Het aanhoudend geweld in Idlib, het laatste bolwerk van de islamistische oppositie in noordwest-Syrië, neemt escalerende internationale proporties aan.
Met Russische luchtsteun zijn het Syrische leger en milities die het regime bijstaan erin geslaagd om tientallen dorpen en steden te heroveren langs de M5, de strategisch belangrijke noord-zuid-verkeersader die Aleppo verbindt met Damascus en verder tot in Jordanië. Tot groot ongenoegen van Turkije, dat de Syrische oppositie militair steunt. Het kwam al enkele keren tot rechtstreekse gevechten tussen Syrische en Turkse troepen. Gisteren reageerde Ankara woest op het bericht dat vijf Turkse soldaten zijn omgekomen bij een Syrische aanval op de militaire basis van Taftanaz, waar het Turkse leger een observatiepost had opgericht. Vorige week sneuvelden ook al zeven Turkse militairen en een tolk bij confrontaties met het Syrische leger en zijn bondgenoten, die zelf dertien manschappen verloren bij het incident.
Het einde van Sochi
De Turkse aanwezigheid in Idlib is een gevolg van het Sochi ‘memorandum of understanding’ van 2018 tussen Ankara, Teheran en Moskou dat leidde tot de oprichting van een de-escalatiezone in het oppositiegebied. In het kader van dat akkoord richtte het Turkse leger er 12 observatieposten op. Sinds het Syrische offensief zijn daarvan al vijf posten geïsoleerd geraakt nu het Syrische regime de controle over de hele M5-verbindingsweg heeft overgenomen. Daardoor is het gebied onder controle van de oppositie tot bijna de helft geslonken. Ankara probeert Moskou ertoe te bewegen om het offensief van het Syrische leger een halt toe te roepen. Dat zou het geval kunnen zijn van zodra Damascus de economisch belangrijke M5 effectief stevig in handen heeft, wat het onmiddellijk strategische doel was van het offensief. Toch blijft de vraag of het Syrische leger zijn militaire operatie in de zuidelijke zone van Idlib niet zal voortzetten om een andere belangrijke snelweg, de M4, die Aleppo verbindt met Latakia, volledig in handen te krijgen.
De grootste Turkse operatie sinds het begin van de burgeroorlog in 2011
Turkije zet niet alleen diplomatiek maar ook militair alles op alles om het offensief af te stoppen en eist dat het Syrische leger zich terugtrekt tot de in Sochi afgesproken bestandslijn. Ankara houdt het niet bij woorden alleen en heeft gereageerd met een grootschalige militaire ontplooiing. Er zouden inmiddels 9.000 militairen en 350 tanks, howitzers, raketlanceerders en ander militair materieel de grens met Syrië zijn overgestoken, de grootste Turkse operatie sinds het begin van de burgeroorlog in 2011.
Turks-Russische onderhandelingen stoppen offensief niet
Onderhandelingen met Moskou hebben vooralsnog weinig opgeleverd. Voor Rusland gaat het om een operatie tegen ‘terroristen’. Idlib staat voor een groot deel onder controle van Hayat Tahrir al-Sham, een voormalig filiaal van Al Qaida en andere gewapende extremistische groepen. Rusland pareert de Turkse kritiek met het verwijt dat Ankara zich niet gehouden heeft aan de Sochi-afspraken om terroristische groeperingen te verwijderen uit de de-escalatiezone. Op 1 februari sneuvelden vier Russische soldaten als gevolg van de explosie van een bergbom in Noord-Idlib. Een andere afspraak was dat zowel de M4 als M5 toegankelijk zouden zijn voor Damascus, wat evenmin het geval was. President Erdogan lijkt het hard te willen spelen en dreigt ermee zelf het Syrische regime terug te dringen als Damascus niet uit eigen beweging terugtrekt. In dat geval riskeert hij een rechtstreekse confrontatie met Rusland en is het de vraag hoe de VS zal reageren.
Humanitaire ramp
Naar schatting 600.000 mensen zijn op de vlucht geslagen richting Turkse grens, die evenwel potdicht blijft.
VN-Secretaris-Generaal Antonio Guterres uitte zijn bezorgdheid over de escalatie en het feit dat het Turkse en Syrische leger rechtstreeks met elkaar in gevecht zijn geraakt. “Een verandering van de natuur van het conflict, wat uitermate zorgwekkend is”, waarschuwde Guterres. Er tekent zich een humanitair drama af. Naar schatting 600.000 mensen zijn op de vlucht geslagen richting Turkse grens, die evenwel potdicht blijft. Er vielen ook al honderden burgerdoden, het gros als gevolg van Russische en Syrische bombardementen. Het Syrische Observatorium voor Mensenrechten documenteerde 13.625 luchtaanvallen in de maand januari.
Op de achtergrond speelt ook de rivaliteit tussen VS en Rusland in het land. Vorige week greep Washington, bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo, zijn kans om de Turkse NAVO-bondgenoot terug los te weken van Moskou. Pompeo veroordeelde het offensief en drukte zijn “volledige steun” uit voor Turkije's “gerechtvaardigde zelfverdedigingsacties”. Erdogan probeert al enkele jaren beide grootmachten tegen elkaar uit te spelen, door - ondanks het NAVO-lidmaatschap - wapens aan te kopen in Rusland, waaronder een luchtafweersysteem. Ook sloot hij een akkoord af voor gemeenschappelijke Turks-Russische patrouilles in de noordelijke grensstreek van Syrië.
Turkije dreigt zich in eigen voet te schieten, want Rusland zal voor de toenadering tot Washington Ankara een prijs laten betalen in de vorm van meer vluchtelingen naar de grensstreek. Erdogan op zijn beurt gebruikt de vluchtelingenkwestie om Europese kritiek op zijn Syriëbeleid in de kiem te smoren en steun te verwerven. “Als Turkije's verwittigingen niet ernstig worden genomen, dan waarschuwen we voor een nieuwe exodus van vluchtelingen naar Europa”, aldus een woordvoerder van Erdogans AKP-partij. Dat is meteen ook een belangrijke motivatie voor Ankara waarom het zo vastberaden vasthoudt aan dit oppositiegebied. Als Idlib valt dan zal dit effectief tot een nog grotere vluchtelingencrisis leiden.
Turkije lijkt de grote militaire machtsontplooiing in Idlib politiek te willen gebruiken om in verdere onderhandelingen met Moskou een staakt-het-vuren af te dwingen. Turkije wil ook – in ruil voor het behoud van de controle over de veroverde gebieden – Rusland's goedkeuring voor de blijvende Turkse controle over de gebieden die het in 2016 (Jarablus-Azaz) en 2018 (Afrin) veroverde. Moskou laat niet echt in de kaarten kijken. De Russische regering lijkt vooral op tijdswinst aan te sturen terwijl het Syrische leger verder oprukt.