Image
Iran protest

Brussel, 1 oktober 2022; S.V.M.

Solidariteit met de Iraanse protestbeweging
Artikel
8 minuten

Op 13 september was de 22-jarige Jîna (Mahsa) Amini uit de westelijke Iraanse provincie Koerdistan met enkele familieleden op bezoek in de hoofdstad Teheran. Ze werd er terechtgewezen en vervolgens opgepakt door de zedenpolitie omdat ze haar hijab niet op “reglementaire wijze” aanhad. Volgens getuigen werd de jonge vrouw geslagen tijdens haar arrestatie. De familie van Mahsa kreeg te horen dat ze na een “heropvoedingssessie” opnieuw vrijgelaten zou worden. In plaats daarvan belandde ze diezelfde dag, tijdens haar hechtenis, in een coma. Ze overleed drie dagen later. Ondanks de bewering van de politie dat Mahsa stierf aan een hartaanval, wijzen de verwondingen op haar lichaam erop dat ze zwaar mishandeld werd. 

Sinds de volksrevolutie tegen de door de VS gesteunde dictator sjah Mohammad Reza Pahlavi in 1979 volledig gekaapt werd door een reactionair islamitisch regime, riskeren vrouwen in Iran de toorn van de zedenpolitie als ze niet voldoen aan de opgelegde kledingvoorschriften. Volgens cijfers van de staat zelf werden er in 2014 maar liefst 3,6 miljoen vrouwen gewaarschuwd, beboet of gearresteerd omdat ze “ongepast gekleed gingen”. Recentere cijfers zijn er niet, maar toen de reactionaire Ebrahim Raisi begin augustus zijn ambt als president opnam, werd een strengere handhaving van de kledingvoorschriften voor vrouwen aangekondigd. 

Op de in Iran intens gebruikte sociale media uitten vrouwen hun ongenoegen hierover door foto's en video's te posten van zichzelf en vriendinnen op openbare plaatsen zonder hijab. De regering reageerde met een golf van arrestaties en gedwongen verontschuldigingen op de nationale televisie. De brutale dood van Mahsa Amini op 16 september stak echter het vuur aan de lont. In de Koerdische provincies en in Teheran brak er protest uit. Dat werd bloederig neergeslagen, wat de woede en de verontwaardiging alleen maar verder aanwakkerde en over heel Iran deed uitdijen.

Het volksprotest in Iran is nu uitgegroeid tot de grootste verzetsbeweging tegen het theocratische regime ooit.

Voornamelijk onder impuls van vrouwen kwamen mensen in quasi alle provincies op straat. Ze werden systematisch geconfronteerd met gewelddadige repressie. De Iraanse autoriteiten blokkeerden het internet en de mobiele netwerken om de verspreiding van informatie en de organisatie van het protest tegen te gaan. Tevergeefs, want meer dan een maand na de dood van Mahsa Amini is het volksprotest uitgegroeid tot de grootste verzetsbeweging waar het theocratische regime ooit al mee werd geconfronteerd.

Divers

Iraniërs van alle stielen en beroepen organiseren werkonderbrekingen en stakingen. Leerkrachten waren al aan het staken voor betere lonen nog voor het huidige protest uitbrak en ze steunen nu hun demonstrerende studenten. Zelfs middelbare scholieren organiseren hun eigen stakingsacties. Wat het regime echter het meest angst aanjaagt zijn de stakingen van de arbeiders in de oliesector, de belangrijkste bron van inkomsten voor het land.

Het bijzondere aan deze protestbeweging is dat ze heel wat verschillende maatschappelijke groepen verenigt. Er zijn in het verleden nog al protestbewegingen geweest tegen het theocratische regime, maar ze gingen uit van een welbepaalde maatschappelijke groep. Zo was de Groene Beweging na de verkiezingen van 2009 voornamelijk een zaak van de stedelijke (hogere) middenklasse, en lag de arbeidersklasse aan de basis van de Benzineprotesten in 2019. Ook tegen de verplichte kledingvoorschriften voor vrouwen werd de afgelopen 10 jaar al meermaals actie gevoerd, maar deze hoofdzakelijk online-protestcampagnes werden gedomineerd door de hogere middenklasse van Noord-Teheran en andere grootstedelijke gebieden. De Koerden in Iran hebben dan weer hun eigen geschiedenis van verzet tegen culturele, politieke en sociaaleconomische onderdrukking. 

