Image
Albanese

Speciaal Rapporteur van de VN over de mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden, Francesca Albanese; shutterstock.com

Van economie van bezetting tot economie van genocide
Dossier
11 minuten

Een recent rapport van de Speciale Rapporteur van de VN over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden, Francesca Albanese, onderzoekt de rol van bedrijven bij het in stand houden van het Israëlische koloniale project van verdrijving en vervanging van Palestijnen in de bezette gebieden.

Terwijl politieke leiders en regeringen zich totaal aan hun internationaalrechtelijke verplichtingen onttrekken, hebben veel te veel ‘bedrijfsentiteiten’ geprofiteerd van de Israëlische economie van illegale bezetting, apartheid en nu ook genocide. 

Met bedrijfsentiteiten wordt in het rapport van Albanese verwezen naar handelsondernemingen, multinationale bedrijven, financiële instituties, en ‘non-profit’-organisaties, ongeacht of het private of staatsondernemingen zijn. De medeplichtigheid die in het rapport aan het licht wordt gebracht, is slechts het topje van de ijsberg. De bedrijfssector moet ter verantwoording worden geroepen, inclusief zijn leidinggevenden, zowel op nationaal als internationaal niveau. Dit is een noodzakelijke stap om een einde te maken aan de genocide en om het wereldwijde systeem dat deze genocide mogelijk heeft gemaakt, te ontmantelen.

Bedrijfsbetrokkenheid

Koloniale ondernemingen en de daarmee gepaard gaande genocides zijn historisch gezien aangedreven en gefaciliteerd door commerciële belangen. Er is een erfenis van collusie tussen kolonialisme en de bedrijfssector, die heeft bijgedragen aan de gewelddadige onteigening van inheemse volkeren van hun gronden - een vorm van overheersing die bekend staat als ‘koloniaal raciaal kapitalisme’. Dit geldt ook voor de Israëlische kolonisatie van Palestijns land, de uitbreiding ervan in bezet Palestijns gebied en de institutionalisering van een regime van koloniale apartheid. Na de Palestijnse zelfbeschikking decennialang te hebben ontkend, brengt Israël nu het bestaan van het Palestijnse volk in Palestina zelf in gevaar.

Bedrijfsbelangen ondersteunen de ‘tweeledige logica’ van verdrijving en vervanging, gericht op het onteigenen en uitwissen van Palestijnen van hun land. De betrokken bedrijfsentiteiten bestrijken verschillende sectoren, waaronder wapenfabrikanten, technologiebedrijven, constructiebedrijven, winnings- en dienstenindustrieën, banken, pensioenfondsen, verzekeraars, universiteiten en liefdadigheidsorganisaties.

Deze entiteiten maken de ontkenning mogelijk van zelfbeschikking en zijn medeplichtig aan andere structurele internationaalrechtelijke schendingen in de Palestijnse gebieden, waaronder bezetting, annexatie en de misdaden van apartheid en genocide, evenals een lange lijst van bijkomende misdaden en mensenrechtenschendingen - van discriminatie, moedwillige vernietiging, gedwongen verplaatsing en plundering tot buitengerechtelijke executies en uithongering.

Bedrijven die voorheen winst sloegen uit de 'economie van bezetting', zijn nu op dezelfde manier betrokken bij de 'economie van genocide'.

Het rapport constateert een significante verschuiving sinds oktober 2023, waarbij langdurige systemen van controle en uitbuiting transformeerden in economische, technologische en politieke infrastructuren die worden gebruikt om massaal geweld en vernietiging aan te richten. Entiteiten die voorheen de Palestijnse eliminatie binnen de 'economie van bezetting' mogelijk maakten en er winst uit sloegen, zijn nu op dezelfde manier betrokken bij de 'economie van genocide'.

Specifieke sectoren en mechanismen van medeplichtigheid

Het rapport beschrijft hoe verschillende sectoren betrokken zijn en noemt per sector de grootste medeplichtigen.

