Image
Myanmar

Protest tegen de junta in Myanmar, 4 februari 2024, Richmond, Californië (VS)

Myanmar drie jaar na de coups
Dossier
15 minuten

“De militaire junta van Myanmar heeft bij zijn operaties tegen een coalitie van de ‘People Defence Force’ (PDF) en etnische gewapende groeperingen (EAO's), "in toenemende mate onwettige luchtaanvallen uitgevoerd, waarbij burgers het slachtoffer waren”, stelde 'Human Rights Watch' (HRW) op 30 januari 2024, aan de vooravond van de herdenking van de staatsgreep van 2021.

De wijdverbreide en systematische misstanden van de junta tegen de bevolking in de drie jaar na de militaire staatsgreep van 1 februari 2021 – waaronder willekeurige arrestaties, martelingen, buitengerechtelijke executies en bombardementen op burgers met clusterbommen – komen neer op misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Vooral in de Sagaing-regio en de staat Kachin zijn daar gedetailleerde rapporten over.

Regeringen die wapens of materieel aan de junta-troepen leveren of hulp bieden, lopen het risico medeplichtig te zijn aan oorlogsmisdaden, aldus HRW en 'Amnesty International'. “De lidstaten van de Verenigde Naties moeten er bij de Veiligheidsraad op aandringen een wapenembargo op te leggen aan Myanmar, inclusief sancties op vliegtuigbrandstof die onwettige luchtaanvallen op burgers mogelijk maken”, stelt Elaine Pearson, Azië-directeur van Human Rights Watch.

De mensenrechtensituatie in Myanmar verkeert volgens de VN in “vrije val” nu

Het VN-Vluchtelingenagentschap (UNHCR) stelt dat het aantal mensen dat door het conflict in Myanmar op de vlucht is geslagen, nu de 2,6 miljoen overschrijdt. “De veldslagen tussen het leger en gewapende oppositiegroepen hebben geleid tot massale ontheemding en burgerslachtoffers. Terwijl het leger op het slagveld momenteel tegenslag na tegenslag te verduren krijgt, heeft het golven van willekeurige luchtbombardementen en artillerieaanvallen gelanceerd,” aldus Volker Türk, Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. “Militaire tactieken zijn consequent gericht op het bestraffen van burgers die volgens hen [het leger, nvdr], hun vijanden steunen”, voegt Türk er nog aan toe.

Volgens het ‘Armed Conflict Location and Event Data Project’ (ACLED) zijn ten minste 48.862 mensen omgekomen als gevolg van de staatsgreep van 2021. De ‘Assistance Association for Political Prisoners’ (AAPP) berekende dat 4477 mensen zijn vermoord door pro-militaire groeperingen. Van de 25.951 mensen die door het leger gearresteerd zijn, zitten er nog steeds 20.013 gevangen.

De internationale gemeenschap moet haar inspanningen verdubbelen om het leger ter verantwoording te roepen, stelde de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, herinnerend aan de voorlopige uitspraak die het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in januari 2020 deed waarin Myanmar wordt opgedragen om “alle maatregelen te nemen die binnen zijn macht liggen”, om de leden van de Rohingya-bevolkingsgroep te beschermen tegen alle toekomstige daden die kunnen neerkomen op genocide, en om effectieve maatregelen te nemen om het behoud van bewijsmateriaal met betrekking tot de vermeende genocidale daden te garanderen. Het Internationaal Gerechtshof verklaarde zich op grond van het Genocideverdrag (uit 1948) bevoegd om kennis te nemen van het verzoek dat Gambia in november 2019 tegen Myanmar heeft ingediend wegens schendingen van dit verdrag.

“Deze crisis kan alleen worden opgelost door aan te dringen op verantwoordelijkheid bij het militair leiderschap, de vrijlating van politieke gevangenen en het herstel van het burgerbestuur”, zei Türk. “Ik dring er bij alle lidstaten op aan passende maatregelen te nemen om deze crisis aan te pakken, inclusief te overwegen verdere gerichte sancties op te leggen aan het leger om hun vermogen om ernstige schendingen te begaan en om het internationaal recht te negeren, in te perken – door de toegang tot wapens, vliegtuigbrandstof en buitenlandse valuta te beperken. Ik prijs de moed en de veerkracht van het maatschappelijk middenveld en de democratische beweging van Myanmar, die alle etnische gemeenschappen vertegenwoordigen, en dring aan op hun deelname aan elk politiek proces om de democratie en het respect voor de mensenrechten in Myanmar te herstellen.”

