De tragedie die zich in Pakistan afspeelt is het resultaat van een van de ergste overstromingen die het land in de laatste 80 jaar heeft gekend. Ze vormt echter vooral een aanklacht niet alleen tegen de Pakistaanse regering, maar ook tegen de buitenlandse bondgenoten – en meer bepaald de Verenigde Staten –, tegen kredietverleners en tegenhet huidige winst-gedreven systeem in zijn geheel. De stortregens vinden hun oorzaak in natuurlijke fenomenen, maar de menselijke catastrofe is een gevolg van tientallen jaren slecht beleid, slechte of geen planning en slechte infrastructuur.
De directeur van het Nationaal Rampenbeheer legt het het aantal getroffen personen voorlopig op 12 miljoen, met 650.000 kapotte huizen verspreid over een gebied van 132.000 vierkante kilometer.ii Ter vergelijking, België heeft een oppervlakte van 30.528 vierkante kilometer. Het officieel dodental is 1500 maar dit zal zeker nog stijgen de komende tijd. Honderden duizenden mensen hebben geen dak meer boven hoofd, geen voedsel of geen toegang tot proper water.
De watersnood heeft nu reeds het noordwesten van Pakistan getroffen maar zal via de Indusrivier naar het zuiden uitbreiden. Minstens 70 steden en dorpen zijn overstroomd in twee dagen tijd. Een half miljoen mensen werd geëvacueerd en 11 districten van de provincie Sindh staan op de risicolijst. De weerberichten voorspellen nog meer regens, met het trieste vooruitzicht van nog meer overstromingen.
Onder de bevolking heerst er een veralgemeend gevoel van woede omtrent het uitblijven van waarschuwingen, en de afwezigheid van elk pro-actief beleid. Er was geen enkele ernstige voorbereiding in verband met de reddings- en hulpoperaties, die openlijk inadequaat zijn. De media tonen slachtoffers in vluchtig opgetrokken schuilplaatsen die de regering zwaar bekritiseren omdat ze niet in staat blijkt ook maar de elementairste hulp te voorzien. Er is veel kritiek op het bezoek van president Asif Ali Zardari naar Groot-Brittannië. Media en politici van de oppositie menen dat hij deze reis moest afzeggen: “het stuit tegen de borst om te zien hoe de president op plezierreis is terwijl zijn volk aan het lijden is; de mensen verwachten dat hij de natie ondersteunt in deze tijden van verdriet en rouw.” Zardari kreeg al heel wat verwijten van onverschilligheid en dan verklaarde hij nog na een meeting met de Britse premier David Cameron dat “stormen komen, stormen gaan” in verband met de Brits-Pakistaanse relaties, maar zijn woordkeuze was meer dan bijzonder ongelukkig, kan je wel zeggen.
Ongetwijfeld is Zardari's beslissing om zijn reis in Groot-Brittannië niet af te breken een uiting van zijn misprijzen en verachting tegenover de massa armen in zijn land. Maar dit wijst ook naar de diepere politieke crisis van zijn regering die zowat alle respect heeft verloren door als tussenpersoon in opdracht van Washington oorlog te voeren tegen de islamistische militanten, maar ook door de zware soberheidspolitiek onder invloed van het Internationaal Muntfonds die tientallen miljoenen mensen in een sociale crisis heeft gestort.
President Zardari was overijld naar Londen afgereisd om er de plooien proberen glad te strijken met de Britten nadat David Cameron scherpe kritiek had geuit tegenover de Pakistaanse regering omdat ze “beide kanten opkijkt” als het om terrorisme gaat. Dit was nog pijnlijker aangekomen omdat de Britse premier zijn uitspraken deed tijdens een officieel bezoek aan Pakistans buur en regionale rivaal, India. Camerons commentaar was onderdeel van een VS-campagne om Zardari onder de druk te zetten om de onpopulaire oorlog in de grensgebieden met Afghanistan nog op te drijven.
Zardari is nu al enige tijd op het scherp van de politieke snee aan het lopen: enerzijds is hij afhankelijk van de Amerikaanse politieke, economische en militaire steun, maar anderzijds wordt hij geconfronteerd met een stijgende, wijdverspreide, politieke oppositie tegen de militaire operaties onder VS-leiding in Pakistan en Afghanistan. In de opiniepeilingen is zijn populariteit dramatisch gezakt. De Pew Global Attitudes Project hield een peiling in juli waaruit blijkt dat nog slechts 20 procent van de Pakistanen Zardari positief bekijkt. Twee jaar geleden toen hij ingezworen werd was dat nog 64 procent. Daarnaast omschrijft 59 procent de Verenigde Staten als een vijand, en slechts 17 procent heeft een positief zicht op de VS.
