Image
Nieuwjaarsbrief van de voorzitters van de Vlaamse vredesbewegingen
Nieuwjaarsbrief van de voorzitters van de Vlaamse vredesbewegingen
Artikel
8 minuten

Hals over kop en ondemocratisch starten we de eenentwintigste eeuw met een dwaas avontuur: de oprichting van een Europees leger.

Hals over kop en ondemocratisch starten we de eenentwintigste eeuw met een dwaas avontuur: de oprichting van een Europees leger.

Met onze beide handen open... komen we aangelopen... een kusje hier en een kusje daar... we wensen iedereen een vredig jaar! Maar is die vrede niet in gevaar? Is de democratie en de politieke militaire besluitvorming in Vlaanderen, België, Europa en de wereld niet weggedrukt door de internationale wapenindustrie? Geen jaar- of eeuwoverzicht willen we u tonen, maar een logische redenering die lezers kritisch en geïnformeerd laat binnenwandelen in deze nieuwe eeuw.

 DEMOCRATIE

Democratie is een staatsvorm waarbij het volk zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan uiten. In de praktijk gebeurt dit zelfbestuur door het volk gewoonlijk door vrije en algemene verkiezingen van vertegenwoordigers die beschouwd worden als de vertolkers van de wensen van het volk. Gewoonlijk hebben we te maken met een getrapte democratie, waarbij het volk de beleidsmensen niet rechtstreeks verkiest en bewaakt, maar dit overlaat aan de volksvertegenwoordigers die op hun beurt het bepalen van de algemene gang van zaken overlaten aan de regerende top. Het aantal landen met een democratische staatsvorm groeit, maar is nog steeds in de minderheid. In 80 van de 191 staten worden vrije verkiezingen georganiseerd. Vier vijfde van de wereldbevolking leeft in een niet-democratisch bestuurde staat.

Is de democratie veruit te verkiezen boven de dictatuur, dan betekent dit nog niet dat we onze huidige democratie een ideale staatsvorm kunnen noemen. Democratieën zijn een barometer van wat leeft bij het volk. Weet het volk wat het wil, is het kritisch, goed geïnformeerd en actief deelnemend aan het beleid, krijgt de bevolking van jongs af aan hiervoor een opvoeding tot burgerzin, dan benaderen we ongetwijfeld een ideale democratie. Absolute voorwaarden voor een echt zelf regeren door het volk zijn: openheid vanwege beleidspersonen en beleidsorganen, exacte, eerlijke en voldoende informatie, duidelijkheid, transparantie en motivering van de beleidsvoering. Tot nu toe ontbreken deze voorwaarden ,zodat we eerder van een formele dan van een echte democratie kunnen spreken. Erger, we gaan de omgekeerde weg op naar meer onduidelijkheid en minder transparantie.

Kijk naar de grootste partijen die maar meer naar het centrum verschuiven. Ze zijn onduidelijk en blijven zeer algemeen als het concrete problemen betreft. Coalities achteraf maken dat de kiezer niet weet of zijn stem naar een progressief of meer conservatief beleid zal gaan. Partijtucht maakt dat ook het kiezen voor een bepaalde kandidaat geen oplossing biedt. Anderzijds geeft die vaagheid dan ook meer kansen aan partijen die een duidelijk programma hebben, maar op een simplistische manier misbruik maken van de onvrede van de reeds verzuurde kiezers en zo slapend rijk worden. Gelukkig beseffen politici dit zelf ook en lijkt er sinds kort een neiging te zijn om duidelijker standpunten in te nemen.

Kijk naar de kleinere invloed van het parlement in de Europese Unie ten opzichte van die van de afzonderlijke staten. Uiteindelijk wordt de algemene politiek er niet bepaald door het democratisch verkozen parlement, niet door de commissie, maar door de regeringshoofden, zeg maar door de regeringsfunctionarissen van de machtige landen, die in de eerste plaats rekening houden met hun macht en hun economische voordelen.

