Professor dr. Henk van Houtum (Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit van Oost-Finland), schreef samen met prof. dr. Leo Lucassen (Universiteit Leiden en Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam), een boek dat de huidige Europese politieke crisis inzake migratie in een ruimer perspectief plaatst.
'Voorbij Fort Europa' geeft een historisch overzicht van migratie naar de Europese Unie (EU), legt de pijnlijke constructiefouten van het huidige EU-grensbeleid bloot en reikt richtlijnen aan om voorbij het huidige, desastreuze 'Fort Europa'-beleid te geraken.
Migratie is een van de thema’s die de Europese politiek en de publieke opinie de voorbije jaren heel sterk heeft beroerd, zelfs de hele Brexit-saga kunnen we hier niet los van zien. In de Europese verkiezingen van mei vormde migratie in veel lidstaten een cruciaal electoraal thema. Op welke manier heeft dit thema de opkomst van het rechts-populisme en het racisme in Europa beïnvloed? En wat is er zo fundamenteel fout aan het grens- en migratiebeleid van de EU dat er tussen 1992 en 2017 al zo’n 40.000 migranten het leven lieten aan onze grenzen? Voor de verkiezingen hadden we een vraaggesprek met econoom en politiek geograaf Henk van Houtum.
In uw boek 'Voorbij Fort Europa', zeg je dat de hardste EU-grens er een van papier is. Wat bedoel je daarmee?
Als we over grenzen spreken, gaat de meeste aandacht vaak naar de zichtbare barrières in het landschap, zoals kusten, hekken en muren, en naar de bewaking ervan. Dat is niet onbegrijpelijk, want deze fysieke grenzen springen het meest in het oog en zijn goed in beeld te brengen door de media, denk maar aan de beelden van migranten die op overvolle bootjes in de Middellandse Zee dobberen, of vluchtelingen die over een hek klimmen aan de grens tussen Marokko en de Spaanse enclave Ceuta. De fysieke grenzen spreken bovendien ook politiek sterk tot de verbeelding. De Amerikaanse president Donald Trump blijft maar roepen om een muur langs de grens met Mexico, net zoals sommige Europese populistische politici roepen om nog meer hekken en een strengere bewaking van de EU-buitengrenzen.
Maar waar dit inzoomen op materiële grenzen doorgaans aan voorbijgaat, is dat erachter een papieren realiteit schuilgaat die veel harder en dodelijker is. Ik doel daarmee op de 'visumgrens' of de 'papieren grens': de documenten die je nodig hebt om überhaupt regulier te kunnen afreizen naar de EU. Deze papieren grens wordt bewaakt door anonieme ambtenaren achter loketten en balies in ambassades in de herkomstlanden, ver weg van de hekken en de muren van de Europese buitengrenzen. Het zijn de papieren grenzen die in de wereld van vandaag bepalen waar je regulier naartoe kan reizen. En als je wat dieper inzoomt, dan blijkt de wereld enorm verdeeld en sterk begrensd.
De papieren grens hangt dus samen met ons paspoort?
Inderdaad, ons paspoort bepaalt onze mobiliteitsmogelijkheden. Afhankelijk van in welk land je geboren bent, bestaan daar grote verschillen in. Ben je in Nederland of België geboren, dan kan je met jouw paspoort visumvrij reizen naar ongeveer 81% van de landen in de wereld. Met een Syrisch paspoort kan je zonder visum naar slechts 14% van alle landen in de wereld reizen. Syriërs moeten dus voor de overige 86% van de landen een visum aanvragen om binnen te mogen, maar in de meeste gevallen wordt hen dat niet toegekend. Er bestaat dus een mondiale apartheid qua recht op mobiliteit, en de Europese Unie draagt hier sterk aan bij.
