Meer dan 100 parlementaire verzoeken tot afzetting, een corrupte regering en een dodelijk slecht aangepakte gezondheidscrisis, maar toch hoopt de Braziliaanse president op een tweede ambtstermijn.
Brazilië, ooit het vlaggenschip van de sociaaldemocratie in Latijns-Amerika, is een internationale paria geworden. Sinds zijn inauguratie als president op 1 januari 2019 heeft Jair Messías Bolsonaro een programma gelanceerd om de Grondwet van 1988 -die de terugkeer naar de democratie bekrachtigde na meer dan 2 decennia van militaire dictatuur- te liquideren.
De voormalige legerkapitein heeft zijn minachting voor de rechtstaat nooit onder stoelen of banken gestoken. Vanaf het begin was het duidelijk dat hij een verschuiving zou proberen doorvoeren van extreemrechts populisme naar regelrecht autoritarisme. Niemand had echter kunnen voorspellen dat hij Brazilië zou veranderen in een massagraf.
De plaag van de milities
Sinds februari heeft Bolsonaro (zonder politieke partij) de de facto controle over beide Huizen van het Braziliaans Congres omdat de verkozen sprekers door hem naar voor geschoven en gesteund werden. Door financiële extraatjes, posten in de ministeries en andere overheidsfuncties aan te bieden, heeft de president zich verzekerd van de steun van een blok wetgevers gekend als de ‘Centrao’. Deze partij-overschrijdende groep staat bekend om zijn omkoopbaarheid in plaats van om enig ideologisch engagement.
De partij-overschrijdende conservatieve Centrao staat bekend om zijn omkoopbaarheid in plaats van om enig ideologisch engagement.
Te midden van een toenemend aantal oproepen om de president ter verantwoording te roepen, probeert Bolsonaro zichzelf met de hulp van de Centrao te beschutten tegen afzettingsprocedures wegens onder meer geschiedenis-ontkenning (met zijn plannen om de militaire staatsgreep van 1964 te vieren), het toestaan van de vernietiging van het Amazoneregenwoud en zijn weigering om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan.
Hij wil nu doorzetten met projecten zoals de promotie van thuisonderwijs, de strijd tegen pedofilie en de weren van zogenaamde ‘gender-ideologieën’ uit het nationaal onderwijs – allemaal punten die zeer populair zijn bij de evangelische conservatieve stemmers. Hij beoogt neoliberale hervormingen, zoals privatiseringen, administratieve reorganisaties en budgettaire bezuinigingen die de banken en grote bedrijven moeten tevreden stellen. Bolsonaro’s minister van Financiën, Paulo Guedes, is een zogenaamde ‘Chicago Boy’, een voorstander van de economische principes van Milton Friedman en zijn Chicago-school voor vrijemarktkapitalisme.
Bolsonaro versoepelde de wapenwetten met het oog op vrij wapenbezit voor een deel van de bevolking en verbreedde het concept van legale zelfverdediging in het geval van moord door de politie. Deze maatregelen komen eveneens ten goede aan de militaire politie en de militairen die betrokken zijn bij de lopende operaties van de federale overheid tegen drughandelaars, met name in Rio de Janeiro.
Het resultaat is dat al talloze burgers omkwamen, voornamelijk zwart en arm, waaronder veel kinderen die getroffen werden door verdwaalde kogels. Alleen in het geval van uitgebreid gemediatiseerde gewelddaden, worden de verantwoordelijken voor militaire rechtbanken gebracht.
Een ander gevolg van Bolsonaro’s wapenbeleid is de vermenigvuldiging van paramilitaire milities in de ‘favelas’ (lage inkomens- of sloppenwijken) en volksbuurten van Brazilië’s grote steden. De milities, bestaande uit delinquente (voormalige) soldaten, politieagenten en brandweermannen, vormen een parallelle strijdmacht. Zoals de maffia, houden de milities zich bezig met afpersing, wedijveren ze voor de macht met drugshandelaars en infiltreren ze politieke netwerken. Milities maakten ooit deel uit van de doodseskaders van Brazilië’s dictatuur die duurde tot 1985. Nu zouden ze naar verluidt toegang hebben tot de hoogste echelons van de macht. Aangemoedigd door de huidige regering zouden ze bijna 60% van Rio de Janeiro controleren.
