Image
Shell

© Greenpeace Africa

Is het vertrek van Shell uit Nigeria een dekmantel om verantwoordelijkheden te ontlopen?
Artikel
7 minuten

De oliegigant Shell verkoopt zijn dochteronderneming in de Nigerdelta, maar leent de nieuwe eigenaren het geld voor de aankoop.

Nigeriaanse activisten geloven dat het klaarblijkelijk einde van Shell's 87-jarige activiteiten in het land een poging is om zijn wettelijke verantwoordelijkheden te ontlopen en tegelijkertijd vast te houden aan de potentieel winstgevende kant van de handel. In januari kondigde de oliereus aan dat het “een akkoord had bereikt om zijn Nigeriaanse onshore dochteronderneming [SPDC] te verkopen” aan Renaissance, een consortium van vier Nigeriaanse oliemaatschappijen en één gevestigd in Zwitserland.

Maar ondanks de deal van 2,8 miljard dollar blijft Shell in de praktijk nog steeds eigenaar van een deel van het bedrijf en blijft het de onshore exploratie van Renaissance in Nigeria financieren. De persverklaring van Shell bevestigde dat het de nieuwe kopers tot 1,2 miljard dollar zal lenen om hen te helpen hun belang in de ‘Shell Petroleum Development Company of Nigeria Limited’ (SPDC) te kopen.

Het zal Renaissance ook voorzien van “financiering tot 1,3 miljard dollar voor de komende jaren”. Hiermee wordt een “aandeel in specifieke ontmantelings- en herstelkosten” gefinancierd en een deel van de ontwikkeling van gasbronnen voor NLNG, een bedrijf dat in Nigeria aardgas produceert voor de export naar wereldmarkten, waarin Shell een belang van 25,6% behoudt. Renaissance zal ondertussen de verantwoordelijkheid overnemen van Shell om lekkages, diefstal en sabotage aan te pakken. Het zal eveneens de voortdurende bijdragen overnemen aan het herstel van milieuschade uit het verleden.

Actievoerders vinden dat Shell niet mag ontsnappen aan zijn verantwoordelijkheid voor de schade aan het milieu en de samenleving die het in Nigeria heeft veroorzaakt. Celestine Akbopari, al lang een milieuactivist in de Ogoni-regio in Nigeria, zegt: "Shell moet ons milieu en onze verloren middelen van bestaan restaureren, voordat het iets verkoopt. Ons milieu moet hersteld worden, tot de staat waarin Shell het heeft aangetroffen”.

Akbopari gelooft dat de miljoenen olievaten die gedurende bijna negen decennia in de Nigerdelta zijn gelekt, de financiën van zijn gemeenschap aanzienlijk hebben verslechterd. Alleen al tussen 2011 en 2022 waren er, volgens de ‘National Oil Spill Detection and Response Agency’, meer dan 10.000 olielekken.
“Onze mensen leven van hun vis- en landbouwactiviteiten, maar kunnen dat niet meer doen”, zegt Akbopari. "In een situatie waarin er geen overheid is, zoals nu in Nigeria, is het geld dat we verdienen met onze vis- en landbouwactiviteiten bedoeld om onze kinderen naar school te sturen, gezondheidszorg te bieden en andere rekeningen te betalen. Nu, kunnen we zelfs dat niet doen, en kijken we toe hoe onze kinderen en andere afhankelijke personen sterven van de honger en ziekten ten gevolge van armoede”.  

Het verzet van de civiele maatschappij en gemeenschappen tegen Shell is al sinds het begin van de jaren 1990 wijdverbreid in Nigeria. Velen zijn boos omwille van de vervuiling die het bedrijf heeft aangericht in het land, en om de afbranding van aardgas – een praktijk die wordt geassocieerd met oliewinning en die een energiebedrijf geld kan besparen, maar die gepaard gaat met ernstige gezondheidscomplicaties voor de omwonenden.  

De publieke onvrede nam alleen maar toe na de executies van de Ogoni Negen, een groep activisten die zich verzette tegen de activiteiten van Shell in de Nigerdelta en de uitbuiting van het Ogoni-volk.
De negen activisten werden in 1995 tijdens een proces door het Nigeriaanse leger ter dood veroordeeld, nadat ze waren beschuldigd van het aanzetten tot de moord op vier Ogoni-opperhoofden die het niet eens waren met de strategie van hun organisatie, de Beweging voor het Overleven van het Ogoni-volk. 

Shell kreeg een ‘observator-statuut’ toegewezen op het proces - een feit dat ook destijds alom werd veroordeeld. De toenmalige eerste minister van het Verenigd Koninkrijk John Major omschreef het als “frauduleus". Verschillende belangrijke getuigen beweren ondertussen dat Shell-actoren en overheidsfunctionarissen hen hadden “omgekocht” door hen geld, een huis, en jobs in het oliebedrijf aan te bieden als ze zouden zeggen dat de activisten betrokken waren bij de moorden. De oliereus heeft deze beschuldigingen altijd ontkend, evenals de bewering dat het zou hebben samengewerkt met het Nigeriaans leger op het proces. 

In de decennia daarna hebben Ogoni-gemeenschappen gerechtigheid nagestreefd en geprobeerd Shell aansprakelijk te stellen voor de rol die het bedrijf volgens hen heeft gespeeld in de dood van de activisten. De oliereus zelf heeft geprobeerd om zich van zijn Nigeriaanse dochteronderneming te distantiëren met een public relations-campagne die gestuurd werd vanuit het hoofdkantoor in Londen, niet door het personeel in Lagos of Port Harcourt. Er werd gesuggereerd dat er een probleem was met één lokale vestiging in Afrika, maar dat het geen bredere kwestie was. Deze pr-campagne was zelfs al gestart voor het proces. In een brief uit 1993 stelde Shell dat het “niet opereert volgens een top-down managementbenadering” en voegde eraan toe: "Elk actief [dochter]bedrijf heeft niet alleen een eigen juridische identiteit, maar is ook verantwoordelijk voor zijn dagelijkse werking".

