 dode Palestijnen (van wie het overgrote deel burgers), de vernietiging van burgerwoningen, hospitalen, waterbronnen en de elektriciteitscentrale.
De tweede militaire aanval tegen Gaza ging door in november 2012 en heette operatie 'Pillar of Defence'. Ze duurde 8 dagen en eiste 6 Israëlische (2 soldaten) en 174 Palestijnse slachtoffers (waarvan meer dan 100 burgers). Opnieuw werd er aanzienlijke schade aangericht aan de burgerinfrastructuur in Gaza.
De langste en dodelijkste van de afgelopen Israëlische oorlogen in Gaza was de 7-weken durende operatie 'Protective Edge'. Bij deze aanval in de zomer van 2014 lieten meer dan 2000 Gazanen het leven, onder hen 526 kinderen. De materiële schade aan de burgerinfrastructuur op de Gazastrook was enorm.
De meest recente militaire aanval tegen Gaza begon in de nacht van 10 mei 2021, toen het gebied bestookt werd met luchtaanvallen als vergeldingsmaatregel voor Hamas-raketten die eerder op de avond waren afgevuurd richting Israël. Hamas lanceerde die raketten om te reageren op de Israëlische plannen om Palestijnen uit hun huizen te drijven in Sheikh Jarrah (een Palestijnse wijk in het bezette Oost-Jeruzalem) en op de gewelddadige Israëlische bestorming van de Al-Aqsa Moskee (een belangrijk islamitisch heiligdom in Oost-Jeruzalem) waarbij 300 Palestijnen gewond geraakten. Na 11 dagen van bombardementen op Gaza, werd een staakt-het-vuren overeengekomen tussen Israël en Hamas. Balans van deze meest recente Gaza-oorlog: 256 dode (waarvan 66 kinderen) en meer dan 2200 gewonde Palestijnen en opnieuw enorme materiële schade.
Israël onderwerpt de Gazastrook daarnaast al sinds september 2007 aan een strenge, alomvattende economische blokkade, die nog altijd gehandhaafd wordt. Deze blokkade heeft een slopend effect op de gezondheidszorg, de economie en de infrastructuur in de Gazastrook, en bijgevolg op de levensomstandigheden en de basisrechten van de 2 miljoen bewoners van het gebied.
Het Israëlisch beleid ten opzichte van Gaza -zowel de economische blokkade als de militaire aanvallen- komen neer op een collectieve bestraffing van een burgerbevolking omwille van een situatie waar ze geen vat op heeft. Door systematisch en bewust burgers en burgerinfrastructuur te viseren, pleegt Israël al jarenlang ongestoord oorlogsmisdaden in Gaza.
Na Lapid, veroordeelde ook de Israëlische premier, Naftali Bennett, op 5 april de moordpartij op Oekraïense burgers in Boetsja, een voorstad van de hoofdstad Kiev. Hoewel de verontwaardiging en de woede van de wereld terecht immens is bij het zien van de beelden uit Boetsja, zijn de woorden van uitgerekend Bennett een schrijnend geval van de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Zijn passages als officier bij de Israëlische Defensietroepen stonden bol van de schendingen van het internationaal humanitair recht.
Gedurende de 16-daagse Israëlische militaire operatie ‘Druiven der Gramschap’ in Zuid-Libanon (1996) riep Bennett luchtsteun in en vuurde de Israëlische artillerie op een VN-complex waar Libanese burgers hun toevlucht hadden gezocht. Bij dit incident -dat bekend geraakte als ‘het bloedbad van Qana’- werden zeker 106 Libanese burgers gedood. het leidde tot een golf van internationale verontwaardiging en veroordelingen.
Terwijl oorlogsmisdaden en oorlog tout court van zoveel mogelijk kanten ten stelligste veroordeeld moeten (blijven) worden, zou het nuttig en geloofwaardiger zijn als landen en figuren die zelf kilo’s boter op het hoofd hebben zich onthouden van commentaar.
