Image
Twee bezettingen eindigen in een hopeloze ramp
foto: Alison Hogg
Twee bezettingen eindigen in een hopeloze ramp
Artikel
11 minuten

Amerikaanse militaire bezettingen hebben typisch twee aspecten die -tenminste in theorie- respectievelijk destructief en productief zijn.

De klassieke VS-bezetting die als model voorgehouden wordt door diegenen die aandringen op meer van dit soort van militaire acties, was de bezetting van Japan van 1945 tot 1952. De twee belangrijkste missies van deze bezetting waren 'demilitarisering' en 'democratisering'. Dat laatste betekende de aanvaarding van een door de VS gedicteerde nieuwe grondwet en de installatie van een op zijn minst schijnbaar, populair bestuur, alsook de algemene incorporatie van Japan in het door de VS-geleide imperialistische kamp.

Voor en gedurende de bezetting van Irak, die begon in 2003, schoven sommige neoconservatieven en president Bush zelf, het zogezegde grote succesverhaal van Japan naar voor als het sjabloon voor het Irak-project. (John Dower, een vooraanstaand expert in de Japanse bezetting, wees nog voor de oorlog in Irak gelanceerd werd op de absurditeit van de idee dat de loop van de gebeurtenissen in een geavanceerd geïndustrialiseerd land met een etnisch homogene bevolking, gekopieerd kon worden in een ontwikkelende etnisch en religieus verdeelde maatschappij als Irak. Bush, argumenteerde hij, misbruikte de historische analogie om propagandistische redenen.)
De VS beëindigde in 1952 formeel zijn bezetting van Japan, maar behield er een enorme militaire aanwezigheid. Grotendeels dankzij Amerikaanse speciale militaire aanbestedingen leefde de Japanse binnenlandse economie terug op tot het niveau van 1937 (tijdens de Koreaanse oorlog) en groeide tegen 1952 uit tot 150% van dat niveau. Er heerste stabiliteit. Arbeidersbetogingen en protesten tegen de Amerikaanse militaire basissen waren wel  gebruikelijk en soms gewelddadig, maar er was niets dat in de verte verte leek op een burgeroorlog. Vanuit Washington's standpunt bekeken was de bezetting van het land zeker een succesverhaal, maar niet vanuit Japans oogpunt, dat verplicht werd om zijn neutraliteit op te geven in de Koude Oorlog.

