Sedert 22 maart 2021 heeft de Europese Unie (EU) een nieuwe financieringslijn voor buitenlandse acties met militaire implicaties (*).
Het fonds is ook bedoeld voor acties op het vlak van defensie die onder de gemeenschappelijke Europese buitenlandse en veiligheidspolitiek vallen. De ‘European Peace Facility’ of Europese Voorziening voor de Vrede is de officiële naam van dit geldpotje. Het lijkt erop dat de wapenboeren hier een sterk staaltje politieke beïnvloeding hebben afgeleverd.
Geen controle
De Europese Raad besliste om buiten de begroting een fonds te creëren van 5 miljard euro voor de periode 2021-27. De financiering komt van sommige lidstaten van de EU. Met andere woorden alleen de lidstaten die een bepaalde politiek willen voeren zullen bijdragen, de anderen kunnen verder niet meebeslissen. De bijdrages gaan rechtstreeks van de betrokken lidstaten naar deze ‘Voorziening’, zonder het Europees budget te ‘kennen’. Er is dus ook geen parlementaire controle op dit budget.
Er is geen parlementaire controle op het budget van de European Peace Facility.
De European Peace Facility wil de capaciteit van de Unie verbeteren “om conflicten te voorkomen, om de vrede te handhaven en om de stabiliteit en internationale veiligheid te versterken”. Het is vooral de bedoeling om partnerlanden beter te kunnen helpen “hetzij door hun vredesoperaties te ondersteunen, hetzij door bij te dragen aan de capaciteit om vredeshandhaving op hun nationaal grondgebied te verzekeren; alsook door brede militaire en defensie-acties uit te voeren ter ondersteuning van de Europese gemeenschappelijke veiligheidspolitiek.”
Het gaat er dus om militair materieel te leveren, infrastructuur uit te bouwen, en hulp te concretiseren op vlak van defensie, op vraag van derde landen of van regionale- of internationale organisaties.
Er bestaat al een dergelijk instrument -de ‘African Peace Facility’- om de uitgaven te dekken van buitenlandse missies van de Unie zelf. Hieronder vallen de huidige militaire operaties in de Middellandse Zee, in de Centraal Afrikaanse Republiek, in Mali, Somalië en Bosnië-Herzegovina. Het nieuwe financiële mechanisme moet de Europese Unie in de mogelijkheid stellen om haar “geografische reikwijdte uit te breiden”. Volgens voormalig Europees Parlementslid Francis Wurtz (Franse Communistische Partij – PCF), gaat het om de financiering van de bewapening van buitenlandse partners “waar ook ter wereld”.
In de Europese Unie blijven de beleidsmakers vrede duidelijk zien als een resultaat van militair optreden. Er wordt soms wel over de achtergrond van en redenen voor geweld gesproken in redevoeringen, maar een diepere kijk op grondoorzaken van conflicten is niet aan de orde en is ook niet terug te vinden in het concrete internationale beleid van de Unie.
Een diepere kijk op grondoorzaken van conflicten is niet aan de orde binnen de EU.
Wapenexport
De vraag is dan ook welke invloed deze nieuwe financiële voorziening kan hebben op de wapenhandel en de bestaande Europese regelgeving hieromtrent. Binnen de EU moet de wapenexport afgewogen worden aan de hand van acht risicobeoordelingscriteria. Eén van de acht criteria om een bepaalde wapenlevering te weigeren betreft de interne situatie van het ontvangende land, zoals de aanwezigheid van spanningen of een gewapend conflict. Andere criteria zijn de kans dat de geleverde wapens gebruikt zouden worden voor interne repressie of het gevaar dat ze in handen dreigen te vallen van andere groepen dan de oorspronkelijk bestemmeling. Een ander criterium is dat geval per geval moet nagegaan worden of de wapens niet zullen bijdragen tot schendingen van de mensenrechten.
Via deze nieuwe Voorziening voor de Vrede kan de Europese Gemeenschappelijke Positie rond Wapenhandel met zijn acht criteria omzeild worden en zullen wapenleveringen aan conflictregio’s wel kunnen. Hoe makkelijk kunnen bijvoorbeeld wapens geleverd aan het officiële leger in Mali in handen vallen van jihadisten? De hele structuur van controle op de wapenexporten dreigt grondig te worden aangetast.
De inventiviteit van de wapenlobby om de limieten die de controle op wapenexport oplegt verder op te schuiven, lijkt wel grenzeloos. Is deze Voorziening voor de Vrede niet een mooi voorbeeld van de instrumentalisering van Europese instellingen voor de belangen van privé-industrieën, los van democratische controle?
Georges Spriet was jarenlang coördinator van Vrede vzw en zetelt er momenteel in de Raad van Bestuur.
(*) Tijdens een parlementaire hoorzitting op 25 maart kaartte Ludo De Brabander (woordvoerder Vrede vzw) het militaristisch karakter van de European Peace Facility aan bij de bespreking van een resolutie over het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid. Hier kan u zijn bijdrage lezen