Image
“In Israël vormen racisme en discriminatie de fundering van de staat.” Interview met de Palestijnse politica Haneen Zoabi
Haneen Zoabi, foto door Ludo De Brabander
“In Israël vormen racisme en discriminatie de fundering van de staat.” Interview met de Palestijnse politica Haneen Zoabi
Artikel
14 minuten

In Israël is naar schatting 20% van de bevolking Palestijns. De Israëlische politieke wereld spreekt van 'Arabieren’ in een poging om hen te dissociëren van hun volksgenoten in de Palestijnse bezette gebieden. Haneen Zoabi is een van hen.

Ze is afkomstig uit Nazareth, een Palestijnse stad die de etnische zuiveringen van 1948 overleefde en in het noorden van Israël ligt. Zoabi was de eerste vrouwelijke Palestijnse politica die via een ‘Arabische’ lijst verkozen geraakte in het Israëlische parlement (de Knesset), waarin ze zetelde van 2009 tot 2019. Ze ontpopte er zich als een hevig voorstandster van gelijke rechten en bekritiseerde fel de definiëring van Israël als een joodse staat. Haar uitspraken en acties leverden haar honderden doodsbedreigingen op en een zes maanden lange parlementaire schorsing.

Wanneer ik Haneen Zoabi, een paar weken voor de Israëlische verkiezingen van 17 september ontmoet in Nazareth, krijgt ze net een telefoontje van haar medewerkster over een zoveelste gerechtelijk onderzoek tegen haar partij, Balad. De donaties van de Balad-leden en sympathisanten aan de partijkas zouden niet altijd wettelijk zijn”, zo luidt de beschuldiging van de politie. "Dit is heel duidelijk een politiek proces”, aldus Zoabi. “We doen niets anders dan alle andere partijen. Gewoonlijk vinden ze fouten in de registratie van documenten, maar alleen bij ons maken ze daar een grote zaak van. Het zou een routineuze financiële procedure moeten zijn, zoals dat het geval is bij de andere partijen. Nu willen ze 36 activisten van Balad voor de rechter dagen. Ik ben een van hen."

Balad is de Hebreeuwse afkorting voor Nationaal-Democratische Vergadering. In het Arabisch betekent Balad ook ‘land’. Voor de verkiezingen van 17 september heeft Balad de krachten gebundeld met een aantal andere partijen (Haddash, Ta’al en Ra’am) op een ‘Gezamenlijke Lijst’. Haneen dingt niet langer naar een verkiesbare plaats. Ze is al sinds sinds de vorige verkiezingen in april van dit jaar geen parlementslid meer. Wel is ze nog steeds lid van het Politiek Bureau van Balad.

Hoe kwam je in de Israëlische politiek terecht?

Als je hier leeft, is alles politiek. Als je kinderen hier opgroeien, ontdek je meteen dat je een Palestijn bent. Als je naar werk zoekt, dan zal je al gauw ondervinden dat je een Palestijn bent. Er heerst een racistische politiek in het land die de natuurlijke ontwikkeling van de Israëlische Palestijnen blokkeert. Je moet als het ware dubbel zoveel inspanningen leveren om hetzelfde te krijgen als andere Israëli's. De discriminatie is alomtegenwoordig. Klein voorbeeldje: in Nazareth is veel grond van de Palestijnen geconfisqueerd voor de oprichting en uitbreiding van het naburige Nazareth Illit (opper-Nazareth), een stad gecreëerd in 1957 waar duizenden recent geïmmigreerde joden zijn gevestigd. Daar gaat ook het gros van de plaatselijke publieke investeringen naartoe.

Jezelf confronteren met de realiteit, met de discriminatie die je ondergaat is genoeg om in de politiek verzeild te geraken. Het is ook een zaak van waardigheid. Vanaf het ogenblik dat je je volk steunt in de Westelijke Jordaanoever en je tegen de Israëlische bezetting bent, word je hier gezien als een vijand. Anders gezegd. De enige reden waarom je hier als Palestijnse Israëli niet in de politiek terechtkomt, is omdat je schrik hebt of omdat je aanvaardt dat je minder bent dan de andere. Als Palestijn moet je hier als het ware bewust beslissen om niet met politiek bezig te zijn. Maar als je uitdrukking geeft aan je identiteit en je gelijke rechten opeist, dan zit je er automatisch middenin.

