Image
Chili, de uitdaging van verandering
Copyright: Boris Kasimov Via: https://www.flickr.com/photos/kasio69/40346572263/in/photolist-e2LpsA-e2EKqx-byFGmb-sdRvbf-onot4Y-24thJhg-sdQSYW-7J24t2-ZkvokV-8tZQ14-qLgWqC-rkRTNh-pnwDX-Cefxj7-nDo7Ec-Zhtysm-7K9UGa-r8EBUx-st9aHY-rkWq8B-fUpywX-sc6FK4-97kP9y-
Chili, de uitdaging van verandering
Dossier
33 minuten

Het stond op voorhand vast dat Michelle Bachelet de Chileense presidentsverkiezingen van eind 2013 zou winnen. Niemand die er aan twijfelde. De zesde presidentsverkiezingen sinds het einde van de dictatuur in 1990 weerspiegelen het veranderende politiek-maatschappelijke landschap in Chili. 

Het politiek-maatschappelijke landschap in Chili is veranderd

Het stond op voorhand vast dat Michelle Bachelet de Chileense presidentsverkiezingen van eind 2013 zou winnen. Niemand die er aan twijfelde. De zesde presidentsverkiezingen sinds het einde van de dictatuur in 1990 weerspiegelen het veranderende politiek-maatschappelijke landschap in Chili.  

Regering van uitmuntendheid

Michelle Bachelet beëindigde haar eerste presidentiële termijn in maart 2010 met een gigantisch goedkeuringspercentage van de bevolking: 84% - een record. De coalitie van politieke partijen die ze vertegenwoordigt heet de Concertación en bestaat uit de Socialistische Partij (waar Bachelet toe behoort), de links-liberale Partij voor Democratie, de Christendemocratische Partij en de Sociaal Democratische Radicale Partij. De paradox in 2010 was dat Bachelet mateloos populair was, maar dat de steun voor de Concertación op zijn laagst ooit stond. In Chili kan je geen 2 opeenvolgende termijnen invullen als president, dus de populariteit van Bachelet kon niet zomaar overgezet worden op de nieuwe presidentskandidaat van de Concertación, Eduardo Frei – zelf een voormalig president (van 1994 tot 2000) en lid van de Christendemocratische Partij. Mensen die gedesillusioneerd waren door de Concertación en voor 'verandering' wilden stemmen, hadden in 2009-2010 voornamelijk 2 opties. De eerste optie was Marco Enriquez Ominani, een voormalig parlementslid voor de Socialistische partij die als onafhankelijke presidentskandidaat opkwam. Hij is ook de zoon van Miguel Enriquez, de man die als secretaris-generaal van de linkse politieke organisatie MIR (Movimiento de Izquierda Revolutionaria) het militair verzet van de MIR leidde tegen de dictatuur van Pinochet na de staatsgreep van 1973. In oktober 1974 werd Miguel Enriquez vermoord door leden van de Chileense geheime politie (DINA). Zijn zoon, Ominami, vertegenwoordigde tijdens de verkiezingen mainstream links, mensen die de Concertación-coalitie beu waren en een progressievere politiek aanhingen. Ominami slaagde erin om in de eerste ronde van de verkiezingen  op 13 december 2009, 20% van de stemmen binnen te rijven, maar dat volstond niet om door te stoten naar de tweede ronde. Die werd uitgevochten op 17 januari 2010 tussen Eduardo Frei en Sebastian Piñera. Laatstgenoemde was de andere grote niet-Concertación optie voor de Chileense kiezers. Piñera is lid van de conservatieve partij Nationale Vernieuwing, die deel uitmaakt van de rechtse politieke coalitie Alliantie voor Chili. Hij is een van de rijkste zakenmannen van het land en hij beweerde dat hij zijn regering zou injecteren met zijn zaken-efficiëntie. Deze boodschap vond blijkbaar weerklank bij de bevolking en Piñera won de verkiezingen. Hij trad in functie op 11 maart 2010, amper een paar dagen nadat Chili getroffen werd door een van de zwaarste aardbevingen in de geschiedenis van het land. Uitgerekend op de dag en het tijdstip dat Piñera ingezworen werd, donderde er een zware naschok door Chili, waardoor de ceremonie ingekort moest worden. Van toen af was de populaire mythe geboren dat Piñera 'yeta' was, dat hij met andere woorden ongeluk bracht. Tijdens zijn verkiezingscampagne en zijn eerste dagen als president verklaarde Piñera herhaaldelijk dat zijn regering er een zou zijn van uitmuntendheid, een bewering die hem gedurende zijn 6-jarige presidentstermijn voortdurend zou blijven achtervolgen. Getrouw aan zijn zakelijke aanpak installeerde hij op de belangrijkste ministerposten mensen uit de bedrijfswereld. Er waren nooit zoveel ministers met een ingenieursdiploma. Piñera's eerste jaar als president werd vooral gekenmerkt door de reconstructie-inspanningen na de aardbeving en zijn grootste succesverhaal: de redding van de 33 mijnwerkers die 69 dagen vastzaten onder de grond na de instorting van een deel van een oude koper- en goudmijn in de noordelijke Atacama-woestijn.  De delicate reddingsoperatie, die over heel de wereld live uitgezonden werd, bevestigde in de ogen van veel Chilenen Piñera's verkiezingsbelofte van technische efficiëntie. In de dagen na de geslaagde operatie genoot de president dan ook de hoogste populariteitscijfers die hij ooit zou laten optekenen: 64% van de bevolking stond toen achter hem. 

Het jaar van verandering

2011 zou het jaar worden waarop de Chileense politiek het vuur aan de schenen werd gelegd door het volk. Het begon al in januari met demonstraties in de Magallanes-regio, helemaal in het zuiden van het land, tegen de verhoging van de gasprijzen. Na een week van grootschalig protest zag Piñera zich verplicht om van de gasprijsverhoging af te zien en om zijn minister van Energie te vragen om zijn ontslag in te dienen. Het was de eerste van vele wijzigingen in het kabinet van de president. De ministers uit de zakenwereld moesten een voor een plaats ruimen voor meer traditionele politici. Het protest in het zuiden draaide niet alleen rond de gasprijzen, maar reflecteerde ook de doorgedreven centralisering van de macht in Chili, waar het lot van de regio's bepaald wordt in de hoofdstad Santiago en de bevolking in de regio's maar weinig in de pap te brokken heeft. Het volksprotest in Magallanes luidde het naar beneden tuimelen van Piñera's populariteit in. De goedkeuringsgraad van de bevolking werd een obsessie voor de man, die wanhopig graag gezien wou worden maar voortdurend vergeleken werd met zijn mateloos populaire voorgangster Bachelet.   

