Het Genève-akkoord (analyse)
Artikel
13 minuten

Hier volgt een analyse van het fameuze Genève-akkoord - dat een informeel akkoord is tussen een aantal individuele politici zonder mandaat - met als einddoel te komen tot een definitieve oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict.

Hierna volgt een analyse van het fameuze Genève-akkoord - dat een informeel akkoord is tussen een aantal individuele politici zonder mandaat - met als einddoel te komen tot een definitieve oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict.

1. Akkoord tussen wie?

Het is opvallend dat het akkoord zeer veel aandacht heeft gekregen. Tenslotte blijft het een informeel akkoord waarbij bv. niemand van de Israëlische regering heeft onderhandeld en dat dan ook meteen furieus door Sharon is verworpen. Wel zijn een aantal prominente politici er bij betrokken (o.a. Voormalig minister Yossi Beilin en voormalig PA-lid Yasser Abed Rabbo).

De uitzonderlijk grote aandacht heeft wellicht te maken met het feit dat het akkoord zeer professioneel en gedetailleerd is uitgeschreven zonder veel dubbelzinnigheden van Oslo en met meestal duidelijke deadlines. In diplomatieke kringen wordt het akkoord bovendien gezien als een haalbare kaart. Tenslotte speelt natuurlijk ook mee dat het akkoord er komt op een ogenblik dat het conflict in een absolute impasse zit en niemand nog goed weet hoe daar uit te geraken.

Eigenlijk gaat het om een modelakkoord gesloten tussen twee partijen. Die partijen zijn de Israëlische regering aan de ene kant en de PLO aan de andere (opvallend, niet bv. de Palestijnse Autoriteit).

 

2. Algemene basis

Het akkoord gaat uit van een Tweestatenoplossing gebaseerd op de VN-VR resoluties 242 en 338 (preambule + artikel 2 par 1).

De Palestijnse staat wordt meteen als principe vooraan geplaatst. Dat is nieuw t.o.v. de vroegere akkoorden waar een Palestijnse staat in het beste geval het resultaat was van een gefaseerd stappenplan. Voor sommigen is dat alvast een positief gegeven.

Voor een aantal Palestijnse organisaties (en in het bijzonder de vluchtelingenorganisaties) en enkele zeldzame linkse niet-zionistische Israëliërs gaat het daar al fout, omdat in hun ogen de feiten op de grond (de defacto vermenging van de twee volkeren over de twee delen van Israël/Palestina) en de kwestie van de terugkeer van de vluchtelingen doen concluderen naar een éénstatenoplossing met gelijke rechten voor beide bevolkingsgroepen. Dat zou meteen een duidelijk anti-racistisch statement zijn. Vergeten we ook niet dat resolutie 242 op zich een enorme toegeving is vanwege de Palestijnen omdat tenslotte op 78 procent van historisch Palestina Israël is gevestigd. Ook dat is een veelgehoord argument om te pleiten voor één staat.

 

3. Relaties tussen beide staten

Er is een mechanisme voorzien voor bilaterale betrekkingen tussen beide staten o.a. m.b.t. economische samenwerking en veiligheid. Een belangrijke rol speelt het Israëlisch-Palestijns samenwerkingscomité. Daarnaast moet een ministeriële stuurgroep de uitvoering van het akkoord opvolgen en garanderen en dit op basis van een set van mechanismen zoals geformuleerd in artikel 3 met opnieuw een belangrijke rol voor VS, Rusland, EU en VN. Maar op bepaalde plaatsen wordt ook appel gedaan op een breder gama van landen (o.a. voor de compensatieregeling). Vooral de VS krijgt een bijzondere rol. Meer bepaald in functie van art 5 over veiligheid (zie verder).

De aandacht die men heeft voor de te volgen procedure is op zich een positief punt in vergelijking met vorige vredesakkoorden, waar de procedure dikwijls te vaag was of over de hele lijn gedomineerd door de VS.

