In de nacht van dinsdag op woensdag werd de Global Sumud Flotilla -een internationale vloot van ongeveer 50 boten met aan boord honderden activisten uit 46 landen die de illegale Israëlische blokkade van Gaza over zee wil doorbreken- aangevallen ten zuiden van Kreta.
Getuigen meldden 15 drones die voortdurend boven hun hoofd zwermden en minstens 13 explosies, een deel veroorzaakt door flitsgranaten, op negen boten, waarbij de tuigage van één boot beschadigd raakte en het hoofdzeil van een andere boot werd vernield. Er werden niet-geïdentificeerde objecten gedropt op en rond verschillende boten. Op het schip de Yulara ging het naar verluidt om een chemische capsule, die stuiterde en in het water viel. Eén opvarende zou een brandwonde aan de arm hebben opgelopen, maar dat bericht is nog niet bevestigd. De communicatie werd ook verstoord.
“Aanvallen en bedreigingen tegen degenen die proberen hulp te leveren en steun te verlenen aan de honderdduizenden mensen in Gaza die honger lijden, tarten elke verbeelding”, reageerde Thameen al-Kheetan, woordvoerder van het VN-Mensenrechtenbureau (OHCHR). De Verenigde Naties roept op tot een onafhankelijk, onpartijdig en grondig onderzoek naar de gemelde aanvallen en intimidatie door drones en andere objecten.
Elke aanval op de vloot vormt een schending van zowel het internationaal recht als de voorlopige instructies van het Internationaal Gerechtshof (ICJ), dat Israël in januari 2024 opdroeg humanitaire hulp toe te laten in Gaza.
De Israëlische autoriteiten bevestigden tot nog toe niet dat ze achter de aanval zitten, maar in het verleden reageerde Tel Aviv al meermaals met geweld op vreedzame pogingen om de zeeblokkade tegen Gaza te doorbreken (in 2010 werden daarbij negen Flotilla-activisten gedood en een tiende stierf later aan opgelopen verwondingen). Enkele boten van de Global Sumud Flotilla werden eerder deze maand al geviseerd met drone-aanvallen, onder meer op 8 en 9 september.
Vorige week waarschuwden de ministers van Buitenlandse Zaken van 16 landen, waaronder Ierland, Spanje en Slovenië) Israël nog om de Global Sumud Flotilla met rust te laten. Maandag herbevestigde de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, José Manuel Albares, de diplomatieke steun van Madrid aan de deelnemers van de flotilla, wiens doelstellingen "vrede en het verlenen van humanitaire hulp” zijn. Hij beloofde dat Spanje "zal reageren op elke handeling die hun bewegingsvrijheid, hun vrijheid van meningsuiting en het internationaal recht schendt".
De drone-aanval nog geen twee dagen later stuitte dan ook op weerstand bij de Spaanse regering, die in Europa tot de meest kritische behoort met betrekking tot het Israëlisch beleid ten opzichte van de Palestijnen en de genocide in Gaza. "De Spaanse regering eist de naleving van het internationaal recht en respect voor het recht van haar burgers om veilig door de Middellandse Zee te varen", verklaarde de Spaanse premier Pedro Sánchez woensdag tijdens een persconferentie in New York City, waar hij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bijwoont. Hij kondigde ook meteen aan dat Spanje een marineschip uitstuurt om de passagiers van de Flotilla te beschermen.
De aankondiging van Sánchez kon op de goedkeuring rekenen van de Italiaanse mensenrechtenadvocate en Speciale VN-Rapporteur voor de Palestijnse Bezette Gebieden, Francesca Albanese. “Dank U Spanje”, reageerde ze op X. Ze vervolgde: “Ik dring er bij andere landen op aan om hun vloot te mobiliseren om de veilige doortocht van de flotilla naar Gaza te garanderen, en een echt humanitair konvooi in te zetten om de blokkade te doorbreken. Dat is wat de mensen willen. Dat is wat de menselijkheid gebiedt. Indien niet in tijden van een genocide, wanneer dan wel??”
Niet lang voor de Spaanse premier de pers te woord stond in New York, had de Italiaanse minister van Defensie, Guido Crosetto, al aangekondigd dat zijn regering woensdag in de vroege uren na de drone-aanval op de Global Sumud Flotilla, besloten had om een fregat de Middellandse Zee op te sturen "om de Italiaanse burgers op de vloot te assisteren", waaronder enkele parlementsleden.
De Italiaanse regering van de extreemrechtse premier Giorgia Meloni heeft nochtans een heel andere houding ten opzichte van Israël dan Spanje. Kritiek blijft voorzichtig, het woord genocide wordt door de Italiaanse regering nog steeds niet in de mond genomen en bij VN-stemmingen over Gaza-resoluties overheersen de Italiaanse onthoudingen. Hoewel ze de drone-aanval veroordeelde, noemde Meloni de missie van de Flotilla-activisten woensdag dan ook “onnodig, gevaarlijk en onverantwoordelijk”. Ze liet volledig na de Israëlische illegale humanitaire blokkade van Gaza te veroordelen en verdedigde evenmin het recht van de humanitaire vloot op een veilige doorgang.