Operatie 1027

De situatie in Myanmar is verergerd sinds de lancering op 27 oktober 2023 van Operatie 1027 om “een einde te maken aan de militaire dictatuur”, door de zogenaamde ‘Three Brotherhood Alliance’. Op die dag lanceerde de anti-junta-coalitie bestaande uit het Arakan-leger (of AA, een groep van voornamelijk etnische Rakhine), het ‘Myanmar National Democratic Alliance Army’ (of MNDAA, overwegend bestaande uit Kokang, een Han-Chinese minderheid) en het ‘Ta’ang National Liberation Army’ (of TNLA, een groep voornamelijk bestaande uit Ta’ang), een grootschalig offensief.

Tijdens deze operatie werden steden ingenomen, belangrijke handelsroutes over land naar China afgesneden en tientallen militaire buitenposten in het noorden van de staat Shan onder de voet gelopen. Er waren duizenden ervaren, goed bewapende vrijheidsstrijders bij betrokken, die meerdere locaties tegelijk aanvielen. Ze vertegenwoordigen sinds de staatsgreep van februari 2021 de grootste uitdaging op het slagveld voor de Tatmadaw, het junta-leger.

In het besef dat het regime zich misschien wel op zijn tot nog toe zwakste punt bevindt, zijn verschillende andere gewapende groepen in andere delen van het land ook in het offensief gegaan. Verscheidene verzetskrachten namen voor het eerst deel aan aanvallen dicht bij de op een na grootste stad van het land, Mandalay. Versterkingen die de Tatmadaw naar de Shan-staat wilde sturen werden in een hinderlaag gelokt. Op 13 november lanceerde de AA vervolgens een nieuw offensief in de westelijke staat Rakhine waarmee het informele staakt-het-vuren dat al een jaar van kracht was, werd verbroken.

De operatie verliep snel, waarbij de troepen van het regime zich verplicht zagen om tientallen militaire buitenposten en bases te verlaten of op te geven. De junta reageerde traag op de aanvankelijke verliezen. Hoewel het leger luchtaanvallen en langeafstandsartilleriebeschietingen lanceerde, zijn deze tot nu toe niet effectief geweest in het tegengaan van Operatie 1027. Ze hebben volgens de VN echter burgerslachtoffers veroorzaakt en de ontheemding van ongeveer 60.000 mensen in de staat Shan en 200.000 mensen in het hele land.

Het offensief leidde eveneens tot aanvallen van de oppositie op veiligheidstroepen elders in het land. Zo begon begin november een van de grootste etnische gewapende groepen van het land, de ‘Kachin Independence Organization’ (KIO), een aanval op de noordwestelijke stad Kawlin in de regio Sagaing. De stad, een belangrijk administratief centrum, viel na enkele dagen van gevechten. Op 7 november startten verzetskrachten in de staat Kayah wat zij Operatie 1107 noemden, waarbij eerst de militaire basis van de Tatmadaw in het zuiden van de staat werd aangevallen en vervolgens, op 11 november, de hoofdstad Loikaw. De opstandelingen beweren een vliegtuig van de luchtmacht te hebben neergeschoten. Het regime zegt evenwel dat de crash veroorzaakt werd door een mechanische storing.

De junta reageerde op de aanvallen met militaire operaties waarbij het oorlogsrecht geschonden wordt. Het leger valt immers routinematig burgers en instellingen beschermd onder het internationaal humanitair recht aan, zoals medische voorzieningen, kerken en scholen. “Willekeurige beschietingen en luchtaanvallen onderstrepen het gebrek aan maatregelen om burgers te beschermen. De basiscommunicatie die zou kunnen helpen om burgers te waarschuwen voordat de gevechten beginnen, zodat ze uit de gevarenzone kunnen blijven, wordt verstoord.” Communicatie- en internetdiensten in zo’n 74 townships, waaronder de meeste van de 17 townships in de staat Rakhine, werden gedeeltelijk, periodiek of volledig afgesloten.

