Toen Barack Obama president was kreeg hij uitstekend advies van zijn vicepresident Joe Biden, over het omgaan met het Pentagon en het militaire apparaat. Biden waarschuwde ervoor zich niet te laten inpakken door het leger.
De regering Biden is nog maar een paar weken aan de macht en het leger is al volop aan het lobbyen voor meer financiering op grond van betwistbare argumenten. Het kan daarbij rekenen op de steun van het civiele defensie-establishment, sympathiserende denktanks en reguliere media.
Leger vraagt meer geld
Toplui van het militaire apparaat lobbyen voor hogere defensie-uitgaven nog voor dat president Biden zijn eigen budgetvoorkeuren heeft uitgesproken. The Washington Post publiceerde onlangs een opiniestuk van de stafchef van de Amerikaanse luchtmacht en de commandant van het Amerikaanse Marinierskorps, beiden viersterrengeneraals, waarin ze er zich over beklaagden dat het 'VS-leger niet langer over het wereldwijde leiderschap beschikt’. Ze pleitten voor de uitbouw van 'een slagkrachtiger en moderner leger’. Om verdere stijgingen te rechtvaardigen van een nu al erg opgeblazen defensiebudget, herschreven de generaals de regels voor "paraatheid", door deze paraatheid toe te passen op toekomstige oorlogen in plaats van de algemeen aanvaarde visie dat troepen beschikbaar moeten zijn voor onmiddellijke inzet.
De reguliere media, met The New York Times voorop, maken gebruik van legerofficieren die met ‘worst-case’-scenario’s opdiepen om toegenomen militaire inzet over de hele wereld te rechtvaardigen. Vorige week citeerde de ervaren verslaggever Eric Schmitt de bevelhebber van het Centrale Commando, een andere viersterrengeneraal, die zich op de borst klopte omdat hij ‘extra vuurkracht’ in het Midden-Oosten en de Perzische Golf heeft ontplooid om Iran af te schrikken. Het gaat om provocerende machtsvertoonmissies waarbij B-52 strategische bommenwerpers vanop een luchtmachtbasis in Noord-Dakota ingezet worden voor 36 uur durende rondvluchten richting de Perzische Golf. Daarbij voer een vliegdekschip ver buiten de normale rondvaartzone in het Midden-Oosten. De bevelhebber legde uit dat deze bewegingen bedoeld waren om "[Iran] duidelijk te maken dat dit niet het moment is om een oorlog uit te lokken." In werkelijkheid heeft Teheran de afgelopen maanden belangstelling getoond om samen te werken met de regering Biden om het nucleaire akkoord te herstellen in ruil voor verlichting van de sancties.
Het militaire apparaat wil de VS als mondiale leider
In haar inauguratierede verklaarde de onderminister van Defensie, Kathleen Hicks dat de "modernisering van de nucleaire triade het belangrijkste doel vormt” van haar departement. Ze benadrukte het belang van de "paraatheid" van de nucleaire strijdkrachten. Ik kan geen gevaarlijker concept en een grotere verspilling van middelen bedenken dan de besteding van schaars geld aan de nucleaire strijdkrachten. Deze moeten net aanzienlijk worden verminderd en uit alarmstatus worden gehaald. Hicks zei niets over wapenbeheersing en ontwapening, en er is tot nu toe niemand in de regering Biden die als ontwapeningsdeskundige is aangesteld.
Hicks, die al lang tot het militair establishment behoort, neemt haar toevlucht tot dezelfde misleidende techniek die voorstanders van hogere defensie-uitgaven toepassen. Uit opiniepeilingen zou volgens Hicks blijken dat een grote meerderheid van de Amerikanen gelooft dat hun welvaart en veiligheid verband houden met gebeurtenissen die zich buiten de VS-grenzen afspelen. Daaruit besluiten Hicks en anderen dat de defensie-uitgaven en militaire macht van de VS moeten worden versterkt om het land te beschermen tegen buitenlandse bedreigingen en Amerikaanse belangen in het buitenland veilig te stellen. Moeten we ons echt baseren op een vage en niet-geïnformeerde publieke opinie om over de kostelijke en onnodige modernisering van kernwapens te beslissen of over de productie van verouderde systemen zoals tanks en zelfs vliegdekschepen? Hicks en het militair establishment vinden dat de Verenigde Staten de internationale gemeenschap moeten leiden. Een bevraging naar de mening van VS-burgers over militaire heerschappij zou tot heel andere resultaten kunnen leiden. Het verzet van Martin Luther King Jr. tegen de oorlog in Vietnam was gebaseerd op een visie dat de Verenigde Staten de wereld niet mag domineren en zich terughoudend opstelt voor gewapende optredens om samen met anderen te vechten tegen 'armoede, onzekerheid en onrecht." Daarvoor zijn grotere investeringen in diplomatieke uitdagingen nodig onder de hoede van het ministerie van Buitenlandse Zaken, en niet in militaire missies vanuit het ministerie van Defensie.