Voor mij is die strijd vanzelfsprekend omdat ik het geluk had dat mijn moeder een feministe was, hoewel ze dat zelf niet erkende. Ze leerde me om een sterke vrouw te zijn die opkomt voor haar waardigheid en rechten. Dat was iets natuurlijks voor haar. Ze was lerares. Ze geloofde dat vrouwen zonder zich te moeten rechtvaardigen hetzelfde moeten kunnen doen als mannen. Ze was religieus, maar ze zag de islam als een bevrijdende godsdienst.

Hoe heb je je mandaat als parlementslid ervaren?

Twee jaar na de oprichting van Balad in 1995 werd ik lid van de afdeling in Nazareth. Ik verwachtte helemaal niet om parlementslid te worden. In 2003 werd ik verkozen als lid van het Politiek Bureau van de partij. Kaderleden vroegen me daarop of ik me geen kandidaat wilde stellen. In 2006 besliste de partij dat vrouwen met minstens een derde vertegenwoordigd moesten zijn op de parlementaire lijsten. We waren de eerste Arabische partij die een quotum voor vrouwelijke kandidaten hanteerde. In 2009 geraakte ik effectief verkozen. Ik had niet verwacht dat het allemaal zo dramatisch zou worden [lacht]. Voor Israël werd ik een erg vervelende luis in de pels.”

Je nam deel aan de Gaza-flotilla in 2010. Was dat het moment waarop je in het politieke blikveld terechtkwam in Israël?

Ja, dat was het ogenblik waarop ze zich van mijn bestaan bewust werden. Er werd nauwlettend geluisterd naar elk woord dat ik uitsprak. Ik werd behandeld als een verraadster en werd een van de meest gehate personen in Israël. Dat is nog altijd zo! Ik kan geen Israëlisch restaurant binnenwandelen zonder herkend te worden en verwijten naar mijn hoofd geslingerd te krijgen.

Wat is jouw visie en die van jouw partij op de Palestijnse kwestie? Is een tweestatenoplossing nog langer mogelijk of wenselijk?

Een of twee staten... dat is niet het belangrijkste probleem. Het probleem is eerst en vooral het zionisme en het feit dat binnen Israël geen enkele andere partij diens essentie van discriminatie en racisme in vraag durft te stellen. Er moet erkend worden dat Israël officieel als een joodse staat definiëren de democratie onmogelijk maakt. In Europese landen, waaronder België, bestaat er ook racisme, antisemitisme, enzovoort. Ok, maar racisme is in deze landen in strijd met de basisrechten. Racisme is er misschien een probleem, maar het zit er niet wettelijk verankerd in het systeem. In Israël vormen racisme en discriminatie de fundering van de staat. Het ís het systeem. Je kan niet van een democratie spreken als je de basis ervan niet aanvaardt, zijnde dat een democratische staat de staat moet zijn van al zijn burgers. Dat is in Israël niet zo. Balad is de eerste en tot nu de enige partij die zeventig jaar na de oprichting van Israël, een einde wil maken aan het feit dat Israël gedefinieerd wordt als een joodse staat. Dat is de reden waarom Balad zo wordt geviseerd en waarom men ons voortdurend probeert uit te sluiten van het politiek proces en van deelname aan de verkiezingen. Zowel het Israëlisch gerecht (in 2003), de Israëlische inlichtingendiensten (in 2007 en 2008) en het Israëlisch parlement en de regering (in 2009, 2010 en 2011) hebben Balad omschreven als een strategische dreiging. Je hoort het goed! Wij worden dus over dezelfde kam geschoren als gewapende bewegingen als Hamas en Hezbollah, ook al vind ik dat Israël zelf de strategische dreiging vormt. Vanuit het standpunt van Israël bekeken kan je begrijpen dat Hezbollah, dat goed uitgerust is en een gewapende strijd voert, als een strategische dreiging bestempeld wordt. Maar in ons geval spreken we over een politieke partij die zich geweldloos opstelt, geen andere middelen inzet dan het woord, bewustzijn probeert te creëren, de publieke opinie probeert te beïnvloeden, vertegenwoordigers in de Knesset heeft, enzovoort. Hoe kunnen politieke activiteiten als een strategische dreiging worden gezien? Je kan de praktijk van de democratie toch niet zien als een strategische dreiging? Als je democratie zelf als een strategische dreiging beschouwt, dan verdedig je het racistische karakter van de staat Israël.

