Overal ter wereld waar er gebruik gemaakt wordt van kernenergie, dus ook in België, kan één enkel incident zeer ernstige gevolgen hebben. Het risico dat er iets grondig fout kan gaan (genre Tsjernobyl of Fukushima) wordt echter altijd afgedaan als bijna onbestaand.
Met de mogelijke gevolgen op de volksgezondheid van kleinere onzichtbare probleempjes zoals scheurtjes en kleine lekken, wordt al evenmin rekening gehouden. Het stralingsgevaar dat uitgaat van accidenten of lekkages in nucleaire krachtcentrales wordt doorgaans gebagatelliseerd of simpelweg ontkend [nvdr.]
Indian Point
Indian Point nucleaire krachtcentrale in New York lekt voortdurend radioactiviteit in de rivier de Hudson. Dit is al jaren aan de gang! De gouverneur van New York, Andrew Cuomo is het eens met anti-nucleaire actiegroepen zoals Riverkeeper, Physicians for Social Responsibility en The Sierra Club, die Indian Point willen sluiten. Milieuactivisten beweren dat de radioactieve lekken “slechts het topje van de ijsberg” zijn. Volgens CBS News (26/02/2016) vertoonde het water in een van de controleputten van Indian Point een stijging van 65.000% aan tritium. Volgens de specialisten verbonden aan de nucleaire industrie wordt dit soort van straling gemakkelijk weer uitgescheiden door het menselijk lichaam via de urine. Dat is een opluchting. Aan de andere kant is er maar weinig onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van de blootstelling aan verhoogde graden van tritium. De Amerikaanse Nuclear Regulatory Commission (NRC- een onafhankelijk agentschap dat de volksgezondheid en de veiligheid rond kernenergie moet beschermen) stelt: “Blootstelling aan zeer kleine hoeveelheden geïoniseerde straling wordt geacht het risico op kanker minimaal te verhogen, en het risico stijgt naarmate de blootstelling groter is”. Dat laatste klinkt niet zo goed. Een stijging van 65.000% valt hoogstwaarschijnlijk binnen de categorie “het risico stijgt naarmate de blootstelling groter is”. Maar wanneer is te veel te veel?
Volgens Jerry Nappi, een vertegenwoordiger van de Entergy Corporation, het bedrijf dat Indian Point bezit en uitbaat, zal het probleem van de toegenomen tritiumgraad geen impact hebben op de volksgezondheid of het leven in de rivier. “De concentraties zijn niet detecteerbaar in de rivier” verklaarde Nappi aan CBS News. “Uit meer dan 10 jaar aan hydrologisch onderzoek ter plaatse weten we dat het [de radioactieve verontreiniging] geen drinkwaterbronnen in de nabijgelegen gemeenschappen kan bereiken”. Waar gaan de radioactieve verontreinigende stoffen dan naartoe?
Volgens Riverkeeper lekken radioactieve toxines zoals tritium en strontium-90 al sinds augustus 2005 van tenminste twee Indian Point-koelvijvers voor bestraald splijtstof (brandstof dat niet meer bruikbaar is voor kernreacties ) in het grondwater en in de rivier de Hudson. In januari 2007 werd strontium gedetecteerd in vier op de twaalf vissen uit de Hudson. Volgens Joseph Mangano, algemeen directeur van het Radiation and Public Health Project is het gebied rond Indian Point “ondanks de verzekeringen van Entergy, een 'kanker-cluster', met een lokale graad van klierkanker die 66% hoger ligt dan het nationale gemiddelde”. De problemen van Indian Point zijn geen geïsoleerd geval. Lekken zijn al gevonden in maar liefst 75% van de Amerikaanse kerncentrales.
De problemen van Indian Point zijn geen geïsoleerd geval. In maar liefst 75% van de Amerikaanse kerncentrales zijn al lekken of scheurtjes gevonden.
Naoto Kan, de Japanse premier ten tijde van de nucleaire ramp in Fukushima (2011) stelde in 2013: “Technisch gezien is het onmogelijk om accidenten met nucleaire krachtcentrales te elimineren. Er is slechts één manier om accidenten totaal uit te sluiten en dat is zich ontdoen van alle nucleaire krachtcentrales”. Indian Point heeft vijf maal meer bestraald kernbrandstof in zijn koelvijvers dan Fukushima had. Bovendien heeft Japan het beste noodplan-systeem ter wereld omdat het land bovenop een seismisch actief eiland ligt. Toch heeft het Japanse systeem voor noodsituaties volledig gefaald. In de context van Japans nadruk op de hoogste kwaliteit en het absoluut beste noodplan-systeem moeten we ons afvragen wat het feit dat het toch faalde, betekent voor de rest van de wereld. Hoe zit het bijvoorbeeld met Indian Point?