Kijk naar en nog sterkere aantasting van de democratie op mondiaal vlak door de Verenigde Staten van Amerika. Langs internationale organisaties, zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds willen ze de globalisering doordrukken over de hele wereld, waardoor elk land verplicht wordt een bepaald economisch model te volgen dat het recht van de sterkste bevorder en een sociaal beleid bemoeilijkt.

Deze ontwikkelingen mogen ons geloof in de mogelijkheid van een echte democratie niet aantasten. Stilaan wordt de burger kritischer en minder bespeelbaar. Hierbij wordt hij geholpen door een groeiend aantal organisaties die hem informatie, vorming tot vredesopvoeding en inzicht verschaffen.

MILITAIRE BESLUITVORMING EN DEMOCRATIE

Het is opvallend hoe de democratische inspraak vermindert naarmate het over belangrijker beleidszaken gaat. Zo is de besluitvorming op het terrein van Buitenlandse Zaken en van Defensie nooit op democratische wijze gebeurd. Wie herinnert zich niet de tijd van de plaatsing van de kruis- en Pershingraketten in Europa? Heel Europa door maakten massale betogingen het duidelijk dat de bevolking zich verzette tegen die opgedrongen overbrenging van wapens. In België, waar uiteindelijk met veel moeite een parlementair debat over deze kwestie werd afgedwongen, waren de wapens al onderweg toen het debat nog aan de gang was.

Vandaag zien we hetzelfde gebeuren. Militaire oorlogsvoorbereiding wordt zoveel mogelijk onttrokken aan de openbaarheid. Zopas heeft Solana getracht de gegevens in verband met de Europese bewapening tot geheime materie voor de Europese Unie te doen erkennen. De NAVO, maar ook een aantal lidstaten als Frankrijk en Duitsland hebben het besluit goedgekeurd dat documenten op het gebied van buitenlands beleid en veiligheidsmateries en de militaire en niet-militaire conflictbeheersing ontoegankelijk moet maken voor het publiek. Zelfs de Belgische regering stemde voor. Alleen Nederland, Zweden, Denemarken en Finland stemden tegen. Meteen weet u waar naartoe de volgende vakantie (sic L.Michel).

De wijze waarop tot de oprichting van een Europees leger besloten werd en dit nu in alle haast wordt afgewerkt is een aanfluiting van alle democratische beginselen. Alles wordt bedisseld door enkele mensen. Het gaat nochtans om een voor Europa belangrijke zaak die de latere Europese defensiepolitiek zal bepalen en anderzijds zware economische gevolgen voor heel Europa zal hebben.

Voor ieder democratisch en weldenkend mens zou over een zo belangrijk project als de oprichting van een Europees leger eerst grondig moeten nagedacht worden. Als eerste stap zou een uitgebreid debat moeten gevoerd worden, niet alleen in het Europees parlement, maar ook in de nationale parlementen, over alle elementen die met de Europese defensie te maken hebben. Vooraleer dit project verder uit te werken moet men het eerst eens zijn over de volgende vragen en opeenvolgende stappen.

1. Wat bedoelen we met Europese defensie? Gaat het om het verdedigen van Europa tegen eventuele aanvallers? Of gaat het ook over offensieve militaire aanvallen tegen hen die onze economie aantasten? Of gaan we nog verder en willen we zoals de NAVO een politierol spelen in de wereld? Hebben we daar het recht toe? Hoe zullen we de besluitvorming over dergelijke oorlogen organiseren?

2. Als hierover een akkoord bereikt is, kunnen politici, samen met militairen een voorstel doen over de mensen, manschappen, wapens en logistieke diensten die we hiervoor nodig hebben.

3. Als de doelstellingen geformuleerd zijn, de plannen uitgewerkt en baten en kosten berekend, volgt hierover een debat in het Europees parlement en in de nationale parlementen. Omdat het over een belangrijke zaak gaat met gevolgen op lange termijn, zou het aangewezen zijn er eventueel een Europees referendum over te organiseren.