Op een gegeven moment verleende Israël het burgerschap aan de 15% Palestijnen die niet verdreven waren tot buiten de grenzen van de nieuw opgerichte staat in 1948. Maar Israël zag het burgerschap als een middel om ons onze Palestijnse identiteit te doen opgeven, om ons te temmen. Israël had er niet aan gedacht dat we dit burgerschap ook konden gebruiken om onze slagkracht te vergroten. Balad herformuleert de definitie van het Israëlisch burgerschap. We willen dit burgerschap niet in contradictie brengen met identiteit, met onze rechten, met onze geschiedenis. Balad aanvaardt dus het burgerschap in Israël, maar niet de zionistische versie ervan. Dat kan alleen maar als we de zionistische staat totaal verwerpen en delegitimeren.

Hoe vertaalt zich dat in concrete voorstellen?

Dat betekent eerst en vooral dat alle wetten geschrapt moeten worden die privileges verlenen aan de joodse bevolking in Israël. Gelijke rechten voor alle burgers dus. Instellingen die discriminatie legaliseren moeten ontmanteld worden. Balad stelde een wetsvoorstel op dat Israël definieert als een staat van al zijn burgers. De voorzitter van de Knesset verhinderde in april 2018 dat het wetsvoorstel kon worden ingediend en bediscussieerd. In plaats daarvan nam de Knesset in januari 2019 een basiswet aan die Israël definieert als de natiestaat van het joodse volk. Het Arabisch werd gedegradeerd van een officiële taal naar een taal met ‘speciale status’. Balad stelt een alternatief voor: een fundamentele democratische verandering die de Palestijnen als volwaardige burgers van de staat Israël ziet. In Israël probeert men Balad in de schoenen te schuiven dat we tegen Israëli’s tout court zijn, terwijl we louter het racisme aanklagen. Maar we willen ook dat de 1,5 miljoen Palestijnse inwoners van Israël beter aansluiting vinden bij de strijd van de hele Palestijnse bevolking.

Hoe verbind je deze intern Israëlische strijd met de situatie op de bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza?

De Groene Lijn (de bestandslijn van 1949 tussen Israël en de Palestijnse gebieden die in 1967 bezet werden, nvdr.) is voor de Palestijnen enkel een grens tussen verschillende types van kolonisatie, tussen verschillende vormen van controle en repressie. De strategie van onderdrukking in Israël is tweederangsburgerschap. De strategie van onderdrukking in de Westelijke Jordaanoever is bezetting. In Gaza bestaat deze strategie uit belegering. In Jeruzalem tenslotte gaat het over judaïsering, etnische zuivering, kolonisatie en het stelen van land. Er worden dus 4 verschillende strategieën voor controle en onderdrukking gehanteerd. Wat deze strategieën verbindt, is zionisme. Om ons van alle vormen van onderdrukking te bevrijden is er een alternatieve visie nodig op het judaïsme. Gelijkheid moet het sleutelwoord zijn. Vandaar dat het politieke vraagstuk van een of twee staten een minder belangrijke kwestie is geworden. Als ik maar beschik over gelijke rechten, een eigen identiteit en me niet moet onderwerpen aan de superioriteit en privileges voor de joodse bevolking van dit land. Het gaat niet over een onafhankelijke Palestijnse staat, maar over zelfbeschikking in een staat die alle burgers vertegenwoordigt. Daarna kan je discussiëren over de naam van de staat, de vlag, enzovoort. Dat moet een discussie zijn van alle burgers. En natuurlijk, moet het recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen naar hun huizen en dorpen gerespecteerd worden. Wat Balad uniek maakt in het Israëlische politieke landschap is dat onze perceptie van democratie een perceptie van dekolonisatie is. Op die manier vertegenwoordigen we niet alleen de Palestijnen, maar alle Israëli's die willen leven in een normale democratische staat. We willen hen de gelegenheid geven om zichzelf te dekoloniseren.