Als er een woord is dat het Chili van de 21ste eeuw omschrijft dan is dat 'ongelijkheid'. De krantenkoppen staan vol van de Chileense economische succesverhalen, allemaal gebaseerd op macro-economische cijfers zoals het Bruto Binnenlands Product en het groeipercentage van de Chileense economie. Maar deze koppen negeren volledig de ongelijkheid van de groei, de ongelijkheid van de verdeling van de winsten en de daaruit volgende sociale ongelijkheid. Het is gekend dat Chili vanaf de jaren 1970 dienst heeft gedaan als een laboratorium voor de meest drastische neoliberale maatregelen. De argumentatie was dat private ondernemingen altijd efficiënter zijn dan de staat. Het resultaat is de totale privatisering van bijna alle Chileense ondernemingen en diensten. Dit beleid heeft geleid tot een maatschappij die eigenlijk onderverdeeld is in twee groepen: diegenen die kunnen betalen en diegenen die niet kunnen betalen – betalen voor private gezondheidszorg, betalen voor private scholen en later universiteiten, enzovoort. Veel Chilenen eindigen met enorme schulden. Vele anderen verkrijgen nooit de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg van goede kwaliteit. In Chili zijn veel jobs onzeker. Werknemers weten nooit wanneer ze ontslagen zullen worden en hebben maar weinig rechten. Een onhoudbare situatie die vroeg of laat tot een ontploffing zou leiden. De eerste grote ontploffing kwam er in 2011 en werd georchestreerd door de studenten. Zowel leerlingen van de middelbare scholen als studenten van het hoger onderwijs demonstreerden de jaren voordien al - bijna op rituele wijze. Eenmaal de winter er aan kwam wist iedereen dat er marsen en bezettingen van studenten zouden opduiken. Reeds in 2006, toen Bachelet nog president was, ontstond er een grootschalige protestbeweging van de leerlingen van de middelbare scholen, waarnaar verwezen werd als 'de pinguïn-revolutie' omwille van de schooluniformen die aan deze zeevogels deden denken. De eisen van de leerlingen kaderden volledig in de algemene context van ongelijkheid maar waren zeer specifiek zoals verminderde studententarieven voor het openbaar vervoer, een stopzetting van de financiering van het openbaar onderwijs via de gemeentes (waardoor er in de arme gemeentes alleen totaal ondergefinancierde scholen te vinden zijn), investeringen in de infrastructuur van de scholen, enzovoort. De pinguin-revolutie kwam na meer dan een maand van acties en onderhandelingen tot een einde toen de regering er mee instemde om onderwijshervormingen voor te leggen aan het parlement. Maar het ging slechts om voorstellen en vermits er uiteindelijk geen werkelijke veranderingen doorgevoerd werden in het Chileense onderwijssysteem, bleef deze kwestie een etterende zweer die in 2011 met volle kracht zou uitbarsten. De studentenprotesten van 2011 werden geleid door de Chileense Studenten Confederatie, die de verenigingen van de verschillende zogenaamde traditionele universiteiten vertegenwoordigt (universiteiten die voor de privatisering van het hoger onderwijs in handen waren van de staat). Later voegde de Federatie van Middelbare Scholen zich ook bij het protest en zelfs de verenigingen van private universiteiten mobiliseerden mee. Sommige eisen waren gelijkaardig aan de eisen van 2006, maar de manier waarop ze aangebracht werden en vooral de schaal van de mobilisatie was ongezien sinds de terugkeer van de democratie ruim 20 jaar eerder. De protesten, en in het bijzonder de studentenleiders aangevoerd door Camila Vallejo, Giorgio Jackson, Camilo Ballesteros en Francisco Figueroa (en later ook Gabriel Boric) waren zeer effectief in het overbrengen van de boodschap dat de problemen in het onderwijs een symptoom zijn van de enorme structurele ongelijkheid in de Chileense maatschappij. De belangrijkste eis van de studentenbeweging was gratis en kwaliteitsvol onderwijs. In Chili komt slechts 25% van de middelen voor het onderwijs van de staat, de overige 75% wordt bekostigd door de studenten zelf. Een andere belangrijke eis was de stopzetting van het maken van winst in het onderwijs. Veel onderwijsinstellingen functioneren op dezelfde manier als bedrijven die zich uitsluitend laten sturen door winstbejag. De Chileense Studenten Confederatie stelde een belastinghervorming voor waarbij de hogere belastingen die de rijken zouden moeten betalen, gebruikt zouden worden om het gratis onderwijs voor iedereen te financieren – een perfecte maatregel om de ongelijkheid te bestrijden.   

De belangrijkste verwezenlijking van de studentenbeweging is dat het de problemen van het onderwijs kon verheffen tot een kwestie die de hele Chileense maatschappij aanbelangt. Het protest oversteeg louter concrete eisen zoals gratis en kwalitatief hoogstaand onderwijs en lokte een debat uit over wat soort van maatschappij Chili in de toekomst moest worden. In 2011, tijdens het hoogtepunt van de studentenmobilisaties, toonden enquêtes aan dat meer dan 70% van de Chileense bevolking achter de studentenbeweging stond. Iedereen praatte erover. De beweging groeide uit tot zo'n sterke factor in de maatschappij, dat ze de politieke agenda kon bepalen. De studentenleiders daagden de  traditionele politiek uit. Ze brachten de gevestigde politieke partijen, de supporters van de oude politiek en de status quo aan het wankelen. De grote steun bij de bevolking voor de studenten leek er op te wijzen dat Chili veranderd was. De mensen wilden een radicale transformatie zodat de problemen van ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid adequaat aangepakt konden worden. De kern van deze transformatie moest volgens een groot deel van de bevolking vastgelegd worden in een nieuwe grondwet. Chili wordt tot vandaag bestuurd op basis van een grondwet die geschreven en ingevoerd werd tijdens de dictatuur van Pinochet. Ze werd zo opgesteld dat de posities van de machthebbers niet betwist konden worden. De eis van de bevolking tot de opstelling van een nieuwe grondwet en het debat rond gratis onderwijs zouden belangrijke thema's worden in de campagnes voor de presidentsverkiezingen van 2013. Zoals vaak gebeurt in het aanschijn van succesvolle sociale bewegingen, probeerden de politieke machthebbers zich te presenteren als behorend tot de kant van het volk. Plotseling was 'iedereen' voor gratis, kwaliteitsvol en niet op winst gericht onderwijs. Centrum-linkse en vooral linkse politieke partijen die al 20 jaar aan de macht waren en wiens beleid het Chileense neoliberale systeem mee hielp uitdiepen, beweerden nu de bondgenoten te zijn van de studenten. Het gevaar op coöptatie is altijd groot als volksbewegingen te machtig worden. De studentenbeweging bleef zich gedurende 2011 sterk en onafhankelijk opstellen, maar ze begon stilaan de eerste tekenen van politieke coöptatie te vertonen.             Tegen het einde van 2011 was de populariteit van de Chileense regering tot een recordlaagte gezakt en had de Britse krant The Guardian de aantrekkelijke studentenleidster Camila Vallejo uitgeroepen tot persoon van het jaar – wat direct aantoont dat de protestbeweging in Chili ook een internationale weerklank had. Tijdens de zomervakantie (in Chili van midden december tot eind februari) trokken de studenten zich wat terug, maar van zodra het nieuwe schooljaar in 2012 van start ging, laaiden de protestacties opnieuw op. Er was doorheen 2012 minder media-aandacht voor de studentenmobilisaties en bijna alle charismatische studentenleiders van 2011 waren ondertussen vervangen door nieuwe gezichten (elk jaar kiezen de studentenverenigingen nieuwe leiders), maar de beweging had nog altijd de capaciteit om de kwestie van het onderwijs op de politieke agenda te houden. 