Nu vliegt men er zomaar in. Men spant de kar voor de wagen. Men begint onmiddellijk met het aanduiden van commandanten, het bestellen en aankopen van hoogtechnologische moordwapens, zonder te weten waarvoor het moet dienen. Als men eerst rustig zou beraadslagen op grond van de zaak, over de verdediging van Europa tegen de echte gevaren waaraan het blootstaat, zou het heel goed kunnen gebeuren dat men tot het besluit komt dat:

* Europa de volgende decennia niet bedreigd wordt door een grootscheepse aanval van buiten uit en voor zijn verdediging dus geen gesofistikeerd materiaal en uitgebreid leger nodig heeft. Dat eventueel - zeker als we ons agressief gedragen tegenover de buitenwereld - terroristische aanslagen, kapingen, sabotage mogelijk zijn, waartegen een leger niets kan verrichten.

* Dat we ons beter onthouden van interventies buiten Europa, ook om humanitaire redenen, gezien dikwijls desastreuze gevolgen van de interventies in het verleden. Als we er in uitzonderlijk gevallen toch zouden toe besluiten, dat we best kunnen helpen met transportmateriaal en aangepaste bewapening.

* Dat we die interventies het best overlaten aan de Verenigde Naties en dus in de UNO-besprekingen ervoor ijveren dat deze organisatie doelmatiger kan werken en voer een aangepaste interventiemacht beschikt voor hoofdzakelijk vredeshandhavende missies.

* Dat we ons vooral toeleggen op echte preventie van oorlog en hiervoor voldoende middelen ter beschikking stellen en ons meer en effectiever inzetten voor preventie op lange termijn door de kloof tussen Noord en Zuid te dempen en een degelijke vredesopvoeding te implementeren in de maatschappij.

George Robertsson, NAVO-secretaris-generaal, zei simplistisch en alwetend: "We kunnen de effectiviteit van het bondgenootschap echter alleen in stand houden als we het fundament - ons militair vermogen - blijven versterken...". Laat Europa oordelen over de wijze waarop het kan helpen voor het handhaven van de vrede. De Verenigde Staten denken dit te kunnen doen door hoogtechnologisch en zwaar vernietigend materiaal. Uit ervaringen van de jongste vijftig jaar weten we dat dit niet helpt. Ze kunnen echter niet weg van de oude militaire logica: militairen blijven zich vastklampen aan het verleden. Is het een gevolg van hun verheerlijking van vroegere roem en heldhaftigheid, van hun hang naar roem en decoraties? Ze schijnen niets te leren uit incidenten zoals recent in de Golf van Aden waar een Amerikaanse oorlogsbodem van een nieuwe generatie, een pronkstuk van 33,5 miljard frank, bestand tegen kernaanvallen, kruisraketten, duikboten en zelfs biologische wapens; door twee mannen en een rubberbootje zeer zwaar beschadigd werd. Geweld wekt wraak- en haatgevoelens op, waartegen geen enkele techniek bestand is. Laat ons niet het pad van de NAVO opgaan, maar ons complementair opstellen, uitgaande van de vaststelling: hier helpt geen verhoging van het vermogen tot geweld. Hier helpt alleen preventie. Preventie van oorlog en geweld wordt de hoofdzaak van Europa.

Intussen gaat men razendsnel voort met de oprichting van een Europees leger naar oud model. Totaal onlogisch. Toch krijg je bij ons in de media geen enkele reactie tegen dit dwaas avontuur waarin we ons hals voer kop hebben gestort. Wij wensen u ondanks dit allemaal een vredig 2001;

 ondertekend door:

Josiane Burrick (De Vuurbloem), Jef De Loof (voorzitter Artsen voor Vrede), Gio De Weerd (voorzitter Jeugd & Vrede), Steven Daems en Patrick Lasure (Forum voor Vredesactie), Gui Deboutte en Anouk Depuydt (Loung Tak), Dirk Panhuis (Vrak, actie vredesbelasting), Staf Beelen (voorzitter Verbond VOS), Lionel Vandenberghe (voorzitter IJzerbedevaartcomité), Michel Vanderborght (voorzitter Vrede vzw) en Karel Vanspringel (voorzitter Pax Christi Vlaanderen)


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.