Image
Bardella

Jordan Bardella, voorzitter van het extreemrechtse 'Rassemblement national'; shutterstock.com

Paniek in de Macronie
Artikel
6 minuten

Er is paniek in de Macronie, het ‘blok’ van drie partijen dat de Franse regerende minderheid vormt. Paniek na de jongste peiling waarin dat Macron-blok 14% achter ligt op het uiterst rechtse Rassemblement national (RN). Paniek omdat het begrotingstekort voor 2023 met 5,5% gevoelig hoger ligt dan verwacht. Maar premier Gabriel Attal meent een gedroomd doelwit te hebben om de paniek te bezweren: de werklozen. De strijd tegen de werklozen is populair bij de achterban van de Macronie.

Kloof van 14%

Het RN staat nog altijd op 31%, aldus de vorige week donderdag bekendgemaakte peilingsresultaten in de aanloop naar de Europese verkiezingen later dit jaar. Het regeringsblok -Renaissance, Modem en Horizons samen- haalt 17%. Terwijl de lijst van Raphaël Glucksman (PS-Place Publique) met 13% oprukt naar de derde plaats en de Macronie bedreigt. Verder staat het linkse La France insoumise (LFI) op 8%, de rechtse Les Républicains (LR) op 7%, en de Ecologistes en de uiterst rechtse Reconquête elk op 6%.

President Emmanuel Macron en premier Attal slaan wild om zich heen in een poging het tij te keren. Macron doet dat in de figuur van een krijgshaftige leider, voorman in de strijd tegen de Russische collega Poetin, die volgens hem zijn Olympische Spelen wil saboteren. Sinds zijn ophefmakende uitspraak over de mogelijkheid troepen naar Oekraïne te zenden, zoekt Macron dagelijks een podium om zich te profileren als de ridder die Europa zal redden. We moeten onze strijdkrachten klaarstomen tegen de vijand die al volop troepen heeft in Frankrijk, namelijk die van het Rassemblement national.

Want daar komt het vooral op neer: de kiezers angst aanjagen en de grote concurrenten van het RN aanklagen als handlangers van de vijand. Dat is nu al enkele weken bezig, maar jammer genoeg voor Macron werkt het, te oordelen naar de peilingen, niet. Het is erg twijfelachtig of het oorlogsgeroffel dat tij de komende weken nog kan doen keren.

Werklozen

Premier Attal probeert intussen een andere piste: de strijd tegen de werklozen (niet tegen de werkloosheid). Hij heeft nu zijn plan voor de hervorming van het werkloosheidsstelsel ontvouwd, in de overtuiging dat een meerderheid van de Fransen hem daarin steunt. Want werklozen -zo wordt niet gezegd, maar wel gesuggereerd- die willen niet werken. Het zijn parasieten die op kosten van de gemeenschap leven.

Een klein probleem: Macron had van het terugdringen van de werkloosheidscijfers een van de grote doelen van zijn beleid gemaakt. Maar nu de cijfers weer stijgen, betekent dit dan dat er meer luiaards zijn? Of is het beleid van enerzijds subsidies aan ondernemers en anderzijds straffe maatregelen tegen werklozen, toch niet zo efficiënt?

Daar wil Attal het niet over hebben. Hij wil een zoveelste (de vierde) ingreep in het stelsel. Een kortere duur voor uitkeringen, minder dan het huidige anderhalf jaar; een verdere vermindering van de uitkeringen, waarin vorig jaar al werd gesnoeid; en een langere voorafgaande arbeidsduur om in aanmerking te komen voor uitkeringen. Dat is allemaal in tegenspraak met het officiële beleid dat de werklozen meer rechten krijgen als de werkloosheid stijgt – men plant nu net het omgekeerde.

Attal hoopt met zijn sociale repressie “de hardwerkende middenklasse” te bekoren. Daarop komt niet alleen van de vakbonden en van links felle kritiek, ook binnen de Macronie wordt gemord. Bij sommigen speelt nog een sociale reflex, anderen vinden dat de regering nu toch wel andere katten te geselen heeft. Vooral dan dat grote begrotingstekort baart zorgen.