Deze staat is bijzonder zwaar getroffen sinds de gevechten er in november opnieuw zijn begonnen. Veel gemeenschappen, vooral de Rohingya, leden al onder de gevolgen van de cycloon Mocha (mei 2023) en de maandenlange beperking van de humanitaire toegang en hulpverlening door het leger. Er komen nu regelmatig berichten binnen over doden en gewonden tijdens beschietingen op Rohingya-dorpen door het leger. Zo zijn op vrijdag 26 januari bij gevechten tussen het Arakan-leger en de Tatmadaw naar verluidt ten minste twaalf Rohingya-burgers om het leven gekomen en dertig anderen gewond geraakt in het dorp Hpon Nyo Leik, waar de inwoners gevangen zitten tussen de twee strijdende partijen.

Terwijl heel wat Rohingya vastzitten in erbarmelijke humanitaire omstandigheden in vluchtelingenkampen in Bangladesh, zonder enig vooruitzicht op een veilige terugkeer, vergroot het risico opnieuw dat ze vervoegd worden door anderen. Rohingya-vluchtelingen wachten wanhopige en gevaarlijke reizen over zee, waarbij ze in de regio weinig havens of gemeenschappen vinden die bereid zijn hen te accepteren of te verwelkomen. Zelfs de moslim-geloofsgenoten in Indonesië willen de boten weghouden.

Sancties moeten effectiever

“De beste manier om te voorkomen dat het leger van Myanmar dodelijke luchtaanvallen uitvoert, is door alle import van vliegtuigbrandstof in het land stop te zetten”, meent Montse Ferrer, regionaal vice-directeur voor onderzoek bij Amnesty International.

Canada, de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben sinds de staatsgreep sancties opgelegd en uitgebreid, maar de sancties op vliegtuigbrandstof blijven inconsistent. In 2023 hebben de EU, het VK en de VS enkele bijkomende sancties ingevoerd die gericht waren tegen particuliere actoren die brandstof, wapens en geld aan Myanmar leverden. Vijf Britse bedrijven bieden echter nog steeds verzekeringsdekking voor de levering van vliegtuigbrandstof aan Myanmar. Canada is het enige land dat uitgebreide sancties heeft opgelegd wat betreft de export, verkoop, levering of verzending van vliegtuigbrandstof richting Myanmar.

Op basis van een analyse van satelliet-, handels- en douanegegevens uit 2023 concludeerde Amnesty International dat er “aanzienlijke veranderingen” hebben plaatsgevonden in de manier waarop vliegtuigbrandstof Myanmar binnenkomt. Het leger was betrokken bij meerdere aankopen en gebruikte tussenpersonen en buitenlandse opslagplaatsen, ook in Vietnam, om de herkomst en bestemming van de brandstof onduidelijk te maken, stelde het rapport vast.

Op 31 januari kondigde het VS-ministerie van Buitenlandse Zaken meer sancties aan gericht op inkomstenbronnen die de militaire activiteiten van het regime ondersteunen en de wapenproductie in Myanmar faciliteren. De sancties betreffen de ‘Shwe Byain Phyu Group’, de eigenaar van dit conglomeraat Thein Win Zaw, en zijn vrouw en twee volwassen kinderen. Er werden ook sancties aangekondigd tegen ‘Myanma Five Star Line’, een rederij. Deze twee entiteiten zouden een relatie onderhouden met ‘Myanma Economic Holdings Public Co. Ltd.’, oftewel MEHL, dat wordt gecontroleerd door de Tatmadaw. Het leger is lange tijd afhankelijk geweest van MEHL-inkomsten om zijn eigen activiteiten te financieren. Het VS-ministerie van Financiën zei dat deze twee entiteiten door hun banden met MEHL de verwerving van vreemde valuta en de import van vliegtuigbrandstof en andere materialen door het militaire regime hebben gefaciliteerd.