Irak

Laten we nu, 11 jaar na de invasie van Irak en twee en een half jaar nadat het Pentagon zich nukkig terugtrok uit het land, kijken naar de vruchten van het imperiale project daar. Waar is de demilitarisering, de pacificatie en de rechtsorde? Waar is de 'democratie' of waar is zelfs enige geloofwaardige aanspraak op centrale autoriteit? Het deksel dat het regime van de seculiere Baathisten onder Saddam Hoessein geplaatst had op het sudderende potje van historische conflicten tussen sjiieten en soennieten, Arabieren en Koerden, religieuzen en niet-religieuzen, werd eraf geblazen door de bezetter, die de de facto verdeling van het land overzag. Zo is er in het noorden van het land een quasi-onafhankelijk Koerdistan dat naar nog meer autonomie streeft. De rest van Irak is via een aanhoudende etnische zuivering onderverdeeld in exclusieve sjiitische en soennitische Arabische gemeenschappen.
Schattingen van het aantal burgerdoden veroorzaakt door de oorlog tussen 2003 en 2011 gaan tot een half miljoen. Meer dan de helft van de christenen zijn het land ontvlucht. Meer dan 4 van de 23 miljoen Irakezen hebben het land verlaten of zijn interne vluchtelingen. De positie van de vrouw in de maatschappij is er zeer duidelijk op achteruitgegaan. Hoewel niet wettelijk verplicht, zijn hoofddoeken en conservatieve klederdracht vandaag een must om aan vijandige aandacht te kunnen ontsnappen. De Britse krant the Guardian rapporteerde in 2007: “Het leven van de Iraakse vrouwen is onmeetbaar verslechterd, zowel verkrachtingen, verbrandingen als moorden zijn een dagelijkse gebeurtenis geworden”. Homoseksuele mensen hebben het nog zwaarder te verduren. Een artikel van Reuters uit 2012 merkt op: “Terwijl veel homoseksuelen in staat waren om een tamelijk comfortabel leven te leiden onder Saddam's grotendeels seculiere bestuur, werden er honderden vermoord sinds de invasie en de regimeverandering van 2004”. Alleen al in het oosten van Bagdad werden in 2012 op drie weken tijd 14 jonge mannen vermoord omwille van hun seksualiteit. Een recent artikel in de Engelstalige Libanese krant Daily Star, getiteld 'Bagdad, eens een Arabisch model, nu de verschrikkelijkste stad van de wereld' omschrijft de Iraakse hoofdstad als volgt: “Enorme betonnen muren, ontworpen om de impact van explosies te weerstaan, verdelen nog altijd confessioneel gemengde buurten, terwijl de regering in de zwaar beveiligde Groene Zone zetelt, net zoals het parlement en de Amerikaanse en Britse ambassades. De toegang verkrijgen tot de Groene Zone is moeilijk voor gewone Irakezen...” Volgens Amir al-Chalabi, de coördinator van een NGO die werkt aan de verbetering van de diensten in Bagdad, heeft de stad te kampen met instabiliteit: “s' Nachts wordt het een spookstad door het gebrek aan verlichting.” De levensstandaard die bereikt werd onder de verguisde Baathisten is totaal ingestort, en terwijl de oliesector terug opleeft, biedt ze maar weinig tewerkstelling.
De Amerikanen waren in Irak niet van plan om snel iets te installeren dat moest lijken op een democratisch meerpartijensysteem. De Amerikaanse diplomaat Paul Bremer (van mei 2003 tot april 2004 hoofd van de Voorlopige Autoriteit van de Coalitie in Irak) stelde publiekelijk dat haastigheid om een democratie te installeren de Amerikaanse belangen zou kunnen schaden. In het begin zei hij zelfs: “Wij gaan quasi een kolonie leiden”. Niet de Amerikaanse welwillendheid maar wel de massale prodemocratische en anti-bezettingsdemonstraties hebben de VS ertoe bewogen om geleidelijk aan 'vrije' verkiezingen toe te staan. (Maar dan zonder participatie van de verboden Baath-partij). Het was dezelfde volksdruk die geleid heeft naar de min of meer formele soevereiniteitsoverdracht in 2009.
Het regime van premier Nuri al-Maliki d    at aan de macht gebracht werd door de VS is corrupt, disfunctioneel en onpopulair. Door de bereidwilligheid ten opzichte van, en onder invloed van het sjiitische buurland Iran, heeft het Maliki-regime de volledige dominantie door de VS kunnen vermijden, maar het is sterk afhankelijk van de VS voor hulp. Maliki vraagt nu bijstand om zijn jihadistische vijanden te kunnen onderdrukken. De Verenigde Staten verstrekt voor 14 miljard dollar aan F-16 gevechtsvliegtuigen, Apache aanvalshelikopters, Hellfire raketten en verkenningsdrones.

ISIL/ISIS

De van al-Qaeda afgescheurde factie genaamd de Islamitische Staat van Irak en de Levant (ISIL of ISIS) heeft de laatste dagen op snelle en indrukwekkende wijze de steden van Fallujah en Mosul ingenomen. Tienduizenden Irakese christenen die in het recente verleden hun toevlucht gezocht hadden tot Mosul, zijn nu opnieuw aan het vluchten voor hun leven. ISIS controleert op het moment van dit schrijven (midden juni) een territorium dat groter is dan Israël en Libanon samen. Amerika is er met succes in geslaagd -ten koste van de levens van 4488 VS-soldaten- om een seculier modern land waarin al-Qaeda geen betekenisvolle aanwezigheid had en zelfs gezien werd als een terroristische dreiging voor het Baath-regime, om te vormen tot een uitvalsbasis voor al-Qaeda en aanverwante jihadistische organisaties. Ik vraag me af hoe de vele veteranen van deze imperialistische oorlog zich nu voelen? Zij waren op een bepaald moment zo gehersenspoeld dat ze dachten dat Saddam Hoessein en Osama bin Laden wapenbroeders waren. Ze geloofden echt dat ze door Saddam omver te werpen, een grote slag hadden toegebracht aan het al-Qaeda-terrorisme. In plaats daarvan hebben hun acties bin Ladens kleine groep opgepompt tot een veelheid aan jihadistische legers die momenteel secties van tenminste zeven landen controleren. De oorlog die George W. Bush in 2003 lanceerde, kent geen einde. Er is in Irak geen spoor te bekennen van de demilitarisering of democratisering uit het “succesvolle” Japanse model. De oorlog was een totale ramp en een kolossale misdaad. Toen de Obama-regering aan de macht kwam weigerde ze om deze misdaad te onderzoeken en te bestraffen. Het lijkt er op dat de Irak-oorlog de globale positie van het VS-imperialisme zelfs geen centimeter vooruit geholpen heeft. De oorlog is evenmin een grote zegen gebleken voor de energiebedrijven. De belangrijkste historische betekenis van deze misdaad was het misselijk en bang maken van de wereld, door iedereen ervan te overtuigen dat de VS geleid wordt door gekken.