Begrotingstekort van 5,5%

Superminister van Financiën en Economie, Bruno Le Maire, koppelt die zaken aan elkaar. Het tekort moet worden teruggedrongen en wel met structurele hervormingen in de sociale sector – hervormingen die onveranderd neerkomen op antisociale maatregelen en in het verlengde liggen van de pensioenwet van vorig jaar, waarbij de pensioenleeftijd van 62 naar 64 werd verhoogd, terwijl meer dan 70% van de Fransen daar fel tegen was.

“De staat heeft geld nodig. Dat geld is er, neem het dus”, aldus Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise (LFI). De regering en haar gevolg doen dat af als demagogie. Nee, de regering gaat het geld niet bij de blije aandeelhouders halen die net een recordjaar achter de rug hebben. De fiscale fraude kost de staatskas volgens het Rekenhof 60 tot 80 miljard euro per jaar, terwijl de kost van de sociale fraude waarover zo veel kabaal wordt gemaakt, tussen de 6 en 8 miljard euro zou liggen. Of wat met de meer dan 140 miljard euro openbaar geld dat naar de ‘ondernemers’ is gegaan. Het tekort op de begroting is sinds Macron president is (2017), door zijn fiscale cadeaus aan de ondernemers, gestegen met 2,2% van het bruto binnenlands product (BBP).

En dan geld gaan zoeken bij de werklozen. De hervorming van de werkloosheidsvergoedingen zou enkele miljarden euro opleveren. Maar waarom niet de superwinsten belasten, suggereren zelfs enkele kopstukken van de Macronie. Of waarom niet enkele extra voordelen voor ondernemers een beetje uitstellen? Of andere voorrechten opschorten?

Voor Macron, Attal en Le Maire is dat een rode lijn. Geen sprake van dat ‘L'impôt de solidarité sur la fortune’ (ISF) -de vermogensbelasting die Macron van zodra hij president was snel en drastisch afbouwde- weer wordt ingevoerd. Nochtans hebben de Fransen de voorbije weken allemaal kunnen horen en lezen hoe fors de winsten van de grote ondernemingen zijn gestegen. Het is groot feest voor de aandeelhouders, niet voor de werklozen. 

Ook geen feest voor de miljoenen Fransen die wel werk hebben, maar in zeer precaire statuten dan, of betaald aan de smic, het minimumloon van 1398 euro netto per maand. Het gaat ondertussen om bijna een vijfde van alle werknemers in de privésector, terwijl dit tien jaar geleden nog 12% was. Het aantal ‘smicards’ is dus fors gestegen onder Macron.

Wankele regering

De rechtse Les Républicains (LR) proberen garen te spinnen bij de crisis van de Macronie. LR staat er zelf wel zwak voor. De partij is electoraal afgestraft in de presidentsverkiezingen van 2022 (kandidaat Valérie Pecresse behaalde slechts 4,8%) en wordt vertegenwoordigd in de Assemblée door 61 gekozenen van wie een deel flirt met de Macronie. Voormalig LR-topfiguur Rachida Dati is nu minister van Cultuur en kind aan huis op het Elysée. Het partijprogramma van LR is bijna een kopie van dat van het RN. Maar: de Macronie heeft geen meerderheid en moet erop vertrouwen dat LR haar blijft gedogen.

Partijleider van Les Républicains, Eric Ciotti, speelt met het idee voor een motie over de financiën. Dat zou de Macronie uit evenwicht brengen. Om wat te bereiken? Zelf in de regering treden die al vol zit met vroegere partijgenoten? Want LR heeft ook schrik voor vervroegde verkiezingen. De enigen die in dat geval op flinke winst kunnen rekenen, zijn die van het RN. Met het huidig kiesstelsel zou het RN namelijk niet ver van de meerderheid af zijn. En gaat Macron dan de voorzitter van het RN, Jordan Bardella, als premier aanstellen? Macron heeft nog drie volle jaren te gaan. Die beloven niet saai te worden.

Dit artikel verscheen eerder op Uitpers.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.