Een gevolg van Bolsonaro’s wapenbeleid is de vermenigvuldiging van paramilitaire milities in de favelas.
De populariteit van de president is enorm gedaald door zijn erbarmelijke aanpak van de coronavirus-crisis. Het land wordt sinds februari geteisterd door een zware tweede golf. In april gaf het Braziliaans Hooggerechtshof de opdracht aan het parlement om een commissie op te richten (door sommigen genocide-onderzoekscommissie genoemd) die het COVID-19 beleid van de regering moet onderzoeken. In april werd voor het Internationaal Strafhof een klacht ingediend tegen de president wegens misdaden tegen de menselijkheid omwille van zijn aanpak van de pandemie.
De manoeuvreerruimte van Bolsonaro zal waarschijnlijk aanzienlijk worden ingeperkt. De opeenvolging van crisissen (ecologisch, economisch, militair, institutioneel) en de opeenstapeling van aanvallen op de democratie, nalatigheid ten opzichte van de volksgezondheid en budgettaire verstoringen hebben de machtsverhoudingen geleidelijk veranderd. De president is toxisch geworden. Met de dag wordt het waarschijnlijker dat hij zijn ambtstermijn niet zal uitzitten.
In april werd voor het Internationaal Strafhof een klacht ingediend tegen de president wegens misdaden tegen de menselijkheid.
De familie
Op lange termijn heeft de president maar één doel: het afschaffen van de grondwet. Op middellange termijn wil hij tegen elke prijs de presidentsverkiezingen van 2022 winnen. Op korte termijn moet hij een afzetting vermijden, in de eerste plaats om zijn familie te beschermen. Als hij de macht verliest zou zijn familie haar bescherming kwijtraken. Maar het omgekeerde geldt ook. Als zijn familie haar bescherming verliest, zouden de daaropvolgende processen waarschijnlijk leiden tot Bolsonaro’s afzetting en val.
De president heeft 4 zonen en een dochter (die laatste omschreef hij met zijn gebruikelijke machismo als het resultaat van een “zwak schot”). Zijn 3 oudste zonen zijn actief in extreemrechtse politieke kringen en streven hun eigen politieke carrières na. Hoewel ze geen deel uitmaken van de regering, drukken ze -actief en luidruchtig- hun steun uit voor het beleid van hun vader en helpen ze hem met het vinden van geschikte kandidaten voor belangrijke staatsfuncties.
Flávio, die ‘01’ genoemd wordt door zijn vader, is een senator. Hij bevindt zich in het middelpunt van een corruptieschandaal met openbaar geld en zou naar verluidt ook banden hebben met de milities in de stad Rio de Janeiro die de linkse politica en activiste Marielle Franco vermoordden in 2018.
Carlos, bijgenaamd ‘02’, is een gemeenteraadslid in Rio de Janeiro. Bovendien is hij een prominent lid van het ‘haatkabinet’ dat Bolsonaro’s leger van internettrollen aanvoert. Eduardo, ‘03’, is een federaal parlementslid. Hij is voorzitter van de parlementaire commissie Buitenlandse Zaken en speelt een belangrijke diplomatieke rol voor de regering van zijn vader omwille van zijn banden met extreemrechtse bewegingen en populistische regeringen over heel de wereld (de VS onder Trump, Israël, Hongarije, Polen).
Bolsonaro’s 3 oudste zonen zijn verwikkeld in rechtszaken op verdenking van corruptie, terwijl tegen de vierde zoon, zakenman Jair Renan, een onderzoek loopt van de Braziliaanse federale politie o.a. wegens omkoping. Om hen te beschermen infiltreerde de president het openbaar ministerie en de belastingdienst en gebruikt hij zijn invloed bij het repressieve apparaat (de federale politie en de geheime dienst).