Vandaag wordt het regime geconfronteerd met een op alle vlakken diverse opstand waaraan verschillende sociale klassen, etnische groepen, en zowel seculiere als religieuze mensen participeren. Het protest omvat ook Iraniërs van alle leeftijden, genders en streken. Tijdens de vele solidariteitsacties van de Iraanse diaspora in Europa en elders valt de geest van eenheid tegen een gezamenlijke vijand eveneens op. Iraniërs hebben het dan ook over een revolutie en niet over een protestbeweging.

Inzet 

Het is evident dat het hier over veel meer gaat dan een stuk stof dat het hoofd bedekt. Het moge ook duidelijk zijn dat vrouwen van bij het begin niet tegen de Islam of de hijab protesteerden, maar voor de vrije keuze om al of niet een hijab te dragen. Het afschaffen van de verplichte hijab staat daarbij symbool voor de drang naar meer vrijheid en sociale rechten. De onvrede van de vrouwen in de voorhoede van deze verzetsbeweging wordt versterkt met het algemeen ongenoegen van Iraniërs over het huidige bewind dat gevoerd wordt door een politieke elite van reactionaire mannelijke geestelijken en gekenmerkt wordt door gewelddadige repressie.

Daarnaast zijn er de ernstige economische problemen in het land, met een zeer hoge inflatie en een groeiende kloof tussen arm en rijk. De helft van de Iraanse bevolking leeft onder de armoedegrens en er zijn miljoenen kindarbeiders.

De Verenigde Staten probeert al sinds het eind van de jaren 1970 om de interne politiek van Iran te beïnvloeden via internationale sancties. Sancties zijn een arbitrair oorlogsinstrument en heel wat studies hebben ondertussen bewezen dat vooral de gewone bevolking eronder te lijden heeft en niet de politiek-religieuze elite waartegen ze zogezegd bedoeld zijn. Nadat Donald Trump de nucleaire deal met Iran in 2018 opblies -ondanks het feit dat Teheran zich volgens het Internationaal Atoomenergieagentschap aan alle voorwaarden hield- werden de sancties opnieuw verstrengd en uitgebreid. In combinatie met de effecten van de COVID19-pandemie zakte het land de afgelopen jaren nog verder weg in economische malaise. 

Maar de sociaaleconomische situatie in Iran is zeker niet alleen te wijten aan externe factoren. De incompetentie en corruptie van het huidige regime -dat zich overigens volledig inschrijft in een kapitalistisch systeem van uitbuiting- hebben ook een groot aandeel. Hoewel het streven naar meer rechten en representatie voor arbeiders mee aan de basis lag van de Iraanse revolutie in 1979, schafte het postrevolutionaire islamitische regime de weinige bestaande wetten ter bescherming van arbeiders af en worden georganiseerde acties van werknemers sindsdien gefnuikt, indien nodig met geweld.

De Iraanse autoriteiten blijven zich op gewelddadige wijze vastklampen aan de macht.

Solidariteit

Ondanks de brede broeiende onvrede die tot ontploffing kwam na de moord op Mahsa Amini, blijven de autoriteiten zich ondertussen vastklampen aan de macht en reageren ze meedogenloos op het aanhoudende protest. De Iraanse veiligheidstroepen maken gebruik van gezichtsherkenningssoftware om demonstranten achteraf te identificeren en te kidnappen. Bekende Iraniërs die hun solidariteit betuigen met de beweging, bv. op hun sociale media, worden opgesloten. Ook vele duizenden demonstranten werden al gearresteerd. Er is sprake van foltering en verkrachtingen door veiligheidstroepen en volgens verschillende mensenrechtenorganisaties vielen al honderden doden tijdens de protesten. De NGO ‘Iran Human Rights’ meldde op 17 oktober 215 geverifieerde dodelijke slachtoffers, waaronder 27 minderjarigen (ook kinderen onder de 12 jaar). De NGO benadrukte dat het ware dodental een pak hoger ligt.  

