Image
Internationale wapenleveringen houden Libische oorlog aan de gang
Demonstranten in Benghazi, februari 2011 (Foto: Maher27777 via Wikipedia)
Internationale wapenleveringen houden Libische oorlog aan de gang
Artikel
5 minuten

Hoewel Libië sinds de opstand tegen voormalig president Khadaffi in het voorjaar van 2011 aan een VN-wapenembargo is onderworpen, komen wapens massaal het land in.

Sinds opstandelingen met steun van de NAVO Khadaffi van de macht verdreven, is het land sterk verdeeld. Er zijn twee regeringen, maar op het terrein heersen rivaliserende milities die geregeld naar de wapens grijpen. In het oosten is Khalifa Haftar de sterke man die aan het hoofd staat van het Libische Nationale Leger (LNA) dat, anders dan de naam doet vermoeden, geen regulier leger is maar een samenwerkingsverband is van diverse binnenlandse en buitenlandse milities. Het LNA startte begin april een offensief tegen de milities van de Regering van het Nationaal Akkoord (GNA) in Tripoli. De GNA staat onder leiding van Eerste Minister Fayez al-Sarraj die officieel de steun geniet van de Verenigde Naties. De gevechten om de stad Tripoli maakten volgens de Wereldgezondheidsorganisatie anderhalve maand na het begin van de gevechten al 510 doden. 75.000 mensen sloegen op de vlucht. De speciale VN-gezant Ghassam Salame waarschuwde dat het offensief van Haftar het begin dreigt in te luiden van een “lange en bloedige oorlog”. Volgens Salame gooien “6 tot 10 landen” olie op het vuur met de levering van wapens, financiële steun en militair advies.

Haftar krijgt steeds meer internationale steun

Sinds Haftar na een gewelddadige confrontatie in 2014 militante islamistische groepen verdreef uit de belangrijkste oostelijke stad Benghazi, kan hij rekenen op groeiende internationale steun. Hij wordt gezien als de sterke man in de strijd tegen het terrorisme, hoewel zijn LNA ook salafistische groeperingen telt. Dat hij een groot deel van de Libische economische infrastructuur onder zijn controle heeft, waaronder de meeste olievelden en havens, is niet vreemd aan de groeiende steun, ook al mag hij volgens VN-Veiligheidsraadresoluties de olie niet officieel verkopen. Dat mag alleen de Nationale Oliemaatschappij. De betalingen gebeuren bovendien via de Centrale Bank van Libië. Beide instellingen bevinden zich in Tripoli en zijn verbonden aan de regering van al-Sarraj. Inmiddels is duidelijk geworden dat Haftar zijn eigen kanalen heeft om de olie op de markt te krijgen.

Het VN-wapenembargo is zo lek als een zeef. Volgens SIPRI zit Libië in de Afrikaanse top vier van wapenimporteurs. De VN-Secretaris-Generaal Antonio Guterres drukte zijn bezorgdheid uit: “Ik ben diep bezorgd over de huidige militaire operaties die gevoed worden door de influx van wapens, zelfs via de zee”, waar een van de opdrachten van de maritieme EU-operatie Sophia nochtans de uitvoering van het VN-wapenembargo omvat. De wapens komen in beide kampen terecht. H

aftar krijgt de steun van Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Saoedi-Arabië Rusland en Frankrijk. Sinds kort lijkt ook Washington het kamp van Haftar te kiezen. Het Witte Huis gaf kort na het offensief een verklaring uit dat het de betekenisvolle rol van Haftar in zijn strijd tegen het terrorisme en het beveiligen van de oliebronnen erkende. “Washington heeft de steun van Haftar nodig om tot stabiliteit te komen in Libië”, aldus de VS-minister van Defensie Patrick Shahanan.