Politisering van de strijdkrachten
De president probeert ook de gewapende strijdkrachten te controleren. Hoewel Bolsonaro uit het leger gezet werd wegens gebrek aan discipline –hij organiseerde een oproep tot salarisverhoging en plande zelfs een bomaanslag– heeft de voormalige kapitein de banden met de krijgsmacht altijd onderhouden.
Tijdens zijn 30 jaar lange carrière als federaal parlementslid kon Bolsonaro slechts 2 wetsonderdelen doordrukken, maar fungeerde als een soort vakbondsman voor de strijdkrachten en was altijd een onvermoeibare voorstander van een streng veiligheidsbeleid.
Meer recentelijk, na de oprichting door voormalig president Dilma Rousseff van een Nationale Waarheidscommissie die de misdaden gepleegd door het leger tijdens de dictatuur onderzoekt, heeft Bolsonaro geprofiteerd van de spanningen tussen de gewapende strijdkrachten en politiek Links.
Onder het presidentschap van Bolsonaro transformeerde deze politisering van het leger in een militarisering van de politiek. In dat opzicht doet het ‘Bolsonarisme’ denken aan een extreemrechtse versie van Venezuela's ‘Chavisme’. De deelname van hooggeplaatste militairen aan de regering (10 van de 21 ministers), de administratie (meer dan 6000 ambtenaren) en het beheer van de openbare sector (een derde van de directeurs van staatsbedrijven), ondermijnt de democratie van binnenuit en compromitteert de gewapende strijdkrachten.
Onder het presidentschap van Bolsonaro transformeerde de politisering van het leger in een militarisering van de politiek.
Generaal Hamilton Mourão, tevens Bolsonaro’s vicepresident, heeft het milieubeleid van het hele Amazone-gebied onder controle geplaatst van het leger, dat dus diep betrokken is bij de ‘ecocide’ daar. Op gelijkaardige wijze wordt generaal Eduardo Pazuello, die minister van Volksgezondheid was tot maart 2021, verantwoordelijk geacht voor het bagatelliseren van de noodzaak van maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 in het land.
De macht van het leger is zo groot geworden dat de pers zich tot voor kort openlijk afvroeg of er misschien een militaire staatsgreep werd voorbereid. Sommigen beweren dat die in feite al heeft plaatsgevonden, zonder tanks en soldaten in de straten. Toen de president eind maart dit jaar aangaf dat hij “zijn leger” zou kunnen mobiliseren tegen de lockdowns die in sommige Braziliaanse staten en steden tegen zijn wil waren opgelegd, distantieerde de legertop zich voor de allereerste keer van Bolsonaro.
Dezelfde minister van Defensie die vorig jaar de antidemocratische demonstraties voor de sluiting van het Congres en het Hooggerechtshof -geïnstigeerd door Bolsonaro- steunde, stelde nu dat hij weigerde om “een staatsinstelling te transformeren naar een regeringsinstelling”. Hij werd onmiddellijk ontslagen door de president, wat een crisis veroorzaakte waarin de bevelhebbers van de 3 componenten van het leger gezamenlijk hun ontslag indienden. Om zijn staatsgreep uit te voeren kan Bolsonaro dus niet langer rekenen op de strijdkrachten.
De bevelhebbers van de 3 componenten van het leger dienden onlangs gezamenlijk hun ontslag in.
Er wordt echter gevreesd dat hij een opstand door de politie zou kunnen uitlokken. In tegenstelling tot het leger staat de politie onder controle van de gouverneurs van de Braziliaanse deelstaten. Bolsonaro zou zich dus kunnen voordoen als de verdediger van de economie tegen degenen die lockdowns willen opleggen. Als de militaire politie niet blijkt te volstaan om zijn doeleinden te bereiken, heeft Bolsonaro ook nog de mogelijkheid om de milities en zijn digitale leger van trollen in te zetten om een opstand te lanceren tegen het parlement en het Hooggerechtshof.
