Het weekend na de grote stakingsdag op donderdag 21 november en het aanhoudend protest op vrijdag, werd duidelijk dat de Colombiaanse regering er alles aan doet om de voor dit land uitzonderlijk grote actiebereidheid van de bevolking zo snel mogelijk in de kiem te smoren.
(Zie ook het vorige artikel over de inhoud van het ongenoegen)
Op vrijdag 22 november werd Bogotá na de middag drooggelegd (algemeen verbod op de verkoop van alcohol) en om 21 ging de avondklok in (de eerste in 42 jaar tijd). Later die avond begonnen de eerste geruchten en filmpjes op te duiken die suggereren dat de oproerpolitie jonge arme mannen, waaronder Venezolaanse vluchtelingen, inhuurt om amok te maken in de straten. Op de sociale media verschenen video's gefilmd door mensen vanuit de ramen van hun appartementen -voor en na de avondklok- waarop te zien is hoe vrachtwagens aanrukken waaruit hele groepen jongemannen te voorschijn komen die vervolgens onrust stoken en vernielingen aanbrengen. Dit geeft de ordediensten dan een reden om het grote geschut in te zetten tegen demonstranten. Het is duidelijk de bedoeling om de mensen zoveel schrik aan te jagen dat ze niet meer durven participeren aan het protest. Deze tactiek wordt vooral toegepast in middenklassenbuurten.
In ten minste 1 wijk kregen de bewoners na het ingaan van de avondklok het valse bericht van de politie dat er bendes van plunderaars rondtrokken die hun huizen probeerden binnen te dringen. Bewoners die daarop gewapend met stokken naar buiten wilden om hun eigendommen te beschermen, werden vervolgens tegengehouden door het beveiligingspersoneel (private bewaking) van de gebouwen waarin ze wonen (in Colombia is het gebruikelijk dat de ingang van appartementsgebouwen in de betere buurten permanent bewaakt wordt). Het lijkt erop dat er allerlei technieken worden ingezet om de bevolking onderling te verdelen en bang te maken in een poging de protestbeweging te breken.
De grote media in Colombia helpen daarbij volop door de brede verzetsbeweging te reduceren tot een verhaal van delinquenten, vandalen, plunderaars en gewelddadige extremisten. De verslaggeving over de grote stakingsdag bevatte nog beelden van vreedzame betogers, maar de focus lag ook toen al op het geweld dat op verschillende plaatsen in het land uitbrak. Wat de afgelopen 3 dagen betreft werden quasi geen beelden meer uitgezonden van de vele tienduizenden vreedzame betogers van alle slag -volledige gezinnen, met baby's, kinderen en grootouders- die op vele plaatsen in o.a. Bogotá, Medellin, Barranquilla, Bucaramanga en Cali bleven samenkomen om hun ongenoegen te uiten over de huidige regering, met muziek, dans, zelfgemaakte plakkaten, 'cacerolazos' (een vorm van protest uitgevonden in de jaren 1970 door Chilenen die zich verzetten tegen de uiterst gewelddadige Pinochet-dictatuur door vanop hun balkons en vanuit hun ramen aanhoudend op potten en pannen te slaan), enzovoort. De woonplaats van president Iván Duque in het rijkere noorden van Bogotá bleek de afgelopen 4 dagen een trekpleister bij uitstek voor de luidruchtige cacerolazos.
In het centrum van de hoofdstad -Plaza de Simón Bolívar en omgeving- gold het afgelopen weekend een demonstratieverbod, een extra instrument voor de ordediensten om op hardhandige wijze korte metten te maken met betogers die zich in die richting begaven. De repressie van de ordediensten beperkte zich echter helemaal niet tot deze plek. In Bogotá alleen werden tijdens het weekend meer dan 10.000 politieagenten ontplooid, naast de gevreesde oproerpolitie (ESMAD), die in de geschiedenis van haar bestaan al een smadelijke reputatie heeft opgebouwd voor het verwonden en doden van burgers tijdens betogingen.
Tijdens de burgeroorlog die Colombia meer dan 40 jaar lang teisterde werd demonstreren vaak geassocieerd met het betuigen van steun aan de radicaal linkse guerrilla – alweer mede door de portrettering van de media. Veel civiel-maatschappelijke organisaties stellen dat het Vredesakkoord uit 2016 de massale mobilisatie van 21 november en de daarop volgende dagen mee mogelijk heeft gemaakt. Het gewapend linkse stigma dat gepaard ging met het opkomen voor allerlei rechten is weggevallen. Ook dit verklaart waarom de politie en de regering er zo op gebrand zijn om deze potentieel unieke verzetsbeweging zo snel mogelijk en met alle mogelijke middelen aan banden te leggen.
'Defender la Libertad' is een Colombiaanse coalitie van sociale-, studenten-, culturele, gemeenschaps- en mensenrechtenorganisaties tegen het illegaal gebruik van geweld door de ordediensten ten opzichte van (al dan niet georganiseerde) burgers die opkomen voor hun rechten via sociale mobilisatie. Volgens deze organisatie, die de situatie in de straten nauwgezet volgt via een netwerk van mensenrechtenwaarnemers ter plaatse, werden er tijdens de afgelopen 4 dagen van protesten in de hoofdstad al meer dan 800 mensen opgepakt. De meesten van hen werden niet aangeklaagd maar na een periode van opsluiting vrijgelaten op voorwaarde dat ze een boete betaalden. Er zijn berichten over vrouwelijke arrestanten die op politiekantoren gedwongen werden om al hun kleren te verwijderen en seksueel aangerand werden. Mensenrechtenwaarnemers rapporteerden ook een incident waarbij bewust traangas werd afgevuurd in een politiebusje vol arrestanten waarvan de deuren vervolgens werden gesloten.
De oproerpolitie zette ook in de straten rijkelijk traangas in en gebruikte op bepaalde plaatsen zelfs rubberen kogels. Naast de 3 dodelijke slachtoffers die donderdag en vrijdag vielen, werd op zaterdag in Bogotá een student in het hoofd geschoten met een rubberen kogel door een ESMAD-agent. Het slachtoffer, Dylan Cruz, ligt op het moment van dit schrijven in een coma. Het onderzoeksteam van de openbare aanklager arriveerde pas 6 uur na het incident op de plaats delict. Mensenrechtenwaarnemers op het terrein probeerden de plek van het misdrijf al die tijd zo goed mogelijk te beschermen tegen geknoei met het bewijsmateriaal. Het hele incident -net als vele andere voorvallen van politiegeweld- werd vastgelegd door ettelijke gsm's en op de sociale media gepost. Volgens de Colombiaanse Vereniging voor Persvrijheid (FLIP) zijn er sinds de dag van de staking ook al 45 journalisten aangevallen door de ordediensten.
Tot nu toe bestaat de reactie van de regering Duque op de demonstraties uit strenge veroordelingen van de geweldenaars, het prijzen van de ordediensten en het voorstel “een conversatie” aan te gaan, maar de eerste genodigden voor deze conversatie waren zakenlui en de burgemeesters van de grote steden. In een regionale context van grootschalige populaire verzetsbewegingen, ziet het er niet naar uit dat dit genoeg is om de actiebereidheid van het Colombiaanse volk te beteugelen. Op maandag 25 november wordt er alleen al in Bogotá alvast opgeroepen voor 12 grote protestacties. Vooral de mars naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Geweld ten opzichte van Vrouwen belooft massaal volk op de been te brengen.