Terwijl mensen acute honger lijden in onder meer Gaza en Soedan, wil de VS tonnen voedselhulp vernietigen.
De acute honger in de wereld stijgt en ligt vandaag op een alarmerend hoog niveau. In november 2024 identificeerde het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP) 343 miljoen mensen als acuut voedselonzeker in 74 landen waar de organisatie actief is. In Soedan is hongersnood vandaag een realiteit en in Gaza wordt 100% van de bevolking onderworpen aan een ernstige hongercrisis. De omstandigheden dreigen nog te verslechteren door aanhoudend geweld en ernstige beperkingen op humanitaire toegang. In Gaza is in de rij staan voor schaarse voedselhulp op zichzelf een levensbedreigende activiteit.
Dodemansvallen
Rond de zogenaamde hulpdistributiecentra van de door de VS en Israël gesteunde 'Gaza Humanitarian Foundation' (GHF), spelen zich bijna dagelijks slachtpartijen af doordat Israëlische soldaten systematisch het vuur openen op de hongerige Palestijnen die er verzamelen in de hoop iets te eten te bemachtigen. Afgelopen woensdag kreeg dit menselijk drama een extra dimensie. Voor het eerst kwamen Palestijnen om door vergassing en verstikking nadat VS-huurlingen die tewerkgesteld worden door de GHF om hulp te verdelen, de wanhopige menigte aanvielen met traangasgranaten.
Volgens de getuigenis van de 28-jarige Haitham al‑Batniji arriveerden in de vroege ochtend honderden Palestijnen nabij het GHF-distributiecentrum in Khan Younis. Toen het nieuws zich verspreidde dat de locatie geopend was, snelden ze er naartoe. Eenmaal daar bleek het centrum toch gesloten, maar door een smalle ingang achter een hek waren voedselzakken zichtbaar. Radeloos probeerden sommigen zich naar binnen te persen, daarbij werden mensen tegen de hekken geduwd, nauwelijks in staat om te ademen. Sommigen vielen en konden niet recht klauteren.
In plaats van de poorten te openen, zetten de GHF‑huurlingen traangasgranaten en pepperspray in tegen de menigte, wat tot paniek leidde. Minstens 21 mensen kwamen om in de chaos, de meesten verstikt door het gas en/of verpletterd onder de voeten van anderen. Onder de slachtoffers was al‑Batniji’s 22‑jarige neef, Wael. “Van zodra hij arriveerde, viel hij en werd hij door iedereen vertrapt.”
Na het incident gaf de GHF voor het eerst een verklaring uit waarin sterfgevallen op een van haar locaties werden erkend, al werd de schuld in de schoenen geschoven van “agitators in de menigte” die “paniek hadden veroorzaakt”.
Sinds eind mei, toen de GHF begon te opereren in Gaza, zijn volgens de VN al meer dan 875 Palestijnen omgekomen terwijl ze hulp zochten, de meesten in slachtpartijen aan en rond de vier GHF-distributiepunten. De VN heeft deze locaties omschreven als “dodemansvallen”. Toch hebben heel wat Palestijnen geen andere keuze dan hun leven te riskeren in een poging de honger te verdrijven. De hele bevolking van Gaza is tot op de rand van de hongersnood gedreven sinds Israël op 2 maart een volledige blokkade van de hulp instelde. Bijna 70 kinderen overleden al aan acute ondervoeding. “Ik weet dat de plek gevaarlijk is, maar ik kan niet anders”, zegt al‑Batniji over het GHF-centrum waar zijn neef woensdag vertrappeld werd. “Wat moet ik eten? Wat moet ik drinken? Wat moet ik bakken? Hoe moet ik mijn gezin voeden?”
Drie van de GHF-centra liggen in afgesloten, gemilitariseerde zones in het zuiden en één in het centrum van de Gazastrook. Mensen moeten vaak uren reizen om deze locaties te bereiken, terwijl de GHF verwarrende en tegenstrijdige informatie deelt over wanneer ze geopend zijn. De Britse onderzoeksgroep ‘Forensic Architecture’ concludeerde in een recent rapport dat de GHF-centra gemiddeld slechts 23 minuten geopend zijn. “In 23% van de gevallen die we onderzochten, kondigden de GHF-stations aan alweer gesloten te zijn, zelfs vóór de eerder gecommuniceerde openingstijd”, aldus het rapport. "60% van de aankondigingen op de Facebookpagina van de GHF werd pas gepost minder dan een uur voordat de centra opengingen. Aangezien veel burgers tot drie uur moeten stappen om de locaties te bereiken, is het onwaarschijnlijk dat ze op tijd kunnen komen. Als gevolg daarvan staan burgers 's nachts al in de rij en verhuizen sommigen hun tenten dichter bij de GHF-stations”, dichter bij de gemilitariseerde zones.