Afzetting aan de horizon
Sinds het Hooggerechtshof de corruptieveroordeling van voormalig president Luiz Inácio Lula da Silva heeft opgeschort, blijkt hij in de peilingen een geduchte potentiële electorale tegenstander voor Bolsonaro. Het scenario voor 2022 lijkt dus vast te liggen.
Lang voor de bestorming van het VS-kapitool (de zetel van de Amerikaanse volksvertegenwoordigers) door Donald Trump-aanhangers op 6 januari, trok Bolsonaro de integriteit van de Amerikaanse verkiezingen al in twijfel. Als Bolsonaro in 2022 wint, is het mogelijk dat hij de democratie probeert op te heffen, als hij verliest zou hij -de gebeurtenissen in Washington indachtig- nog gevaarlijker kunnen zijn.
In het licht van zo’n ernstige bedreiging van de democratie, lijkt de parlementaire afzettingsprocedure de enige uitweg te zijn. Met meer dan 100 officiële ingediende afzettingsverzoeken lijken er redenen genoeg te zijn om hem ter verantwoording te roepen. Maar er kan alleen een gevolg gegeven worden aan deze verzoeken wanneer Arthur Lira, voorzitter van het Lager Huis, beslist om de afzettingsprocedure op te starten.
Alleen de voorzitter van het Lager Huis kan beslissen om een afzettingsprocedure tegen de president op te starten.
Tegen Lira zelf, die verkozen werd met de steun van Bolsonaro, lopen er 2 processen wegens vermeende corruptie en zijn vrouw heeft hem beschuldigd van huiselijk geweld. Zijn macht om al dan niet een afzettingsprocedure tegen de president van de republiek in te leiden, geeft hem een zeer sterke positie om te onderhandelen over posten en andere voordelen. Bolsonaro, die ooit geloofde dat hij het parlement kon controleren door zich te alliëren met de conservatieve Centrao, lijkt nu dus zelf alsmaar meer onder controle te staan van deze partij-overschrijdende groep. Berucht voor hun opportunisme lijdt het geen twijfel dat de wetgevers die tot de Centrao behoren vlot van kant zullen wisselen wanneer hun belangen dat vereisen.
‘Genocidale' aanpak van de COVID-19 crisis
De omkoopbare politici van het centrum die hun steun aan de regering laten afhangen van de voordelen die ze eruit hopen te halen; het leger dat veel te lang een regering gesteund heeft die een bedreiging vormt voor de institutionele orde; de pleitbezorgers van een ultraliberaal bezuinigingsbeleid te midden van een pandemie; de evangelische pastoors die zeggen dat ze “bereid zijn te sterven” om hun tempels open te houden; en de omstreden 15% à 20% van de bevolking die ondanks alles de president blijft steunen, zijn allemaal medeplichtig aan de hachelijke situatie waarin Brazilië zich vandaag bevindt. Het lijdt echter geen twijfel dat Bolsonaro vroeg of laat verantwoording zal moeten afleggen voor het catastrofale wanbeheer van de gezondheidscrisis.
Vroeg of laat zal Bolsonaro verantwoording moeten afleggen voor het catastrofale wanbeheer van de gezondheidscrisis.
Ondertussen is zijn populariteit omgekeerd evenredig met het aantal sterfgevallen ten gevolge van COVID-19. Zijn meest fanatieke aanhangers steunen hem onvoorwaardelijk, maar zijn populariteitsgraad zakt gestaag. In de steek gelaten door het leger, de pers, de economische elite en een aanzienlijk deel van de Brazilianen die voor hem gestemd hebben, geraakt de president steeds meer geïsoleerd.
Onvoorspelbaar en opvliegend als hij is, wordt hij alsmaar gevaarlijker en veroorzaakt hij de ene crisis na de andere. Onverantwoordelijkheid en onbezonnen improvisatie bij de uitvoering van overheidsbeleid, hebben het feit kunnen verdoezelen dat het opwekken van chaos eigenlijk de zekerste manier is om de fundamenten van de republiek te ondermijnen en om beetje bij beetje alle bevoegdheden in zijn persoon te concentreren. Strikt genomen bestuurt de president eigenlijk niet. Hij beperkt zich tot het plaatsen van zijn anti-establishment-mannetjes (waarvan 3 vrouwen) aan het hoofd van zijn regering.