 

4. Territorium

Basis is VN-VR resolutie 242/338 en dus in principe langs de groene demarcatielijn van 4 juni 1967. Zij het dat er hier en daar een gebiedsruil is voorzien maar alleszins op 1:1 basis. Aan Palestijnse zijde heeft de PA (en PLO) de groene lijn al erkend, dat is dus niet nieuw. Wel nieuw zou zijn dat Israël daarmee eindelijk officiële grenzen krijgt.

* Gebiedsruil: Een aantal kolonies wordt ingelijfd bij Israël wat in strijd is met art. 49 van de Conventie van Genève. Daar staat tegenover dat er onderhandelde gebiedsruil is. O.a. In Gaza komt er compensatie. Het is niet duidelijk of het over minderwaardige (landbouw!) grond gaat.

* De infrastructuur van de kolonies die ontruimd worden moet intact blijven

* Er komt een corridor tussen de Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Die staat onder Israëlische soevereiniteit, maar onder Palestijnse administratie. Daarlangs lopen ook alle eventueel noodzakelijke leidingen.

* Jeruzalem: Het statuut daarvan staat uitgeschreven in het lang uitgesponnen artikel 6.

Daarin is voorzien dat Jeruzalem hoofdstad wordt van twee staten. Aan de ene kant is dat een tegemoetkoming aan een belangrijke Palestijnse eis. Aan de andere kant is het voor de Palestijnen een toegeving want er wordt – volgens de gegevens die ik vind – gewerkt op basis van voldongen feiten (wat nu Israëlisch is blijft Israëlisch). Wel krijgen de Palestijnen de controle over de oude stad inclusief Haram al Sharif, met uitzondering van de klaagmuur en de joodse wijk.

 

5. Veiligheid

In artikel 5 wordt in lang en breed een veiligheidssysteem uitgestippeld. Dat heeft uiteraard te maken met het belang dat Israël daaraan hecht. Dit onderwerp is samen met de kwestie vluchtelingen duidelijk opgesteld in een context van ongelijke machtsverhoudingen en daarom ook meer op het lijf van Israël geschreven.

* Toch staan er ook een aantal opmerkelijke (eerder positieve) dingen in. Zo staat in paragraaf 2 een passage over regionale veiligheid, waarin gesteld wordt dat Israël samen met Palestina en de buurlanden wil werken aan een stabiel Midden-Oosten vrij van Massavernietigingswapens. De paragraaf is voor interpretatie vastbaar. Toch wordt er onrechtstreeks ook verwezen naar het grootste arsenaal in het Midden-Oosten, namelijk dat van Israël. Anderzijds gaat het over een vrijblijvende intentie en danig vage formulering dat je er alle kanten mee opkan.

* In dit artikel staan vooral beperkingen voor Palestina ingeschreven die niet gelden voor Israël:

- Palestina wordt een niet-gemilitariseerde staat, voor het nu sterk gemilitariseerde Israël blijft alles bij het oude. De Palestijnen mogen wel lichtbewapende veiligheidstroepen (PSF) hebben

- ¨Palestina mag slechts beschikken over een beperkt arsenaal lichte wapens. Voor Israël zijn er geen beperkingen

- Behalve de Veiligheidseenheden en de multinationale troepen, mogen individuen in Palestina mogen geen wapens dragen. Voor Israël – waar enorm veel wapens in de huiskamers rondslingeren – geldt deze beperking niet

- Er komt een multinationale troepenmacht (MF), maar dan enkel in Palestina

- MF en PSF houden gemeenschappelijk controles aan de grens om te verhinderen dat er wapens naar Palestina worden vervoerd. Er is geen enkele beperking op in- en uitvoer van de wapentrafieken naar/van Israël voorzien

- Er komen twee Israëlische ‘vroege waarschuwingsstations (EWS)’ in de Westelijke Jordaanoever. Voor de Palestijnen zijn er geen in Israël

- het Israëlisch leger mag zonder meer gebruik maken van Palestijns luchtruim, zij het voor trainingsdoeleinden. Dit is niet alleen een beperking van de Palestijnse soevereiniteit, maar geldt opnieuw unilateraal. Voor de burgerluchtvaart wordt verwezen naar de internationaal geldende regels en naar een oprichten bilateraal comité

Het is niet de eerste keer dat demilitarisering van een land als onderdeel wordt gezien van een vredesplan. Probleem hier is dat het over eenzijdige demilitarisering gaat en Palestina eigenlijk als probleem wordt gezien. Om het cru te zeggen: Palestina krijgt het statuut van Duitsland na de Tweede wereldoorlog. De zaken worden hier omgedraaid, want is het niet Israël dat internationaal rechterlijk als bezetter en dus agressor moet worden gezien?

