Image
Kernwapens Kleine Brogel staan er omdat regering dat wil
Foto: United States Department of Defense
Kernwapens Kleine Brogel staan er omdat regering dat wil
8 minuten

De vredesbeweging nodigde de Amerikaans kernfysicus Hans Kristensen uit, de man die uitbracht dat de kernwapens in Kleine Brogel gaan ‘gemoderniseerd’ worden, voor een hoorzitting in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij had een aantal zeer relevante zaken te vertellen over de 'Belgische' kernwapens.

Sinds 1964 staan er in de Limburgse luchtmachtbasis van Kleine Brogel een aantal kernwapens gestationeerd, klaar om met Belgische bommenwerpers te worden afgeworpen op hun doelwitten. Tijdens de Koude Oorlog lagen die doelwitten in het oostblok, in hoofdzaak in het sterkste en grootste deel ervan, de Sovjet-Unie.

In 1989 viel die Unie uit elkaar in het huidige Rusland, de Centraal-Aziatische republieken en de Kaukasus. De toenmalige oostbloklanden aan de westelijke grens van Rusland stapten over naar politieke allianties met het Westen, meer bepaald de militaire Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de EU, op twee landen na, Wit-Rusland (Belarus) en Oekraïne.

Hoewel de toenmalige officiële verklaring voor de aanwezigheid van kernwapens in België, Nederland, Duitsland en Italië (in Turkije stonden al kernwapens in de jaren 1950) altijd de gestelde dreiging van die Sovjet-Unie was, werden ze na de Koude Oorlog nooit verwijderd.

Talrijke organisaties, personaliteiten en politici hebben die aanwezigheid sindsdien aangeklaagd en terugtrekking geëist, ondermeer met acties aan de basis van Kleine Brogel. Geen enkele Belgische regering is daar tot nog toe op ingegaan. De aanwezigheid van die kernwapens werd overigens nooit erkend. Het officiële beleid van de betrokken NAVO-lidstaten is om over deze wapens geen enkele informatie te geven, dus ook niet te bevestigen of te ontkennen dat ze er zijn.

Geen democratische inspraak

Vast staat dat de wapens hier niet zijn beland op basis van een verdrag. Dat zou immers de instemming van het parlement vereist hebben. De vraag naar de aanwezigheid van kernbommen in Klein Brogel is dan ook de enige waarop het parlement, het enige democratisch verkozen orgaan, geen antwoord krijgt van de betrokken minister, en dat sinds 1964. Hiervoor worden nooit argumenten gegeven. Evenmin werden er documenten voorgelegd die de regering die volmacht geven.

Deze totale afwezigheid van parlementaire controle geldt overigens voor een groot deel van het buitenlands beleid en van defensie. Binnen die domeinen is de kwestie van de kernwapens het grootste geheim van de Belgische staat sinds 1964. Dat de publieke opinie in België, de EU en in feite zowat de hele wereld tegen kernwapens is om principiële en morele redenen, daar heeft de NAVO nooit rekening mee gehouden.

Geen concreet engagement

De laatste jaren is het de gewoonte geworden in elke regeringsverklaring een aantal cryptische bewoordingen omtrent kernwapens op te nemen. In het regeerakkoord van de huidige federale regering staat het volgende te lezen:

“De regering pleit voor het revitaliseren en het eerbiedigen van het non-proliferatieverdrag (nvdr: tegen de verdere verspreiding van kernwapens). Zij zal op een besliste manier ijveren voor internationale initiatieven met het oog op een verdere ontwapening – inbegrepen nucleaire – en voor een verbod op wapensystemen met een willekeurig bereik en/of die die disproportioneel veel burgerslachtoffers maken”.

Het is een standaardformulering die geen enkel concreet engagement inhoudt. Ondertussen ijvert de minister van Defensie voor de aankoop van een nieuwe jachtbommenwerper, de ‘F35 Lightning II’, beter bekend als de ‘Joint-Strike Fighter’ (JSF). Dit toestel is geschikt voor het transport van kernwapens.