Lokale verkiezingen

Op het einde van 2012 waren er gemeenteraadsverkiezingen, de enige tijdens het presidentschap van Sebastian Piñera. Het waren ook de eerste verkiezingen die volgens nieuwe electorale regels zouden verlopen. In het verleden kon iedereen die wenste te stemmen zich vrijwillig laten registreren, maar eenmaal geregistreerd was het verplicht om te gaan stemmen. Vanaf de verkiezingen van 2012 was elke burger automatisch geregistreerd en kon eenieder kiezen of hij wilde gaan stemmen of niet. De doelstelling van deze verandering was een groter aantal jongeren naar de stembussen te lokken. De middelbare schoolstudenten riepen echter op om niet te gaan stemmen. Ze argumenteerden dat het systeem niet zou veranderen via het electoraal proces, maar onder druk van grootschalige mobilisaties zoals die van de studenten.

Giorgio Jackson, een van de belangrijkste studentenleiders van 2011, richtte in de loop van 2012 de  politieke beweging 'Revolución Democrática' (Democratische Revolutie) op. In Providencia (een gemeente in de Chileense hoofdstad Santiago) speelde de beweging van Jackson een cruciale rol in de gemeenteraadsverkiezingen door Josefa Errázuriz te steunen in zijn electorale strijd tegen de zittende burgemeester, een voormalige generaal onder de Pinochet-dictatuur. De electorale strijd in Providencia kreeg een symbolische betekenis. Te meer omdat Errázuriz niet behoorde tot een van de traditionele politieke partijen. Het werd de strijd van de drang naar verandering en de nieuwe politiek tegen de oude machten. Josefa Errázuriz haalde het. Het verloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 weerspiegelde de macht van de studentenbeweging en de bredere sociale beweging. Allereerst was er een lage opkomst. Het plan om meer jongeren aan te zetten om te stemmen was mislukt. Tegelijkertijd vertaalde de macht van Giorgio Jackson en zijn  Democratische Revolutie zich politiek via de duidelijke electorale overwinning van Errazuriz in Providencia. Verder werden er op verschillende plaatsen linkse en radicaal-linkse kandidaten verkozen met een klinkende overwinning op hun rivaliserende kandidaten van de rechtse regeringspartij. De toon voor de algemene verkiezingen van 2013 was gezet.  

Terugkeer van Bachelet

In de eerste maanden van 2013 vroeg heel het land zich af of Michelle Bachelet zou participeren aan de presidentsverkiezingen van 17 november. Haar enorme populariteit kon namelijk alleen maar dalen indien ze terugkeerde naar de dagelijkse politiek. Bovendien zou ze als regeringsleider geconfronteerd worden met heel wat oppositie in het veranderde Chili. Na de beëindiging van haar presidentstermijn in 2010 was Bachelet in het buitenland gaan werken voor de Verenigde Naties (Dienst voor Gendergelijkheid en de Empowerment van Vrouwen). Gedurende de hele Piñera-periode gaf ze zelden of nooit commentaar op de (politieke) ontwikkelingen in Chili. Haar stilzwijgen was haar tactiek geworden. Hoe minder ze zei hoe meer de mensen haar ophemelden. Ze leek wel boven de dagelijkse confrontaties verheven te zijn. In maart 2013 werd de knoop doorgehakt. Bachelet kondigde aan dat ze als kandidate van de Concertación zou deelnemen aan de verkiezingen omdat ze de verantwoordelijkheid voelde om aan de vele oproepen daartoe te beantwoorden. Verder stelde ze dat ze vanuit het buitenland de grootschalige mobilisaties van het Chileense volk gevolgd had en dat haar grootste prioriteit het aanpakken van de ongelijkheid zou zijn. Ze wilde dit doen via een nieuwe politieke coalitie de 'Nueva Mayoria' (Nieuwe Meerderheid), die breder zou zijn dan de Concertación. Met de creatie van de Nieuwe Meerderheid wilde Bachelet vooral duidelijk aangeven dat ze niet gewoon de “oude Concertación” terug aan de macht zou brengen. Bachelet verklaarde dat het creëren en installeren van een systeem van universele en kosteloze toegang tot het hoger onderwijs binnen de termijn van 6 jaar, een hoofddoel is van de Nieuwe Meerderheid. 

De rechtse politieke coalitie Alliantie voor Chili restte nu de aartsmoeilijke taak om een waardige tegenkandidaat voor Bachelet naar voor te schuiven. Dit proces had heel wat voeten in de aarde. Verschillende namen passeerden de revue: één kandidaat moest zich terugtrekken wegens financiële fraude en een andere wegens een zware depressie. De tijd begon te dringen en amper een paar maanden voor de verkiezingen werd uiteindelijk, maar zonder veel overtuiging, Evelyn Matthei voorgedragen. Haar naam was al verschillende malen gevallen als potentiële kandidaat, maar het was duidelijk dat ze het electoraat (ook het rechtse) niet bepaald kon enthousiasmeren. Evelyn Matthei heeft een strenge en confronterende attitude die nogal onbeheerst overkomt. Zelfs indien de tegenkandidaat voor het presidentschap niet de populaire Bachelet was, dan zou het toch nog een huzarenstukje worden voor rechts om een succesvolle campagne te voeren. Al het campagnemateriaal moest immers nog aangepast worden na de terugtrekking van de vorige kandidaat, de depressieve Pablo Longeira. 

