Image
Moldavië

De Moldavische presidente Sandu en oppositiekandidaat Stoianoglo in een verkiezingsdebat, 27/10/24; shutterstock.com

In Georgië en Moldavië zorgt de Europese droom voor verdeeldheid
Artikel
9 minuten

Tegen de achtergrond van de oorlog in buurland Oekraïne kwamen Georgië en Moldavië eind oktober uit een verkiezingscyclus die onder hoogspanning stond. De oorlog had ertoe moeten leiden dat de bevolkingen van deze voormalige Sovjetrepublieken, gedeeltelijk bezet door Russische troepen, zich massaal zou richten naar de politieke krachten die het meest vijandig staan tegenover Moskou. Dit was echter niet het geval. Hoe kan deze paradox verklaard worden?

Voor het eerst sinds Brussel beide landen de status van officiële kandidaat voor toetreding tot de Europese Unie heeft gegeven, konden Moldaviërs en Georgiërs afgelopen oktober hun stem uitbrengen in nationale verkiezingen. In westerse hoofdsteden werd een vloedgolf van steun voor pro-Europese politieke krachten verwacht, omdat men ervan uitging dat de invasie in Oekraïne de publieke opinie in deze twee voormalige Sovjetrepublieken had vervreemd van Rusland. Maar volgens de officiële resultaten van de laatste parlementsverkiezingen steunde 53% van de Georgiërs de partij die aan de macht is en die door haar tegenstanders als “pro-Russisch” wordt bestempeld. In Moldavië won de pro-Europese zittende presidente Maia Sandu in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen meer dan 54% van de stemmen, maar de “ja” in het referendum over het inschrijven in de Grondwet van de Europese integratie, won ze maar nipt, met 50,5% van de stemmen. Aanhangers van het staatshoofd, bijgetreden door westerse functionarissen en media, schreven deze gemengde resultaten toe aan Russische inmenging. Maar als Moskou inderdaad probeert te beïnvloeden wat er in zijn buurlanden gebeurt, zouden de Europeanen er verkeerd aan doen om alleen met deze verklaring genoegen te nemen.

Georgië (3,9 miljoen inwoners) en Moldavië (2,6 miljoen inwoners) hebben veel gemeen: het zijn allebei kleine voormalige Sovjetrepublieken die worstelen met pro-Russisch separatisme, en te kampen hebben met een grote emigratie naar Rusland en West-Europa. Beide landen, die zich lange tijd in de marge van de Europese integratie bevonden, hebben Associatieovereenkomsten met de EU ondertekend die in 2016 van kracht gingen als onderdeel van het Oostelijk Partnerschap.

De twee landen worden ook gekenmerkt door grote verschillen. De endemische corruptie in Moldavië heeft geleid tot een aantal politiek-financiële schandalen. In 2015 verduisterden drie banken 1 miljard dollar, oftewel 15% van het bruto binnenlands product (BBP), met medeplichtigheid van een deel van de politieke klasse. In de afgelopen maanden haalde een nieuwe zaak de krantenkoppen: de diensten van Interpol ontdekten dat hun Moldavische afdeling de uitlevering van internationale criminelen blokkeerde in ruil voor steekpenningen betaald aan hoge lokale ambtenaren.

Omgekeerd voerde Georgië na de 'Rozenrevolutie' (2003) verregaande hervormingen door in zijn bestuur. 'Transparency International' rangschikt Georgië wat corruptie betreft als de meest integere voormalige Sovjetrepubliek (met uitzondering van de Baltische staten), met een niveau van eerlijkheid dat zelfs hoger is dan dat van verschillende lidstaten van de Europese Unie. Het relatief grote respect voor de rechtsstaat heeft het land de 49e plaats opgeleverd op de ranglijst van het 'World Justice Project' (WJP) -een niet-gouvernementele organisatie (NGO) gevestigd in Washington- ruim vóór Moldavië.

Ondanks deze verwezenlijkingen is Georgië de afgelopen jaren uit de gratie geraakt bij Brussel. De Europese Commissie geeft de voorkeur aan de kandidatuur van Moldavië. Om de Georgische en Moldavische verkiezingen te beïnvloeden -terwijl ze tegelijk de Russische inmenging aan de kaak stelden- hebben de Europese autoriteiten de stok en de wortel gebruikt: terwijl de Europese Raad half oktober bevestigde dat het toetredingsproces van Georgië de facto werd stopgezet, kondigde de Commissie slechts enkele dagen voor het referendum in Moldavië een investeringsplan van 1,8 miljard euro voor dat land aan. Brussel waardeert immers de niet aflatende steun van presidente Sandu voor haar Oekraïense buur en verwijt de Georgische autoriteiten hun ambiguïteit, sinds 2022, ten opzichte van Rusland.

