Op 25 oktober 2021 pleegde het Soedanese leger, onder leiding van generaal Abdel Fattah al-Burhan, een militaire staatsgreep. De civiele premier Abdalla Hamdok weigerde zijn steun aan de staatsgreep te betuigen en riep de bevolking op 25 oktober op zich te verzetten.
De staatsgreep in Soedan op 25 oktober was zowel langverwacht als onvermijdelijk. Drie maanden lang namen de spanningen toe tussen de civiele en militaire partners die Soedan regeerden sinds de gezamenlijke overeenkomst van 2019.
Na de revolutie van 2019 en de val van voormalig president Omar al-Bashir gingen politieke partijen en burgerrechtengroepen akkoord om de macht te delen. Het constitutioneel document dat getekend werd in augustus 2019 gaf ook het leger een deel van de macht in de soevereine raad die het land bestuurde met beperkte uitvoerende macht.
De overgangsperiode die het resultaat was van de overeenkomst was bedoeld om de bloedige uitkomst van andere revoluties, met name in Libië, Syrië en Jemen, te voorkomen. De civiele leiders hoopten op een vlotte transitie, beschermd door sterke internationale steun en een partnerschap dat het verlangen van het leger om unilateraal te regeren, ondermijnde. Maar de realiteit draaide anders uit.
Sluipende staatsgreep
De staatsgreep was geen verrassing. Veel groepen, waaronder verzetscomités, beroepsverenigingen en jongerenorganisaties, waarschuwden al maanden voor de eerste tekenen van een militaire overname. Op 21 september was Soedan al getuige van een mislukte poging tot staatsgreep die door velen als een test beschouwd werd voor de echte die een maand later zou volgen.
De mislukte poging tot staatsgreep van september werd door velen als een test beschouwd voor de echte die een maand later zou volgen.
Soedanese vrouwenrechtengroepen publiceerden statements en organiseerden protestacties waarin ze een burgerregering eisten en de pogingen van het leger om de macht over te nemen, veroordeelden.
De poging tot staatsgreep volgde op een crisis tussen de 'Forces of Freedom and Change' (FFC), de belangrijkste civiel-politieke coalitie, en het leger, vertegenwoordigd door legergeneraal Abdel Fattah Al-Burhan en de leider van de ‘Rapid Support Forces’ (RSF), Mohamed Hamdan Dagalo, ook gekend als Hemedti.
De FFC en de Soedanese civiel-maatschappelijke groepen, waaronder vrouwenrechtenorganisaties en verzetscomités, veroordeelden de verklaringen van het leger na de mislukte staatsgreep van september.
Op 30 september brak er doorheen heel het land protest uit onder leiding van vrouwen- en jongerenorganisaties tegen de pogingen van het leger om de macht te grijpen en tegen een terugkeer van het voormalig islamistisch regime.
Het protest weerspiegelde de hoge graad van politiek bewustzijn onder de Soedanezen sinds de revolutie van 2019. Demonstranten gebruikten de slogan #NoWayBack, die hun vastberadenheid uitdrukte om niet toe te laten dat de geschiedenis zich zou herhalen.
Het protest weerspiegelt de hoge graad van politiek bewustzijn onder de Soedanezen sinds de revolutie van 2019.
De Soedanese revolutie van 2019 bracht immers een einde aan een vicieuze cirkel van militair bestuur die meer dan zes decennia had geduurd. Sinds de onafhankelijkheid in 1955, doorstond het land drie revoluties, gevolgd door drie militaire staatsgrepen, in 1958, 1969 en 1989.
Een verenigd volk
Toen de zwakke burgerregering die opgericht werd na de revolutie van 2019 op 25 oktober werd omvergeworpen door een nieuwe militaire staatsgreep, was de reactie onmiddellijk. Bij het aanbreken van de volgende dag kwamen de Soedanezen op straat, eensgezind in hun eis dat het leger de macht zou opgeven en zich niet langer zou bemoeien met het politieke leven van het land.
Gerelateerd verhaal
De eenheid van het Soedanese volk voor één bepaald doel is nog nooit zo gemakkelijk tot stand gekomen. Dit gebeurde niet vanwege de hoge mate van coördinatie tussen de verschillende groepen, maar omwille van een gedeelde hoop om een burgerregering op te bouwen en een einde te brengen aan de mislukte heerschappij van elitaire oude mannen, of het nu om burgers of militairen gaat.