De twee presidentskandidaten voor de twee grootste politieke coalities waren vrouwen, een historisch gegeven. Er waren echter nog meer overeenkomsten: beide vrouwen waren dochters van generaals van de luchtmacht. Generaals die goed bevriend waren toen de beide presidentskandidates nog kleine meisjes waren, wat betekent dat ze vroeger jeugdvriendinnen zijn geweest. Maar het element dat pas echt een extra cachet gaf aan de electorale tweestrijd, was het feit dat de vriendschap van de vaders compleet stukgelopen was op de dictatuur. Generaal Bachelet was een aanhanger van de marxistische president Salvador Allende en keerde zich volledig tegen de staatsgreep van 1973. Onder de dictatuur werd hij opgepakt en onderworpen aan maandenlange folteringen die hem in maart 1974 fataal zouden worden. Generaal Matthei daarentegen zou deel gaan uitmaken van de militaire junta. Het is duidelijk dat de Chileense media een vette kluif hadden aan het specifieke verleden van de twee presidentskandidates. Vooral in september, toen het de 40ste herdenking was van de staatsgreep tegen Allende, bleek het bijna onmogelijk voor Evelyn Matthei om niet versleten te worden als een regelrechte voorstander van de staatsgreep. Dat Michelle Bachelet in het verleden ook persoonlijk het slachtoffer werd van de dictatuur (ze werd samen met haar moeder opgepakt, gefolterd en in ballingschap gestuurd), dreef de electorale strijd nog wat extra op de spits. 

 

Javier Gárate is medewerker van War Resisters' International    

 


 Chili's verdeelde sociale beweging

Dossier2Terwijl Chili zich klaar maakte om een nieuwe president te kiezen, bleven de studentenprotesten aanhouden. Honderdduizenden jongeren kwamen op straat, zwaaiend met veelkleurige vlaggen, protestslogans scanderend en dansend om hervormingen in het Chileense onderwijssysteem af te dwingen. Een van de grootste verwezenlijkingen van de grote studentenmobilisatie is de invloed die ze heeft (gehad) op regionale sociale bewegingen. Over heel het land volgden Chilenen het voorbeeld van de studenten en gebruikten ze dezelfde organisatietactieken om onder meer te strijden voor een betere toegang tot gezondheidszorg, een grotere jobzekerheid, en om ecologische bezorgdheden aan te kaarten. Maar ondanks plaatselijke overwinningen zijn zowel de regionale bewegingen als de grotere en meer zichtbare studentenbeweging er tot nu toe niet in geslaagd om hervormingen af te dwingen die de grotere structurele problemen van het land aanpakken – problemen die inherent zijn aan een systeem dat gebouwd is op een voormalige dictatuur.      

Chiloé

De beweging voor een betere toegang tot diensten van de gezondheidszorg op de archipel Chiloé illustreert zowel de successen als de mislukkingen van de regionale sociale mobilisaties. Als een reactie op maandenlange demonstraties -waaronder protestacties, bezettingen van het lokale departement van gezondheidszorg en petities waarin concrete eisen gesteld werden- besloot de Chileense minister van Volksgezondheid Jaime Mañalich in augustus 2013 door heel Chiloé te touren. Hij kwam er een totale investering van 175 miljoen VS-dollar aankondigen in de basisdiensten van de gezondheidszorg en de hospitaalinfrastructuur. Als men rekening houdt met het lage bevolkingsaantal op Chiloé dan is dit een aanzienlijke toezegging. Het engagement van de regering benadrukt het succes van deze regionale beweging van collectieve actie. 

Er wonen maar 150.000 mensen verspreid over de 32 eilanden van het Chiloé-archipel, waarvan de meesten op het gelijknamige hoofdeiland. Het is een regio die grotendeels onafhankelijk van de rest van het land ontwikkelde. Het landschap is ook radicaal anders: op glooiende groene weiden staan kuddes schapen die de wol produceren waar het eiland bekend om staat. Huizen in levendige kleuren rusten er op palen die boven het water het uitsteken (palafitos). Op de eilanden wordt nog veel aan ruilhandel gedaan omdat het leven er duur is en de middelen schaars. De geïsoleerde eilandbewoners, die zichzelf Chilotes noemen, hebben een slechtere toegang tot gezondheidszorg dan hun landgenoten op het vasteland. Ze moeten vaak lange, dure trips maken naar het vasteland omdat de kwaliteit van de lokale hospitalen lager ligt dan in de rest van het land en omdat Chiloé kampt met een gebrek aan specialisten. In medische noodgevallen verspilt men cruciale tijd met het transporteren van patiënten naar een locatie met de noodzakelijke faciliteiten. 

Anatomie van een lokale beweging

Terwijl dit al heel lang een realiteit is voor de Chilotes, gaf een reeks van overlijdens het afgelopen jaar een nieuwe dringendheid aan het verhelpen van dit probleem. Lokale politici, burgeractiegroepen en vakbonden mobiliseerden om de aandacht van de nationale regering op de problemen in Chiloé te vestigen. Miriam Marcela Ojeda, die 25 weken zwanger was, stierf begin juli 2013 aan een hersenbloeding in het hospitaal van de Chileense kuststad Puerto Montt nadat ze eerst achtereenvolgens naar de ziekenhuizen van Ancud en Castro (twee steden op het eiland Chiloé) gevoerd was. Beide hospitalen hadden niet de nodige specialisten in huis om het noodgeval aan te pakken, waardoor er levensbelangrijke tijd verloren ging. Een maand eerder kreeg Verónica Cosme door verschillende dokters in het plaatselijke hospitaal van het stadje Quellón de verkeerde diagnose gesteld. Uiteindelijk stierf ze aan de complicaties van het H1N1-virus in het ziekenhuis van Puerto Montt. “Ze heeft niet de aandacht gekregen die ze nodig had en betaalde met de dood”, zegt Alejandra Guerrero, een vriendin van Cosme en woordvoerster van de familie. Het waren gevallen zoals deze die belangrijke symbolen werden van de beweging voor een betere gezondheidszorg in Chiloé. Ze gaven een gezicht aan het probleem, deden het publiek debat over gezondheidszorg oplaaien in heel Chiloé en zetten de plaatselijke bewoners aan om op straat te komen om hun woede en bezorgdheid uit te drukken. Op het hoofdeiland Chiloé hadden burgers in 2011 al heel wat actiegroepen -gekend onder de benaming 'sociale vergaderingen'- opgericht. Oorspronkelijk gebeurde dit uit solidariteit met de nationale studentenbeweging, maar de focus van de vergaderingen in Chiloé verschoof geleidelijk aan naar het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg voor de plaatselijke bevolking. “Mensen stierven door een gebrek aan gezondheidszorg. We konden het niet langer negeren”,  vertelt Claudio Vásquez, de leider van de sociale vergadering in Castro, de hoofdstad van Chiloé. De vergaderingen mobiliseerden duizenden burgers. De kracht van de beweging is duidelijk zichtbaar in de dorpen en steden van Chiloé. In veel voortuintjes en winkelramen zie je bordjes die oproepen voor 'salud digna' (waardige gezondheidszorg), een eis die ook regelmatig op gebouwen gespoten staat. Ook de burgemeesters van de gemeenten in Chiloé hebben een actieve rol gespeeld bij de protestbeweging van 2013. Ze stelden hun eigen lijst van eisen op en richtten zich rechtstreeks tot de Chileense minister van Volksgezondheid Jaime Mañalich. Het bedrag dat de regering per capita reserveert voor primaire gezondheidsdiensten baarde de burgemeesters fundamentele zorgen. Dit bedrag is hetzelfde als in de rest van het land, maar de burgemeesters vonden dat het hoger moest liggen in Chiloé omdat de regio zo geïsoleerd is. De sociale vergaderingen concentreerden zich vooral op het streven naar een hogere kwaliteit in de bestaande hospitalen en de bouw van een basisziekenhuis op het hoofdeiland, waar ook specialisten te werk gesteld zouden worden. Met hun gezamenlijke inspanningen slaagden de lokale politici en de burgers van Chiloé er effectief in om de aandacht van de regering op te eisen.  

