Image
stats

Bron: Global Witness

Alweer een dodelijk jaar voor milieuverdedigers in Latijns-Amerika
Artikel
6 minuten

Sinds 2012 documenteert en veroordeelt de NGO Global Witness de bedreiging van, geweld tegen en moord op land- en milieuverdedigers in de hele wereld.  

Uit het nieuwste rapport van Global Witness blijkt dat er in 2022 minstens 177 land- en milieuverdedigers vermoord werden omwille van hun activisme – wat zich vertaalt tot ongeveer één dodelijk slachtoffer om de dag. Het cijfer voor 2022 brengt het totaal aantal dodelijke slachtoffers sinds 2012 op ten minste 1 910. De NGO erkent dat deze lijst niet volledig is. Onderrapportage is een groot probleem, vooral in Azië en Afrika, dus we zullen nooit precies weten hoeveel activisten hun leven gaven voor de bescherming van het milieu. 

De slachtoffers zijn vooral leden van inheemse gemeenschappen en kleine boeren die afhangen van hun grond en de natuur om te overleven, maar ook staatsambtenaren, demonstranten, advocaten en journalisten. Vier van de vijf in 2022 gedode milieuverdedigers op het Afrikaanse continent, waren parkwachters - twee in de Democratische Republiek Congo, één in Malawi en één in Zuid-Afrika. In het Congolese nationaal Virunga park, het meest biodiverse beschermde gebied van Afrika, zijn door de jaren heen al meer dan 200 rangers gedood tijdens hun werk.

Hoewel inheemse gemeenschappen slecht 6% van de wereldbevolking uitmaken, waren ze in 2022 -met 64 van de 177 geregistreerde moorden- het doelwit van meer dan een derde van alle dodelijke aanvallen.

In 2021 documenteerde Global Witness 200 moorden op milieu- en landverdedigers, maar de lichte daling het jaar erop betekent geenszins dat de situatie substantieel verbeterd is. De verergerende klimaatcrisis en de steeds toenemende vraag naar landbouwgrondstoffen, brandstoffen en mineralen zullen de druk op het milieu -en op degenen die hun leven riskeren om het te verdedigen- alleen maar doen toenemen. Bovendien wordt in stijgende mate gebruik gemaakt van niet-dodelijke middelen, zoals criminalisering, intimidatie, gedwongen verplaatsing en digitale aanvallen, om milieuverdedigers het zwijgen op te leggen.

Latijns-Amerika

Net als in de jaren voordien was Latijns-Amerika in 2022 het gevaarlijkste continent om in te leven als milieuactivist. Een op de vijf van de 177 moorden vond plaats in het uitgestrekte Amazonegebied. Elf van de 18 landen waar Global Witness dodelijke slachtoffers registreerde zijn Latijns-Amerikaans. Al jaren wordt het merendeel van de gevallen echter opgetekend in slechts drie landen: Colombia, Brazilië en Mexico. In 2022 ging het om 125 van de 177 moorden (meer dan 70%). 

De grootste gemene deler in deze drie landen is straffeloosheid. Vorig jaar werd slechts 5,2% van de moorden op mensenrechtenverdedigers, waaronder land- en milieuverdedigers, juridisch afgehandeld in Colombia. In Mexico bleef 90% van de aanvallen op activisten en journalisten onbestraft.

Colombia was met maar liefst 60 moorden het allergevaarlijkste land ter wereld in 2022 - bijna een verdubbeling ten opzichte van 2021, toen er 33 milieuverdedigers gedood werden. Het valt op dat er vooral geweld gepleegd wordt tegen leiders uit inheemse en Afro-Colombiaanse rurale gemeenschappen. 

Gustavo Petro, de eerste linkse president in de geschiedenis van het land, nam in augustus 2022 zijn ambt op. Zijn vicepresidente, de advocate Francia Márquez is een bekende Afro-Colombiaanse mensenrechten- en milieuverdediger. Beiden beloofden ze in hun verkiezingscampagne een betere bescherming voor activisten.   

In oktober 2022 ratificeerde Colombia het Escazú-akkoord, het eerste regionale milieuakkoord in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, en het eerste ter wereld dat specifieke bepalingen bevat over milieuverdedigers. De overeenkomst heeft ook tot doel de toegang van burgers tot milieu-informatie te verbeteren en hun deelname aan gerelateerde besluitvormingsprocessen te bevorderen.