Manipulatie van hulp
Via de GHF-distributiecentra instrumentaliseert Israël hulp als een wapen in zijn genocide. Het maakt deel uit van het groter etnisch zuiveringsplan om de meer dan 2 miljoen Palestijnen in Gaza te verplaatsen naar een geconcentreerd gebied in het zuiden van de enclave.
Ook in Soedan, waar al sinds april 2023 een vernietigende oorlog woedt zonder dat de media er enige aandacht aan besteedt, wordt hulp geïnstrumentaliseerd door de strijdende partijen. Als gevolg van deze oorlog kwamen al tienduizenden mensen om en geraakten meer dan 12,4 miljoen Soedanezen ontheemd - ongeveer 3,3 miljoen van hen vluchtten naar buurlanden. De kritieke infrastructuur in Soedan is gedecimeerd en er heersen wijdverspreide voedseltekorten.
Het Wereldvoedselprogramma meldde deze lente dat zowat de helft van de Soedanese bevolking -25 miljoen mensen- aan honger lijdt. Ongeveer vijf miljoen kinderen en moeders zijn acuut ondervoed en op ten minste 10 plaatsen in Soedan werd hongersnood vastgesteld, onder meer in een van de grootste vluchtelingenkampen, Zamzam, waar ongeveer 500.000 intern ontheemden leven.
In sommige gebieden in Soedan is noodvoedselhulp de enige manier om verhongering te voorkomen. De levensnoodzakelijke operaties worden echter beperkt door onveiligheid, geldgebrek en sabotage. De opschorting van het merendeel van de buitenlandse hulpprogramma’s van USAID (het Agentschap voor Internationale Ontwikkelingshulp) door de regering Trump eind maart, leidde in Soedan bovendien tot de sluiting van ongeveer 80% van de noodvoedselverdeelcentra.
Tegen deze achtergrond van enorme door de mens gecreëerde hongercrisissen in Gaza en Soedan, wil de VS-minister van Buitenlandse Zaken, Marco Rubio, deze maand bijna 500 ton noodvoedselhulp verbranden. Het gaat concreet om een voorraad van USAID, die zich al maanden in een magazijn in Dubai bevindt en vóór eind juli zal vervallen. De energierijke koekjes -voldoende om ongeveer 1,5 miljoen kinderen die honger lijden een week lang in hun onmiddellijke voedingsbehoeften te voorzien- waren oorspronkelijk bedoeld voor Afghanistan en Pakistan. Als gevolg van de ontmanteling van USAID -vorige maand beval Rubio nog de afschaffing van het volledige resterende overzeese personeelsbestand- bleef de voorraad onaangeroerd achter.
Rubio beloofde het Congres op 21 mei dat er geen voedselhulp verspild zou worden en dat er gewerkt werd aan de overdracht van de USAID-noodvoedselrantsoenen aan het WFP. Meerdere bronnen, waaronder interne memo's, geven echter aan dat de richtlijn om de bijna 500 ton koekjes te vernietigen al midden mei uitgevaardigd werd. Een 50-tal Democratische Congresleden wijzen er in een open brief aan Rubio op dat er binnen USAID bovendien al een hele tijd dringende interne verzoeken circuleerden om de koekjes over te hevelen. Deze aanvragen bleven echter maandenlang onbeantwoord.
De houdbaarheidsdatum van de voedselvoorraad in Dubai verloopt binnenkort, maar ook in USAID-opslagplaatsen in Zuid-Afrika, Djibouti en Houston lag midden mei nog meer dan 66.000 ton noodhulpvoeding -waaronder versterkte granen, energierijke koekjes en plantaardige olie- stof te vergaren. Verwacht wordt dat de bulk daarvan vernietigd zal worden en een deel misschien verwerkt tot dierenvoeding.
Laat het duidelijk zijn dat internationale voedselhulp geen structurele oplossing biedt voor het probleem van honger in de wereld - daarvoor zijn belangrijke systemische veranderingen nodig. Maar geen levensreddende voedselhulp bieden in het geval van hongersnood, of deze hulp in een context van conflict manipuleren, is uiteraard misdadig. Gezien de absoluut alarmerende graden van honger in Gaza en Soedan alleen al, is het bewust vernietigen van bruikbare bestaande hulpvoorraden een schandalige keuze, die niet alleen de acute honger van miljoenen mensen handhaaft en verergert, maar ook een algemene minachting blootlegt voor (welbepaalde) mensenlevens.