Afghanistan

In Afghanistan stond de VS het afgelopen decennium aan het hoofd van dat andere imperiale project. Laten we ons dezelfde vragen stellen. Waar is de demilitarisering, de pacificatie en de rechtsorde? Waar is de 'democratie' of zelfs maar een geloofwaardige aanspraak op centrale autoriteit?
De wrede vrede die de Taliban vanaf 1996 – na 18 jaar van onophoudelijke burgeroorlog- oplegde aan Afghanistan (of toch tenminste 90% ervan), werd vernietigd door de buitenlandse bezetter vanaf eind 2001. Minachtend werd er geen onderscheid gemaakt tussen de Taliban en al-Qaeda door de bombarderende coalitietroepen. De Taliban trok zich terug uit de steden -inclusief hun hoofdkwartier in Kandahar- en hergroepeerde zich op het platteland om de strijd te hervatten. De al-Qaeda trainingskampen werden platgelegd en een onbekend aantal militanten ontsnapte samen met Taliban-strijders naar Pakistan. Dat land wordt nu dankzij de VS-invasie in zijn buurland geplaagd door een eigen Taliban-militie die strijd levert tegen het regime in Islamabad. Men schat dat er tenminste 20.000 burgers gestorven zijn als resultaat van de aanhoudende oorlog in Afghanistan. Maar de Taliban heeft er de afgelopen jaren gestaag zijn krachten herwonnen en is nu zelfs in staat om gewaagde aanvallen op te zetten in de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Het succes van de Taliban heeft de militaire analisten en topgeneraals ervan overtuigd dat de Afghaanse oorlog niet gewonnen kan worden op militaire wijze, maar dat er een onderhandelde regeling getroffen zal moeten worden met de Taliban. Dit is niet wat ze zeiden tijdens de eerste jaren van deze hopeloze oorlog, maar een conclusie waar ze op rationele wijze toe gekomen zijn. Ze hebben zich ongetwijfeld gerealiseerd dat voor veel Afghanen de Taliban veel minder bezwaarlijk is dan de westerse aanwezigheid. Raketaanvallen die “per ongeluk” huwelijksfeesten van de kaart vegen, nachtelijke raids in woonhuizen -compleet met ingetrapte deuren en droneaanvallen -of ze nu onschuldige burgers doden of niet- terroriseren hele regio's langs de Afghaans-Pakistaanse grens en zorgen voor slapeloze nachten, hartaanvallen, enzovoort. Afghaanse parlementairen protesteren geregeld tegen deze oorlog en president Hamid Karzai voer ook regelmatig eens uit tegen de VS (al was het maar om zijn eigen politieke hachje te redden). De onverschilligheid van de buitenlandse troepen voor de levens van de Afghanen en de gepercipieerde beledigingen ten opzichte van de Afghaanse cultuur hebben geleid tot een golf van zogenaamde 'green on blue'-aanvallen (incidenten waarbij Afghaanse veiligheidstroepen hun wapens richten op hun NAVO-bondgenoten). In deze oorlog hebben de VS-trainers en de Afghaanse soldaten die ze moeten opleiden een toxisch niveau van wederzijdse minachting bereikt. Het door de VS gesubsidieerde Afghaanse Nationale Leger (ANA) telt theoretisch 200.000 manschappen (ze staan tegenover een geschatte 25.000 Taliban). De jaarlijkse desertiegraad ligt echter op 25%. Het ANA wordt getraind door het modernste leger van de wereld, maar in confrontaties met de Taliban heeft het de neiging om ineen te zakken waardoor het eigenlijke vechten vooral overgelaten wordt aan de VS. Nu de VS-troepen zich aan het terugtrekken zijn en het Afghaanse leger de volledige verantwoordelijkheid voor de bestrijding van 'de opstand' moet gaan overnemen, zal de strijd merkbaar afnemen.
En hoe zit het met de democratisering in Afghanistan? De presidentsverkiezingen van 2009 waren zo overduidelijk gemanipuleerd in het voordeel van Karzai dat Peter Galbraith, een VS-diplomaat die door de VN naar Afghanistan gestuurd werd als speciale gezant verantwoordelijk voor het monitoren van de verkiezingen, zich verplicht zag om zijn ontslag in te dienen. Verkiezingen in bezet Afghanistan zijn tot nu toe louter theatrale gebeurtenissen geweest -mediabeelden opleverend van rijen wachtende kiezers en in inkt gedopte vingers- bedoeld om de bezetting te legitimeren. We worden verondersteld te denken: “Is het niet fantastisch, dat ondanks wat er verder een beetje verkeerd is gelopen, de Afghaanse bevolking nu eindelijk kan genieten van de democratie?” Begin juli zal CIA-bondgenoot, Abdullah Abdullah, via zijn overwinning in de recente, gemanipuleerde verkiezingen, president van Afghanistan worden. Hij verzekerde zijn sponsors al op voorhand van het feit dat hij een akkoord zal ondertekenen dat het VS-leger toestaat om na 2014 in het land aanwezig te blijven, zoals de Obama-regering ook geëist had. En hoe zit het met de 'bevrijding' van de vrouw door de buitenlandse bezetter? Daar is nergens een spoor van te zien. Het huidige leiderschap deelt dezelfde extreem conservatieve patriarchale denkwijze over vrouwen als de Taliban. Veel vrouwen vliegen nog altijd in de gevangenis voor het verlaten van hun echtgenoot of het weigeren om de trouwkeuze van hun ouders te aanvaarden. De misdaden waarvoor het Afghaans Hooggerechtshof occasioneel de doodstraf uitspreekt -zoals de bekering tot het christendom- zeggen alles over de evolutie van de 'vrijheid' die verkregen werd onder VS-voogdij.

