Waarom een anti-oorlogsdag op 20 maart ?
Artikel
6 minuten

Wereldwijd roept de vredesbeweging op om deel te nemen aan de internationale anti-oorlogsdag. Op 20 maart is het één jaar geleden dat de Brits-Amerikaanse oorlogscoalitie Irak aanviel. Waarom is het belangrijk om onze stem te laten horen ?

Wereldwijd roept de vredesbeweging op om deel te nemen aan de internationale anti-oorlogsdag. Op 20 maart is het één jaar geleden dat de Brits-Amerikaanse oorlogscoalitie Irak aanviel. Waarom is het belangrijk om onze stem te laten horen ?

We willen respect voor het internationaal recht

De VS en Groot-Brittannië hebben het internationaal recht opzij gezet door een oorlog te starten tegen een ander land. Oorlog voeren is verboden. De VN-veiligheidsraad gaf geen toestemming voor een aanval op Irak, noch vormde Irak een bedreiging. Duizenden burgers zijn gedood of gewond. We weten nu dat het belangrijkste argument, het bezit van massavernietigingswapens, vals was. De minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft openlijk toegegeven dat hij met de huidige informatie niet aan deze oorlog zou zijn begonnen. Hans Blix, het hoofd van de VN-wapeninspecteurs is duidelijk : de Irak-oorlog was illegaal (The Independent, 5 maart 2004). Toch gaan President Bush en Premier Blair zomaar vrijuit. We moeten tonen dat het internationaal recht niet straffeloos mag overtreden worden. Oorlog is een misdaad. Bush en Blair moeten ter verantwoording worden geroepen.

Geen massavernietigingswapens, dat geldt voor iedereen

De Irakese regering van Saddam Hoessein heeft op grote schaal massavernietigingswapens ingezet tegen Iran en de Koerden in het noorden van het land. Irak kreeg na de oorlog om Koeweit, een strak ontwapeningsregime opgelegd. Daarbij waren zo goed als alle massavernietigingswapens ontmanteld. Dat wisten we van toenmalige wapeninspecteurs en wordt ook bevestigd in de jongste berichten. Een ander land in de regio mag evenwel ongestoord en zonder inspectieregime massavernietigingswapens bezitten. In Israël liggen minstens 200 atoomwapens (bevestigd door de NAVO), met daarnaast meer dan vermoedelijk programma's voor biologische en chemische wapens (in het instituut Nes Tsiona). De ontwapening in het Midden-Oosten kan maar geloofwaardig zijn als ook Israël daartoe wordt verplicht. Groot-Brittannië en de VS, de twee landen die het hardst aandrongen op de ontmanteling van de Irakese massavernietigingswapens zijn respectievelijk eerste en derde kernmacht in de wereld. De VS ontwikkelen op dit ogenblik 'inzetbare' mini-nukes en dreigen een nieuwe wapenwedloop in gang te zetten. Hun strijd tegen massavernietigingswapens is m.a.w. hypocriet.

De bezetting moet echt stoppen

Op het eerste zicht kan de Irakese bevolking gauw het heft in eigen handen nemen. Er is een nieuwe voorlopige grondwet en er zijn verkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Maar de VS willen nu een akkoord over permanente militaire basissen in het land. Volgens de voormalige administrateur van Irak, ex-generaal Jay Garner, waren de basissen de inzet van de inval. Irak zou Saudi-Arabië kunnen vervangen als militair steunpunt in deze olierijke regio. Daarnaast is er het grootscheeps privatiseringsprogramma van 200 belangrijke Irakese overheidsbedrijven. Het berucht geworden Order 39 van de Amerikaanse regeringsafgevaardigde Paul Bremer, maakt het daarbij mogelijk dat Irakese bedrijven en banken voor 100 procent in handen kunnen komen van buitenlandse investeerders. Voordien was dat verboden. De Irakese bevolking kreeg geen inspraak en moest noodgedwongen aanvaarden. Inmiddels zijn de privatiseringen volop aan de gang. Het oorlogsrecht (Conventie van Genève) verbiedt dergelijke bezettingspraktijken.