Chili’s regionale bewegingen 

Het verzet dat zich heeft ontwikkeld op de Chiloé-archipel, is maar een voorbeeld van de groeiende cultuur van collectieve actie in het land. In 2011 braken er protesten uit in de zuidelijke tip van Chili, nadat de regering een aanzienlijke stijging van de aardgasprijzen had voorgesteld. Betaalbare brandstof is essentieel voor een koude ruige regio. Duizenden lokale bewoners wierpen wegblokkades op die er voor zorgden dat vele toeristen gestrand waren in het populaire natuurpark Torres del Paine. Uiteindelijk gaf de regering toe. In 2012 verzette de bevolking in de zuidelijke Aysén-regio zich tegen een wet die de lokale vissers nog meer zou benadelen ten opzichte van de grote visserijbedrijven. Na weken van blokkades die de hele regio afsloten, sloot de regering een akkoord met de sociale beweging van Aysén om 10 miljoen VS-dollar te investeren in de lokale visserij. “Regionale en lokale protestbewegingen zijn tot nu toe tamelijk succesvol geweest omdat ze veel lawaai maken. De regering die al onder druk wordt gezet door verschillende andere bewegingen -in het bijzonder de studentenbeweging- is daarom geneigd om wat geld op te hoesten en op die manier het stilzwijgen van de regionale en lokale bewegingen af te kopen”, stelt Javier Couso, professor Constitutioneel Recht aan de Diego Portales Universiteit. Volgens Andreas Feldmann, professor Politieke Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Chili, vormen de specificiteit van de eisen en de mogelijkheid van de bewegingen om hele regio's van het land plat te leggen, de sleutel tot hun doeltreffendheid. “De regionale protestbewegingen creëren paniek bij de overheid, die moet reageren om niet de indruk te wekken dat het land onbestuurbaar is”. De afgelopen jaren zijn lokale bewegingen er ook al in geslaagd om controversiële mijnbouw- en mega-damprojecten tegen te houden. In de dorre noordelijke regio van Chili, waar de waardevolle mineralen van het land geconcentreerd liggen, stuit de introductie van geplande nieuwe mijnbouwinitiatieven eveneens op zware plaatselijke oppositie. Niet zo lang geleden werden de werken aan de koolcentrale Punta Alcalde stilgelegd via een gerechtelijk bevel dat werd ingediend door de milieuorganisatie Oceana in naam van de lokale activistengroep SOS Huasco. Plaatselijke groepen in de Huasco-vallei mobiliseren al een decennium tegen de controversiële Pascua-Lama mijn, een project dat momenteel stilligt. En in Patagonië, de meest zuidelijke regio van Chili, werd het voorgestelde project voor de aanleg van een megadam (HidroAysen) ook stilgelegd als gevolg van het hardnekkige plaatselijke protest.  

Brede beweging

Op 11 juli 2013 organiseerde de Centrale Arbeiders Vakbond (CUT) in samenwerking met de overkoepelende studentenorganisatie CONFECH, een nationale staking. De sociale vergaderingen van Chiloé participeerden aan de staking en organiseerden lokale betogingen. Veel thema's die aangekaart werden door Chiloé's beweging voor een grotere toegang tot gezondheidszorg, pasten immers in de bredere sociale beweging die in de aanloop naar de verkiezingen bleef aangroeien en die een uiting geeft aan de onderliggende frustraties die bestaan in Chili. De kern van die frustraties is de verontwaardiging over de groeiende socio-economische ongelijkheid in het land, de grootste van alle leden van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Andrés Zahler, professor Overheidsbeleid aan de Diego Portales Universiteit, deed een onderzoek waaruit bleek dat nog geen 20% van de Chilenen een inkomen heeft dat doorgaans geassocieerd wordt met een ontwikkeld land. De rest van de Chilenen leeft van een veel lager inkomen. Het zinnetje 'Sin lucro' (zonder winstoogmerk) wordt vaak gescandeerd tijdens de verschillende protestacties doorheen het land omdat buitensporig winstbejag vaak gezien wordt als de hoofdoorzaak van veel van de opgeworpen problemen. Zo klagen de vakbonden bijvoorbeeld het geprivatiseerde pensioensysteem (AFP) aan, dat de beheerders van de fondsen in staat stelt om grote winsten te maken terwijl de pensioenen van de arbeiders onderhevig zijn aan de volatiliteit van de markt. Maar ook de gevangenissen worden gerund door private bedrijven, het openbaar vervoer wordt uitgebaat door private bedrijven, enzovoort. Bovendien worden de private ondernemingen die openbare diensten aanbieden quasi niet gereguleerd.   

