Een botte nieuwe vorm van 'anti-Haïtisme' (haat tegen Haïtianen) heeft onlangs opmerkelijk veel aandacht gekregen in de VS. Deze vorm van racisme met diepe anti-zwarte wortels stak zelfs de kop op tijdens het presidentiële debat van 10 september tussen Donald Trump en Kamala Harris.
Racistische en onwetende gebruikers van sociale media hebben recentelijk het idee verspreid dat Haïtiaanse immigranten in Springfield, Ohio, huisdieren opeten. De Republikeinse vice-presidentskandidaat JD Vance heeft deze anti-Haïtiaanse laster sterk aangewakkerd met een bericht op X: “Maanden geleden heb ik de kwestie aan de orde gesteld van illegale immigranten uit Haïti die de sociale voorzieningen leegzuigen en in het algemeen chaos veroorzaken in Springfield, Ohio. Rapporten tonen nu aan dat de huisdieren van mensen werden ontvoerd en opgegeten door mensen die niet in dit land zouden moeten zijn.”
De X-post van Vance werd meer dan 11 miljoen keer bekeken en Donald Trump verwees er zelfs naar in het presidentiële debat van 10 september. Dit ondanks het ontbreken van enig bewijs. De ambtenaren van Springfield hebben geen enkel geloofwaardig bericht ontvangen over Haïtiaanse immigranten die huisdieren zouden ontvoeren en opeten.
De 'Haïtianen eten huisdieren'-leugen is de laatste in een lange reeks van anti-Haïtiaanse beweringen, die teruggaat tot de slavenopstand in het land bijna 200 jaar geleden - een strijd tegen slavernij, kolonialisme en witte suprematie.
In het begin van de jaren 1980 werden Haïtianen gestigmatiseerd als de veroorzakers van het HIV-virus in de Verenigde Staten. De ‘Centers for Disease Control’ CDC - het nationale agentschap voor volksgezondheid van de VS) bestempelde Haïtianen als een risicogroep, wat leidde tot 'De vier H's': homoseksuelen, hemofiliepatiënten, heroïneverslaafden en Haïtianen. Ook het Canadese Rode Kruis wees Haïtianen in die tijd publiekelijk aan als een groep met een “hoog risico” op AIDS, de enige nationaliteit die specifiek werd aangeduid. In 1983 riep het Canadese Rode Kruis homoseksuelen en biseksuelen met meerdere partners, intraveneuze druggebruikers, hemofiliepatiënten en recente immigranten uit Haïti op om vrijwillig te stoppen met het geven van bloed. Een pamflet van de Canadese overheid, dat in winkelcentra werd verspreid, legde ook een expliciet verband tussen Haïtianen en AIDS. Dit gebeurde -opnieuw- ondanks een gebrek aan bewijs dat AIDS meer voorkwam in Haïti dan in de VS. Tegen 1987 was er zelfs minder AIDS in Haïti dan in de VS en andere Caraïbische landen.
Maar als gevolg van de ongegronde stigmatisering stortte de belangrijke toeristische sector van het land in van de ene op de andere dag. Uit angst dat het virus zich via goederen zou kunnen verspreiden, blokkeerde de VS zelfs de invoer van sommige Haïtiaanse producten.
De bewering dat Haïtianen verantwoordelijk zijn voor AIDS duikt nog steeds op. Tijdens een explosie van xenofobie tegen Haïtiaanse migranten in Guyana in 2019, werd er bericht over HIV/AIDS en voodoo, en in een radio-tirade in 2016 bestempelde voormalig Canadees parlementslid André Arthur Haïti als een “seksueel afwijkend” land, bevolkt door dieven en prostituees die verantwoordelijk zijn voor HIV/AIDS.
In een ander voorbeeld van het stigmatiseren van Haïtianen omwille van ziektes, gaf de CDC-manager van de Haïtiaanse cholerarespons, Jordan W. Tappero, de Haïtiaanse culturele normen de schuld van de cholera-uitbraak in 2010 die tienduizenden doden veroorzaakte. Hij vertelde 'Associated Press'-journalist Jonathan Katz dat Haïtianen niet de “schaamte ervaren die geassocieerd wordt met ontlasting in het openbaar”. Zoals toen werd vermoed en later werd bevestigd, werd cholera in Haïti geïntroduceerd door slechte sanitaire praktijken onder VN-troepen.
Tien maanden eerder suggereerde de invloedrijke VS-dominee Pat Robertson dat de verschrikkelijke aardbeving van januari 2010 die Port-au-Prince en omliggende gebieden verwoestte, te wijten was aan een “deal met Satan” die twee eeuwen eerder was gesloten. Robertson beweerde dat Haïtianen “onder de knoet zaten van de Fransen. Je weet wel, Napoleon III en wat dan ook ... En ze [de Haïtianen] kwamen bijeen en zwoeren een pact met de duivel. Ze zeiden: 'We zullen jou dienen als jij ons bevrijdt van de Fransen. Waargebeurd verhaal. En dus zei de duivel: 'Oké, het is een deal'.” Robertson voegde eraan toe: “Weet je, de Haïtianen kwamen in opstand en bevrijdden zichzelf. Maar sindsdien zijn ze vervloekt door het ene ding na het andere.”