Net zoals bij een kamikaze-missie corroderen de ministers van Milieu, Volksgezondheid, Onderwijs, Cultuur, Buitenlandse Betrekkingen en Mensenrechten de democratische instellingen van binnenuit. Achter een façade van constitutionele orde, vreten ze de instellingen als termieten aan. Het insisteren dat de instituties normaal blijven functioneren, is niet echt geruststellend: het democratische gebouw kan op elk moment instorten.
Achter een façade van constitutionele orde, vreet de regering de democratische instellingen van binnenuit aan.
Toen Bolsonaro tijdens een gefilmde regeringsbijeenkomst opriep tot een gewapende burgeropstand tegen de “dictatuur van de lockdown”, was er algemene consternatie en verontwaardiging, maar werd er geen afzettingsprocedure opgestart.
Toen een generaal, die alleen maar omschreven kan worden als een putschist, het Hooggerechtshof openlijk bedreigde met “onvoorzienbare consequenties”, vroeg niemand hem om af te treden. Tegen de voorstellen van het openbaar ministerie in, benoemde Bolsonaro bovendien een procureur-generaal die fungeert als zijn persoonlijke advocaat.
Om zijn politieke vijanden te elimineren heeft de president de plaatselijke rechtbanken en de federale politie gevraagd om de gouverneurs te onderzoeken wegens de verduistering van fondsen die bedoeld waren voor de aankoop van ventilatoren voor ziekenhuizen.
Toen minister van Justitie, Sérgio Moro, zijn ontslag indiende en de president beschuldigde van inmenging in de gerechtelijke procedure ten gunste van zijn familie, werd een onderzoek opgestart, maar er werd geen gevolg aan gegeven.
Toen een juridisch onderzoek de systematische verduistering van openbare middelen door Bolsonaro’s oudste zoon aan het licht bracht, werd de geheime dienst ingeschakeld om de belastingdiensten te onderzoeken.
Toen Fabrício Queiroz, het brein achter een smeergeldregeling, ex-militieman en naar verluidt een vriend van de familie Bolsonaro, werd aangetroffen in het huis van de man die al sinds jaar en dag advocaat is van de president, werd hij naar de gevangenis gestuurd, maar kwam vervolgens onmiddellijk weer vrij. Toen een journalist vroeg naar de 89.000 Braziliaanse reals (13.200 euro) die Queiroz naar verluidt overschreef naar de bankrekening van Bolsonaro’s vrouw, antwoordde de president aan de journalist dat hij “zijn gezicht tot moes wilde slaan”.
De glorificatie van geweld en een fascinatie met de dood vormen de signatuur van Bolsonaro, die van het ‘pistoolvinger’-gebaar (de uitgestoken wijsvinger en duim die een geweer vormen), het symbool van zijn verkiezingscampagne maakte.
De glorificatie van geweld en een fascinatie met de dood vormen de signatuur van Bolsonaro.
De president toonde nooit de minste empathie met de slachtoffers van COVID-19 en heeft de pandemie gepolitiseerd. Vanaf het begin minimaliseerde hij de risico’s van COVID-19 en omschreef hij de ziekte als “een griepje”. Bovendien saboteerde hij systematisch gezondheidsmaatregelen, sociale afstandsregels, quarantaines en vaccinaties. Zo stelde hij al herhaaldelijk dat hij zich niet zal laten vaccineren. Hij is fel gekant tegen een verplichte vaccinatie en beweert dat het vaccin de ontvanger “in een krokodil” kan veranderen.
Voor een publiek dat, net als hij, geen mondmasker draagt, verklaart hij: “Het beste vaccin is het virus zelf, zonder bijkomende effecten”. De doden worden terzijde geworpen. Gezien de staat zich ervan afhoudt, heeft de regering begin mei nu wel de toestemming gegeven aan de privésector om vaccins aan te kopen.