Want intern kunnen de inwoners van de EU zich dankzij het Europees Schengenverdrag (1985) vrijelijk verplaatsen binnen de 26 Europese landen die dit verdrag onderschreven. Tussen deze landen bestaan er in principe geen controles meer aan de binnengrenzen (met als notoire uitzonderingen Ierland en het Verenigd Koninkrijk). Binnen de Schengen-landen is er dus vrij verkeer van mensen, maar tezelfdertijd werden de externe grenscontroles stelselmatig aangescherpt. Voor onderdanen van derde landen werd er een Schengen-visumplicht ingevoerd om de EU binnen te mogen komen. De al dan niet vrijstelling van deze visumplicht wordt geregeld via zogenaamde ‘negatieve' en 'positieve' Schengenlijsten. Op de negatieve lijst, goed voor bijna driekwart van alle staten in de wereld, staan vooral islamitische en ontwikkelingslanden. Ben je in een van die 135 landen geboren, dan kan je in de meeste gevallen niet regulier afreizen naar de EU, ook niet als je recht hebt op asiel zoals voorzien in het vluchtelingenverdrag (Verdrag van Genève).
Dus als asielzoekers geen visum krijgen om via wettelijke weg de EU binnen te komen, dan worden ze eigenlijk gedwongen om onwettelijke wegen te volgen?
Ondanks dat een Syriër of Irakees moet vluchten vanwege oorlog in eigen land -en dus wettelijk recht heeft op asiel- krijgt hij of zij toch geen visum om de EU binnen te komen. Het is deze paradox in het Europees grensbeleid die maakt dat tal van vluchtelingen zich alleen irregulier en clandestien, met bootjes of langs andere heimelijke wegen, toegang kunnen verschaffen tot het asielsysteem – ondanks dat ze eenmaal in de EU in veel gevallen wel een vluchtelingenstatus ontvangen. Zonder visum kunnen ze immers niet gewoon in het vliegtuig of op een veerboot stappen. Transportmaatschappijen die mensen zonder visum aan boord nemen worden immers onmiddellijk beboet. Dit grensbeleid leidt tot een lucratieve smokkel-business, want de grenzen van de EU worden via deze papieren barrières effectief heel streng bewaakt.
De irreguliere routes naar de EU zijn mensonterend en extreem gevaarlijk. Het Europese papieren fort heeft inmiddels de dodelijkste grenzen op aarde. De Middellandse Zee is een massagraf geworden. Vele tienduizenden mensen zijn al gestorven op weg naar de EU. Louter op basis van waar hun wieg stond, werden zij buitengesloten van reguliere mogelijkheden om naar Europa te reizen. Ze zijn gestorven door een discriminerend grensbeleid. ‘Dood door beleid’ zou je kunnen zeggen.
Als respons op de noodgedwongen irreguliere migratie, die veel media-aandacht krijgt, zien we dat tal van Europese politici er electoraal heil in zien om luidkeels te pleiten voor nog méér hekken en muren. Uiteraard bemoeilijkt de verharding van de grenzen de reguliere toegang tot de EU alleen maar verder en vergroot ze de buitenwettelijke chaos aan die grenzen nog meer. De huidige bedroevende realiteit aan de grenzen van de EU en de politieke crisis rond vluchtelingen zijn dus voor een groot stuk mede in gang gezet door de eigen papieren grenzen. De publieke en politieke discussies zouden wat mij betreft moeten gaan over het nefaste Europese grensbeleid en de mondiale apartheid die het bewerkstelligt, in plaats van enkel en alleen over de irreguliere migratie, die in veel gevallen slechts het gevolg is van ons eigen beleid.
In het kader van het migratiebeleid doet de EU ook een beroep op niet-Europese landen. Waar liggen de buitengrenzen van Fort Europa eigenlijk?
De papieren grenzen van de EU hebben zoals gezegd sowieso al een mondiale reikwijdte. Maar ook de fysieke grenzen van de EU zijn zich aan het verleggen. In toenemende mate co-financiert de EU namelijk de grenscontrole van tal van landen in Afrika en het Midden-Oosten - ook met het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Dergelijke deals met veelal armere landen en/of autocratische regimes, die tot doel hebben zoveel mogelijk vluchtelingen en migranten buiten de EU te houden, roepen vragen op over verantwoordelijkheid en soevereiniteit. Wat als iemand onrechtmatig wordt tegengehouden of teruggestuurd? Of nog erger, wat als iemand wordt doodgeschoten of als slaaf wordt verkocht, zoals momenteel gebeurt in Libië? In welke mate is de EU dan medeverantwoordelijk? En in welk mate kan je stellen dat de feitelijke grenscontrole dus eigenlijk al buiten het eigen fysieke grondgebied ligt? Het zijn vragen die politiek te weinig worden gesteld. Meestal wordt de Middellandse Zee als een eindgrens gezien, maar dat is de facto dus al lang niet meer zo. De EU reikt wat haar grensbeleid betreft intussen tot voorbij de Sahara. Naar schatting sterven er in de grootste zandwoestijn op aarde nog meer migranten dan op de Middellandse Zee.