Geen verwijdering maar modernisering

Enkele maanden geleden meldde de Amerikaanse kernfysicus Hans Kristensen, directeur van het Nuclear Information Project van de Federation of American Scientists, dat de VS van plan is de huidige B-61 kernbommen in de EU te ‘moderniseren’.

Die modernisering wordt uitgelegd als een routine-onderhoud, een verlenging van hun gebruiksduur, maar geen uitbreiding van hun militaire inzetbaarheid. Die modernisering zou zelfs kostenbesparend zijn, meer mogelijkheden geven om het totale kernarsenaal te verminderen en noodzakelijk zijn om onze nucleaire veiligheid te blijven garanderen.

Samen met het voorstel van de aankoop van de JSF geeft dat niet bepaald de indruk dat de Belgische regering zich inzet voor de verwijdering van de kernwapens van Kleine Brogel. Dit wijst veeleer op het omgekeerde, namelijk op een verdere inzet van kernwapens op lange termijn.

Hans Kristensen maakte in zijn lezing op de hoorzitting in Brussel brandhout van die uitleg:

  1. het gaat om de verbouwing van bestaande bommen tot een nieuw type wapen dat nu nog niet bestaat in het kernarsenaal;
  2. de militaire inzetbaarheid van deze wapens zal erdoor toenemen;
  3. het is één van de duurste kernwapenprogramma’s ooit, de volledige kosten zijn nog niet bekend;
  4. dit zal samengaan met een vermindering van het totaal aantal kernwapens, maar die vermindering was sowieso al gepland en staat hier volledig los van;
  5. de B-61 is nu al één van de meest veilige kernwapens in het arsenaal, er zijn andere types die veel meer nood hebben aan betere beveiliging door ‘modernisering’.

Kristensen legde tijdens de hoorzitting tevens uit dat het de bedoeling is deze bommen van een nieuwe staartkit te voorzien die mogelijk zou maken het projectiel na lancering vanuit het vliegtuig te leiden (het worden dan 'guided missiles'), waardoor veel preciezer kan gericht worden en waardoor de actieradius na lancering vergroot. Door die efficiëntere inzet kunnen de bommen ook met kleinere ladingen worden geladen, die minder nucleaire fall out zouden veroorzaken. Zo wordt de drempel voor een beslissing tot eventuele effectieve inzet van deze kernwapens verlaagd.

Dit waren nooit afschrikkingswapens

Bovendien, aldus Kristensen, zal dit de onderhandelingen met Rusland over een werderzijdse reductie van kernwapens bemoeilijken én zal Rusland daaruit logischerwijze besluiten om ook het eigen huidige kernarsenaal te ‘moderniseren’.

Kristensen trekt ook de officiële redenen voor de aanwezigheid in twijfel: “Het was hem nooit te doen om de Sovjets af te schrikken van een invasie. Het militaire apparaat hier heeft een Russische invasie tijdens de Koude Oorlog nooit ernstig genomen. Alles wees op het tegendeel. Het basisprincipe van de Russische militaire strategie is altijd ‘defensie tegen een invasie’ geweest.” 

“Zelfs vandaag is Rusland niet eens in staat meer dan één front tegelijk te openen. Daar hebben ze de logistieke capaciteit niet voor en hun bevelstructuur kan het niet aan. Het enige waar Rusland op traint is het tegenhouden van een invasie. Ze zijn overigens meer bevreesd om een invasie vanuit China dan vanuit West-Europa. De Russische kernwapens passen volledig in die defensieve strategie. Het al dan niet aanwezig zijn van deze B-61-kernwapens heeft daar geen enkele impact op.”

Eén blikseminslag volstaat

Kristensen wijst er verder op dat er heel wat veiligheidsrisico’s zijn verbonden aan deze wapens en geeft vervolgens een hallucinant voorbeeld. “Om de bommen klaar te maken voor inzet, worden ze op vrachtwagens uit de bunkers gehaald en naar buiten gereden. Buiten wordt dan de volledige bekisting verwijderd om de technische aanpassingen uit te voeren (in de hangars zijn de kernbommen uit veiligheidsoverwegingen 'ontwapend’).