In de overstroomde gebieden van Pakistan die voorheen al de oorlog over zich heen kregen – zoals de Swat Vallei – zal het niveau van kritiek en woede op de regering zeker nog veel hoger zijn. Nu iets meer dan een jaar geleden stuurde het Pakistaanse leger meer dan 20.000 soldaten naar de Swat Vallei en de naburige gebieden in een poging om de islamistische milities neer te slaan. Minstens twee miljoen mensen gingen op de vlucht, honderdduizenden waren verplicht om zich in overbevolkte en smerige vluchtelingenkampen te vestigen. Nu herbegint deze hele calvarie voor veel van deze mensen.
De voornaamste bezorgdheid in Washington bij deze overstromingen betreft de mogelijke impact op wat de AfPak-oorlog wordt genoemd (Afhganisten en Pakistan worden tot Afpak samengevoegd om aan te geven dat beide zeer intens verweven zijn met elkaar). Commentatoren waarschuwden voor het gevaar dat islamistische organisaties politiek zouden kunnen profiteren van de beperkte regeringshulp door zelf hulpverlening op te pakken. Anderen drongen er bij de Obama administratie op aan deze kans aan te grijpen om het beeld van de VS op te poetsen door volop humanitaire hulp te verlenen. Deze cynische berekeningen brengen de uitspraken van toenmalige minister van buitenlandse zaken, Concoleezza Rice in herinnering toen ze in december 2004 commentaar gaf bij de tsunami die Sri Lanka, Indonesië en andere landen teisterde, met honderdduizenden doden en miljoenen daklozen. Rice verklaarde toen dat deze tragedie een 'opportuniteit' inhield voor de VS om hun blazoen op te fleuren. In Sri Lanka greep de Bush regering de tsunami aan om voor het eerst Amerikaanse troepen op het eiland te ontschepen, en om de banden met het leger van Sri Lanka aan te halen.
Een gelijkaardig beeld krijgen we van de Obama regering. De Amerikaanse hulp dient strategische belangen van de VS. Het is betekenisvol dat het VS helikopters zijn die opereren in de overstroomde gebieden in Pakistan. Om een schijn van onafhankelijkheid te behouden had voordien de Pakistaanse regering de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in het land beperkt. Op het vlak van humanitaire hulp beloofde de VS een schijntje – het initiële 10 miljoen dollar werd opgedreven tot 25 miljoen en later tot 70 miljoen. Net voordien had het VS Congres een bijkomende 60 miljard dollar goedgekeurd voor militaire operaties in buurland Afghanistan.
De catastrofe in Pakistan is een gevolg van jaren verwaarlozing. Moessonregens keren jaarlijks weer en er zijn geregeld overstromingen, maar opeenvolgende regeringen ontwikkelden geen geëigend waarschuwingssysteem voor overstromingen noch een set van beheer- en controlemechanismes bij overstromingen.
De infrastructuur werd niet adequaat aangepast. Sedert de Britse bezetting van India in de 19de eeuw hebben de leiders in Punjab en Sindh de dorre gronden willen omvormen tot een rijke landbouwzone door een netwerk van kanalen en uitgewerkte irrigatie-aders doorheen de regio. In Punjab en Sindh was het niet zozeer de moessonregen die verantwoordelijk is voor de overstromingen dan wel het ontbreken van mechanismes om het irrigatienetwerk te beheren. Het systeem heeft grote en kleine dammen om het debiet te regelen in de kanalen. Nu in plaats van voorbereidselen te treffen tegen overstromingen, koos de Pakistaanse regering met IMF steun ervoor de dijken van de barrage enkel te verhogen om de ouder wordende infrastructuur te compenseren. Barrages en kanaalranden werden dus verhoogd waardoor alle lagergelegen grond een risicogebied werd voor overstroming. De dijken konden zes maanden na de herstelwerken het wassende water van de moessonregens niet houden en braken door. Eigenlijk is het het breken van de Taunsa Barrage die de enorme ramp heeft veroorzaakt.
De infrastructuur was dus niet echt aangepast om natuurrampen te trotseren. Net zoals dit het geval was bij de orkaan Katrina in de VS in 2005 en de recente olieramp in de Golf van Mexico, is rationele planning onmogelijk in een maatschappelijke orde die door privé-winstbejag en marktanarchie wordt gedomineerd. De ergst getroffenen zijn onvermijdelijk steeds weer de armste lagen van de bevolking.
