Van 1 tot 26 augustus kwamen de partijen van het Non-proliferatieverdrag (NPV) samen in New York voor de 10de herzieningsconferentie van dit verdrag. Die was normaal voorzien voor 2020, maar werd verschillende keren uitgesteld wegens de COVID-19 pandemie.
Het NPV, dat gebaseerd is op 3 pijlers -het tegengaan van de verspreiding van kernwapens, nucleaire ontwapening en het recht op nucleaire technologie voor vreedzaam gebruik-, ging van kracht in 1970 en bijna alle landen van de wereld zijn er ondertussen bij aangesloten. Het is van 2010 geleden dat er op de vijfjaarlijkse NPV-herzieningsconferenties in consensus een slotdocument werd aangenomen.
In een jaar waarin een nucleair bewapende staat een niet-nucleair bewapende staat binnenviel, slaagde men er ook op deze 10de NPV-herzieningsconferentie niet in om tot een consensus te komen over concrete actie met het oog op nucleaire ontwapening.
We voelden de bui al hangen. Laat op vrijdag 26 augustus 2022 blokkeerde de Russische delegatie de goedkeuring van de conclusies en aanbevelingen van het slotdocument van 10de herzieningsconferentie. Verklaring voor deze keuze: ze geloofde dat andere staten, die allen de Russische oorlog in Oekraïne veroordelen, de toetsingsconferentie "politiek gegijzeld" hadden.
Dit is niet helemaal verkeerd. De conferentie werd inderdaad gegijzeld, maar niet op een manier die Rusland toelaat zich op te werpen als geviseerd slachtoffer. De beschuldigingen van sommige delegaties dat Rusland dan weer de enige verantwoordelijke zou zijn voor het mislukken van de herzieningsconferentie, houdt evenmin steek.
Rusland stond namelijk op één lijn met de 4 andere kernwapenstaten die partij zijn bij het NPV (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China), wat betreft het actief verhinderen van elke betekenisvolle toezegging om nucleaire ontwapening te bevorderen, nucleaire dreigingen te stoppen of nucleaire risico’s te verminderen.
Zo weigerden alle 5 door het NPV-erkende kernwapenstaten ‘het dreigen met kernwapens’ ondubbelzinnig te veroordelen. Frankrijk, de VS en het VK hadden zelfs voorgesteld om een onderscheid te maken tussen “onverantwoorde” offensieve dreigingen met de inzet van kernwapens, zoals geuit door Rusland, en "verantwoorde" dreigingen daartoe, nl. met defensieve doeleinden.
Alle nucleair bewapende staten en de bondgenoten die onder de nucleaire paraplu van deze staten vallen, zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het falen van deze 10de herzieningsconferentie van het NPV. Ook België -dat in NAVO-verband een 20-tal VS-kernwapens huisvest op zijn grondgebied- gaat niet vrijuit. De feitelijk onjuiste tussenkomst van de Belgische delegatie op 8 augustus in New York was illustratief en weinig hoopgevend: “De regeling binnen de NAVO van ‘nuclear sharing’ respecteert de regels van het NPV […] elke beschuldiging van het tegendeel leidt enkel en alleen af van het echte probleem”.
De NPV-herzieningsconferentie maakte nogmaals duidelijk dat heel wat regeringen macht via het bezit van massavernietigingswapens belangrijker vinden dan collectieve veiligheid en welzijn.
Het probleem ligt niet bij één staat, maar bij alle regeringen die tijdens deze conferentie duidelijk maakten voorrang te geven aan macht via het bezit van massavernietigingswapens boven collectieve veiligheid en welzijn. En dat terwijl België aangaf dat “internationale veiligheid één en ondeelbaar is”. Holle woorden waar geen gevolg aan gegeven wordt.
Hoewel de 5 deelnemende kernwapenstaten verschillen vertoonden in hun standpunten en houding, zijn ze het duidelijk eens over de essentie: ze willen allemaal hun kernwapenarsenalen behouden en zelfs verder investeren in de modernisering ervan. Van enige intentie om zich te houden aan hun NPV-verplichting om ontwapening te bevorderen is duidelijk geen sprake.
De Internationale Campagne voor de Afschaffing van Kernwapens (ICAN) stelde: “De weigering van de nucleaire staten om de ontwapeningsbepalingen van het NPV effectief uit te voeren, verandert het verdrag zelf in een zombie. Een ondode die wel in beweging blijft, maar steeds verder en verder ontbindt en achteruitgaat zolang de implementatie van ontwapening niet gebeurt, waardoor iedereen in constant gevaar is”.
In tegenstelling tot de sterk inclusieve eerste conferentie van de partijen van het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (TPNW) in Wenen eerder deze zomer, waar actoren uit de civiele maatschappij een grote rol speelden en gehoord werden, kwamen aan de NPV-herzieningsconferentie weinig tot geen participatie en transparantie te pas.
De ontwerp-slottekst stelde "de toegenomen en positieve interactie met de civiele samenleving tijdens de toetsingscyclus en een grotere betrokkenheid van niet-gouvernementele organisaties in het kader van het toetsingsproces van het Verdrag te verwelkomen". Maar dit is simpelweg een onwaarheid.
