De Belgische Coalitie tegen Kernwapens is bezorgd over het stilzwijgen van de minister van Buitenlandse Zaken over de Belgische deelname aan de derde bijeenkomst van staten die partij zijn bij het Verdrag inzake een Verbod op Kernwapens (TPNW) op het ogenblik dat er nieuwe kernbommen in België zijn gearriveerd. Als België nucleaire ontwapening belangrijk vindt, zoals het steevast beweert, dan is het nodig dat ons land als waarnemer aan deze TPNW-bijeenkomst deelneemt.
De Belgische Coalitie tegen Kernwapens (BCK), die een zestigtal organisaties verenigt die zich inzetten voor vrede en ontwapening, stuurde enkele dagen voor de derde bijeenkomst van staten die partij zijn bij het TPNW (van 3 tot 7 maart 2025) in New York, een brief naar de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Maxime Prévot, om naar het standpunt van België te vragen over al dan niet deelname aan deze conferentie. Deze brief is onbeantwoord gebleven. Wij durven echter te geloven dat de kwestie van de kernwapens onze regering nauw aan het hart ligt, zeker nu ons land in alle stilte nieuwe kernbommen van de VS op zijn grondgebied heeft verwelkomd.
België nam eerder al deel aan de eerste twee bijeenkomsten van staten die partij zijn bij het TPNW in 2022 en 2023 in de hoedanigheid van waarnemer. Dat stelde België in staat om zich te informeren over de intergouvernementele besprekingen over nucleaire ontwapening zonder dat ons land engagementen moet aangaan.
De Belgische Coalitie tegen Kernwapens dringt erop aan dat België ook aan deze derde bijeenkomst deelneemt en zo toont dat het nucleaire ontwapening belangrijk vindt. Het is noodzakelijk dat de Belgische regering zich via een duurzame en coherente aanpak inschrijft in de doelstelling van een wereldwijde nucleaire ontwapening. België heeft zich daar vijftig jaar geleden toe verbonden met de ondertekening en ratificatie van het Non-Proliferatieverdrag (NPV). In haar onlangs afgesloten coalitieakkoord bevestigt de regering immers dat het NPV “de hoeksteen van onze nucleaire ontwapeningspolitiek” vormt, en dat België zijn positie van “voorvechter van internationale verdragen en akkoorden rond ontwapening en non-proliferatie” handhaaft en de “internationale dialoog daaromtrent” steunt. Een Belgische deelname aan de 3e bijeenkomst van staten die partij zijn bij het TPNW zou daar een logische invulling van zijn, temeer daar het de concrete uitvoering is van artikel VI van het NPV.
Het Belgische engagement voor nucleaire non-proliferatie krijgt extra belang in het licht van de aankondiging die Jill Hruby, de directeur van de National Nuclear Security Administration (NNSA) van de VS, vorige maand deed. Zij verklaarde dat de nieuwe B61-12 kernbommen “volledig voorwaarts ontplooid” zijn. Daarmee verwees ze naar de tactische kernwapens van de VS die in Europa zijn opgesteld. Met haar verklaring die ze deed op een conferentie in het Hudson Instituut onthulde ze dat de geplande vervanging van de oude B61 bommen op de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel voltooid is. De B61-12 is een thermonucleaire bom met een explosiekracht van 50 kiloton. Dat is driemaal de kracht van de atoombom die Hiroshima in 1945 vernietigde. De bom is uitgerust met een verbeterd geleidingssysteem, waardoor de precisie en daarmee de “operationele capaciteit”, in de woorden van de NNSA, is toegenomen.
We zijn bezorgd dat de Minister van Buitenlandse Zaken zich in stilzwijgen hult. De Belgische Coalitie tegen Kernwapens hoopt ten zeerste dat de deelname van België aan de derde bijeenkomst van staten die partij zijn bij het TPNW, die volgende week al plaatsvindt, alsnog zal worden bevestigd.
Klik hier voor de politieke nota die meer toelichting geeft bij de derde bijeenkomst van staten die partij zijn bij het kernwapenverbodsverdrag (TPNW)