Voelen de Palestijnen die in Israël wonen zich qua identiteit nog altijd sterk verbonden met de Palestijnen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever?

Na de Israëlische nederlaag tegen Hezbollah in de zomer van 2006, net als tijdens de beginfases van de eerste en tweede Intifada (Palestijnse opstand) of van de Arabische lente, was het antwoord van om het even welke Palestijnse Israëli op de vraag naar zijn identiteit eenvoudig: Palestijn en Arabier. Maar telkens als we ervaren dat de Israëlische staat veel sterker is dan ons, als we ons zwak en onderdrukt voelen, dan is het moeilijker onze identiteit te erkennen. Toen bijvoorbeeld de intifada of de Arabische lente werd neergeslagen, of toen generaal Sisi aan de macht kwam in Egypte, als er militair samengewerkt wordt tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël, enzovoort, dan voelen de mensen hun verwachtingen de kop ingedrukt en zullen ze veel gefrustreerder hun identiteit beleven en uitdrukken.

Het thema identiteit is immers ook een thema van macht, van hoe sterk je je voelt en hoe trots je bent. Ik aanvaard de opiniepeilingen niet die zeggen dat meer dan 40% van de Palestijnen in Israël zich in de eerste plaats definiëren als Israëlisch, want het antwoord zal sterk verschillen van de periode en de politieke context waarin je de bevraging doet. Identiteit is geen stabiel gegeven. Als je de Palestijnen die zeggen dat ze zich Israëlisch voelen, zou vragen of ze zich graag definiëren als een Israëli, dan zouden ze aarzelen om daar positief op te antwoorden. Als je een jood hetzelfde vraagt, dan zal hij zichzelf met trots identificeren als een Israëli. Indien je dieper zou graven, dan zou je merken dat Palestijnen in Israël zich gedwongen voelen. Voor hen is het een overlevingsstrategie en niet een echte uitdrukking van vrije wil. En deze Israëlische onderzoekers concluderen dan dat Balad deze Israëlische Palestijnen niet vertegenwoordigt. Voor mij is het wel degelijk zo dat ik mijn volk vertegenwoordig, met al zijn verlangens, ambities en dromen. Dat volk voelt zich nu onderdrukt en zwak.

Bij de verkiezingen van 17 september komen jullie opnieuw op met de Gezamenlijke Lijst, een coalitie van de vier door Palestijnen gedomineerde partijen in Israël. Tijdens de vorige verkiezingen in april 2019 lukte het niet om dezelfde coalitie te vormen. Waarom nu wel?

De Gezamenlijke Lijst werd opgericht voor de parlementsverkiezingen van 2015. We slaagden er toen in de derde grootste politieke formatie in het parlement te worden. In februari 2019 viel de coalitie uit elkaar. Voor mij is eenheid heel belangrijk, maar moeilijk. Hadash (Het Democratisch Front voor Vrede en Gelijkheid) -een niet-zionistische linkse partij die de joods-Arabische samenwerking benadrukt- is sterker dan Balad. Hadash probeert uiteraard haar discours en opinie door te duwen, maar als een partij domineert dan dreigt de diversiteit verloren te gaan. De afgelopen vier jaren verloor Balad daardoor wat aan kracht en invloed. We hebben heel wat gediscussieerd over de ervaringen met de vorige Gezamenlijke Lijst en hebben er lang over nagedacht om die eenheid opnieuw na te streven voor de verkiezingen van september. Binnen onze partij verdedigde ik het minderheidsstandpunt, dat we ons binnen het eenheidsplatform, de 'Gezamenlijke Lijst’, radicaler moesten opstellen, zodat we het meer in onze richting konden sturen. Het gaat niet over dominantie, wel over vocaler en militanter zijn. Maar de meerderheid koos ervoor om zich gematigder op te stellen. En volgens mij was dat een strategische fout. Voor de komende jaren zouden we minstens de eigenheid van Balad beter moeten kunnen uitdrukken.

In Israël is het mainstream politieke landschap altijd heel zionistisch geweest. Maar de jongste jaren is de extreemrechtse strekking van het zionisme heel sterk geworden. Hoe komt dat?