Canadese protestantse groepen hebben een soortgelijke denkwijze verspreid over de Bwa Kayiman (Bois Caïman)-voodoo ceremonie in augustus 1791, die de Haïtiaanse Revolutie hielp lanceren. Auteur Bertin M. Louis wijst er in zijn boek hierover op dat sommige Haïtiaanse Canadese protestanten geloven dat Haïti volledig toegewijd is aan de duivel. Mainstream Canadese stemmen hebben zich herhaaldelijk denigrerend uitgelaten over voodoo.
Na de Amerikaans/Frans/Canadese staatsgreep van 2004 publiceerde de National Post een edito met de kop “Voodoo is niet genoeg”, waarin werd gepleit voor “een coalitie van bereidwilligen om het land voorgoed uit het moeras te hijsen". Een artikel uit 1952 van de 'Globe and Mail', waarin gepoogd werd sympathie te tonen voor het land, begon met de opmerking: “De belangrijkste exportproducten van Haïti zijn niet, zoals algemeen wordt aangenomen, zombies”. Een van de eerste boeken die Noord-Amerikanen in aanraking bracht met de ‘voodoozombie’ was ‘Magic Island’, uit 1929, van William Buehler Seabrook. Het boek sensationaliseerde ontmoetingen met voodoo-culten in Haïti en hun herrezen volgelingen.
Voodoo is meer dan twee eeuwen lang gedemoniseerd door witte supremacistische en christelijke krachten. Belangrijk voor het verslaan van de slavernij en het veiligstellen van de Haïtiaanse onafhankelijkheid, bood de religie spirituele/ideologische steun aan hen die in opstand kwamen tegen hun slavenmeesters in misschien wel het grootste voorbeeld van bevrijding in de geschiedenis van de mensheid.
De Haïtiaanse Revolutie van 1791-1804 was tegelijkertijd een strijd tegen slavernij, kolonialisme en witte suprematie. De Franse, Britse en Spaanse rijken werden verslagen, wat leidde tot vrijheid voor alle mensen, ongeacht hun huidskleur, decennia voordat dit idee in Europa of Noord-Amerika voet aan de grond kreeg. De Haïtiaanse opstand weergalmde door de regio en dwong de regering in Parijs na de Franse Revolutie om de slavernij in haar Caribische koloniën af te schaffen. Het was ook de aanleiding voor de Londense wet van 1807 die de slavenhandel afschafte.
De Haïtiaanse Revolutie leidde tot 's werelds eerste en enige succesvolle grootschalige slavenrevolutie. Peter Hallward argumenteert dat “er geen enkele gebeurtenis in de moderne geschiedenis is waarvan de gevolgen bedreigender waren voor de dominante wereldorde”.
Maar in de nasleep van de Haïtiaanse Revolutie werd Haïti beschimpt in duizenden foto's, artikelen en boeken Haïti, en werden de slaven die in opstand kwamen als barbaars afgeschilderd, ondanks het feit dat er 350.000 Afrikanen werden gedood, tegenover 75.000 Europeanen, tijdens de 13 jaar durende revolte. Anti-Haïtisme heeft diepe wortels.
Het is makkelijk om de spot te drijven met mensen die beweren dat Haïtiaanse immigranten katten eten. Maar openlijk anti-Haïtisme wordt ook uitgedragen door 'gesofisticeerde' progressieven (‘liberals’). Hun hoogdravende commentaren die oproepen tot buitenlandse voogdij over het land verschijnen regelmatig op de pagina's van de ‘Globe and Mail’ en de ‘Boston Globe’.
Het anti-Haïtianisme vloeit voort uit en versterkt de zwakte van het land, die wordt aangewakkerd door de imperiale overheersing. Technisch gezien is Haïti al meer dan twee eeuwen “onafhankelijk”, maar buitenstaanders geven de Haïtiaanse aangelegenheden al lang vorm. Isolatie, economische verstikking, schuldafhankelijkheid, militaire intimidatie, bezetting, door het buitenland gesteunde dictaturen, structurele aanpassingsprogramma’s, plannen ‘ter promotie van de democratie’, staatsgrepen en vervalste verkiezingen - Haïti is goed bekend met de verschillende vormen van buitenlandse politieke manipulatie.
De anti-Haïtiaanse beweringen van J.D. Vance hebben diepe wortels in eeuwen van anti-zwart racisme en imperiale ambities van de VS. Iedereen die geen echte Haïtiaanse onafhankelijkheid steunt, is besmeurd door deze erfenis en de hedendaagse realiteit.
Dit vertaalde artikel verscheen eerder op Common Dreams.