Volgens Human Rights Watch (HRW) blijven de regeringen in de regio – met name Thailand, Brunei, Laos, Singapore en Vietnam – onduidelijke standpunten innemen over de aanhoudende mensenrechtenschendingen. Sinds de staatsgreep is dat ook het geval voor de positie van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN).

Na een ontmoeting op 2 februari in Brussel van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU met de ministers van Buitenlandse Zaken van de ASEAN, kwam er een weinigzeggende ‘gezamenlijke verklaring’. “De aanhoudende gewelddaden (werden) krachtig veroordeeld en er (werd) bij alle betrokken partijen op aangedrongen concrete actie te ondernemen om het geweld onmiddellijk te stoppen. We roepen alle partijen op om een gunstig klimaat te creëren voor de effectieve levering van humanitaire hulp en een inclusieve nationale dialoog”. Maar er bleef ook aangedrongen worden op “de implementatie van de vijfpuntenconsensus van de ASEAN in zijn geheel, in lijn met het besluit van de ASEAN-leiders genomen op de 42e ASEAN-top”. Volgens de meeste kritische waarnemers is de vijfpuntenconcensus, die de Myanmar-junta nooit aanvaard heeft, dode letter. De EU is blijkbaar blij met een dooie mus.

Volgens HRW moet de VN-Veiligheidsraad op zinvolle wijze gevolg geven aan zijn resolutie van december 2022 door Myanmar een wapenembargo op te leggen, inclusief op vliegtuigbrandstof, en de situatie in het land voor te leggen aan het Internationaal Strafhof. Rusland en China, die zich beiden onthielden bij de stemming van Resolutie 2669, mogen sterkere maatregelen van de Veiligheidsraad niet blokkeren, argumenteert HRW.

Rusland en China zijn sinds de staatsgreep van 2021 evenwel wapens blijven verkopen aan de junta, aldus de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Myanmar. “De bevolking van Myanmar lijdt al jaren onder een junta die geen respect voor toont”, stelde Elaine Pearson, de Azië-directeur bij Human Rights Watch. “Er is nog steeds een krachtiger internationaal antwoord nodig om aan te dringen op een einde aan de misbruiken door het leger.”

Junta-leider Min Aung Hlaing komt ook intern onder vuur

De situatie is voor het junta-regime snel veranderd van een zorgwekkend probleem in een deel van het land tot een dreiging op meerdere fronten. Alleen al de aanvallen van de Three Brotherhood Alliance in het noorden van Shan waren een grote klap voor het leger. Het leger heeft problemen met het inzetten van zijn mobiele aanvalsdivisies vanwege de hinderlagen van de oppositie op de hoofdwegen en de vernietiging van verschillende belangrijke bruggen. Sommige eenheden verloren veel wapens aan hun tegenstanders, en ettelijke Tatmadaw-soldaten en zelfs enkele generaals hebben zich overgegeven of hebben het verzet vervoegd.

De nieuwe situatie zorgt voor gemor, ook in pro-junta gelederen. Binnen militaire kringen klonk al maandenlang ontevredenheid over het bewind van de 67-jarige Min Aung Hlaing, maar de afgelopen weken kwamen er openlijke oproepen voor het aftreden van de juntaleider. Ook online reageren pro-militaire journalisten en bloggers frank. “Hij moet aftreden als opperbevelhebber”, zegt Ko Maung Maung, een pro-militaire YouTuber, in een bericht. Half januari verklaarde de invloedrijke pro-militaire monnik, Pauk Kotaw, op een evenement dat de juntaleider moet aftreden. Het aanwezige publiek juichte instemmend, blijkt uit video’s die op de sociale media zijn geplaatst. Ook Moe Hein, die het pro-junta-nieuwsplatform ‘Thuriya Nay Wun’ leidt en vaak op de staatstelevisie verschijnt, uitte twijfels over het hogere leiderschap van het leger na de val van de stad Laukkai begin januari.