Het Congres heeft zichzelf buitenspel gezet door presidenten toe te staan militair in te grijpen in meer dan een dozijn landen – doorgaans met geregelde luchtaanvallen - waaronder Libië, Pakistan, Somalië, Syrië en Jemen, zonder parlementaire toestemming. Obama was een criticus van de uitoefening van de unilaterale presidentiële militaire macht door George W. Bush, maar ging zelf eenzijdig over tot meer drone- en cyberaanvallen en het inzetten van Special Operations-troepen. Obama, die destijds de afwijkende mening van zijn vice-president Biden negeerde, gaf toe dat dat zijn beslissingen over Libië tot de "grootste fouten" van zijn presidentschap behoorden. Het wordt hoog tijd dat het Congres de noodzaak en wenselijkheid om wereldwijde militaire suprematie na te streven aan een onderzoek onderwerpt.
Biden vraagt evaluatie van wereldwijd optreden van de VS
Bidens grote toespraak over het buitenlands beleid op het ministerie van Buitenlandse Zaken begin februari bevatte weinig details. Hij zei wel dat hij minister van Defensie Lloyd Austin, een gepensioneerde viersterrengeneraal, heeft opgedragen een uitgebreide evaluatie uit te voeren van het wereldwijd optreden van de VS, de missies en de middelen. Austin onderschreef deze evaluatie als een poging om “hoe we best onze militaire middelen aanwenden om het nationaal belang te dienen”. The Washington Post, noch The New York Times vernoemden deze doorlichting van het Pentagon in hun bespreking van de toespraak, hoewel het potentieel het belangrijkste punt op Bidens agenda is. Het operationele tempo van de VS en de oorlogen in het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië hebben de chaos en instabiliteit in de regio immers versneld. Ze zijn ook kostelijk gebleken in termen van militaire levens en talloze onschuldige burgers.
Bidens beslissing om de wapenverkoop en andere militaire steun aan Saoedi-Arabië voor de oorlog in Jemen stop te zetten, wijst op een regering die een einde wil maken aan de 'eindeloze oorlogen' waarin de Verenigde Staten verzeild is geraakt. Biden begrijpt ongetwijfeld dat extra uitgaven voor binnenlandse noden niet kunnen worden vervuld zonder de evenredige vermindering van het militaire budget en nadruk op de nationale veiligheidsstaat.
Bidens overwinning en de recordopkomst van de kiezers geven aan dat het land klaar is voor verandering. Verandering vereist dat er geraakt wordt aan de belangen van de grote banken, Wall Street en het militair apparaat. Om dit te kunnen doen, moet Biden naar een demilitarisering van de nationale veiligheid gaan. Demilitarisering vereist minder defensie-uitgaven, een lager operationeel tempo voor onze strijdkrachten en een vermindering van onze wereldwijde militaire aanwezigheid. Het feit dat een gewelddadige volksmenigte vorige maand zo gemakkelijk het Capitool kon binnendringen, geeft aan dat onze grootste nationale veiligheidsuitdaging thuis ligt - niet in het buitenland.
De Verenigde Staten wordt geconfronteerd met meerdere crises terwijl de middelen beperkt zijn. We hoeven geen wereldmacht te zijn met buitensporige uitgaven om de wereldgemeenschap te slim af te zijn. Diplomatie is nodig om ons ervan te verzekeren dat onze bondgenoten die internationale verplichtingen delen die niet alleen relevant zijn voor de Verenigde Staten. De evaluatie die het Pentagon zal maken, kan duidelijk maken of de regering Biden bereid is het militair-industrieel-complex met de vereiste verbeeldingskracht en ondernemingszin aan te pakken.
Melvin A. Goodman is verbonden aan het ‘Center for International Policy’ en hoogleraar aan de Johns Hopkins University. Goodman, een voormalig CIA-analist, is de auteur van diverse boeken waaronder ‘Failure of Intelligence: The Decline and Fall of the CIA’ en van ‘National Insecurity: The Cost of American Militarism’. Hij is een klokkenluider bij de CIA. Zijn meest recente boek is "American Carnage: The Wars of Donald Trump" (Opus Publishing). Dit artikel verscheen eerder op www.counterpunch.org en is met toestemming van de auteur vertaald (door LDB) en overgenomen.