Het is belangrijk dat de Iraanse bevolking haar eigen toekomst kan bepalen, zonder interventie van buitenlandse machten en al zeker niet van machten die een imperialistisch verleden van agressieve inmenging hebben in het land. Haviken in de VS die al jarenlang aansturen op een militair ingrijpen tegen de "vijandige staat" Iran, grijpen de uitbarsting van verzet in het land aan om hun zaak opnieuw te bepleiten. Net zoals ze in Afghanistan gedaan hebben, vermommen ze hun imperialistische en geopolitieke ambities als steun voor de rechten van de vrouw. Maar niets zou de protestbeweging zo hard discrediteren als een buitenlandse militaire interventie van de VS. Buitenlandse vijanden, het anti-Amerikanisme en de strijd tegen Israël, zijn immers de strijdpunten waaruit het Iraanse regime de afgelopen decennia het meest legitimiteit kon putten. Eender welke inmenging van deze zijde zou alleen maar het officiële en valse discours van het regime staven dat de protestbeweging geleid wordt door buitenlandse vijanden en dat de demonstranten hun marionetten zijn. 

Geheel passend in dit discours zijn de Iraanse autoriteiten alvast begonnen met het bestoken van de Koerden in Irak met drone- en raketaanvallen. Verschillende Koerdische leiders van de strijd voor zelfbeschikking in Iran, vluchtten eind jaren 1980 naar Iraaks-Koerdistan en zij krijgen momenteel de schuld van het hevige protest in de drie Iraans-Koerdische provincies, West-Azerbeidzjan, Koerdistan en Kermanshah (samen aangeduid door de Koerden als Rojhalat of Oost-Koerdistan).  

De Iraniërs voeren een legitieme strijd voor fundamentele sociale, politieke en culturele rechten.

Internationale solidariteit is zeer belangrijk voor de verzetsbeweging in Iran. Door hun eisen, hun ervaringen en hun verhalen te delen en zichtbaar te maken voor de wereld, worden de demonstranten gesterkt in hun vastberadenheid. Wie zich omwille van het zogenaamde anti-imperialisme van Iran of omwille van de islamofobe en rechtse haviken die op de kar van het protest springen, laat beletten om solidair te zijn met de Iraanse volksopstand, slaat de bal mis. De strijd van de Iraniërs is een legitieme strijd voor fundamentele sociale, politieke en culturele rechten, waar elke progressieve, democratische humanist zich achter zou moeten scharen. 

De grote vraag is of deze legitieme strijd -indien ze er effectief in slaagt de machtshebbers te verdrijven- ook zal uitmonden in een transitie naar een enigszins democratische en representatieve regering. Reza Pahlavi, de zoon van de in 1979 verbannen sjah, leeft in Washington en een deel van de Iraanse diaspora lijkt te dwepen met een terugkeer van hem en de monarchie naar het moederland. Binnen Iran zelf lijkt dit echter een weinig gewenste optie. Er zijn ook marginale politieke groepen die nagenoeg geen aanhang hebben in Iran, maar zich de voorbije decennia in het buitenland geprofileerd hebben als dé oppositie tegen het regime. Indien zij een kans zien, zullen zij zeker een machtspositie proberen innemen in een nieuw postrevolutionair Iran. Een andere vraag is of het Iraans leger zich zal mengen in de debatten. Het zou kunnen ingrijpen tegen het verzet, of zich tegen het regime kunnen keren en vervolgens een militaire dictatuur installeren zoals gebeurd is in Egypte na de Arabische omwenteling van 2011. En zullen de Koerden genoegen nemen met een omverwerping van het huidige Iraanse leiderschap of zetten ze door tot de onafhankelijkheid?

Zoals in vele revoluties fungeert een onbetwistbare tegenstander als verenigende factor, maar is er geen eenduidig einddoel. Dit neemt niet weg dat de houdbaarheidsdatum van het meer dan 40 jaar oude theocratische en patriarchale regime in Iran ruimschoots overschreden lijkt.      

Zan, Zendegi, Azadi - Vrouw Leven Vrijheid!


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.