Dergelijke publieke uitingen tegen de machtige chef van de strijdkrachten zouden een paar maanden geleden ondenkbaar zijn geweest. Maar het is momenteel onduidelijk of en hoe Min Aung Hlaing kan worden afgezet en wie hem kan vervangen.

Het regime heeft de staat van beleg opnieuw met zes maanden verlengd maar dat verandert weinig aan de concrete situatie. Veel zal afhangen van de vraag of het leger in delen van het land het initiatief kan herwinnen of zijn tegenstanders kan afschrikken met bestraffende luchtaanvallen. Het zal alvast strategischer moeten optreden bij het inzetten van luchtbombardementen, mede gezien de slinkende capaciteit op dat gebied.

Het is niet duidelijk of de junta er effectief in zal slagen om doeltreffend op de huidige uitdagingen te reageren met een tegenoffensief. De verliezen van het leger zijn voor iedereen zichtbaar en moedigen andere oppositiegroepen aan om dit moment van zwakte aan te grijpen. Volgens het mediacollectief ‘Myanmar Peace Monitor’ heeft de junta tot nu toe de controle over ten minste 35 steden verloren. De snel evoluerende situatie en de mogelijkheid dat er op andere fronten gevechten uitbreken, maken de ontwikkelingen moeilijk te voorspellen. Hoe de situatie zich ontwikkelt met de AA in de deelstaat Rakhine zal van bepalend belang zijn, aangezien grootschalige gevechten daar zouden betekenen dat het leger elders nog dunner kan worden ingezet.

Sprekend vanaf een geheime locatie in Myanmar verklaarde waarnemend president van de Regering van Nationale Eenheid (NUG) in ballingschap, Duwa Lashi La, dat de verzetskrachten tegen de staatsgreep “verbluffende winsten” hebben geboekt. In een verklaring op 31 januari, zei de NUG samen met drie gelieerde verzetsgroepen (de ‘Karen National Union’, ‘Chin National Front’ en ‘Karenni National Progressive Party’), dat ze open stonden voor onderhandelingen met het leger als het aan zes voorwaarden voldeed. Deze omvatten de strijdkrachten onder controle stellen van een civiele regering en het beëindigen van militaire betrokkenheid bij de politiek. De NUG en andere groepen streven naar de oprichting van een federale democratische unie, aldus de verklaring.

Er was geen onmiddellijke reactie van de junta op de NUG-verklaring. Duwa Lashi La riep buitenlandse regeringen op om de NUG officieel te erkennen. Elke poging tot onderhandelingen met het leger moet met voorzichtigheid worden behandeld, stelde hij. “Het leger hoort niet thuis in onze politiek … Het moet permanent ondergeschikt worden gemaakt aan een burgerregering. Dit is waar de dictatuur eindigt.” Duwa Lashi La voegde eraan toe dat het leger te maken krijgt met een groeiende desertie, wat een “diepe vernedering voor de junta” betekent.

Wat is China van plan?

China heeft altijd gepoogd om goede betrekkingen te onderhouden met zowel de junta als de etnische gewapende groepen die in Myanmar opereren, langs zijn grens. Dit gaat terug tot de periode van de Culturele Revolutie van de jaren 1960 en 1970, toen de meeste van de EAO’s deel uitmaakten van de communistische opstand. Peking bleef sindsdien nauwe banden met deze groepen onderhouden, waardoor ze hun enclaves konden integreren in de snelgroeiende Chinese economie, en zich direct en indirect konden bewapenen om te beletten dat het leger van Myanmar ze zou aanvallen.

Deze grensbeheer-aanpak hanteert China al lang in zijn betrekkingen met Myanmar om de stabiliteit langs zijn grens te handhaven. China is bijvoorbeeld altijd beducht voor het mogelijks overslaan van oorlog naar zijn grondgebied en het binnendringen van vluchtelingenstromen. Hoewel Peking publiekelijk heeft opgeroepen tot een stopzetting van de huidige gevechten in Myanmar, is de Chinese reactie op de huidige militaire escalatie beperkt gebleven en lijkt het voor het grootste deel af te wachten hoe de gebeurtenissen zullen verlopen.