Terwijl de regionale bewegingen successen boeken, kan men niet stellen dat ze samen uitgroeien tot één grote sociale volksbeweging, zelfs al zijn ze gelinkt door gelijkaardige thema's en door de onderliggende oorzaken van de problemen in Chili. Zelfs als alle 365 gemeentes in Chili in opstand zouden komen, dan zouden ze niet noodzakelijk één grotere beweging vormen. Wat de verschillende regionale bewegingen wel allemaal gemeen hebben, is dat ze geloven dat ze moeten protesteren om gehoord te worden. Ze hebben ontdekt hoe groot de kracht is van verzet. Toch heeft de bredere Chileense sociale beweging te lijden onder het versplinterde karakter van de protesten. Er zit een zekere eenheid in de ideologie, maar niet altijd in de concrete kwesties waarrond gemobiliseerd wordt en al zeker niet in de locaties waar de protesten plaatsvinden. Dit heeft het kabinet van president Piñera de afgelopen jaren toegelaten om verschillende van deze protesten afzonderlijk aan te pakken, in plaats van zich te moeten verbinden tot de grotere structurele aanpassingen die het land behoeft. De studentenbeweging is de meest prominente Chileense protestbeweging en zeker een van de langst aanhoudende. Ze heeft de afgelopen jaren succesvol honderdduizenden studenten op de been gebracht voor marsen en allerlei andere protestacties. Maar ze heeft in werkelijkheid nog maar weinig vooruitgang geboekt wat haar doelstellingen betreft. Er heerste het afgelopen jaar zeker een gebrek aan interactie tussen de huidige generatie van studentenleiders en de regering. Dit maakte het gemakkelijker voor de regering om de gegronde eisen van de beweging te negeren. Tegen het einde van zijn termijn drukte Sebastián Piñera nog vlug verschillende wetsontwerpen door die de overheid in staat stellen om hardhandig op te treden tegen de zogenaamde 'encapuchados' (gemaskerden). Deze 'encapuchados' zijn jongeren die aan het einde van de studentenmarsen banden in brand steken, ruiten ingooien en stenen smijten naar de politie. Hun acties werden door de rechtse regering dankbaar gebruikt bij hun pogingen om de hele studentenbeweging te discrediteren. Prominente studentenleiders zoals Camila Vallejo en Giorgio Jackson betreurden meermaals openlijk dat het geweld van de encapuchados de aandacht afleidt van het werkelijke debat. Onderwijs blijft wel een belangrijke zaak voor de meeste Chilenen, maar bij een deel ervan (hoofdzakelijk mensen die in de hoofdstad wonen) is er het afgelopen jaar een gevoel van moeheid opgetreden ten opzichte van de studentenprotesten die iedere keer een deel van de stad lam leggen. Terwijl de studentenbeweging een zeer invloedrijk voorbeeld is geweest (en blijft) voor de vele lokale protestbewegingen, is ze er niet in geslaagd een echt verenigende kracht te worden. De hoogstnoodzakelijk structurele veranderingen in Chili zijn voorlopig uitgebleven, maar de lokale protestbewegingen hebben ondertussen toch geleid tot overwinningen op een kleinere schaal. Op plaatselijk niveau hebben ze weldegelijk een impact op de kwaliteit van het leven. Ana Vera, voorzitter van de sociale vergadering in Quellón, een havenstadje in Chiloé, geeft toe dat de lokale strijd nog niet voorbij is, maar ze is tevreden met de voorlopige resultaten die het regionale verzet heeft opgeleverd. “Onze acties hebben de regering verplicht om te reageren” stelt ze. “Het is duidelijk dat er niets zou verwezenlijkt zijn als we niet gemobiliseerd hadden”. 

 

Rosalind Adams en Charlotte Sexauer

www.redpepper.org

Artikel vertaald en ingekort door SVM

 


 Verkiezingen in Chili

dossier3Op 17 november 2013 waren er algemene verkiezingen in Chili. Te midden van een heropleving van de sociale bewegingen in het land mocht de Chileense bevolking een nieuwe president en een nieuw parlement kiezen.    

De kandidaten

Er dongen in november maar liefst negen kandidaten mee naar het Chileense presidentschap. Dat is het hoogst aantal deelnemers sinds het einde van de dictatuur in 1990. Zeven van hen worden geassocieerd met centrum-linkse en linkse politieke partijen, en twee van hen waren van centrum-rechtse en rechtse signatuur. De voorspelde winnaar Michelle Bachelet slaagde er met 46,7% van de uitgebrachte stemmen niet in om een absolute meerderheid te behalen. Bijgevolg moest ze het in een tweede ronde opnemen tegen de tweede grootste stemmentrekker uit de eerste ronde: Evelyn Matthei (25,03% van de stemmen). Op 15 december 2013 werd de tweede ronde van de verkiezingen met 62,16% van de stemmen beslecht in het voordeel van Michelle Bachelet. De kandidaten die er in de eerste ronde reeds uitlagen waren Marco Enriquez Ominani (10.99%), Franco Parisi (10.11%), Marcel Claude (2.81%), Alfredo Sfeir (2.35%), Roxana Miranda (1.24%), Ricardo Israel (0.57%) en Tomás Jocelyn-Holt (0.19%).

Marco Enriquez Ominani participeerde als onafhankelijke kandidaat al aan de vorige presidentsverkiezingen. Toen haalde hij dubbel zoveel stemmen als in de recentste verkiezingen, maar hij slaagde er toch nog in om als een sterke derde uit de bus te komen. Hij vertegenwoordigde deze keer de Progressieve Partij, de partij die hij enkele jaren geleden zelf oprichtte. Deze keer had hij ook af te rekenen met twee obstakels. Ten eerste was er het verlies van het verrassingselement: in 2009-2010 was hij een nieuwe verfrissende politieke actor, nu niet meer. Ten tweede was er de reusachtige schaduw van Michelle Bachelet. Veel mensen die tijdens de vorige verkiezingen voor Ominami gestemd hadden, kleurden nu het bolletje naast de naam 'Bachelet' in. Toen hij in 2010 uit de boot viel als toekomstige president, riep hij zijn aanhangers op om in de tweede ronde voor Eduardo Frei, de kandidaat van de Concertación, te stemmen. Bij de recente verkiezingen verkondigde hij dat zijn kandidaat voor de tweede ronde 'de grondwetgevende vergadering' was (zie verder). 