De Israël-vriendelijke positie van de Italiaanse regering stemt niet overeen met de mening van de meerderheid van de Italiaanse bevolking. Maandag werd nog een grootschalige nationale staking georganiseerd uit solidariteit met Gaza. Honderdduizenden Italianen in 75 steden kwamen op straat om de Palestijnen en hun rechten te steunen. Havens en belangrijke transportknooppunten werden platgelegd. Na de drone-aanvallen van woensdagochtend dreigen Italiaanse vakbonden nu met nieuwe stakingen om het recht van de flotilla om naar Gaza te varen, kracht bij te zetten.
Ook meer dan 200 Europese parlementsleden riepen hun regeringen woensdag in een open brief op om bescherming te voorzien voor de humanitaire missie van de flotilla. Volgens het internationaal recht worden burgers die betrokken zijn bij het leveren van humanitaire hulp, zoals de vrijwilligers aan boord van de vloot, beschermd door de bepalingen van het Verdrag van Genève.
De vraag is nu hoe Israël zal reageren? De propaganda werd de afgelopen weken alvast opgedreven, met het oog op de rechtvaardiging van eventuele gewelddadige acties. Israëlische functionarissen hebben het burgerinitiatief er systematisch van beschuldigd terrorisme te steunen en in de Israëlische media wordt er geregeld naar de vloot verwezen als de "Hamas-flotilla" of de "jihadi-flotilla". De Israëlische minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir, bestempelde de activisten aan boord als “terroristen” en verklaarde ze navenant te willen behandelen. Vandaag beweerde de woordvoerder van het Israëlisch leger, brigadier-generaal, Effie Defrin, totaal ongegrond dat de flotilla gepland en gefinancierd wordt door Hamas-vertegenwoordigers in Europa. In één adem stelde hij dat de marine klaar is om de Israëlische grenzen op zee te verdedigen.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken dreigde er dinsdag mee dat zijn land “de nodige maatregelen zal nemen” om te verhinderen dat “de Hamas flotilla” de “oorlogszone zou betreden”, en om “elke schending van een rechtmatige zeeblokkade af te stoppen”. Hij beloofde wel “alle mogelijke inspanningen te zullen leveren om de veiligheid van de passagiers te garanderen”. Een belofte die diezelfde nacht nog gebroken werd door de flotilla met drones aan te vallen – volgens Israël een gevolg van de weigering van de flotilla-leden om in te gaan op het voorstel de meegevoerde hulpgoederen over te dragen aan Israël of af te zetten in eender welke haven en terug huiswaarts te keren. Israël zou er dan voor zorgen dat de hulpgoederen in Gaza terechtkomen. Op woensdag, uren na de aanval, werd dit voorstel door het Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken herhaald, vergezeld van dezelfde dreigende boodschap dat zijn land de doortocht van de flotilla -“een provocatie” in zijn ogen- niet zal toelaten.
De Italiaanse premier Meloni trad Israël bij en stelde voor om de hulpgoederen in Cyprus over te dragen aan het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, die ze vervolgens zou verdelen. “Er is geen reden om de eigen veiligheid in gevaar te brengen, het is niet nodig om naar een oorlogsgebied te trekken om de hulp aan Gaza te leveren die de Italiaanse regering en de bevoegde autoriteiten in een paar uur hadden kunnen bezorgen”, beweerde Meloni.
Deze misleidende framing negeert uiteraard flagrant dat Israël de toevoer van humanitaire goederen en de creatie van humanitaire corridors bewust blokkeert, met als gevolg een artificieel gecreëerde, algemene voedselonzekerheid en zelfs hongersnood in Gaza. Het is net omdat er op internationaal-politiek vlak zo weinig lijkt te bewegen, dat verontwaardigde burgers de nood voelen om zelf actie te ondernemen.
Terwijl de Gobal Sumud Flotilla Gaza nadert, wordt de situatie steeds riskanter. Elke aanval op de humanitaire vloot vormt een schending van zowel het internationaal recht als de voorlopige instructies van het Internationaal Gerechtshof, dat Israël in januari 2024 opdroeg humanitaire hulp toe te laten in Gaza.
De marineschepen van Spanje en Italië hebben uiteraard geen mandaat om geweld te gebruiken. Ze fungeren als afschrikkingsmiddel door hun aanwezigheid en moeten hun burgers ontzetten indien nodig. Maar de situatie is hoe dan ook gevaarlijk. In een persbericht uitgestuurd op dinsdagavond vragen de organisatoren van de flotilla expliciet aan alle VN-staten, momenteel verzameld voor de Algemene Vergadering in New York, om onmiddellijk effectieve bescherming te garanderen en te faciliteren, zodat de vloot veilig kan varen, de vreedzame missie ongehinderd kan worden voortgezet en het internationaal recht voorrang krijgt op daden van uitroeiing. Ze willen ook dat de aanvallen gericht tegen de Sumud Flotilla op de agenda van de Assemblee worden geplaatst en er een resolutie wordt aangenomen waarin deze ernstige schendingen worden veroordeeld.