Het probleem van Israël als militaire macht wordt helemaal niet aangepakt. Palestina moet zo leven met de potentiële dreiging van een supermacht als buurstaat. Volgens het internationaal recht moet een soevereine staat het recht en mogelijkheid hebben zich te verdedigen. De veiligheidskwestie wordt hier vooral vanuit Israëlische invalshoek gedefinieerd. Het feit dat Israël defacto een ‘militaire democratie’ is, waar jongeren een sterk gemilitariseerde opvoeding krijgen, waar Israël over een van de grootste defensie-industrieën ter wereld beschikt, waar het grootste arsenaal aan massavernietigingswapens (in al zijn diversiteit) ligt, vormt een immens veiligheidsprobleem op zich.

* In Palestina wordt Multinationale troepenmacht (MF) ontplooid. Dat kan onder voorwaarden gezien worden als een vervulling van een van de Palestijnse eisen, namelijk hun vraag voor een ‘beschermingsmacht. Het is alleen heel onduidelijk wie de autoriteit draagt over deze MF. Als we de logica van par 4 doortrekken dan ziet het er niet goed uit. Daar staat dat een trilateraal veiligheidscomité wordt gevormd voor de implementatie van dit artikel. Dat comité zou bestaan uit de twee betrokken partijen en…. de VS. M.a.w. in het slechtste geval krijgen we een Amerikaanse militaire basis in Palestina. Daar waar het akkoord op veel plaatsen gedetailleerd is uitgeschreven vormt hier de vaagheid een enorme zwakte en zelfs gevaar.

* Par 7 van dit artikel is dan wel weer heel duidelijk en gaat over de gefaseerde terugtrekking. Die moet voltooid zijn binnen de dertig maanden met uitzondering van de Jordaanvallei waar nog eens 36 maanden bijkomen (vergelijk alle andere vredesplannen, waar de vruchtbaardere en sterk gekoloniseerde Jordaanvallei telkens een apart statuut krijgt).

 

6. Vluchtelingen (art. 7)

Over dit onderdeel bestaat veel controverse. In veel kringen wordt gesteld dat het akkoord in overtreding is met het recht op terugkeer zoals dat internationaal rechterlijk is bepaald en ook is omschreven in VN-AV resolutie 194. Het is iets genuanceerder dan dat.

* Eerst en vooral wordt het principe ‘recht op terugkeer’ bevestigd in par 2 met een verwijzing naar de bewuste VN-AV 194. Bovendien staat er dat een oplossing van de vluchtelingenkwestie noodzakelijk is om te komen tot stabiliteit in de regio. Deze principes worden in elk geval niet gehuldigd door de huidige regering Sharon.

* Nog positief is dat vluchtelingen compensatie (ook geformuleerd in VN-AV 194) krijgen voor hun vluchteling zijn en voor het verlies van eigendom. Dit geldt voor alle vluchtelingen, los dus van de kwestie van hun uiteindelijke residentie (par 3 a).

In par 9 staat de procedure over de berekening van de hoogte van de compensatie voor het verlies van eigendom. Israël moet in theorie het volledig berekend bedrag ophoesten, maar kan de overgedragen infrastructuur van de verlaten nederzettingen van dat bedrag aftrekken. Dit zou wel eens op een nuloperatie kunnen uitmonden (de eigendom van de 750.000 oorspronkelijke vluchtelingen naast de ‘hightech’ infrastructuur van de kolonies). Belangrijk is wel dat er binnen een termijn van zes maanden resultaat moet zijn.