De verantwoordelijkheid voor deze overstromingscatastrofe moet zeker bij de Paktistaanse regering en de elite worden gelegd. Maar de verarming van landen als Pakistan is ook het product van meer dan een eeuw imperialistische onderdrukking. De sociale kloof tussen arm en rijk werd de laatste dertig jaar nog verergerd door de globalisering en de omvorming van Pakistan tot een laagloonland. Tegen het licht van de mondiale economische crisis eist het international financieel kapitaal sterke besparingen in de overheidsuitgaven die alleen maar kunnen leiden tot een verdere achteruitgang van de sociale infrastructuur. Inderdaad, de financiële crisis heeft de betalingsbalans van Pakistan zodanig in moeilijkheden gebracht dat het land extra moest gaan lenen bij het IMF (11,3 miljard dollar) met als tegengift verdere inkrimping van het overheidsbudget. Subsidies voor tarwe, elektriciteit, meststoffen en olie moesten worden geschrapt wat de inflatie deed oplaaien. Er zijn nog wel enkele sociale vangnetten op federaal en provinciaal niveau, maar het wordt steeds moeilijker voor de armen ze aan te spreken.
Bovendien heeft de religieuze opdeling van Brits India in 1947 in een islamitisch Pakistan en een hoofdzakelijk Hindu India onoverkoombare barrières opgericht om een algemene waterpolitiek te kunnen voeren voor de rivieren die de nationale grenzen doorsteken. Terwijl de beide rivalen – India en Pakistan – hun bitter dispuut over de controle van de Indus-rivier verder zetten, hebben de overstromingen niet alleen Pakistan geteisterd maar ook het gedeelte van Kashmir dat door India wordt gecontroleerd, waar tenminste 100 doden vielen op één dag.
Maar het echte probleem is eigenlijk veel eenvoudiger: het Amerikaanse establishment heeft Pakistan de laatste jaren enkel maar zitten beschuldigen verantwoordelijk te zijn voor de VS problemen in Afghanistan. Dit heeft zeker ook bijgedragen tot de groeiende islamafobie in de VS en Europa. Ligt hier ook een reden waarom westerse hulpoperaties behoorlijk traag op gang komen, en dat er weinig spontane solidariteitsuitingen zijn bij de bevolking? Washington geeft jaarlijks meer dan 1 miljard dollar steun in de strijd tegen de Taliban aan de Afghaanse grens. Maar als het op humanitaire hulp aan komt blijft men hangen op een povere 70 miljoen. De VS is duidelijk meer begaan met de eigen geopolitieke agenda in de regio dan met humanitaire bijstand. Het is wellicht ook een teken van het enorme gewicht van de conservatieve rechterzijde in het politiek establishment van de States die Pakistan de schuld geeft van al wat misgaat in Afghanistan.
Maar niet alleen het Westen lijkt erg timide qua hulpoperaties, ook buurland India lijkt politieke rivaliteit hoger te plaatsen dan menselijke bekommernissen en solidariteit: New Dehli beperkt haar hulp tot 5 miljoen dollar. Politieke opportunisten in India waarschuwen ervoor dat elk dollar hulp aan Pakistan in de handen zal komen van terroristische organisaties.
De gewone Pakistaan zit gevangen tussen de oorlog in Afghanistan die steeds meer Pakistaanse doden eist, en een corrupte politieke klasse die de economie de grond in boort. De respons van Washington en Islamabad op deze ramp verdient een aanklacht wegens geen hulp bieden aan personen in nood.
Deze recente ramp is nieuw tragisch bewijs dat een op winstbejag gebaseerd systeem niet in staat is om de elementaire noden van de gewone werkmens te beantwoorden.
bronnen:
http://www.wsws.org/articles/2010/aug2010/pers-a07.shtml
http://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=129177647
http://www.marketoracle.co.uk/Article21961.html
http://tribune.com.pk/story/24177/pakistan-survives-global-financial-crisis/
De hoofdlijn van dit artikels is gebaseerd op een tekst van Wije Dias op wsws.org, maar werd uitgebreid aangevuld met bijkomende informatie door GS.
iiDit is informatie van 7 augustus. Intussen is de zaak alleen maar verergerd
Het grootste huurlingenleger in dienst van Washington (8/09/09)
AfPak bestaat uit twee zwakke schakels (05/01/10)
Oorlog met onbemande vliegtuigen (21/03/10)