Nooit eerder heeft een Colombiaanse regering zich zo geëngageerd voor de bescherming van milieuverdedigers, maar de cijfers van Global Witness tonen aan dat ze nog heel wat werk voor de boeg heeft.

Het tweede dodelijkste land ter wereld voor land- en milieuverdedigers is Brazilië. In 2021 werden er 26 vermoord en in 2022 zeker 34, waaronder drie kinderen. Een daarvan was de amper negen jaar oude Jonatas Oliveira, het zoontje van een rurale leider. 

De regering van de extreemrechtse, populistische president Jair Bolsonaro (die begin dit jaar opgevolgd werd door de linkse Lula da Silva), schiep een zeer vijandig klimaat voor milieuactivisten. Onder Bolsonaro werd het Amazonewoud officieel opengesteld voor exploitatie, werden de budgetten van milieubeschermende overheidsinstituten gedecimeerd, werden wetten ter bescherming van de Amazone en zijn bewoners afgeschaft en werd de illegale bezetting van inheemse gronden aangemoedigd. 

Het gevolg was een toename van het geweld en de bedreigingen gericht tegen milieuactivisten. Het aantal aanvallen op inheemse volken en hun land verdrievoudigde tijdens Bolsonaro’s presidentschap. Hopelijk kan Lula deze trend de komende jaren indijken en terugdraaien, maar met een parlement waarin de conservatieven de meerderheid hebben, zal dit niet evident worden.   

Met 31 slachtoffers, bekleedde Mexico in 2022 de derde plaats wat betreft het aantal vermoorde land- en milieuverdedigers. Dat zijn er aanzienlijk minder dan in 2021 toen er in het land 54 gevallen gedocumenteerd werden, maar de situatie blijft zeer zorgwekkend en de vele niet-dodelijke aanvallen houden aan. Zeker 16 van de vorig jaar gedode Mexicaanse activisten waren inheemse leiders. Er werden ook vier advocaten vermoord.
       
Honduras telde vorig jaar 14 vermoorde milieuactivisten. Dat is minder dan in de drie hogergenoemde Latijns-Amerikaanse landen, maar als men het bevolkingsaantal in aanmerking neemt, gaat het om het hoogste aantal doden per capita. De linkse Xiomara Castro, sinds januari 2022 de eerste vrouwelijke presidente van het land, beloofde meer bescherming voor land- en milieuverdedigers, maar kon het tij van geweld tegen hen tot nu toe niet keren.

Daders

Van de 16 geregistreerde moorden op milieuactivisten in Azië, vonden er 11 plaats in de Filipijnen, het enige niet-Latijns-Amerikaanse land in de top vijf van dodelijkste plaatsen ter wereld voor land- en milieurechtenverdedigers. Met 281 dodelijke slachtoffers sinds 2012, staat de Filipijnen al jarenlang bovenaan de ranglijst van het Aziatische continent. Een derde van deze slachtoffers waren milieuverdedigers die zich uitspraken tegen bedrijfsactiviteiten in de mijnbouwsector.

De vorige Filipijnse president, Rodrigo Duterte, hief in 2021 een verbod op nieuwe mijnbouwactiviteiten in het land op. Ferdinand ‘Bongbong’ Marcos Jr., de zoon van de voormalige dictator Ferdinand Marcos, trad in juni 2022 aan als nieuwe president. Hij is zeer gefocust op zakelijke en economische belangen, waardoor het Filipijns maatschappelijk middenveld zich zorgen blijft maken over een toename van de mijnbouw en de exploitatie van andere hulpbronnen ten koste van de mensenrechten en de veiligheid van milieuverdedigers.

Het blijft moeilijk om te achterhalen wie de precieze opdrachtgevers zijn voor de moorden op land- en milieuverdedigers. Sommige economische sectoren zijn wel duidelijk gelinkt aan het geweld. Zo kon Global Witness de agro-industrie in verband brengen met 10 moorden in 2022, waarvan de helft in Mexico. De mijnbouw werd in verband gebracht met acht dodelijke slachtoffers, en de houtkap met vier. De betrokken bedrijven en de huurmoordenaars waarvan ze gebruik maken handelen doorgaans straffeloos en worden in sommige gevallen bijgestaan door meedogenloze staatsveiligheidstroepen.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!