Afgezien van het feit dat Georgië heeft geweigerd zelf sancties in te voeren tegen Moskou (al beweert het land de door het Westen opgelegde sancties te respecteren), hebben verschillende bepalingen die zijn aangenomen door Georgische Droom, de partij die sinds 2012 aan de macht is, de vrees opgewekt voor een afwijking van het liberale spoor. In mei 2024 nam het parlement een wet aan die NGO's en mediaorganisaties die meer dan 20% van hun financiering uit het buitenland halen, verplicht zich te registreren als “organisaties die de belangen van een buitenlandse mogendheid nastreven”.

Gesteund door de westerse ambassades hekelde de oppositie deze maatregel geïnspireerd op een soortgelijke wet rond “buitenlandse agenten” die in 2012 in Rusland werd aangenomen. Ondanks de spanningen die dit opleverde met het Westen, deden de Georgische autoriteiten -die hechter werden met conservatieve kringen en de invloedrijke Georgische orthodoxe kerk- het in september 2024 opnieuw: het parlement keurde het verbod goed op “het propageren van homoseksuele relaties en incest” op scholen en in de media.

Dit alles gaf geloofwaardigheid aan het idee van een “pro-Russische” regering die de verkiezingen had gewonnen met behulp van autoritaire methoden, naar het voorbeeld van haar buurland. De meerderheid van de Georgische oppositiepartijen erkende de verkiezingsuitslag ook niet, terwijl de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) de nadruk legde op het gebruik van administratieve machtsmiddelen door de regerende partij en het gespannen politiek klimaat. 

Hoe kunnen we deze ontwikkelingen verklaren, die des te verrassender zijn omdat Georgië zich al heel vroeg naar het Westen richtte en een grote meerderheid van de bevolking voorstander is van Euro-Atlantische integratie?

De Georgische politiek is sterk gepolariseerd. Georgische Droom, gecontroleerd door de oligarch Bidzina Ivanishvili, staat lijnrecht tegenover de Nationale Beweging van Mikheïl Saakasjvili. Laatstgenoemde, een voormalige Georgische president, verliet het land in 2013 (waar hij in 2014 in absentia veroordeeld werd voor o.a. het bevelen van de afranseling van een oppositiekandidaat, nvdr), en ging naar Oekraïne, waar hij een turbulente politieke carrière begon, voordat hij in oktober 2021 illegaal terugkeerde naar Georgië. Bij zijn terugkeer riep hij zijn aanhangers -zonder succes- op om in opstand te komen, waarna hij al snel werd gearresteerd en vervolgens naar de gevangenis werd gestuurd om zijn straf wegens machtsmisbruik en corruptie uit te zitten. Dit is een van de sleutels om te begrijpen wat er in Georgië speelt: Ivanichvili vreest dat, als de oppositie wint, Saakasjvili snel zal worden vrijgelaten en dat hij wraak zal nemen door hem op zijn beurt achter de tralies te zetten.

Wijzend op de steun van Kiev voor Saakasjvili, beschuldigde de Georgische regering de oppositie ervan een revolutie te willen ontketenen die zou leiden tot een nieuw conflict met Rusland: “Het belangrijkste doel van deze mensen is om Georgië te ‘Oekraïniseren’, zodat Georgië het lot van Oekraïne zou delen”, verklaarde de Georgische premier Irakli Kobakhidze. In werkelijkheid probeert elke politiek kamp het andere in diskrediet te brengen: de oppositie heeft van de verkiezingen een keuze gemaakt tussen een democratisch Europa en een autocratisch Rusland, terwijl de regering beweert de vrede te verdedigen tegen de “oorlogspartij”, die een “tweede front” tegen Rusland zou willen openen. In dit machtsspel lijkt het erop dat de regering overtuigender was dan de Nationale Beweging, die na deze verkiezingen niet eens meer de belangrijkste oppositiepartij is.

Zoals politicoloog Alexander Atasuntsev opmerkt: “Hoewel de OVSE onregelmatigheden vaststelde, erkende ze toch de resultaten”. En ondanks oproepen van de oppositie om te demonstreren, bleef de mobilisatie onder de bevolking om de onregelmatigheden aan te klagen relatief laag in vergelijking met eerdere politieke crisissen.

Bovendien staan geopolitieke kwesties, in tegenstelling tot wat vaak in het Westen wordt gedacht, niet bovenaan de agenda van de kiezers. Enquêtes van het ‘International Republican Institute’ (met name gefinancierd met buitenlandse hulp van de VS), tonen aan dat economische ontwikkeling, werkloosheid en de teruggave van verloren gebieden -de separatistische republieken Zuid-Ossetië en Abchazië- de top drie prioriteiten voor de Georgiërs blijven. Het respecteren van de Associatieovereenkomst met de Europese Unie komt pas op de zesde plaats. Ook de kosten van het levensonderhoud, corruptie en lage lonen baren de Moldaviërs veel meer zorgen dan de (Oekraïne-)oorlog, die slechts op de zestiende plaats staat.