De compensatie voor het statuut vluchtelingen is apart uitgewerkt. Hier is Israël slechts een ‘bijdragende partner’ in het compensatiefonds is. M.a.w. andere landen zullen dus de ‘verzekeraar’ van Israël spelen.

* Par 4 heeft het over het principe van de vrije (‘geïnformeerde’) keuze van plaats van residentie). Die vrije keuze geldt in elk geval voor a. de huidige bezette gebieden b. de gebieden die voorwerp uitmaken van landruil. Dan komt evenwel de aap uit de mouw. Voor de residentie in c. derde landen d. Israël en e. gastlanden is de keuzevrijheid beperkt omdat de landen in kwestie autonoom bepalen hoeveel vluchtelingen ze willen vestigen. Wat Israël betreft is de ‘vrije keuze’ defacto ‘geen vrije keuze’, want het valt te betwijfelen dat Israël bereid zal zijn om zelfs maar enkele duizenden vluchtelingen op te nemen.

De grond van de zaak (en het probleem) is dat Israël sterk blijft redeneren in termen van ‘joodse staat’. Daarom ook dat er nog altijd zoveel discussie bestaat over de Palestijnen in Israël, en er gepraat wordt in termen van een ‘demografische bom’ of zelfs ‘transfer’. Dat probleem komt niet aan bod in het akkoord en wordt als een feitelijk gegeven beschouwd. Dat is ook een zwakte van het akkoord. Dat de kwestie dringend moet aangekaart worden toont ons ook de zaak van de Palestijnse bedoeïenen in de Negev, die nu bedreigd worden door een plan dat er kortweg op neerkomt dat men hen in kleine reservaten en bidonvilles wil stoppen.

Stel dat Israël toch een beperkt aantal vluchtelingen wil opnemen dan is de zaak waarschijnlijk nog niet van de baan, omdat de ‘vraag’ hoogst waarschijnlijk groter zal zijn dan het ‘aanbod’. Als we het ( evenwel omstreden) onderzoek van Khalil Shiqaqi als uitgangspunt nemen (zie Soemoed nr. 6, 2003 blz. 24) dan leert ons deze bevraging van Palestijnse vluchtelingen dat omgerekend 350.000 vluchtelingen Israël als keuze opgeven. Dat is zonder de vluchtelingen in Syrië meegerekend. Dus dat kan gemakkelijk oplopen tot een stuk boven de 400.000.

M.a.w. slechts in het theoretische geval dat 1. de uitslag van dit onderzoek realistisch is 2. Israël bereid is om het veronderstelde aantal (van dit onderzoek) van pakweg 450.000 Palestijnen toe te laten en 3. er een grondige heroriëntering komt van de staat Israël (het afstappen van het concept zuivere ‘joodse staat’), dan is de vluchtelingen kwestie volgens het Genève-akkoord op een aanvaardbare en rechtvaardige manier oplosbaar. Het spreekt vanzelf dat daarvoor een revolutionair ander politiek klimaat moet komen.

 

7. Politieke gevangenen

Positief: eens het akkoord in voege, worden alle politieke gevangenen vrijgelaten, volgens drie categorieën.

Negatief: er is geen enkele schadevergoeding of andere regeling voorzien voor willekeurige opsluitingen. Folterpraktijken e.d. worden niet gemeld. Israël gaat dus in eerste instantie vrijuit, alhoewel er ook niet staat dat er later juridische stappen kunnen worden genomen.

 

Conclusie

  1. Het akkoord zomaar verwerpen als onzinnig lijkt me geen goed idee. Het staat alvast symbool voor het feit dat er aan beide kanten nog mensen zijn die bereid zijn op redelijke basis een dialoog aan te gaan. Laat ons dit maar de factor hoop noemen. Toch een kanttekening daarbij. Vredesakkoorden kunnen maar slagen als ze de steun krijgen van de bevolking en bepaalde groepen daarvan (cfr. de vluchtelingen, zie verder). Er moet dus dringend aandacht voor komen, zowel naar samenstelling van de delegaties aan de onderhandelingstafel als naar terugkoppeling naar de bevolking.