Deze houding is deels te wijten aan het feit dat de Three Brotherhood Alliance beloofd heeft om te helpen bij de ontmanteling van de online-oplichtingscentra en illegale casino’s in de Kokang-zone, een regio in de Shan-staat, langs de Chinese grens, die gerund worden door criminele organisaties gespecialiseerd in internetfraude en prostitutie. Vooral de hoofdstad Laukkaing is een knooppunt voor ongereguleerd gokken en andere illegale industrieën. Duizenden Chinese staatsburgers, maar ook Thai en Vietnamezen, worden er tegen hun wil vastgehouden door misdaadsyndicaten en gedwongen tot oplichting, aanvankelijk vooral gericht op Chinese staatsburgers. Nu dergelijke illegale operaties zich de afgelopen jaren in heel Zuidoost-Azië hebben verspreid, is het terugdringen van deze activiteiten een belangrijke prioriteit geworden voor Peking.

China heeft zijn invloed op groepen als het ‘United Wa State Army’ gebruikt om de zwendeloperaties in grensgebieden die onder hun controle vallen, te beëindigen. Maar het grootste probleem blijft zich situeren in Kokang, dat tot voor kort gecontroleerd werd door een grenswacht verbonden met het leger van Myanmar. Gezien de Chinese frustratie over het feit dat het Myanmarese regime en de grenswacht van Kokang weinig deden om de illegale activiteiten te beteugelen, zal Peking blij zijn geweest om te zien dat de grenswacht door de Myanmar National Democratic Alliance Army werd belegerd en dat heel wat oplichters het gebied ontvluchtten. Bovendien zou China -met zijn lange relatie met de Han-Chinezen van de MNDAA en zijn aanzienlijke invloed op deze groep- voordelen kunnen zien in het succes van de huidige acties van de opstandelingen.

Wat nu?

Een waarschijnlijk scenario op dit moment is dat het leger van Myanmar voor het eerst in tientallen jaren op meerdere plaatsen tegelijk zal moeten vechten tegen talloze, vastberaden en goed bewapende tegenstanders. Maar hoewel deze uitdaging enorm zal zijn, kan van de Tatmadaw worden verwacht dat het veerkracht zal tonen.

Terwijl de NUG uiteraard opgetogen is over de recent behaalde militaire successen, zijn er andere waarnemers, zoals de ‘International Crisis Group’ of de naar Singapore uitgeweken ‘Frontier Myanmar’, die eerder aanmanen tot voorzichtigheid. De oppositie beschikt immers maar over een beperkte tijd alvorens de gevechten in veel delen van het land tot stilstand zullen komen door de komst rond juni van de moessonregens. Volgens deze waarnemers is een militaire ineenstorting of capitulatie van het regime ver weg. De Tatmadaw is een goed opgeleide en goed uitgeruste strijdmacht die sinds de Tweede Wereldoorlog voortdurend allerlei verschillende opstanden heeft bestreden, soms tegen nog slechtere verwachtingen in. Het uithoudingsvermogen van het leger mag niet worden onderschat. Maar de recente gebeurtenissen hebben zowel de positie van Min Aung Hlaing als die van de Tatmadaw geschaad.

Daarnaast heeft de economie van Myanmar -reeds verzwakt na tientallen jaren van door militairen gedomineerd bewind- zware klappen te verduren gekregen. De buitenlandse investeringen drogen op sinds de staatsgreep van 2021 en de invoer van westerse sancties. Stroomstoringen, frequente aanbodschommelingen van belangrijke grondstoffen, waaronder brandstof, en torenhoge prijzen treffen gewone gezinnen, waardoor de steun voor de junta verder wordt uitgehold.

Waarschijnlijk zal het regime zijn brutale inspanningen verdubbelen om de overhand te behouden op het slagveld, inclusief het gebruik van de tactiek van de verschroeide aarde en het uitvoeren van nog meer willekeurige bombardementen en beschietingen. Het resultaat zou kunnen zijn dat het land in een nieuw, nog gewelddadiger evenwicht terechtkomt, waarbij burgers onvermijdelijk een hoge prijs zullen betalen. 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.