Image
SDG's

VN

Ontwikkeling en de financiering ervan
Artikel
6 minuten

Op maandag 30 juni begon in Sevilla (Spanje), de vierde VN-Conferentie over de financiering van ontwikkeling, die zich richt op de urgente financieringsproblemen die de verwezenlijking van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) in gevaar brengen.

Een dergelijk initiatief is altijd hoopvol, in eerste instantie omdat het belang van multilateralisme en samenwerking wordt onderstreept, en ten tweede omdat er altijd wel een of andere gemeenschappelijke belofte uit de bus komt waaraan ngo’s, bewegingen en arme landen zelf zich kunnen vastklampen om meer steun uit het Noorden te bekomen.
Zal dit ook dit keer lukken?

Monterrey

Vooraleer een antwoord op die vraag te vinden, is het goed even terug te kijken naar meer dan 20 jaar geleden. In 2002 werd de eerste conferentie over dit thema gehouden, in Monterrey, Mexico. Ze ging vooral de geschiedenis in als de plek waar tegen Fidel Castro werd gezegd: “Je eet en je vertrekt”. Hij mocht niet eens eten, na zijn korte speech moest hij meteen plaats ruimen voor VS-president Bush die had laten weten niet te zullen komen als ook Castro aanwezig zou zijn.

Verder was het 20 jaar geleden alle hens aan dek om toch nog iets te redden van wat er al bestond. In 2000 waren de millenniumdoelstellingen goedgekeurd. Monterrey vond plaats drie jaar na de ‘Battle of Seattle’ en één jaar na 9/11. Iedereen was het er over eens dat er echt aan armoedebestrijding moest worden gedaan. Bush pleitte voor een "nieuw partnerschap", Chirac had het over een "mondialisering van de solidariteit" en Verhofstadt over "meer ambitie". Men was tegen de ‘globalofoben’, men wilde een “inclusieve en billijke mondialisering”. In de tekst van de ‘Consensus van Monterrey’ ging het nog over innovatieve financiering en microfinanciering. Kortom, door het gebruikelijke VN-jargon zag men hier en daar toch nog een sprankeltje hoop doorsijpelen. Het geloof in vrije en open markten was onaangetast.

Sevilla

In het ‘Compromis van Sevilla’, aangenomen bij aanvang van de huidige conferentie er nog weinig van die hoop en dat vertrouwen terug te vinden. Het multilateralisme ligt aan diggelen. De VS heeft al laten weten niet te zullen komen. Washington is het niet eens met veel van wat in de tekst staat, zoals de grotere rol die aan de Verenigde Naties zou worden gegeven om een oplossing voor de ondraaglijke schuldenlast van het Zuiden te vinden. In feite is de VS het niet eens met het concept van de conferentie zelf.

Net deze week kwam het jongste rapport over de voortgang van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen uit. Deze doelstellingen werden in 2025 vastgelegd en moeten tegen 2030 verwezenlijkt zijn. Er blijven dus nauwelijks vijf jaren over om die duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te halen, maar veel hoop is er niet. Nagenoeg alle doelstellingen zijn ‘off track’.

Het Compromis van Sevilla pleit plichtsgetrouw voor het naleven van de belofte 0,7% van het bruto binnenlands product (BBP) toe te kennen aan ontwikkelingshulp. Bij het lezen van die paragraaf kan men enkel hopen dat het met de naleving van de nieuwe 5%-NAVO-norm voor militaire uitgaven net zo zal gaan als het de 0,7% voor ontwikkeling vergaat: de norm herhalen en nooit respecteren. In nagenoeg alle rijke landen wordt vandaag gekort op ontwikkelingshulp en het is zo goed als onvermijdelijk dat meer defensie eveneens zal leiden tot nog minder ontwikkelingshulp.

In 2024 werd wereldwijd al 8,6% minder hulp gegeven dan in 2023. Bovendien gaat steeds meer van dat geld in de rijke landen naar de opvang van migranten en asielzoekers. Men schat dat er 4.000 miljard VS-dollar per jaar ontbreekt om alle duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te kunnen halen.