De militaire sector is uiteraard van enorm belang voor Israël, want militair geweld staat centraal in het koloniale project. Het militair-industrieel complex is de economische ruggengraat van de staat geworden. Tussen 2020 en 2024 was Israël de achtste grootste wapenexporteur ter wereld. Wapenfabrikanten hebben allerlei systemen ontwikkeld en geperfectioneerd om Palestijnen te onderdrukken en van hun land te verdrijven.

Israëlische bedrijven zoals 'Elbit Systems' en 'Israel Aerospace Industries' zijn belangrijke mondiale spelers in de militaire industrie, dankzij hun ‘op het terrein uitgeteste’ producten. Ze zorgen niet alleen voor een constante binnenlandse toevoer van wapens, maar versterken ook de militaire allianties van Israël met andere landen door wapenexport en de gezamenlijke ontwikkeling van militaire technologie. Internationale partnerschappen, zoals met Lockheed Martin uit de VS, de grootste wapenfabrikant ter wereld en producent van de F-16 en F-35 straaljagers, vergroten Israëls capaciteit voor militaire actie. Sinds oktober 2023 dropten deze types gevechtsvliegtuigen naar schatting al 85.000 ton bommen op Gaza. Drones, hexacopters en quadcopters zijn ook alomtegenwoordige surveillance- en moordmachines in het luchtruim boven Gaza.

De bezette gebieden zijn een proeftuin voor militaire technologie, die de onderdrukking van de Palestijnen in snel toenemende mate automatiseert. Ondersteund door VS-techreuzen als Microsoft, Hewlett Packard, IBM, Alphabet (Google), Amazon en Palantir schieten de dochterondernemingen en start-ups als paddenstoelen uit de grond in Israël. Ze faciliteren de verwerking van surveillancedata, ontwikkelen en onderhouden allerlei AI-systemen (o.a. om doelwitten voor het leger te identificeren), CCTV-netwerken, biometrische controlesystemen, cloud computing, data analytics, spyware, militaire software, enz. De hele Israëlische tech-sector heeft een extra lucratieve boost gekregen sinds oktober 2023.

Ook civiele machinerie wordt al decennia gebruikt om Palestijnse huizen, openbare gebouwen, landbouwgrond, wegen en andere vitale infrastructuur te slopen en op die manier Palestijnen hun grond te ontnemen. Zware machines als bulldozers evolueerden zo tot militaire instrumenten van de koloniale bezetting. Sinds oktober 2023 hebben ze bijgedragen aan de beschadiging en vernietiging van 70% van de gebouwen (waaronder ziekenhuizen en scholen) en 81% van de landbouwgrond in Gaza. Het VS-bedrijf Caterpillar is een vaste leverancier (de D9-bulldozer is een standaardwapen van het Israëlisch leger geworden), maar o.a. ook het Koreaanse HD Hyundai en dochtermaatschappij Doosan, en de Zweedse Volvo Group worden al lang in verband gebracht met de aanvoer van zware machinerie die systematisch wordt gebruikt bij de vernietiging van Palestijnse eigendommen. De weigering van dergelijke bedrijven om de banden met Israël te verbreken, ondanks overvloedig bewijs van het criminele gebruik van hun machines, maakt van hen doelbewuste bijdragers aan een koloniaal systeem van verdrijving.

Image
Gaza

De bouwsector en gerelateerde nutsbedrijven dragen dan weer bij aan de vervanging van de inheemse bevolking via de constructie van nieuwe woningen en infrastructuur op de van de kaart geveegde plaatsen. Zo werden op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem al meer dan 370 Israëlische nederzettingen en buitenposten gebouwd. Tussen november 2023 tot oktober 2024 vestigde Israël 57 nieuwe nederzettingen en buitenposten. Zowel Israëlische als internationale bedrijven leverden de daarvoor benodigde machines, grondstoffen en logistieke steun. Internationale vastgoedmakelaars, bv. Keller Williams Realty, verkopen eigendommen in de Israëlische nederzettingen, en online reisplatforms zoals Booking en Airbnb slaan winst uit bezettingstoerisme door er private verblijfsplaatsen en hotelkamers te promoten.