 

  1. Het akkoord kan (zie verder punt 3) een basis vormen als het uitgangspunt is dat er twee staten moeten komen en als er grondig aan gesleuteld wordt. Israël heeft immers danig voldongen feiten doorgevoerd dat een artificiële scheiding in twee staten langzaamaan absurd wordt.

 

  1. Het akkoord is duidelijk nog het resultaat van ongelijke machtsverhoudingenverhoudingen. Dat komt onder meer tot uiting in de artikelen 5 (veiligheid), 6 (Jeruzalem) en 7 (vluchtelingen)
    1. Als, men kiest voor grondige ontwapening (cfr. Palestina) dan moet ook Israël het voorwerp worden van essentiële maatregelen gericht op het wegwerken van het sterk gemilitariseerde karakter van de Israëlische staat. Dat zou een ‘parallelle’ maatregel worden. Als ‘compensatie’ kan de MF ook voor de veiligheid van Israël zorgen. Het kan in elk geval niet zijn dat de extreme bewapening (o.a. nucleaire, chemische en biologische wapens) van Israël buiten schot blijft.

Andere passages getuigen nog van een absurde behoefte naar controle door Israël (het gebruik van het Israëlisch luchtruim, de EWS,…). Dat heeft veel te maken met een andere discussie, namelijk het gebrek aan vertrouwen. Nu gaat men a priori van een gebrek aan vertrouwen uit en dan nog eenzijdig vanuit Israël.

  1.  
    1. vluchtelingen. Dat is de grote achillespees van het akkoord. Volgens mij is het algemeen probleem het feit dat vertegenwoordigers van vluchtelingen nooit mee aan de onderhandelingstafel mogen plaatsnemen. Daardoor worden hun argumenten niet gehoord.

Het is duidelijk dat het geproclameerde recht op terugkeer, wordt uitgehold door de clausule dat Israël de quota bepaald. We weten dat er binnen Israëlisch links hoogstens een consensus bestaat over enkele tienduizenden. Aan de andere kant is het wellicht zo dat een goed statuut en degelijke compensatie een groot deel van de vluchtelingen tevreden zal stellen om te kiezen voor een andere bestemming dan Israël.

Hoe dan ook is het zinvol om inderdaad eens de vluchtelingen op een grondige manier te bevragen, de voorwaarden en gevolgen van keuzes uit te leggen en tenslotte te kijken naar een mogelijke regeling van hun kwestie. Het is schrijnend dat ze nooit echt betrokken worden bij oplossingen over hun lot.

Vanuit het oogpunt van Israël blijft het hoe dan ook onrealistisch om aan te nemen dat slechts enkele tienduizenden terug zouden willen keren naar Israël. De Israëlische bevolking moet inzien dat het duurzame vrede (en dus welvaart) kan krijgen als het bereid is om hier meer toegevingen te doen en het echte recht op keuzevrijheid te garanderen. Het zal heus niet over miljoenen gaan. Wel zeker over minstens enkele honderdduizenden, en dat is absoluut haalbaar, maar dat vereist het afstappen van het concept van joodse staat, wat meteen impliceert of het dan niet beter is om te kiezen voor een binationale staat met gelijke rechten voor beide bevolkingsgroepen.

  1. Een aantal kwesties is niet behandeld in het akkoord. Vooral de kwestie water vormt nog een heikel punt, dat men hier blijkbaar uit de weg is gegaan. Bovendien staan er rond gevoelige kwesties nog teveel verwijzingen naar een ‘annex’ waarvan de inhoud niet gekend is.
  2. Op bovenstaande conclusies kan natuurlijk het argument komen dat de huidige politieke situatie maakt dat nog meer ‘toegevingen’ van Israëlische zijde verwachten onrealistisch is en de impasse alleen maar groter maakt. Daar kan evenwel tegenover gesteld worden dat in plaats van Israël te belonen voor zijn huidige politiek (associatie-akkoord voor EU en economisch-militaire steun vanuit de VS) er een politiek moet komen van druk, zoals dat ook is gebeurd ten aanzien van het Apartheidsregime in Z-Afrika.

Ludo De Brabander (16/01/2004)


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.