“Tijdens die aanpassingsprocedure wordt de kernkop losgekoppeld van de rest van het lanceerprojectiel en opzij gelegd. Uit een veligheidsanalyse van de Amerikaanse luchtmacht is gebleken dat tijdens de momenten dat de kernkop los in die trucks lag, een gewone blikseminslag op de vrachtwagen zou volstaan om de detonatie van de kernkop te veroorzaken. Andere aanwezige losgekoppelde kernkoppen in de buurt zouden dan op hun beurt tot ontploffing komen.”

Wie heeft beslist tot modernisering?

Een weerkomende vraag tijdens de hoorzitting was ook of de beslissing tot modernisering van deze wapens al dan niet een gemeenschappelijke beslissing was van de Belgische en de Amerikaanse regering, of de Belgische regering enkel werd geïnformeerd of dat er hierover niet werd gecommuniceerd met de Belgische regering.

“Misschien werd de (toenmalige) eerste minister geïnformeerd, in ieder geval minstens een beperkt aantal hogere ‘officials’ van het ministerie van defensie. Een gewone modernisering hoeft volgens de huidige overeenkomsten binnen de NAVO niet eens medegedeeld te worden, maar het is politiek onwaarschijnlijk dat het niet zou worden gedaan.", meent Kristensen.

De publieke opinie is 'quantité négligeable'

Kristensen legde op de hoorzitting ook uit dat de kernwapens hier om politieke redenen staan, niet om militaire. “De Amerikaanse luchtmacht wil er al jaren van af. Het houdt hun piloten weg van training voor andere opdrachten. In feite blijven ze hier alleen staan omdat men in de VS beseft dat, als ze deze kernbommen terugtrekken, ze nooit meer kernwapens in de EU zullen kunnen stationeren. Men weet in de NAVO immers perfect dat het huidige beleid van alle vijf betrokken regeringen lijnrecht ingaat tegen de publieke opinie in de betrokken landen.”

“Het is ook niet waar dat België niet anders zou kunnen dan deze wapens hier toelaten, omdat de NAVO-consensus hen dat oplegt. Dat klopt gewoon niet. De enige consensus die er echt is houdt in dat de betrokken landen in bilateraal overleg met de VS over die wapens kunnen beslissen."

“Duitsland heeft al beslist hun nieuwe jachtbommenwerpers geen technische capaciteit te geven voor het afwerpen van kernwapens. Duitsland is nog altijd een sterke bondgenoot van de NAVO. Het idee dat er repercussies zouden volgen op een dergelijke beslissing is nonsens. In Nederland wil het parlement dat ook met de nieuwe JSF, maar de Nederlandse regering verbergt zich achter de gekende drogredenen van de NAVO-consensus.”

Waar het op neerkomt is dat alle Belgische regeringen van 1964 tot vandaag deze kernwapens in Kleine Brogel hebben laten staan omdat ze het daar mee eens zijn, niet omdat ze niet anders konden.

Bovendien wijst de geplande aankoop van de JSF en deze modernisering er op dat de Belgische regering deze wapens nog voor lange tijd hier wil houden. "Dat gaat lijnrecht in tegen het officiële beleid en maakt de steun aan de campagne voor een kernwapenvrije wereld ongeloofwaardig."

Kristensen tenslotte: “Het lijkt me normaal dat, als jullie minister van Defensie (Pieter De Crem, CD&V) zijn kansen wil vrijwaren om secretaris-generaal van de NAVO te worden, hij geen enkel initiatief zal nemen in de richting van kernontwapening, maar het omgekeerde zal bepleiten.”

(Er staan nog kernwapens in twee andere Europese landen. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben een eigen kernwapenarsenaal. Zij weigeren hun wapens op te nemen in de onderhandelingen tussen de grootmachten).

 

Dit artikel verscheen in De Wereld Morgen


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.