Met de keuze voor María Corina Machado als de nieuwe winnares van de Nobelprijs voor de Vrede, waagt het Nobelcomité zich -niet voor het eerst- op glad ijs. Machado is een belangrijke oppositiefiguur in Venezuela bekend voor haar felle kritiek op president Nicolás Maduro en het Chavisme.
Volgens het Nobelcomité krijgt ze de prijs omwille van haar langdurige geweldloze strijd voor democratie en mensenrechten - “naar een vrouw die de vlam van de democratie brandend houdt te midden van een groeiende duisternis". Het Nobelcomité looft haar inspanningen “voor onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, mensenrechten en volksvertegenwoordiging. Ze heeft zich jarenlang ingezet voor de vrijheid van het Venezolaanse volk.”
In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 was Machado de presidentskandidaat van de oppositie, maar de regering van president Maduro blokkeerde haar kandidatuur, waarop ze de vertegenwoordiger van een andere partij, Edmundo Gonzalez Urrutia, steunde.
Met de keuze voor Machado wil het Nobelcomité duidelijk een signaal geven over de slechte staat van de democratie in de wereld: “We leven in een wereld waarin democratie terrein verliest, waarin steeds meer autoritaire regimes normen aanvechten en hun toevlucht nemen tot geweld (…) Wanneer autoritaire leiders de macht grijpen, is het cruciaal om moedige verdedigers van vrijheid te erkennen die in opstand komen en verzet bieden”, aldus het Nobelcomité nog.
Steun voor VS-sancties en militair optreden in de Caraïben
De keuze voor Machado is niet zonder controverse. Ze heeft ook een duidelijk politiek profiel dat haar onmiskenbaar rechts plaatst in het politieke spectrum. Ze is een aanhangster van de neoliberale econoom Milton Friedman en de Spaanse krant 'El Pais' noemde haar twee jaar geleden de “Venezolaanse Margaret Thatcher”. Zelf tweette ze ooit: “Margaret Thatcher had de moed om haar hele leven lang haar waarden te verdedigen tegen iedereen die zich tegen haar verzette”. Zo is ze voorstander van de privatisering van staatsbedrijven in Venezuela, waaronder oliemaatschappij PDVSA.
Ze schaart zich ook achter de unilaterale sancties die door buitenlandse machten -buiten de Verenigde Naties om- met name door de VS (al meer dan een decennium), maar ook door de EU, zijn opgelegd aan Venezuela. Zij beschouwen dit als een noodzakelijk drukkingsmiddel tegen mensenrechtenschendingen. De sancties hebben de economische situatie in het land enorm verslechterd en hebben een negatieve impact op de levensomstandigheden van de Venezolanen. Professor Alena F. Douhan, de Speciale Rapporteur van de VN over Eenzijdige Dwangmaatregelen concludeerde herhaaldelijk dat de sancties tegen Venezuela politiek gemotiveerd zijn, de meest fundamentele mensenrechten ondermijnen en in strijd zijn met het internationaal recht.
Nobelprijslaureaat Machado heeft ook haar steun uitgesproken voor het arrestatiebevel van het Witte Huis tegen de Venezolaanse president Nicolás Maduro. Deze zomer verhoogde Washington de beloning voor informatie die tot zijn arrestatie kan leiden naar 50 miljoen dollar. De regering Trump beschuldigt Maduro ervan een drugskartel te leiden. De aankondiging ging gepaard met het ontplooien van marineschepen, gevechtsvliegtuigen en onderzeeërs langs de maritieme grenzen van Venezuela.
Hoewel het Nobelprijscomité over Machado zegt dat ze altijd "consistent is geweest in haar steun voor een vreedzame overgang naar democratie", heeft ze de inzet van VS-oorlogsbodems in de Caribische Zee tegen veronderstelde Venezolaanse drugssmokkelroutes geprezen. “We zijn de president van de Verenigde Staten dankbaar, zeer dankbaar dat de regering-Trump de juiste strategie heeft gevolgd”, zo verklaarde ze eind augustus. Ondertussen beval Trump al meerdere dodelijke aanvallen op boten langs de Venezolaanse kust waarvan hij zonder enig bewijs beweert dat ze "narcoterroristen" aan boord hebben. Het Witte Huis spreekt zelf over 21 doden. Volgens de Colombiaanse president Gustavo Petro, gaat het om moord. “Er zijn geen narcoterroristen op de boten”, schreef hij op X, maar "arme Caribische jongeren”.
Dat Machado haar steun uitspreekt voor een militaire operatie die in strijd is met het internationaal recht zal het Nobelcomité als een paradox aangerekend worden. Het gaat immers om een politiek van buitenrechtelijk executies en een schending van het internationaal recht in opdracht van een VS-president die zich in toenemende mate overgeeft aan zijn autocratische neigingen. Net datgene wat het Nobelcomité wil aanklagen met deze prijs voor Machado.
Geen klein detail: Machado werd vorig jaar al voorgedragen als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede door een aantal VS-senatoren en Congresleden onder wie de huidige minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio, die openlijk pleit voor een VS-beleid gericht op regimeverandering in Venezuela en enkele jaren geleden al de militaire optie aanbracht.
De kersverse Nobelprijswinnaar is ten slotte ook een trouwe aanhanger van het Israëlisch bezettings- en apartheidsregime. Ze sloot in 2020 een pact met Likoed, de partij van premier Netanyahu "om samen te werken op het gebied van onder meer strategie, geopolitiek en veiligheid, teneinde een operationeel partnerschap tot stand te brengen." In een interview beloofde ze dat ze de Venezolaanse ambassade in Israël zal verplaatsen naar Jeruzalem eens zij het voor het zeggen heeft in haar land. Ze veroordeelde de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 ten stelligste, maar zweeg de afgelopen twee jaar van genocide in alle talen over het gruwelijke lot van de Palestijnen in Gaza.
Speculaties over Trump
Traditioneel wordt er veel gespeculeerd over wie de Nobelprijs voor de Vrede in de wacht mag slepen. Er waren 338 kandidaten genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede 2025, waarvan 244 individuen en 94 organisaties. Dit jaar ging het vooral over de vraag of VS-president Donald Trump kans zou maken. Zelf vond hij van wel. Tijdens zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de VN in New York zei hij zonder valse bescheidenheid dat de Nobelprijs aan hem toekomt: “Dat zegt iedereen”. Naar eigen zeggen, redde hij "miljoenen levens" door een einde te maken aan “zeven oorlogen”. De keuze voor María Corina Machado kan misschien toch op zijn instemming rekenen, omdat hij ze kan uitleggen als een appreciatie voor zijn oorlogspolitiek in de Caraïben.