VAE, Egypte en Frankrijk leveren wapens en militaire steun ondanks wapenembargo

Volgens de VN schenden zowel de VAE en Egypte het wapenembargo. In 2014 leverde Egypte zeven afgedankte gevechtsvliegtuigen (MiG 21) en acht helikopters inclusief munitie en reserveonderdelen aan de LNA-troepen van Haftar. In 2015 kocht de VAE 4 helikopters van Wit-Rusland om ze vervolgens te verschepen naar libië met het LNA als eindbestemming. De VAE zou ook actieve militaire gevechtssteun leveren aan het Haftars LNA. Het internetmagazine, Middle East Eye, kwam in het bezit van gelekte luchtverkeersberichten van de Benina luchtmachtbasis (waar het hoofdkwartier van Haftar is gevestigd), waaruit zou blijken dat VAE-gevechtspiloten in 2016 deelnamen aan de gevechten in Oost-Libië. VN-experts onderzoeken nu of de VAE drones bedient die ingezet worden rond Tripoli vanop de al-Khadim luchtmachtbasis. Rusland leverde in 2017 reserveonderdelen voor voormalige Russische MIG 23 gevechtsvliegtuigen van de luchtmacht van het LNA. De Ierse zeemacht verkocht in 2017 een patrouilleboot aan de Nederlandse makelaar Dick van der Kamp die het vervolgens doorverkocht aan de LNA-marine. Frankrijk leverde in 2013 twee patrouilleboten van Raidco Marine aan de Libische Zeemacht die na zijn opsplitsing beide in het bezit kwamen van het Haftar kamp. Frankrijk leidde ook 32 zeemachtofficieren en marinepersoneel op en leverde 30 opblaasbare boten van het wapenbedrijf Sillinger die gebruikt worden voor operaties van de kustwacht. Volgens de krant Le Monde van 23 februari 2016 was Frankrijk actief in geheime operaties in Libië in de strijd tegen de Islamitische Staat. Een helikopterongeluk waarbij drie undercover militairen omkwamen bevestigde de geheime Franse aanwezigheid. Hoewel Frankrijk dat niet officieel toegeeft zou het sindsdien wapens, training en inlichtingen leveren aan de troepen van Haftar, hoewel Frankrijk officieel de regering in Tripoli erkent. Haftar maakt helemaal geen geheim van de Franse militaire steun. Volgens een van zijn Libische officieren levert Frankrijk militaire inlichtingen, neemt het deel aan de gevechten met sluipschutters, en geeft het training voor de bediening van drones die de VAE heeft geleverd met de goedkeuring van de VS.

Turkije en Qatar steunen rivaliserende kamp

Islamistische milities van het andere kamp, die de GNA-regering in Tripoli steunen, kunnen eveneens rekenen op wapens en militaire steun van vooral Turkije en Qatar. Beide landen zijn rivalen van de VAE en Saoedi-Arabië. Op pro-GNA facebookpagina’s prijken foto’s van tientallen Turkse BMC Kirpi gepantserde voertuigen. Een woordvoerder van het GNA zei een paar weken geleden dat er gesprekken waren met Turkije om “alles te krijgen wat nodig is om de aanval (van het LNA) te stoppen.” In september 2018 publiceerde een VN-expertenpanel een rapport waaruit bleek dat Turkije wapens en munitie leverde aan islamistische milities in Benghazi. Geregeld worden containers met militaire uitrusting afkomstig uit Turkije onderschept. In december 2018 ging het om twee containers met geweren, pistolen en munitie van de Turkse wapenproducenten Zoraki en Retay. In februari 2019 werd een nieuwe wapenlevering met onder meer tanks onderschept. Qatar wordt er door zijn opponenten van beschuldigd om radicale islamistische milities te steunen. Het Arabische kwartet – Saoedi-Arabië, VAE, Egypte en Bahrein – legde in juni 2017 o.m. daarom een boycot op aan Qatar. Het publiceerde een lijst met 71 aan Qatar verbonden organisaties en individuen die een belangrijke rol spelen in het Libische conflict, waaronder steun aan de al-Qaida gezinde Benghazi Defensie Brigades. De Qatarese minister van Buitenlandse Zaken deed op zijn beurt midden april een oproep voor een ‘effectief wapenembargo’ tegen Haftar en zijn troepen.

De internationale militaire steun aan beide kampen bemoeilijken de pogingen van de VN om tot een politieke oplossing te komen. Het offensief van Haftar begin april kwam er daags na de komst van de VN-Secretaris-Generaal Guterres ter voorbereiding van een vredesconferentie later die maand.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.