Franco Parisi verzamelde bijna even veel stemmen als Marco Enriquez Ominani. Hij is een ingenieur en economist die bekend geraakte dankzij een televisieprogramma waarin hij in simpele bewoordingen probeerde uit te leggen aan de kijkers hoe de economie werkt. Als onafhankelijke kandidaat moest hij 50.000 handtekeningen verzamelen om zich te kunnen registreren. Hij presenteerde zich als een sociale liberaal en probeerde stemmen af te snoepen van centrum-rechts dat moeite heeft met de zeer conservatieve elementen binnen de rechtse politieke coalitie, Alliantie voor Chili. Toen hij er in slaagde om gestaag te stijgen in de peilingen lanceerde Evelyn Matthei een stevige campagne tegen Franco Parisi. Ze besefte waarschijnlijk dat er tegen Bachelet toch niet te winnen viel en probeerde te beletten dat de centrum-rechtse stemmen aan haar zouden ontsnappen. Ze maakte o.a. bekend dat Parisi eigenaar was van een aantal op winst gerichte scholen. Haar aanvallen betekenden het einde van zijn electorale kansen op een tweede ronde.    

De linkse Marcel Claude stapte gesteund door de Humanistische Partij naar de kiezers met een radicaal en interessant discours. Hij insisteerde dat Chili drastisch moest veranderen en dringend nood had aan een nieuwe Grondwet. Hij wilde het private pensioensysteem (AFP) afschaffen en het belastingsysteem zo hervormen dat het onderwijs gratis gemaakt kon worden. In zijn analyse weergalmden veel van de eisen van de sociale bewegingen. In de huidige maatschappelijke omstandigheden zou men denken dat een kandidaat als Claude zeker een aanzienlijk electoraal potentieel heeft, maar zijn verkiezingsresultaten waren rampzalig. Dat had enerzijds te maken met het feit dat zijn discours meer gehoor vindt bij mensen die niet geneigd zijn om te gaan stemmen, maar anderzijds ook met zijn eigen attitude tijdens de verkiezingscampagne. De persoon Marcel Claude sloeg niet aan bij het publiek. Hij slaagde er alleen maar in om pure woede uit te stralen in plaats van zijn voorstellen voor verandering over te brengen. Hij kwam over als een kwade en arrogante man. Allerlei onaangename beschuldigingen o.a. over achterstallige alimentatie, maakten hem er niet sympathieker op. Alfredo Sfeir van de Groene Ecologisten Partij deed het beter dan verwacht. Zijn campagne draaide eigenlijk maar rond één thema: ecologie. Hij had het vooral over zijn visie van een toekomst gebaseerd op duurzame energie en respect voor het milieu. Zijn kandidatuur had tot doel het thema ecologie te introduceren in de verkiezingsdebatten. Niet alleen slaagde hij daarin, hij verzamelde ook nog eens meer stemmen dan verwacht. Dit toont aan dat ecologie en energie onderwerpen zijn waar Chilenen zich zorgen over maken. De anti-climax van Sfeirs campagne was dat hij op de dag van de verkiezingen een vliegtuig pakte van Santiago naar een stad in het zuiden van het land om te stemmen. Vliegtuigen zijn nochtans niet milieuvriendelijk. Roxana Miranda was veruit de kleurrijkste presidentskandidate. Haar slogan was: “Ik vertegenwoordig het volk niet, ik ben het volk”. Roxana Miranda kwam op voor de Gelijkheidspartij. Ze probeert mensen te helpen die uit hun huizen gezet dreigen te worden omdat ze hun hypotheek niet kunnen afbetalen en komt zelf uit een arbeidersgezin. Ze beweerde de enige kandidate te zijn die wist wat de werkelijke problemen zijn in Chili omdat ze er alle dagen mee geconfronteerd wordt. Tijdens de presidentiële debatten deed ze de andere kandidaten, die allemaal deel uitmaken van hogere klassen, regelmatig blozen door ze te confronteren met haar ervaringen. Als het over de toegang tot gezondheidszorg ging vertelde ze bijvoorbeeld dat de vrouwen in haar buurt hun tanden zelf moeten repareren met lijm, of daagde ze de welgestelde kandidaten uit te zeggen welke kleur de kaart heeft die de mensen krijgen in de gezondheidscentra van de staat (geen van hen kon daarop antwoorden want zelf gaan ze allemaal naar dure private praktijken en hospitalen). Net zoals bij Marcel Claude sprak het discours van Miranda echter vooral mensen aan die niet stemmen. Maar ondanks het lage percentage stemmen dat Miranda in de wacht sleepte, had haar campagne toch een zekere impact. Misschien kan de Gelijkheidspartij in de toekomst nog een grotere rol gaan spelen. De twee overige kandidaten speelden geen rol in de afgelopen verkiezingen. De belangrijkste eis van Ricardo Israel was de decentralisatie van Chili, maar zijn hele campagne werd gerund vanuit de hoofdstad. En het meest nieuwswaardige feit over de campagne van Tomás Jocelyn-Holt was dat hij op weg naar een verkiezingsdebat van zijn fiets viel. Hij gaat de geschiedenis in als de kandidaat met de minste stemmen ooit van de presidentsverkiezingen sinds het einde van de dictatuur in 1990.   

De 10de kandidaat

In Chili kunnen veel van de heersende problemen teruggevoerd worden tot de huidige grondwet -ook bekend als de grondwet van Pinochet- die in 1980 goedgekeurd werd via een onbetrouwbaar referendum. Er zijn al ettelijke wijzigingen aangebracht in de grondwet, maar een aantal van de meest controversiële artikels blijft ongewijzigd. Het electoraal systeem vastgelegd in de grondwet garandeert de bijna totale onmogelijkheid van de introductie van een nieuwe constitutie. Daarom pleit een hele beweging van mensen uit verschillende partijen en sociale bewegingen (vooral uit het linkse milieu) al jaren voor de oprichting van een 'asamblea constituyente' (grondwetgevende vergadering), waarin verschillende sectoren van de maatschappij zouden samenkomen om een grondwetsontwerp op te stellen. In de aanloop naar de recente verkiezingen zette de beweging extra druk op de presidentiële kandidaten om zich uit te spreken voor zo'n grondwetgevende vergadering. Men hoopte dat Bachelet een voorstander zou zijn, maar tot nu toe bleef ze behoorlijk vaag over de kwestie. Op een gegeven moment beweerde ze wel dat ze in 2014 een wetsvoorstel zou voorleggen aan het parlement over de eventuele oprichting van een grondwetgevende vergadering, maar haar politieke alliantie heeft niet de absolute parlementaire meerderheid kunnen bemachtigen die nodig is om zo'n voorstel goed te keuren. De beweging voor een asamblea constituyente (AC) groeide de voorbije jaren van maatschappelijke onrust sterk aan. Tijdens de afgelopen verkiezingen vroeg de beweging aan iedereen die voor de oprichting van een grondwetgevende vergadering is om het acroniem AC te schrijven in de rechterbovenhoek van het stembiljet. Er volgde een hele controverse rond de vraag of deze stemmen als geldig aanvaard zouden worden. Uiteindelijk verklaarde de kiescommissie dat stembiljetten waarop de letters AC stonden, en waarop een duidelijke en correcte stem was uitgebracht voor een kandidaat, aanvaard zouden worden. De beweging voor een grondwetgevende vergadering mobiliseerde massaal zijn aanhangers om op de dag van de verkiezingen te gaan tellen hoeveel mensen AC op hun stembiljetten geschreven hadden. Volgens de onafhankelijke telling van dit efficiënt vrijwilligersnetwerk bleek op 6,1% van de stembiljetten in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen de afkorting AC te prijken. In de tweede ronde was dit zelfs 10%. Daarom kan men zeggen dat AC de 10de kandidaat was in de verkiezingen van 2013. Ondanks de duidelijke boodschap van de bevolking lijkt Bachelet de optie van een grondwetgevende vergadering te willen vermijden. Maar de AC-beweging is sterk en het zal moeilijk worden om ze te blijven negeren.            