Radioactieve toxines zijn complex. Nucleaire reactoren produceren meer dan 100 verschillende isotopen, die uitsluitend geproduceerd worden in nucleaire reactoren of atoombommen: isotopen zoals Strontium-89, Strontium-90, Cesium-137 en Iodine-131. Al deze isotopen zijn in verschillende gradaties kankerverwekkend en ze vallen elk verschillende delen van het lichaam aan, sommigen viseren de schildklieren, sommigen de beenderen, sommigen de zachte weefsels doorheen het hele lichaam, en ze wijzigen ook het DNA. RT-journalist Alexey Yaroshevsky zei onlangs over Indian Point: “Ik heb mensen ontmoet die in het gebied leefden en ze vertelden me dat ze schildklierkanker hadden, wat een grote schok was voor mij... omdat ik afkomstig ben van het deel van de wereld waar de Tsjernobyl-ramp gebeurde... In de omgeving van Indian Point zijn er massaal veel mensen (20.000) gediagnosticeerd met kanker op een periode van 15 jaar tijd... meer dan elders in de Verenigde Staten”.
Het Amerikaans Bureau voor Kustbeheer bracht in februari 2016 een 40 pagina's tellend rapport uit over Indian Point. Daarin staat: “Ongeveer 1500 ton kernbrandstof dat niet meer bruikbaar is, wordt momenteel opgeslagen in afgeladen volle koelvijvers in de Indian Point-faciliteit. Twee van de koelvijvers voor bestraald kernafval, samen met een ongekend aantal andere pijpen, hebben al structurele gebreken vertoond die geresulteerd hebben in het lekken van ongekende en ongeoorloofde hoeveelheden radioactief afval in het grondwater onder de Indian Point centrale... De exacte bron van alle lekken, hoe lang er al radioactief materiaal in het grondwater en het water van de Hudson rivier terecht komt en de hoeveelheid latent radioactief afval dat in het grondwater onder de Indian Point-faciliteit gesijpeld is, is nog niet vastgesteld. De volledige evaluatie en de opkuis van de radioactieve lekken kunnen pas beginnen als de centrale stilgelegd wordt... Het bestaan van een meetbare graad van radioactieve lozingen afkomstig van de Indian Point-faciliteit demonstreert dat dergelijke oplossingen voor de opslag [van bestraald kernbrandstof] lekkages naar het kustwater niet kunnen voorkomen of minimaliseren”. Zoals het Bureau voor Kustbeheer uitlegt kan een “volledige evaluatie” van het probleem pas gebeuren als de centrale gesloten wordt. Dat betekent dat niemand momenteel echt weet wat er gaande is. Maar het rapport is in ieder geval duidelijk over het feit dat er momenteel radioactief afval lekt in het grondwater onder de nucleaire krachtcentrale. Niemand op de planeet aarde kan dit goed vinden.
Een lekke industrie
Zoals hoger vermeld lekt 75% van de Amerikaanse kerncentrales. Men kan niet anders dan zich de vraag stellen naar de ernst van het probleem voor gezondheid en welzijn. Het antwoord hierop is onmogelijk te geven omdat het jaren kan duren eer ziektes en overlijdens veroorzaakt door straling zich manifesteren. Straling accumuleert zich immers in het lichaam na verloop van tijd. Tegen de tijd dat kankers vastgesteld worden kan het heel moeilijk zijn om de oorzaak te achterhalen. Naar dit fenomeen wordt verwezen als 'het latentie-effect'. In feite is het latentie-effect een beschermende buffer die ervoor zorgt dat burgers niet massaal voor de poorten van kerncentrales verschijnen om te protesteren, hun woede uit te schreeuwen en stenen te gooien.