Bewust het gevaar negerend van door de wetenschap ondoelmatig bewezen remedies, raadde de voormalige minister van Volksgezondheid, Pazuello, chloroquine (een middel tegen o.a. malaria) en ivermectine (een anti-parasitair geneesmiddel) aan als een “vroege behandeling” tegen de ziekte. Indien Pazuello, de derde van Bolsonaro’s 4 ministers van Volksgezondheid sinds de start van de pandemie, evenveel energie had gestoken in het bestellen van vaccins, zuurstof en anesthetica, als het leger in het produceren van chloroquine of het manipuleren van officiële statistieken, dan zou Brazilië vandaag geen 2000 tot 3000 doden per dag bereiken.
Een wetenschappelijke analyse van de meer dan 3000 verordeningen en decreten met betrekking tot de pandemie uit 2020, concludeerde dat er sprake is van een institutionele strategie om het virus te verspreiden. In het rapport van het Centrum voor Onderzoek naar Volksgezondheidsrecht, verbonden aan de Universiteit van Sao Paulo en ‘Conectas Direitos Humanos’ wordt de Braziliaanse regering ervan beschuldigd opzettelijk te hebben toegelaten dat COVID-19 zich verspreidde over heel het land. De combinatie van een mislukte vaccinatiecampagne en ongecontroleerde besmetting, veranderde Brazilië in een broedplaats voor SARS-Cov-2-varianten. Onderzoekers hadden gewaarschuwd dat dit in vivo-experiment in sneltempo een bedreiging zou worden voor de rest van de wereld.
De Braziliaanse regering wordt ervan beschuldigd opzettelijk te hebben toegelaten dat COVID-19 zich verspreidde over heel het land.
Met 4 varianten die zich tijdens de tweede golf doorheen het land verspreiden, staat het gezondheidssysteem op het punt het te begeven. De situatie in januari in Manaus, de hoofdstad van Brazilië’s grootste staat Amazonas, bleek een voorbode te zijn van wat komen zou.
Verschillende steden in Brazilië hebben geen bedden meer ter beschikking op de intensieve zorgen. Dokters worden gedwongen om patiënten aan de poorten van de ziekenhuizen te triëren en ter plaatste te beslissen wie naar de afdeling intensieve gaat en wie naar het mortuarium. Er is een groot tekort aan zuurstof. Bij gebrek aan verdovingsmiddelen worden patiënten onder dwang vastgebonden aan hun bedden om ze te kunnen intuberen. COVID-19 slachtoffers worden steeds jonger. De helft van hen is nu onder de 40 jaar oud en ze blijven ook langer op de intensieve zorgen liggen.
Ook lijkkisten worden schaars. Begraafplaatsen zijn overvol. Zonder strenge beheersingsmaatregelen zal Brazilië snel aan een half miljoen doden raken. Met minder dan 3% van de wereldbevolking is Brazilië goed voor 10% van alle COVID-19 slachtoffers. In de weken vóór India het epicentrum van de pandemie werd, stond dat cijfer op 30%. Een statistische vergelijking met andere landen in de wereld, leert ons dat de kans om te overlijden aan COVID-19 in Brazilië 3 tot 4 maal hoger ligt dan op andere plaatsen. Een correspondent van het prestigieus medisch tijdschrift The Lancet stelde in januari dat 75% van de toen 400.000 geregistreerde sterfgevallen kon worden toegeschreven aan Bolsonaro.
Het Internationaal Strafhof in Den Haag zal hier rekening mee moeten houden bij de behandeling van beschuldigingen van genocide en misdaden tegen de menselijkheid.
Frédéric Vandenberghe is professor Sociologie aan de Staatsuniversiteit van Rio de Janeiro en Jaime Marques Pereira is professor emeritus Economie aan de Jules Verne Universiteit van Picardië – CRIISEA. Dit artikel verscheen eerder deze maand op Opendemocracy.