Internationale energiebedrijven voorzien de nederzettingen van elektriciteit en voeden tegelijk de energie-intensieve Israëlische genocide. De VS-energiereus Chevron levert meer dan 70% van het totale energieverbruik van Israël, dat sinds 1967 de water, elektriciteits- en brandstoftoevoer in de bezette Palestijnse gebieden controleert. Drummond Company (VS) en het in Zwitserland gevestigde Glencore zijn de belangrijkste leveranciers van steenkool aan Israël. Chevron en het Britse BP nemen die rol op voor aardgas, ruwe olie en brandstof voor militaire vliegtuigen. Tegelijk breiden deze bedrijven hun betrokkenheid uit bij de energie-exploratie en exploitatie in bezette Palestijnse maritieme gebieden.

Ook de agrobusiness profiteert van de door Israël georkestreerde landroof en extractivisme. Bedrijven als Tnuva en Netafim (respectievelijk in Chinese en Mexicaanse handen) breiden de marktdominantie uit van producten geteeld op bezette grond, terwijl Palestijnse voedselsystemen worden weggevaagd en ontheemding wordt versneld.

Israëlische producten, inclusief die uit de nederzettingen, overspoelen de wereldmarkten via grote retailers, daarbij wordt de oorsprong vaak gemaskeerd via misleidende etikettering. Rederijen en logistieke bedrijven verzorgen het transport van deze handel, zoals de Maersk-groep (die ook wapens en wapenonderdelen transporteert naar Israël).

In de meeste landen wordt geen onderscheid gemaakt tussen producten afkomstig uit Israël en die uit de nederzettingen. Zelfs in de Europese Unie, waar etikettering verplicht is, worden deze goederen nog steeds toegelaten op de markt en wordt de morele verantwoordelijkheid doorgeschoven naar onwetende consumenten. Gezien de illegaliteit van de Israëlische nederzettingen volgens het internationaal recht, zouden deze producten helemaal niet verhandeld mogen worden. De VN besloot in 2016 om een database te creëren van bedrijven die actief zijn in de bezette Palestijnse gebieden en de illegaliteit van de nederzettingen normaliseren.

Supermarktketens, waaronder Carrefour, en e-commerce platforms zoals Amazon.com, opereren rechtstreeks in de nederzettingen en ondersteunen zo hun economie en hun uitbreiding. Ze kunnen niet worden beschouwd als passieve leveranciers, maar zijn bewust medeplichtig aan apartheid door discriminerende dienstverlening.

Financiers en universiteiten

Er is een lange lijst van ‘enablers’ -financiële, onderzoeks-, juridische, advies-, media- en reclamefirma's- die diep betrokken zijn bij het in stand houden van de Israëlische koloniale bezetting door middel van investeringen, kennis, discoursen, vaardigheden, enz. Het rapport van Albanese focust op de financiële sector en op de academische wereld.

Banken, vermogensbeheerders, pensioenfondsen en verzekeraars zijn dé facilitators van het Israëlische bezettings- en apartheidsregime door cruciale fondsen door te sluizen naar zowel de staats- als bedrijfsactoren die het in stand houden. De grootbanken BNP Parisbas en Barclays onderschrijven de Israëlische staatsobligaties die de genocide helpen financieren. De beleggingsmaatschappijen Blackrock en Vanguard behoren tot de grootste institutionele investeerders in veel van de bedrijven die rechtstreeks betrokken zijn bij de Israëlische economie van koloniale apartheid en genocide. Blackrock investeert in Palantir (8,6%), Microsoft (7,8%), Amazon.com (6,6%), Alphabet (6,6%) en IBM (8,6%) Lockheed Martin (7,2%) en Caterpillar (7,5%). Vanguard is de grootste institutionele investeerder in Caterpillar (9,8%), Chevron (8,9 procent) en Palantir (9,1%), en de tweede grootste in Lockheed Martin (9,2%) en Elbit Systems (2%). Via hun vermogensbeheer impliceren ze universiteiten, pensioenfondsen en gewone mensen die passief hun spaargeld investeren via de aankoop van hun fondsen. Internationale verzekeraars als Allianz en AXA investeren ook grote bedragen in aandelen en obligaties betrokken bij de bezetting en genocide.