Beloftes  genoeg om de inspanninge te vergroten in het Compromis van Sevilla: om belastingontwijking tegen te gaan, om te pleiten voor ‘country-by-country’-rapporten van transnationale ondernemingen, om een VN-belastingconventie te verwezenlijken, om een register op te stellen van wie achter al die naamloze vennootschappen in belastingparadijzen zit, om witwassen van kapitaal en kapitaalvlucht tegen te gaan, om de kosten te verminderen van de geldtransfers die migranten naar het thuisfront sturen, om het conflictmechanisme in de internationale handelsverdragen te hervormen, om te werken aan een nieuwe financiële architectuur voor de wereld, om toch nog eens te kijken naar de verdeling van de stemmen bij de Wereldbank en het IMF, enz.

Verder worden landen “aangemoedigd” om sociale beschermingssystemen aan te nemen zoals de Internationale Arbeidsorganisatie die voorschrijft - landen die daarvoor elk jaar 2 procentpunten meer uitgeven zullen steun krijgen. “We verwelkomen en moedigen inspanningen aan om meer rekening te houden met sociale bescherming en sociale uitgaven in de macro-economische structurele aanpassingsprogramma’s van het IMF [§54h]”

Er wordt bijzonder weinig gezegd over mensenrechten - ze moeten wel gerespecteerd worden, zeer zeker, inclusief de sociaaleconomische rechten en het recht op ontwikkeling.

Kortom, er blijven wel enkele beloftes van 20 jaar geleden over, maar vaak voorafgegaan door formuleringen als: het “vergroten van de inspanningen om”, het “aanmoedigen om” en het “verwelkomen van”. Het is duidelijk geworden dat niet enkel de VS dwars ligt. Er wordt nu weliswaar gesteld dat “het multilateralisme gered is”, maar waarom steken de landen van het Noorden (EU, VK, Canada, Japan, Zwitserland, Australië, Nieuw Zeeland, ...), dan bij elke terechte eis van het Zuiden dwarsliggen? 

Meer en meer wordt er in de tekst op gewezen dat de eerste en belangrijkste verantwoordelijkheid voor ontwikkeling bij de landen zelf ligt, dat ze zelf moeten instaan voor hun groei. Dat klopt natuurlijk, maar hoe kan dat als transnationale ondernemingen de bodem komen leegroven en als corrupte regeringen die bedrijven laten doen? Zijn het dan enkel goed menende ngo’s die hiertegen moeten optreden? Ook die worden trouwens alsmaar meer de mond gesnoerd. Daarnaast zijn er vandaag 3,3 miljard mensen op deze wereld die leven in landen waar meer wordt uitgegeven aan de afbetaling van de schuldenlast dan aan gezondheid of onderwijs.

Parallel

Deze conferentie gaat niet langer over het zoeken naar oplossingen voor de ‘kloof’ tussen Noord en Zuid. Het is een strijd om macht geworden en de VN zelf staat als interstatelijke organisatie volkomen machteloos. Het wordt ‘procedureel theater’, zo wordt nu gezegd.

De echt interessantste initiatieven zullen meegedeeld worden op de vele ‘side events’, seminaries georganiseerd door de ‘civil society’ (het middenveld) over de schuldenlast, over de noodzakelijke sociale bescherming en de openbare diensten, over mondiale belastingen en een nieuwe internationale financiële architectuur, enz. Er is vandaag nog ontzettend veel goede wil voorhanden -in Noord én Zuid- om van deze wereld een betere plek te maken, om te werken aan vrede en sociale ontwikkeling. Op dergelijke conferenties kunnen al deze mensen elkaar ontmoeten en elkaar versterken.

Op het main event kan een of ander regeringsleider hooguit een sterke boodschap laten horen die iedereen weer eens wakker schudt, maar ze zijn niet meer met zovelen als vroeger. En ze hebben geen macht.

De ‘Consensus van Monterrey’ was 13 pagina’s lang en telde 64 paragrafen. Het ‘Compromis van Sevilla’ telt nauwelijks twee paragrafen, maar is 38 pagina’s lang. Hoe minder men effectief wil doen, hoe meer woorden er nodig zijn. Op het allerlaatste moment werden ook nog honderden amendementen ingediend op de tekst, zelfs op de eerste inleidende paragrafen die geen politieke gevolgen hebben. Het wijst erop dat sommige landen het echt niet goed menen met het Zuiden en liever stokken in de wielen steken.
 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.