De Palestijnen moeten eindelijk hun rechten krijgen

Het Israëlisch-Palestijns conflict hangt als een zwaard van Damocles over heel het Midden-Oosten. De Palestijnen kijken al jaren aan tegen een politiek van voldongen feiten. Tal van VN-resoluties heeft Israël in de loop van zijn bestaan naast zich neergelegd. Die vragen onder meer de stopzetting van de bezetting, de ontmanteling van de nederzettingen in de Palestijnse gebieden en het recht op terugkeer en compensatie van de van hun grond verdreven Palestijnse vluchtelingen. Maar Israël doet net het omgekeerde. Premier Ariel Sharon bouwt steeds meer nieuwe woonblokken op Palestijnse grond, verbonden met aparte wegen en beschermd door duizenden Israëlische militairen. Nu laat hij een 700 km lange muur bouwen in de Palestijnse gebieden waardoor Palestijnen afgezonderd worden van hun grond, water en buren. De wereld kijkt toe en onderneemt niets om deze misdaden te stoppen. Erger nog, de VS geven Israël sinds de jaren tachtig 3 miljard dollar steun, waarvan meer dan de helft in de vorm van militaire steun. De EU weigert eveneens echte maatregelen te nemen. Israël geniet nog steeds van een voordelige Europese markttoegang, hoewel het Europees Parlement al de opschorting daarvan vroeg.

We moeten de oorlogsmachine stoppen

Kort na het aantreden van president Bush ging zijn militair budget sterk de hoogte. Het zal in 2005 420 miljard dollar bedragen, een stijging van 155 miljard dollar ten opzichte van het jaar 1998. Daarmee is de VS goed voor de helft van alle uitgaven in de wereld. De defensie-industrie – waar veel regeringsleden belangen in hebben – vaart er wel bij. Waar moet al dat militair machtsvertoon toe dienen ? Sinds 11 september hebben de VS twee grote oorlogen uitgevochten : in Afghanistan en Irak. Andere landen, zoals Iran en Syrië zijn rechtstreeks of onrechtstreeks bedreigd. Officieel neemt de VS zijn verantwoordelijkheid door de verdediging van de democratie en mensenrechten op zich te nemen of te strijden tegen terrorisme en massavernietigingswapens. Maar achter deze dekmantel gaan heel wat economische belangen schuil. In Irak hebben bevriende bedrijven grote contracten in de wacht gesleept voor de heropbouw van Irak. Het is vooral de oliebevoorrading die de VS dwars zit. Een speciale VS-commissie onder leiding van Vice-president Dick Cheney gaf midden 2001 als belangrijke conclusie mee dat de energiebevoorrading de hoogste prioriteit moet zijn voor het buitenlands beleid. Zowel in Afghanistan als in Irak speelden olie of de distributie daarvan een belangrijke rol.

De Belgische regering moet woord houden : geen steun aan de oorlog of bezetting

Vorig jaar was er veel ophef over de Amerikaanse oorlogstransporten door ons land richting Irak. In het Belgisch regeerakkoord belooft de regering de herziening van de akkoorden die tijdens de Koude Oorlog in Navo-verband zijn aangegaan. In antwoord op een brief aan het anti-oorlogsplatform beloofde onder andere regeringspartner SP.a de herziening van de akkoorden zodat "België vrij kan beslissen over wapentransporten die niet onder internationaal mandaat vallen". Een jaar later komt er niets van in huis. Eind januari en begin februari waren er opnieuw grote militaire transporten richting Irak om de bezetting te kunnen handhaven. België heeft nog altijd geen duimbreed in de weg gelegd en helpt daarmee oorlog en bezetting verder steunen. Laat de regering nu maar eens die akkoorden herzien.

De Amerikaanse vredesbeweging steunen

De Amerikaanse vredesbeweging is terug van weggeweest. In de jaren zorgde ze er mee voor dat de steun van de Amerikaanse publieke opinie voor de Vietnam-oorlog verloren ging. Nu strijdt ze verbeten tegen het oorlogskabinet van president Bush. Het is de Amerikaanse vredesbeweging die opriep om van 20 maart een internationale anti-oorlogsdag te maken. In tientallen steden zijn er actie en betogingen voorzien. Inmiddels is daar in meer dan 50 landen gevolg aan gegeven. Het is een belangrijk verkiezingsjaar in de VS. De Amerikaanse vredesbeweging kan dus alle steun gebruiken.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Lees meer

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.