Andere belangrijke financiers zijn soevereine vermogens- en pensioenfondsen. Het grootste soevereine vermogensfonds ter wereld, het ‘Norwegian Government Pension Fund’ (in het Nederlands aangeduid als het Noorse olie- en pensioenfonds), beweert de meest uitgebreide ethische richtlijnen ter wereld te hebben. Na oktober 2023 verhoogde het Fonds echter zijn investeringen in Israëlische bedrijven met 32% tot 1,9 miljard dollar. Tegen het einde van 2024 had het Fonds 121,5 miljard dollar  -6,9% van zijn totale waarde!- geïnvesteerd, uitsluitend in de bedrijven medeplichtig aan koloniale bezetting, apartheid en genocide, die in het rapport van Albanese worden genoemd. Ook het ‘Caisse de dépôt et placement du Québec’ investeert zwaar in deze bedrijven, ondanks zijn zogenaamd duurzame investerings- en mensenrechtenbeleid. Van 2023 tot 2024 heeft dat Canadese pensioenfonds zijn investeringen in Lockheed Martin bijna verdrievoudigd, in Caterpillar verviervoudigd en in HD Hyundai vertienvoudigd.

Image
Gaza

Terwijl financiers de fondsen voorzien voor het Israëlische genocidale geweld, draagt de academische wereld bij aan de legitimering ervan. Israëlische universiteiten voorzien de ideologische onderbouwing van apartheid, wissen de Palestijnse geschiedenis uit en rechtvaardigen de bezettingspraktijken, terwijl hun afdelingen voor wetenschap en technologie fungeren als onderzoeks- en ontwikkelingscentra voor het Israëlisch leger en wapencontractanten, waaronder Elbit Systems, Israel Aerospace Industries, IBM en Lockheed Martin.

Tal van grote westerse universiteiten hebben concrete academische en financiële banden met Israëlische universiteiten. Ondanks de zware escalatie na oktober 2023 hebben de meesten van hen deze banden niet verbroken. ‘Horizon Europe’, het belangrijkste onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie stimuleert en faciliteert samenwerkingen tussen Europese universiteiten, onderzoeksinstellingen, bedrijven en overheden, waaronder Israëlische. Sinds 2014 heeft de Europese Commissie meer dan 2,12 miljard euro toegekend aan Israëlische entiteiten, waaronder het Ministerie van Defensie.

Het rapport van Albanese haalt het voorbeeld aan van de Technische Universiteit van München die in het kader van Horizon Europe 198,5 miljoen euro ontvangt, waarvan 11,47 miljoen euro voor 22 samenwerkingsprojecten met Israëlische partners - militaire en hightechbedrijven. De Universiteit van München en Israel Aerospace Industries (IAI) ontvangen bv. 792.795,75 euro om groene waterstof tanken te ontwikkelen, technologie die relevant is voor de militaire drones van IAI die in Gaza worden ingezet. De Duitse Universiteit werkt ook samen met IBM Israël (dat het discriminerende Israëlische bevolkingsregister beheert) aan cloud- en kunstmatige intelligentiesystemen. Dit project is een onderdeel van de 7,75 miljoen euro die IBM Israël ontvangt aan Horizon-financiering. De expertise die Israëlische partners bijdragen aan deze samenwerkingen is verworven en wordt ingezet bij de vele mensenrechten- en internationaalrechtelijke schendingen die ze plegen.

Dit alles toont aan hoe belangrijk het is dat studenten en universiteitsmedewerkers de instellingen waaraan ze verbonden zijn ter verantwoording roepen. Het is de wereld op zijn kop dat deze geweldloze activisten uitgesloten, hardhandig aangepakt en gecriminaliseerd worden voor het aan de kaak stellen van de samenwerkingen van academische instellingen met Israëlische instituties die medeplichtig zijn aan apartheid, mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de menselijkheid.