Deze migratiedeals lijken in tegenspraak met de meest fundamentele principes van de EU. Wat is er geworden van de ‘menselijke waardigheid’ en het respect voor de mensenrechten?
De EU is opgericht als een project ter bescherming tegen het extreem nationalisme van de eerste helft van de 20ste eeuw; als een project voor solidariteit, democratie en mensenrechten. Het grensbeleid is erop gericht om deze waarden te beschermen en de EU immuun te maken voor ondermijnende krachten. Maar met het huidige grensregime ondermijnt de EU precies de waarden in naam waarvan ze werd opgericht. Het is pijnlijk paradoxaal dat Europa zijn grenscontrole uitbesteedt aan autoritaire en dictatoriale regimes. In naam van het behoud van de ‘democratie’ en de eigen ‘rechtsstaat’ huurt de EU krachten in die het niet zo nauw nemen met die principes. Bovendien is het beleid gevaarlijk contraproductief, want de EU stelt zich daarmee bloot aan politieke chantage. Het geeft regimes buiten Europa de instrumenten in handen om de Unie onder druk te zetten. Er is in feite een geopolitieke koehandel ontstaan over de rug van vluchtelingen en andere migranten, en ten koste van de rechtsstaat.
Bovendien lijkt dit beleid ermee in te stemmen dat er een groep mensen op de wereld bestaat die gebruikt kan worden als verhandelbaar goed. Zij die geen burgerschapsrechten meer hebben omdat ze moeten vluchten of migreren om andere redenen, zijn tot geopolitieke handelsartikelen gereduceerd. Over hen wordt slechts gesproken in anonieme aantallen. Ze worden in hokken of kampen bijeen gestoken en vastgehouden, alsof het geen mensen betreft. Dan hoeft het niet te verwonderen dat er in tal van landen buiten Europa -in naam van en gefinancierd door de EU- op grove wijze mensenrechten worden geschonden. Migranten worden onrechtmatig vastgezet, geslagen, beschoten of verhandeld als slaven.
Ondergraaft dit grens- en migratiebeleid het verdere voortbestaan van de EU?
De solidariteit tussen de lidstaten geraakt door het vluchtelingenbeleid ernstig geërodeerd. In 2014, toen de aantallen asielzoekers begonnen te stijgen en de zuidelijke landen van de EU opriepen tot solidariteit, verklaarde de Nederlandse premier Rutte dat landen als Griekenland en Italië gewoon de “geografische pech” hebben dat ze in het zuiden liggen en dus als eerste verantwoordelijk zijn voor het verwerken van de asielaanvragen. Maar toen de migratiedruk op Griekenland te groot werd, zag het land zich genoodzaakt om migranten te laten doorreizen naar de rest van de EU. Als reactie daarop plaatsten meerdere Balkanlanden hekken aan hun grenzen. De landen in Oost-Europa weigerden om mee te werken aan de doctrine van gedwongen solidariteit die de EU-lidstaten verplicht elk een deel van de vluchtelingen op te nemen, en stellen zich op als nationalistische hardliners. Xenofobie en extreem nationalisme zijn aan een sterke opmars bezig.
Wie in België staatssecretaris wordt van Asiel en Migratie, weet zich verzekerd van een enorme boost in zijn of haar populariteit. Is dat te danken aan het huidige EU-beleid?
In elke samenleving zal een deel van het electoraat altijd gevoelig zijn voor extreem-nationalistische ideeën. Het gaat erom te begrijpen welke voedingsbodem gunstig is voor de politieke exploitatie en proliferatie van die ideeën. Voor de snelle opkomst van het extreem nationalisme zijn er meerdere oorzaken aan te wijzen.
Mijn stelling is dat het huidige EU-beleid ten aanzien van vluchtelingen en economische migranten uit niet-westerse landen een van de voedende krachten is van extreem nationalisme en racisme.