Netelige positie
De recente verklaringen over de oorlog in Oekraïne van Lapid en Bennett springen behalve omwille van hun schijnheiligheid, in het oog voor nog een andere reden. Israël hield zich tot nog toe namelijk opvallend op de vlakte wat de Russische invasie betreft. Zo weigerde het tot nu toe wapens te leveren, ondanks de expliciete verzoeken daartoe van de Oekraïense president Volodymyr Zelinksy. (Nederland en Duitsland stuurden eind februari wel anti-tankwapensystemen naar Oekraïne die geproduceerd werden in Duitsland door een dochterbedrijf van het Israëlische staatsbedrijf Rafael.)
Israël reageerde op de vraag naar wapens van Zelinsky met een voorstel om te bemiddelen tussen Oekraïne en Rusland. Ook op de vraag van de Verenigde Staten om cosponsor te zijn van een resolutie in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die de Russische acties veroordeelde, reageerde Israël afwijzend. Onder druk gezet door de VS besloot Israël om wel voor de resolutie te stemmen in de Algemene Vergadering, maar het zou geen sancties tegen Moskou steunen.
De terughoudende houding van Israël vloeit niet voort uit bezorgdheid dat extra wapens de oorlog zouden kunnen verlengen of escaleren, noch uit schrik dat er parallellen getrokken zouden kunnen worden met de Palestijnse gebieden waar de burgers zich eveneens rechtmatig verzetten tegen een buitenlandse militaire bezetting van hun land. Israël stelt zich alleen gereserveerd op uit strategische overwegingen.
Toen Lapid nog voor de invasie gevraagd werd of Israël de VS zou volgen bij het opleggen van sancties aan Rusland, legde hij enigszins ontwijkend uit aan de ‘Jerusalem Post’: “Israël heeft liberaal-democratische waarden, maar ook andere overwegingen. […] We hebben een soort grens met Rusland". Hij bedoelde daarmee de Israëlische noordgrens met Syrië waar Rusland ondertussen een belangrijke macht geworden is.
Concreet wil Israël niet op slechte voet komen te staan met Moskou omdat de Israëlische luchtmacht dan niet meer in staat zou zijn om Iraanse konvooien te bombarderen die via Syrië wapens leveren aan de Hezbollah in Zuid-Libanon. Net als Rusland, heeft Iran troepen in Syrië die er helpen het regime van Bashar al-Assad overeind te houden. Moskou staat Israël toe de uitbreiding van de Iraanse strijdmacht in Syrië in te dammen, omdat die een potentiële rivaal zou kunnen worden bij het beïnvloeden van Assad. Tegelijkertijd zorgt Rusland ervoor dat het Syrische leger geen S-300 luchtafweerraketten inzet tegen de Israëlische luchtmacht.
Daarnaast leven er in Oekraïne zo’n 200.000 Joodse mensen die in aanmerking komen voor emigratie naar Israël onder de Wet op Terugkeer, waarin staat dat iedereen ter wereld die (gedeeltelijke) Joods is qua afkomst, het recht heeft zich in Israël te vestigen en het staatsburgerschap te verkrijgen. (Deze wet werd in 1950 afgekondigd in een poging grootschalige immigratie te bevorderen en de Joodse identiteit van de staat te verzekeren.)
"Israël werd gecreëerd om de thuis te zijn van elke Jood die naar Israël wil emigreren", zei Lior Haiat, de woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken de dag na de Russische invasie. "We zullen elke Jood die van Oekraïne naar Israël wil emigreren met blijdschap ontvangen." Hij maakte duidelijk dat deze uitnodiging ook geldt voor de eveneens Joodse president Zelensky.
Ook in Rusland leven nog zo’n 175.000 Joden, waaronder een aantal machtige oligarchen die nauwe banden hebben met Poetin, maar ook met Israël, waar ze huizen bezitten en veel geld investeren. De goede relaties van Israël met zowel Oekraïne als Rusland, in combinatie met het reeds lang bestaande innig bondgenootschap met de VS (die Israël onder druk zet om scherper positie in te nemen) zorgt ervoor dat de Joodse staat zich in een zeer netelige positie bevindt.