Juridische context en bedrijfsverantwoordelijkheid

Terwijl het leven in Gaza wordt verwoest en de Israëlische kolonisatie en het geweld tegen Palestijnen wordt opgedreven op de Westelijke Jordaanoever, laat het recente VN-rapport zien waarom de bezetting en de genocide door Israël voortduurt: omdat ze lucratief zijn voor velen.

Het rapport concludeert dan ook met een algemene oproep om bedrijven die betrokken zijn bij het in stand houden van het Israëlische koloniale project van verdrijving, vervanging en genocide, aansprakelijk te stellen.

Het internationaal recht erkent verschillende gradaties van bedrijfsverantwoordelijkheid, die van toepassing zijn ongeacht de omvang, de sector, de operationele context, de eigendom en de structuur van de bedrijfsentiteiten. De ‘Guiding Principles on Business and Human Rights’ van de VN (UNGP's), vormen een wereldwijd normatief kader voor staten en bedrijven wat betreft het voorkomen en aanpakken van het risico op negatieve gevolgen van bedrijfsactiviteiten voor de mensenrechten. Nauwkeurig onderzoek op basis van de UNGP’s en verantwoording zijn een vereiste, zeker wanneer het zelfbeschikkingsrecht en het bestaan van een volk op het spel staan.

Staten hebben de primaire verplichting om mensenrechtenschendingen door derden te voorkomen, te onderzoeken, te bestraffen en te compenseren. De UNGP’s verduidelijken echter dat bedrijfsentiteiten ook eigen verantwoordelijkheden hebben, ongeacht de naleving door staten van hun primaire verplichtingen. Daarnaast leggen het internationaal humanitair en strafrecht ook specifieke verplichtingen op aan bedrijfsactoren.

Op basis van behoorlijke zorgvuldigheidsonderzoeken hadden alle bedrijfsentiteiten besproken in het rapport al lang geleden afstand moeten nemen van de Israëlische bezetting.

Recente juridische ontwikkelingen in de context van de Israëlische militaire operaties in Gaza, waaronder beslissingen van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) -dat de beschuldiging van genocide overweegt-, en procedures bij het Internationaal Strafhof (ICC), laten er al helemaal geen twijfel over bestaan dat de betrokkenheid van bedrijven bij de bezetting hen rechtstreeks linkt aan schendingen van dwingende normen van het internationaal recht (jus cogens) en aan internationale misdaden. Sinds oktober 2023 hebben bedrijven actief bijgedragen aan de versnelling van de verdrijving en vervanging van Palestijnen van hun land. Zowel het strafrecht als het burgerlijk recht kunnen ingeroepen worden om aansprakelijkheid af te dwingen.

Er zijn belangrijke historische precedenten. De processen tegen industriëlen na de Holocaust, zoals het proces tegen I.G. Farben, legden de basis voor de erkenning van de internationale strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leidinggevenden van bedrijven voor hun deelname aan internationale misdaden. Ook de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika heeft geholpen om de verantwoordelijkheid van bedrijven voor mensenrechtenschendingen vorm te geven door hun medeplichtigheid aan de apartheid aan de kaak te stellen. Een toenemend aantal rechtszaken in binnen- en buitenland duiden op een groeiende trend in de richting van aansprakelijkheid van bedrijven.

Burgers over heel de wereld kunnen bedrijven betrokken bij de instandhouding van Israëls koloniale project en genocide alvast zelf ter verantwoording roepen via een consumentenboycot. De door Palestijnen gelanceerde boycot- desinvestering en sancties-beweging (BDS) -geïnspireerd op de 'boycot apartheid Zuid-Afrika'-campagne van weleer- groeit met de dag. Op de site disoccupied.com kan je zelf merknamen ingeven om te checken of ze al dan niet bijdragen aan de verdrijving en vervanging van Palestijnen in de bezette gebieden.      


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Campagne

BDS

De Boycot, Desinvestering & Sancties-beweging (BDS) wil een einde brengen aan de internationale steun voor de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen. Vrede vzw ondersteunt de BDS-beweging in België. 

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.