Politieke- en verkiezingsanalyses gaan vaak voorbij aan de sociaaleconomische realiteit van deze landen. Vanuit dit oogpunt kunnen de Georgische autoriteiten zich beroepen op een zeer sterke economische groei, die sinds 2021 schommelt tussen de 7% en 10% per jaar. Net als bij buurland Armenië, dat een vergelijkbare dynamiek kent (ondanks de militaire nederlaag tegen Azerbeidzjan), is deze prestatie grotendeels het resultaat van de heroriëntatie van de buitenlandse handel van Rusland, die voordelig is voor de landen van de Kaukasus en Centraal-Azië. Omgekeerd heeft Moldavië het zwaar te verduren gehad door het verbreken van de economische en energiebanden met Moskou als gevolg van de oorlog en de invoering van sancties tegen Rusland door de Moldavische autoriteiten. Na een daling van de economische groei met 5% in 2022, stagneerde het BBP in 2023, alvorens in 2024 weer licht te herstellen.

Deze moeilijkheden hebben ertoe geleid dat een groot deel van de kiezers een politieke machtswissel wenste. De Moldavische autoriteiten van hun kant veroordeelden het systeem van stemmenomkoperij door Rusland, waarvan het moeilijk blijft om de werkelijke invloed op de verkiezingen te bepalen ... De pro-Europese krachten controleren alle instellingen, en zoals de OVSE aangaf,  bleef “de uittredende presidente profiteren van een oneigenlijk gebruik van de administratieve middelen (...) en een onevenwichtige berichtgeving in de media”. De Moldavische autoriteiten kregen ook sterke steun van de grote westerse hoofdsteden, die hun kritiek op de mankementen van het verkiezingsproces voorbehielden aan Georgië. Kobakhidze beschouwde dit verschil in behandeling als een “echte onrechtvaardigheid” en hekelde de politieke situatie in Moldavië, die volgens hem werd gekenmerkt door een “gebrek aan pluralisme in de politiek en de media”, het “verbieden van oppositiepartijen” en de “uitsluiting van invloedrijke kandidaten van deelname aan de verkiezingen, onder kunstmatige voorwendselen”.

De Moldavische oppositie lijkt het op dit punt eens te zijn met de Georgische autoriteiten: de Socialistische Partij, die de belangrijkste oppositiekandidaat, Alexander Stoïanoglo, steunde, weigerde de officiële uitslag te erkennen, omdat zij van mening was dat “de presidentsverkiezingen (...) niet kunnen worden beschouwd als een vrije en democratische uiting van het volk”. Verwijzend naar het feit dat Sandu het referendum over Europese integratie en de presidentsverkiezingen won dankzij de Moldavische gemeenschappen die in Europa gevestigd zijn, beschreven de socialisten haar als de “president van de diaspora”. Terwijl 51,5% van de kiezers die in het land woont Stoïanoglo steunde, heeft slechts 17% van de Moldaviërs die in het buitenland woont op hem gestemd, waardoor de uitslag in het voordeel van Sandu uitviel. De eerlijkheid van de stemming wordt ook in twijfel getrokken door het klein aantal stemlokalen dat toegestaan werd in Transnistrië en Rusland, waardoor volgens de oppositie honderdduizenden Moldavische burgers geen gebruik konden maken van hun stemrecht. In Italië -waar met ongeveer 190.000 leden de op één na grootste Moldavische gemeenschap in het buitenland woont-, werden 59 stembureaus geopend, terwijl er in Rusland -waar bijna 300.000 personen de grootste Moldavische gemeenschap in het buitenland vormen-, slechts twee stembureaus werden geopend (tijdens de vorige verkiezingen waren dat er 17).

De verkiezingen in Georgië en Moldavië passen niet helemaal in de manicheïstische interpretatie van de situatie die in zwang is bij westerse elites. In de landen van Oost-Europa wordt de uitkomst van de verkiezingen immers minstens zozeer bepaald door interne dynamieken als door geopolitieke overwegingen.

Bovendien geven de krachten die door hun tegenstanders als “pro-Russisch” worden beschreven -en die geen monopolie hebben op dubieuze verkiezingspraktijken- eerder uiting aan een pragmatisch verlangen om te manoeuvreren in een complexe regionale omgeving dan aan een echte Russofilie. Terwijl een loutere associatie met de EU landen tegelijk in staat stelt om te profiteren van zowel de Europese markt als de Russische afzetmarkten, betekent lidmaatschap van de Unie dat alle sancties tegen Moskou moeten worden toegepast en dat moet worden afgezien van de comparatieve voordelen verbonden aan de positie van 'raakvlak tussen de polen van het Europese continent'. Maar het is onwaarschijnlijk dat Brussel deze afwijzing van de logica van de blokken zal aanvaarden. 

Dit vertaalde artikel verscheen eerder op 'Le Monde Diplomatique'.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.