De tweejarige overgangsperiode stond bol van de mislukkingen en strijd, maar wat belangrijker is, ze werd ook gekenmerkt door debatten - verhitte publieke discussies over het heden en de toekomst van een land dat al lang verscheurd wordt door burgeroorlogen en verdeeldheid.
Deze debatten hebben de tijd niet gekregen om te rijpen en te leiden tot de creatie van nieuwe instellingen en leiders, maar ze waren voldoende om te tonen welk type van bestuur de meeste Soedanezen willen: een burgerregering.
Een nieuwe generatie
De demonstranten in de straten van Soedans dorpen en steden trotseren niet alleen Al-Burhan en Hemedti. Ze vechten tegen de geesten van het verleden, en tegen de oude tradities en politieke praktijken die het heden domineren.
Verzetscomités, jongeren, vrouwenorganisaties, vakverenigingen en politieke partijen voeren de protesten aan. Het nieuwe leiderschap is zeer divers en gegroeid uit de basis. Ze biedt de beste vertegenwoordiging van de sociale en politieke complexiteit van een land dat bestaat uit tientallen stammen en talen.
Het nieuwe leiderschap van het verzet is zeer divers en is gegroeid uit de basis.
De jonge generaties die de opstand leiden zijn erin geslaagd hun eigen taal te ontwikkelen, hun eigen visie en hun eigen manier van leiden. Neem bijvoorbeeld het Randok, een straattaal die gecreëerd werd door de ontheemde jongemannen uit conflictgebieden, voornamelijk niet-Arabisch sprekenden, die dakloos in de straten van Kartoem terechtkwamen in de jaren 1990.
Deze taal werd het afgelopen decennium op grote schaal overgenomen door de jongere generatie en gebruikt als een instrument tegen de onderdrukking van het vorige regime door studenten en artiesten.
Tijdens de revolutie van 2019 werd ze gebruikt om gecodeerde boodschappen door te geven aan jonge demonstranten. Deze wijdverspreide overname van een taal van gemarginaliseerde dakloze mensen die zwaar getroffen werden door de oorlog, gaf een zeldzame erkenning aan delen van de Soedanese bevolking die doorgaans vergeten worden. Het was ook een indicatie van het diepe verlangen van fundamentele verandering in het land.
Nog een revolutie
De demonstranten vandaag eisen geen terugkeer naar de situatie van voor 25 oktober. Vrouwen- en jongerengroepen streven samen met de verzetscomités naar meer fundamentele veranderingen. Ze zijn klaar voor een nieuwe revolutie, indien nodig, om een volgende staatsgreep in de toekomst te vermijden. Jongeren willen een duidelijke breuk met de bewogen geschiedenis van het land en het falen van zijn machtige elite. Dit kan alleen worden bereikt met een volledig civiel bestuur en een beëindiging van de inmenging van het leger in de politiek.
De weg naar een dergelijke verandering is lang en moeilijk. Maar het is belangrijk om de legitimiteit van deze eisen te erkennen. In een land dat zes decennia een militair bewind kende, 50 jaar burgeroorlog, een genocide en verdeeldheid, is de enige uitweg radicale verandering.
In een land dat zes decennia een militair bewind kende, 50 jaar burgeroorlog, een genocide en verdeeldheid, is de enige uitweg radicale verandering.
En omdat we dit allemaal hebben meegemaakt in Soedan, weten we dat compromissen niet de oplossing zijn. De zeven eisen aangekondigd door de verzetscomités op 30 oktober leggen een fundament voor de toekomstige politieke agenda, zowel op korte als op lange termijn.
De eisen focussen op de demilitarisering van de staat, de vrijlating van gedetineerden, het verzekeren van aansprakelijkheid voor de misdaden van de leiders van de staatsgreep, en het opbouwen van civiele instellingen zoals het parlement.
Het belangrijkste is dat de demonstranten hebben duidelijk gemaakt dat ze niet zullen onderhandelen, compromissen sluiten, of partnerschappen zullen aangaan met de coupleiders. Sommige experten en diplomaten beschouwen deze voorwaarden als onrealistisch, maar de eisen zijn bedoeld om elke mogelijkheid tot het verlenen van legitimiteit aan de coupleiders, te vermijden.
Het Soedanese volk heeft besloten om de staatsgreep te trotseren en er is geen weg terug. Als de internationale gemeenschap echt toegewijd is aan democratie, moet ze het Soedanese volk en hun eisen steunen.