Volgens officiële cijfers waren er in de Verenigde Staten al 56 accidenten met nucleaire reactoren, maar slechts weinig dodelijke slachtoffers. Een belangrijke vraag is echter: wie telt? Fukushima levert een zeer recent voorbeeld van niet-gerapporteerde sterfgevallen ten gevolge van de blootstelling aan straling. Hoewel reguliere bronnen in Japan blijven beweren dat er geen ernstige gezondheidseffecten (zoals sterfgevallen) zijn door de straling die vrijkwam na de kernramp in Fukushima, hebben andere journalisten in Japan een reeks niet gemelde overlijdens van arbeiders onthuld. Als een werknemer van het bedrijf (TEPCO) thuis sterft, wordt dit echter niet gerapporteerd als een 'overlijden gerelateerd aan het werk'. Het ziet er naar uit dat alle door straling veroorzaakte overlijdens zo afgewikkeld worden. De bestraalde arbeiders zouden als het ware uit bed moeten kruipen en zich op handen en voeten naar de werkplaats moeten slepen om daar neer te zijgen om als een overlijden op de werkvloer beschouwd te worden. Dit past allemaal perfect in het kraam van de pro-nucleaire lobby. Een van hun belangrijkste argumenten is immers dat er zo weinig sterfgevallen zijn door blootstelling aan nucleaire straling. Maar overlijdens ten gevolge van blootstelling aan nucleaire straling komen pas voor na jaren of zelfs decennia, tenzij je eensklaps blootgesteld wordt aan een enorme dosis, zoals de werknemers van de kerncentrale van Tsjernobyl overkwam. Zij waren dood binnen een paar uren of dagen. De straling in Tsjernobyl eist vandaag, 30 jaar na datum, trouwens nog altijd ontelbare ongerapporteerde slachtoffers -sommigen sterven en anderen zijn permanent gehandicapt of misvormd. De verschrikkelijke effecten van straling zijn terug te vinden doorheen heel Wit-Rusland, verstopt diep in het platteland in gestichten, ver van het publieke oog. 70% van de radioactieve neerslag van Tsjernobyl dreef af naar Wit-Rusland waar het een vernietigende impact had op 'de kinderen van Tsjernobyl'. Kinderen die pas een hele tijd na de ramp geboren werden hebben te kampen met misvormingen en geboorteafwijkingen veroorzaakt door de straling waar hun moeders aan werden blootgesteld of door de radioactief verrijkte omgeving.
Overlijdens ten gevolge van blootstelling aan nucleaire straling komen pas voor na jaren of zelfs decennia, tenzij je eensklaps blootgesteld wordt aan een enorme dosis.
In 2011 schreef journalist John Vidal in the Guardian: “Vijf jaar geleden bezocht ik de nog steeds hoogst verontreinigde gebieden langs de Oekraïense en Wit-Russische grens waar het grootste deel van de nucleaire pluim na de ramp van Tsjernobyl neerdaalde in 1986. Ik daag de Wetenschappelijk adviseur van de Britse regering, John Beddington, milieuactivisten als George Monbiot of gelijk welke expert die de risico's van straling bagatelliseert om te gaan spreken met de dokters, de wetenschappers, de moeders, de kinderen en dorpelingen die achter bleven met de gevolgen van een groot nucleair accident. Het was grimmig. We gingen van hospitaal naar hospitaal en van het ene besmette dorp naar het andere. We zagen misvormde en genetisch gemuteerde baby's in de kraamafdelingen, meelijwekkende zieke kinderen thuis, adolescenten met groeistoornissen en dwergentorso's, foetussen zonder dijen of vingers en dorpelingen die ons vertelden dat al hun familieleden ziek waren. Dit was 20 jaar na het accident, maar we hoorden over veel ongewone clusters van mensen met zeldzame bodkankers... Dorpen getuigden dat 'de Tsjernobyl halsketting' -schildklierkanker- zo veel voorkwam dat het alledaags geworden was”.
Straling is 'een stille moordenaar', dus het is belangrijk dat mensen het heft in eigen handen nemen als ze in aanraking komen met gebieden die een hoge stralingsgraad kennen. Een uitstekend voorbeeld hiervan zijn de moeders in Fukushima City die gewapend met stralingsdetectors zelf op zoek gaan naar plekken met hoge stralingsconcentraties om hun spelende kinderen daar weg te houden.
Besluit [red.]
Omdat kernenergie in de context van de klimaatopwarming niet naar voor geschoven mag worden als een groen en ongevaarlijk alternatief roept Vrede vzw mee op om nu zaterdag 12 maart te betogen tegen de sluiting van de aftandse kernreactor in Doel en voor 100% hernieuwbare energie. Deze actie is een initiatief van de 11 maart-beweging.
Dit artikel verscheen eerst op Counterpunch en werd vertaald en bewerkt door SVM.