Besluit

Zelfs de meest creatieve advocaat die de bezettingen in Irak en Afghanistan -twee misdaden tegen de menselijkheid- probeert te verantwoorden, zou het enorm moeilijk hebben. Als men ze beoordeelt op basis van mondiale morele normen zijn het gruweldaden van wereldklasse. De interventies werden uitgevoerd in naam van het Amerikaanse volk, maar ze waren het resultaat van beslissingen genomen op basis van geopolitieke berekeningen, aangevuurd door een amorele en hersenloze toewijding aan het Amerikaanse exceptionalisme -inclusief het recht om bloedbaden aan te richten zonder enige internationale juridische consequentie. Door zo'n aanhoudend lijden, angst en woede te veroorzaken doorheen het 'Grotere Midden-Oosten', lijken sommige Amerikaanse leiders wel vastberaden om een volgende 9/11 te provoceren. De oorlogen in Irak en Afghanistan waren ook mislukkingen als men ze beoordeelt op basis van de verwachtingen en plannen van de bezetter zelf. Die mislukkingen schrikken de Amerikanen echter nooit af. Ze weten dat ze zich nooit hoeven te excuseren. Het is zeer zorgwekkend dat de VS-interventies gevolgd werden door de verovering van een groot deel van Irak en Syrië door een op al-Qaeda geïnspireerde militie. Even zorgwekkend is het vooruitzicht van een VS-leger dat overal militair ingrijpt met als doel het inprenten van angst en gehoorzaamheid in een wereld die alsmaar minder geneigd is om bang te zijn, respect te tonen of gehoorzaam te zijn aan de exceptionele natie.

Gary Leupp is professor Geschiedenis aan de Tufts Universiteit. Hij is mede-auteur van het boek 'Hopeless: Barack Obama and the Politics of Illusion, AK press

Dit artikel verscheen in ons tijdschrift 'VREDE - Tijdschrift voor internationale politiek' Blijf op de hoogte en abonneer u hier!

bezetting


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.