Juridische gymnastiek

Er zijn verschillende rechtszaken aangespannen tegen Shell vanwege de dood van de Ogoni Negen - tot nu toe zonder succes. Maar een andere groep activisten won in mei 2021 een ongerelateerde strijd met het bedrijf in Nederland. Shell werd toen door de districtsrechtbank van Den Haag aansprakelijk gesteld voor het wereldwijd veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering en werd opgedragen om zijn CO2-uitstoot binnen de tien jaar met 45% te verminderen.   

Het historische vonnis, dat de weg zou kunnen vrijmaken voor meer vervolgingen van Shell en andere grote internationale vervuilers, werd aangespannen door Milieudefensie en zes andere organisaties, en 17.000 mede-aanklagers. Milieudefensie stuurde in april 2022 een brief naar de Raad van Bestuur van Shell, waarin werd opgeroepen tot dringende actie om te voldoen aan het vonnis van 2021. De NGO waarschuwde voor persoonlijke aansprakelijkheidsrisico's als er geen actie wordt ondernomen. In juli 2022 ging Shell in beroep tegen de uitspraak.

Shell's Nigeriaanse activiteiten zijn ook in het VK geconfronteerd met rechtszaken. Het bedrijf ging akkoord met een schikking van 55 miljoen pond in een rechtszaak aangespannen door 15.600 leden van de Bodo-gemeenschap na een enorme olielek in hun woongebied in 2024. Leigh Day, het Brits advocatenkantoor dat de gemeenschap vertegenwoordigde, stelt dat Shell zijn schuld toegaf, maar de hoeveelheid gelekte olie betwistte. 

En afgelopen november oordeelde het Hooggerechtshof in Londen dat 13.000 boeren en vissers uit de Ogale- en Bille-gemeenschappen Shell kunnen aanklagen voor de chronische vervuiling van hun waterbronnen en de vernietiging van hun manier van leven. In een artikel in de Britse krant The Guardian stond toen dat Shell ontkende de eisers rechtstreeks iets schuldig te zijn. Het stelde wel dat zijn Nigeriaanse dochteronderneming, de SPDC, de verantwoordelijkheid had aanvaard voor de lekkages die ze had veroorzaakt en de getroffen partijen had gecompenseerd waar nodig.

Het advocatenkantoor Leigh Day, dat ook de Ogale- en Bille-gemeenschappen vertegenwoordigt, verspreidde een statement nadat Shell de verkoop van SPDC aan Renaissance had aangekondigd, waarin stond dat zijn “cliënten bezorgd zijn over hoe de voorgestelde verkoop hun claim zou kunnen beïnvloeden”. Het advocatenkantoor stelt dat de details van de verkoop nog steeds onduidelijk zijn.
In zijn statement voegde Leigh Day toe: “Het zou gewetenloos zijn van Shell om zijn onshore-activiteiten in Nigeria te stoppen zonder zijn rotzooi op te ruimen en compensatie te betalen ...
Wij zijn van mening dat Shell, dat decennialang miljarden ponden heeft verdiend aan de oliewinning in Nigeria, zijn wettelijke verantwoordelijkheden moet nakomen en geen milieuramp mag achterlaten nu het de Nigerdelta plant te verlaten.”

Renaissance, dat gevestigd is in Nigeria, zal waarschijnlijk immuun zijn voor rechtszaken in Nederland of het Verenigd Koninkrijk - een van de redenen waarom activisten en civiel-maatschappelijke organisaties de Nigeriaanse regering hebben opgeroepen om de verkoop tegen te houden.

Vorige maand schreven internationale en Nigeriaanse NGO's, waaronder Amnesty International en Environmental Rights Action/Friends of the Earth Nigeria, een brief aan de Nigerian Upstream Petroleum Regulatory Commission, de regelgevende commissie van de overheid, waarin ze erop aandrongen om “te weigeren de verkoop goed te keuren”. De brief vervolgde: “Shell zou niet in staat gesteld mogen worden om gebruik te maken van juridische gymnastiek om zijn verantwoordelijkheid voor de opruiming van zijn erfenis van wijdverbreide vervuiling te ontlopen. De verkoop … zou niet mogen worden toegestaan, tenzij lokale gemeenschappen volledig zijn geraadpleegd, de milieuvervuiling die SPDC tot nu toe heeft veroorzaakt volledig in kaart is gebracht, en er door SPDC voldoende geld in borg is gestort om te garanderen dat de schoonmaakkosten zullen worden gedekt.”

Shell wilde niet antwoorden op de vragen van de mediasite OpenDemocracy. In plaats daarvan werd er door een woordvoerder doorverwezen naar een persbericht en een FAQ-sectie over de verkoop op de website van de oliereus.

Cindy Baxter, die al tientallen jaren campagne voert tegen de olie-industrie, stelt: “Bijna 30 jaar nadat Ken Saro-Wiwa en acht anderen werden opgehangen omdat ze protesteerden tegen de vervuiling door Shell [de Ogoni Negen], voert de Ogoni-gemeenschap nog steeds strijd hiertegen in de rechtbanken. Voordat dit bedrijf het land verlaat, moet het opkuisen - en boeten voor zijn milieumisdaden”.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder op OpenDemocracy.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.