Er vindt allereerst een doelbewuste selectie plaats van migranten via de papieren grenzen (de eerste scheidingsmuur) en de fysieke grenzen (de tweede scheidingsmuur) van de EU. Vervolgens is er in Europa ook nog de geconcentreerde segregatie van migranten in opvangcentra voor asielzoekers, die hen stelselmatig buiten de normaliteit plaatst. We zouden deze praktijk de derde soort grensmuren van de EU kunnen noemen.
Het discriminerend murenbeleid bepaalt dat mensen uit een select aantal landen er niet bij horen. Alleen als ze integreren, liefst zelfs assimileren, kunnen ze er misschien bij horen. Iets wat niet gevraagd wordt van andere soorten migranten die we illustratief ‘expats’, ‘buitenlandse investeerders’ of ‘kennismigranten’ noemen. Op die manier wordt een voedingsbodem voor selectief wantrouwen en discriminatie jegens een bepaalde groep migranten gecreëerd, geïnstitutionaliseerd en gelegitimeerd.
War we zien is dat deze beleidsmatige discriminatie van een deel van de wereldbevolking door tal van politici electoraal wordt uitgebuit. Tegelijkertijd is in tal van EU-landen net uit angst voor de groei van extreem nationalistische sentimenten een hardvochtig beleid ontwikkeld -in woord en daad- jegens migranten afkomstig uit een selectief aantal landen. Aangezien de migranten toch geen stemrecht hebben, zijn ze de ideale zondebokken om de economische onzekerheden en dagelijkse problemen in de eigen gemeenschap op af te schuiven. We hebben hier te maken met wat klassieke tunnelvisie genoemd wordt.
De EU voert al meer dan twintig jaar hetzelfde beleid, alleen werd het alsmaar strenger en steeds hardvochtiger. Inmiddels worden migranten teruggeduwd, worden ongure regimes gesteund, worden grenzen gemilitariseerd en wordt het opvangbeleid nog verder versoberd. Het resultaat is meer miserie voor de immigranten, een grotere aantasting van de eigen Europese waarden en meer politiek extremisme.
Het extreme is daarmee genormaliseerd en salonfähig geworden. Meer dan met een ‘vluchtelingencrisis’ - want het aantal migranten is voor een van de rijkste delen van de wereld zoals de EU behapbaar - hebben we dus te maken met een ‘vluchtelingenbeschermingscrisis’ en met een Europese politieke crisis, die door de EU zelf gefabriceerd werd en in stand wordt gehouden.
De Europese beleidsmakers doen m.a.w. altijd maar meer van hetzelfde om uit deze politieke crisis te geraken. Je pleit onomwonden voor de normalisatie van de idee ‘migratie’. Wat bedoel je daarmee?
Laten we gewoon weer eens normaal gaan doen over migratie. Dat mensen vertrekken naar elders omwille van veiligheid, de liefde, een baan of nieuw geluk is van alle tijden. Migratie is een normaal onderdeel van onze samenleving, net als toerisme of de uitwisseling van goederen en informatie. Zeker in een globaliserende samenleving, waarin letterlijk bijna alles wat we consumeren en gebruiken internationaal wordt samengesteld, is het tegenhouden van mensen omwille van de verbeelde nationale puurheid een anomalie.
Bovendien worden de aantallen migranten schromelijk overdreven. In totaal zijn er vandaag zo’n 250 miljoen in de wereld. Migranten maken al decennialang gemiddeld ongeveer 3% uit van de wereldbevolking. Het merendeel van hen trekt voor alle duidelijkheid niet naar de EU, maar naar andere delen van de wereld. Slechts 1% van de wereldbevolking (dus nog geen derde van alle migranten) is vluchteling. In 2017 kwam dat neer op naar schatting 68,5 miljoen mensen. Bijna 90% van die vluchtelingen wordt buiten de EU opgevangen. Ter vergelijking: jaarlijks trekken er 80 miljoen toeristen naar Frankrijk. Het aantal toeristen naar de EU is daar een veelvoud van. Toeristen zijn geen ongedocumenteerde migranten, dat snap ik, maar dat is precies mijn punt. Het gaat om de morele categorisatie die we maken van mensen op reis. Voor toeristen wordt de rode loper uitgerold, worden campings gebouwd en glossy folders gedrukt. Migranten daarentegen worden gecriminaliseerd en opgesloten in kampen.