Van de straat naar het parlement

Een van de grootste uitdagingen van de sociale bewegingen is het transformeren van hun macht in de straten naar politieke macht. De studentenbeweging slaagde er in om via hun mobilisaties veel druk uit te oefenen op de politiek, maar de beweging is zeer divers en omvat verschillende tendensen. Een groot deel van de studenten (en de afgelopen 2 jaar ook de studentenleiders) geloven dat verandering er alleen zal komen door de druk van sociale bewegingen, niet via de politiek. Daarom waren er veel oproepen om niet te gaan stemmen. Het zijn vooral de studentenleiders uit de succesvolle generatie van 2011, die er wel voor gekozen hebben om het systeem te proberen veranderen van binnenuit. Als studentenleider vertegenwoordigde Camila Vallejo in 2011 al de Communistische Partij, maar de bevolking associeerde haar toen vooral met de studentenmobilisatie. In 2012 begon haar identiteit als partijlid stilaan te vergroten en ze groeide uiteindelijk uit tot een van de leidende figuren van de Chileense Communistische Partij. Ze kwam op 17 november op voor de parlementsverkiezingen en geraakte verkozen. Haar partij sloot zich aan bij de Nieuwe Meerderheid-coalitie van Bachelet. Het was de eerste keer dat de Communistische Partij in een coalitie stapte met de Christendemocratische Partij - een ongemakkelijk huwelijk. Ook Camila Vallejo's generatiegenoten Giorgio Jackson, Gabriel Boric, Karol Cariola en Francisco Figueroa namen deel aan de afgelopen parlementsverkiezingen als kandidaten. Giorgio Jackson kreeg als vertegenwoordiger van Democratische Revolutie een enorme meerderheid van de stemmen achter zijn naam. De Nieuwe Meerderheid-coalitie had besloten om in het kiesdistrict waar hij opkwam zelf geen kandidaat te presenteren. Op die manier steunden ze Jackson impliciet en zetten ze hem onmiddellijk ook listig onder druk om zijn steun uit te spreken voor Bachelet als president. Voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen deed hij dat ook. De enige twee ex-studentenleiders die uitkwamen tegen de Nieuwe Meerderheid waren Gabriel Boric en Francisco Figueroa, beiden voor Autonoom Links (Izquierda Autonoma). Boric won met een meerderheid, maar Figueroa geraakte niet verkozen. De stemmen van de parlementairen afkomstig uit de studentenbeweging zullen cruciaal zijn voor Bachelet om bepaalde wetten te kunnen doorvoeren. Het wordt interessant om te zien wat de impact zal zijn van de ex-studentenleiders. Eveneens interessant is de vraag hoe ze in hun nieuwe machtspositie zullen omgaan met de sociale bewegingen en in het bijzonder met de nieuwe generatie studentenleiders. De grootste universiteitsfederatie (CONFECH) heeft voor de eerste keer in 60 jaar een leider gekozen uit de anarcho-communistische beweging. Er heerst momenteel een sterk anti-politiek en anti-verkiezingsdiscours onder de studenten.   

Viering van de democratie

De afgelopen vier jaar veranderde de Chileense maatschappij drastisch. Er ontstond een sociale expressie die sinds de omverwerping van de dictatuur (1990) ongezien was. Pinochet was er in geslaagd om de Chilenen te kneden in een volk dat niet leek in te zitten met het sociale aspect van de maatschappij, alleen met het individu. De mobilisaties in de afgelopen jaren tonen het omgekeerde. Het is een feit dat verandering niet louter verwezenlijkt kan worden via de druk van de straat, maar toch zien we dat de belangrijkste thema's van de afgelopen verkiezingen alleen maar behandeld werden dankzij de sociale onrust en acties. De machthebbers zijn er altijd als de kippen bij om te zeggen dat ze naar de eisen van het volk geluisterd hebben, maar dat het nu tijd is voor de politieke instituties om hun werk te doen en veranderingen door te voeren. De hoop van veel mensen blijft daarom gevestigd op de stembus. Bachelet keerde terug naar Chili met een boodschap van sociale transformatie, een boodschap die de afgelopen maanden zwakker en zwakker verwoord werd. Dezelfde gezichten die Bachelet in 2006-2010 omringden duiken weer op. Haar economisch team wordt gedomineerd door hevige pleitbezorgers van het neoliberalisme. Tegelijkertijd roepen de vertegenwoordigers van de Communistische Partij -waarmee Bachelet nu in een coalitie zit- op voor structurele economische veranderingen. Welke kant zal het nieuwe regeringsbeleid domineren? Ik vrees dat het niet de optie van de radicale verandering zal zijn. Iedereen had het over de verkiezingen van 17 november als 'een viering van de democratie'. Volgens mij zou eigenlijk de sociale mobilisatie van de afgelopen vier jaar gevierd moeten worden. Zal Chili dezelfde graad van sociale mobilisatie kunnen volhouden terwijl Bachelet aan de macht is? Ik betwijfel het, want de laatste maanden is het instrument van de politieke coöptatie al een aantal keren succesvol ingezet. Aan de andere kant hebben de sociale bewegingen zich de afgelopen jaren gerealiseerd dat ze over heel wat macht beschikken. De vraag is hoe ze die macht zullen gebruiken in deze nieuwe fase van de Chileense politiek. Het is goed om nieuwe gezichten te zien in het parlement die afkomstig zijn uit de sociale beweging. Ik ben benieuwd naar hun evolutie.

 

Javier Gárate is medewerker van War Resisters' International

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.