Paars-Groen holt wapenwet uit
Artikel
5 minuten

Naar aanleiding van de Nepal-crisis werd een verstrenging van de wapenwet aangekondigd. Een manoeuvre waar we met argusogen naar keken. De Nepal-crisis heeft duidelijk gemaakt dat de regering weigert de bestaande wet toe te passen.

Naar aanleiding van de Nepal-crisis werd een verstrenging van de wapenwet aangekondigd. Een manoeuvre waar we met argusogen naar keken. De Nepal-crisis heeft duidelijk gemaakt dat de regering weigert de bestaande wet toe te passen. Als de huidige wapenwet blijkbaar al ballast is voor zakelijke belangen, waarom zou men ze verstrengen? Het leek ons teveel op een kleine show nodig om het schandaal een beetje toe te dekken.

Onze vrees blijkt nu gegrond. In tegenstelling tot wat diverse politici beweren betekenen de voorgestelde veranderingen van de wapenwet geen verstrenging maar integendeel een versoepeling. In de bestaande wet moet bij een burgeroorlog of een intern gewapend conflict elke wapenexportvergunning aan het desbetreffende land geweigerd worden. Een strikte regel die uit voorzorg werd ingegeven. In het nieuwe wetsvoorstel moet daarentegen aangetoond worden dat er een duidelijk risico bestaat dat de uitvoer gewapende conflicten uitlokt, verlengd of verergerd vooraleer de vergunning ervoor geweigerd wordt. Dit alles valt zeer moeilijk aan te tonen. Bovendien is in het nieuwe voorstel een achterpoortje ingebouwd: "Hierbij dient zorgvuldig te worden nagegaan wat de aard is van de spanningen, het conflict of de burgeroorlog en de verantwoordelijkheden ervoor zodat voldoende steun kan worden verleend aan democratische regimes wiens bestaan bedreigd wordt."  De huidige wapenwet is simpel: geen levering in geval van zware interne spanningen die van aard zijn om te leiden tot een gewapend conflict of bij burgeroorlog. Klaar en duidelijke taal: geen levering uit voorzorg. Nu kan in principe altijd geleverd worden tenzij men kan aantonen dat die wapens het conflict verergeren.

Hiermee bouwt paarsgroen dezelfde elastiek in de wet in als waarmee ze hun beleden ethische principes of partijprogramma's interpreteren. De regering geeft zichzelf in de nieuwe wet zoveel meer speelruimte vergeleken met de bestaande, waardoor het criterium in praktijk onbestaande wordt. Deze elastiek wordt nog wat verruimd door een beoordelende rechter het gebruik van onafhankelijke mensenrechtenrapportering bij de beoordeling te ontzeggen. "Een klaarblijkelijke schending van de mensenrechten" moet volgens het nieuwe wetsvoorstel uitdrukkelijk afgeleid worden uit mensenrechtenrapporten van de VN, de EU of de Raad van Europa. Amnesty International, dat quasi een absolute betrouwbaarheid geniet, werd niet opgenomen en dus uitgesloten als bewijsmateriaal. Enkel politiek gecontroleerde mensenrechtenrapportering mag de regering in haar beoordeling komen storen.

Deze wetswijziging maakt in realiteit het schandaal nog wat groter. De wapenwet wordt gereduceerd tot mooi maar hol klinkende zinnen, die zo rekbaar zijn dat ze vooral geen belemmering voor wapenuitvoer vormen. Mensenrechten dienen om in de media hoogdravende statements ten beste te geven of om het Staatsblad te versieren, maar niet meer om wapenuitvoer te beoordelen.

De vredesbeweging oefent al jaren kritiek uit op de wijze waarop de wet telkens opnieuw omzeild wordt en dit onder meer omdat controle nagenoeg onmogelijk is. Een voorbeeld uit het jongste jaarverslag : België gaf in 2001 twee exportlicenties aan Algerije. Eén voor de industrie en één voor de overheid, samen voor een waarde van meer dan 1 miljoen Euro. Iedereen weet nochtans dat hier een gewapend conflict met hoge intensiteit plaatsvindt. Volgens artikel 4 van de Belgische wapenwet moet zo'n aanvraag verworpen worden. Parlementaire controle achteraf is hier vijgen na Pasen. Het jaarrapport van 2001 is nog steeds niet in de bevoegde commissie besproken. De huidige wapenwet is ook niet in overéénstemming te brengen met exportlicenties in 2001 voor Bangladesh, Colombia, El Salvador, Kameroen, Democratische Republiek Congo, Dominicaanse Republiek, Egypte, Indonesië, Israël, Jamaica, Kenia, Maleisië, Nigeria, Filippijnen, ... Toch werden er voor al deze landen exportvergunningen goedgekeurd en dus manifeste overtredingen begaan van onze wapenwet. Over welke wapens het hier gaat, daar heeft het parlement en het publiek het raden naar.

Het nieuwe wetsvoorstel laat die scheve situatie grotendeels bestaan. Wat is het verschil tussen het oude jaarlijkse rapport vol nietszeggende gegevens, en de nieuwe 4 maandelijkse rapporten met praktisch dezelfde gegevens waarachter de realiteit nog altijd niet te onderscheiden valt. Ook een substantiële controlemogelijkheid van het parlement en het publiek voordat de export daadwerkelijk plaatsvindt werd in het nieuwe wetsvoorstel niet opgenomen. Een minimale stap in de goede richting zou een parlementair comité zijn, dat vooraf de exportvergunningen kan beoordelen. Daar bestaan voorbeelden van in het buitenland. Zelfs in de VS bestaat er een permanent parlementair comité dat vooraf de exportlicenties onderzoekt, weliswaar niet onder ideale omstandigheden. In Zweden heeft de overheid nog nooit een vergunning toegekend waar een meerderheid van de leden van het Zweeds parlementair comité tegen gekant was. De waarheid is dat de regering geen vervelende pottenkijkers wil. Het gaat immers om zakelijke belangen.

Door de invoering van de Europese gedragscode met bijkomende criteria, is deze wapenwet een stap vooruit, althans zo beweert de regering. Er wordt geschermd met nieuwe zaken zoals het verbod op wapenhandel met landen die kindsoldaten onder de 16 jaar inzetten – het Aanvullend protocol bij het Kinderrechtenverdrag stelt overigens 18 jaar als minimum. Ook wordt er rekening gehouden met de technische en economische capaciteit van het ontvangende land, zonder evenwel duidelijke normen te plakken die het mogelijk maken om die 'capaciteit' strikt te interpreteren.

Maar deze cosmetica verandert niets aan de belangrijkste problemen van de oude wapenwet. Dit wetsvoorstel zal in de toekomst nog veel meer discussies uitlokken over wat kan en wat niet kan, omdat het – bewust – ervoor moet zorgen dat alle huidige controversiële wapenleveringen in de toekomst nog beter kunnen verdedigd worden. Elke jurist zal beamen dat dit voorstel daarom een stap achteruit is. Voor de rest blijven de belangrijkste problemen van de huidige wapenwet bestaan: geen goede controlemogelijkheden en gebrekkige transparantie. Een ruim onvoldoende voor de regering.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.