Je moet er absoluut de statistieken van het Israëlisch Instituut voor Democratie op navlooien. Jaarlijks organiseert dat instituut opiniepeilingen die fascinerende vergelijkingen mogelijk maken. Daarin kan je ontdekken hoe de publieke opinie de afgelopen jaren op dramatische wijze is opgeschoven naar rechts. Daar is zowel een interne als externe reden voor. Ik leg eerst de interne reden uit. Onmiddellijk na de bezetting van de Westelijke Jordaanoever in 1967 startte Israël met de bouw van joodse nederzettingen in het gebied. Het heeft echter dertig jaar geduurd voor de nederzettingen en de kolonisten ook hun plaats in de Israëlische maatschappij konden veroveren. Tot de tweede intifada (2000-2005) speelden de kolonisten geen belangrijke rol binnen de politieke elite en de Israëlische maatschappij. Het is pas na deze intifada dat de nederzettingen echt deel gingen uitmaken van Israël en niet gewoon werden gezien als een afzonderlijke entiteit. Sindsdien zijn de kolonisten zich snel beginnen integreren in het politiek-maatschappelijke leven om vervolgens op de besluitvorming te gaan wegen. In 2003 vertegenwoordigden kolonisten en rechtsextremisten slechts 3% van de hogere rangen binnen het Israëlisch leger. In 2016 was dat 27%. Israël ondervond dus een aanzienlijke politieke verschuiving binnen de elite. De macht van de Europese Asjkenazim, die aan de basis lagen van de oprichting van Israël, begon geleidelijk aan te eroderen ten voordele van de kolonisten en rechtsextremisten. De onderzoekers spraken van een nieuw, tweede Israël. De situatie vandaag is dat de kolonisten de politiek, het militair apparaat en in mindere mate de media domineren. Ik ben er zeker van dat we hun invloed de komende tien jaren ook gradueel zullen zien stijgen binnen de academische wereld en het juridisch apparaat. Je moet dit alles niet louter als een kwantitatieve verandering zien, maar als een kwalitatieve kentering. We spreken vandaag over een ander Israël, zowel op sociaal, politiek als demografisch vlak. In 2006 was het aantal joden dat vond dat de Palestijnse Israëli’s niet over gelijke rechten mogen beschikken 39%. In 2017 is dat aantal gestegen naar meer dan 70%.

Je moet deze algemene politieke verschuiving ook gerelateerd zien aan de veranderde ideologische koers van de Israëlische Arbeiderspartij, met premier Ehud Barak die in 2000 plots aankondigde: “Er is geen Palestijnse partner meer”. Later in 2015 zou partijleider Yitzhak Herzog dat standpunt herhalen. Daarmee maakte de Arbeiderspartij zelf een einde aan de links-zionistische visie op het Palestijnse vraagstuk en gaf het meer politieke speelruimte aan de extremisten en kolonisten. Daarbij komt dan ook nog eens het zwakke optreden van de Palestijnse Autoriteit en hun veiligheidssamenwerking met Israël om zich te ontdoen van de ‘Palestijnse last’. Het is tot slot natuurlijk ook zo dat de kolonies in economisch opzicht aan belang hebben gewonnen. Dat gaat gepaard met het toe-eigenen van de toegang tot water en het inpalmen van Palestijnse landbouwgrond. Ja mag ook niet vergeten dat de bouw van de muur en de hele Israëlische veiligheidsinfrastructuur veel geld in het laatje brengen van de veiligheidsindustrie.

De externe reden voor de verschuiving naar extreemrechts vinden we in de internationale context. Europa stelt zich laks op tegenover de kolonisatiepolitiek en bewijst hooguit wat lippendienst aan het internationaal recht. De Verenigde Staten voert al sinds de jaren 1970 een uitgesproken pro-Israëlische koers. Israël is voor de VS een belangrijke strategische partner in de regio. In dat opzicht is er weinig verschil tussen Trump en zijn voorgangers. Onder de huidige VS-president heeft Israël echter nog meer een uitzonderingsstatus gekregen voor wat betreft de internationale verplichtingen. Dat geeft de kolonisten extra wind in de zeilen. Premier Netanyahu kan nu zonder meer aankondigen dat hij bezet gebied wil annexeren.

 

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.