De oorspronkelijk in januari dit jaar geplande 10de NPV-herzieningsconferentie zou eerst doorgaan zonder deelname van het maatschappelijk middenveld. Aan de uiteindelijke conferentie in augustus participeerden volgens het slotdocument 160 niet-gouvernementele organisaties, maar in de praktijk werd hen gedurende de hele eerste week van algemene debatten de toegang ontzegd tot de plenaire zaal. Het maatschappelijk middenveld mocht ook niet spreken tijdens de vergaderingen van het hoofdcomité en mocht niet luisteren naar de discussies in diverse deelcomissies.
Het middenveld had niet eens het recht om de teksten met de resultaten van verschillende discussies op de conferentie te ontvangen. NGO's moesten in plaats daarvan vertrouwen op bevriende journalisten, diplomaten en ambtenaren om kopieën te bemachtigen en te weten te komen waarover precies werd onderhandeld. Er waren ook geen informele open raadplegingsmomenten met het maatschappelijk middenveld.
Zelfs al werd de slottekst van de herzieningsconferentie vorige week uiteindelijk niet aangenomen door alle aanwezige partijen, dan is het nog steeds nuttig om in te zoomen op de inhoud ervan. Ze legt de gebreken van het NPV-regime bloot en bewijst dat we alle steun moeten verlenen aan het VN-kernwapenverbod (TPNW), een nieuw internationaalrechtelijk bindend verdrag dat complementair is aan het NPV en hopelijk meer kan aanzetten tot concrete actie wat kernontwapening betreft.
Het is een feit dat er duidelijk sleet zit op de idee dat het NPV de hoeksteen is van het nucleair ontwapeningsregime, maar uiteindelijk is het TPNW de uitvoering van Artikel 6 van het NPV, dat stelt dat alle ondertekenaars “te goeder trouw onderhandelingen zullen voortzetten over effectieve maatregelen met betrekking tot [...] nucleaire ontwapening”.
Het voorwoord van de ontwerp-slottekst van de NPV-herzieningsconferentie herbevestigt de verplichting en het engagement (ook genomen in 1995, 2000, 2010) van nucleair bewapende staten om hun kernwapenarsenalen te elimineren. Deze verklaring wordt echter opnieuw niet ondersteund door concrete acties en initiatieven om deze doelstelling waar te maken.
Tegen de achtergrond van de Russische invasie van Oekraïne is er -ondanks de “ernstige bezorgdheid” over de huidige situatie die herhaaldelijk in de slottekst wordt geuit- geen gevoel van urgentie om dat ene -en misschien wel enige- ding te bereiken dat de situatie zou kunnen verbeteren op lange termijn: nucleaire ontwapening. De tekst blijft een lege doos.
De meeste ontwapeningsgerelateerde bepalingen in de ontwerp-slottekst zijn simpelweg herhalingen van eerdere afspraken die altijd dode letter zijn gebleven.
Het reeds zwakke engagement om een dialoog aan te gaan die een multilateraal kader voor nucleaire wapenbeheersing moet creëren met als doel de vermindering van de totale omvang van de nucleaire arsenalen, werd simpelweg uit de slottekst verwijderd. Net zoals de paragrafen waarin vermeld stond dat de statelijke partijen zich herinneren aan hun verplichting om de totale uitbanning van kernwapens als de hoogste prioriteit te zien en waarin ze hun diepe bezorgdheid uiten over het uitblijven van tastbare vooruitgang sinds de toetsingsconferentie van 2015.
De voorgestelde slottekst is ook ongelooflijk zwak als het gaat over de modernisering van de nucleaire arsenalen die momenteel uitgevoerd wordt door alle kernwapenstaten. De tekst erkent dat niet-kernwapenstaten zich zorgen maken over de kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen van nucleaire wapens en verbindt de kernwapenstaten ertoe "een dialoog" met hen aan te gaan om deze zorgen weg te nemen tegen de volgende NPV-herzieningsconferentie. De tekst verplicht hen echter op geen enkele wijze tot het stopzetten van hun nucleaire moderniseringsprogramma's.
Hoewel sommige urgente problemen wel erkend worden in het voorgestelde slotdocument, zoals bijvoorbeeld het toenemend risico op het gebruik van kernwapens en de catastrofale humanitaire gevolgen die dat met zich mee zou brengen, oppert het uiteindelijk niets om deze problemen concreet aan te pakken.
De meeste ontwapeningsgerelateerde bepalingen in de tekst zijn simpelweg herhalingen van de afspraken die tijdens eerdere toetsingsconferenties al gemaakt zijn en altijd dode letter zijn gebleven, omdat alle kernwapenstaten toen en nu weigerden om concrete streefdoelen en tijdsgebonden verbintenissen aan te gaan waaraan vooruitgang kan worden afgemeten.
Zelf indien de finale tekst toch was aangenomen, dan was het dus een volstrekt ontoereikend antwoord geweest op de huidige onaanvaardbare situatie die de mensheid en de hele planeet in gevaar brengt.
Om van nucleaire ontwapening een politieke prioriteit te maken, is er duidelijk nog veel werk aan de winkel! Doe daarom mee aan onze fietsactie ‘Bikes not bombs’ op 2 oktober in Brussel.