Het is ook belangrijk om de taal te bestuderen die gehanteerd wordt ten opzichte van ongedocumenteerde migranten. In 2015 waren er iets meer dan 1 miljoen in de hele EU. Toch werd (en wordt) niet zelden in 'oorlogs- en watertaal' over hen gesproken. Denk maar aan de woorden ‘overspoelen’, ‘stromen’ en ‘tsunami’ waartegen ‘gevochten’ moet worden. Dergelijk taalgebruik voedt discriminatie en uitsluiting. Met dit soort van woordenschat vergroot het politieke beleid net de problemen die het zegt te willen verminderen. Ik pleit dus voor de insluiting van migranten in de normaliteit, en daarmee ook in de rechtsstatelijkheid.
We hebben nood aan een alternatieve, duurzame visie op migratie. Hoe zou een ideaal migratie- en grensbeleid er volgens jou uitzien?
Naast de normalisering gaat het wat mij betreft ook om de legalisering van migratie. Bij de creatie van een normaal migratiebeleid, kan je niet langer door autocratische regimes of smokkelaars laten bepalen wie er binnenkomt, maar moet je zelf weer controle gaan krijgen over je eigen grenzen. Het is daarbij cruciaal om migratie uit de zelfgecreëerde irregulariteit te halen en voldoende legale migratiekanalen te creëren. Nu is er veel druk op de asielroute simpelweg omdat de EU onvoldoende legale wegen voorziet. Het moedwillig ongelijk verdelen van de mogelijkheden van mensen om te reizen, is strijdig met de ideeën van internationale rechtvaardigheid, solidariteit en naastenliefde.
Maar ook vanuit het perspectief van een vrije economie zou migratie gelegaliseerd moeten worden. We weten namelijk dat de EU in tal van sectoren migranten nodig heeft en in de toekomst alleen maar meer mensen zal nodig hebben om de welvaartsstaat overeind te kunnen houden. Het is dus hoog tijd dat er een slim en proactief migratiebeleid ontwikkeld wordt dat duurzaam, rechtvaardig en profijtelijk is voor zowel de migranten als de ontvangende landen, en dat populistische migratiemythes helpt verdrijven.
Ik pleit tenslotte ook voor de egalisering van migratie: het geven van gelijke kansen aan mensen, waar ze ook geboren zijn, en het vooropstellen van gelijkwaardigheid in het beleid. De Dublinverordening -die onder meer bepaalt dat het land waar de migrant het eerst de EU binnenkomt ook de asielaanvraag moet afhandelen- zou herzien moeten worden, want het overbelast een aantal landen aan de randen van de EU, zoals Griekenland en Italië, en zet de gelijkheid en de solidariteit in de Unie onder druk.
Migratie is natuurlijk ook meer dan een louter Europese kwestie. Er is nood aan mondiaal gecoördineerde afspraken. Het VN-migratiepact voor een ‘veilige, ordelijke en reguliere migratie’ is wat dat betreft een hoopvolle evolutie en zou tegen populistische retoriek beschermd moeten worden.
Maar de egaliseringsagenda zou pas echt geweldig geholpen worden door een einde te maken aan de discriminatie op afkomst die tot uiting komt in de papieren grenzen waarover ik sprak. Er wordt nauwelijks naar individuele competenties of kwaliteiten gekeken. In plaats daarvan worden hele bevolkingsgroepen collectief gediscrimineerd eenvoudigweg op basis van hun geboorteplaats. Dat lijkt totaal in tegenspraak met de prachtige artikelen in de nationale grondwetten van de EU over het ‘verbod op discriminatie op afkomst’.
De EU veroorzaakt zelf de irregulariteit, de smokkelindustrie en daarmee ook de doden aan haar grenzen. De EU is haar eigen meest geduchte bedreiging geworden. Het zou een ware doorbraak zijn als de EU -die ooit werd opgericht om te denken voorbij grenzen en tegen de xenofobie- terug zou kunnen gaan naar die hoopvolle toekomst. Uit rechtvaardigheid voor de migranten, maar ook uit zelfbehoud van de Unie.