Veel Duitsers zijn het kotsbeu. Sommigen zijn nog steeds kwaad over de manier waarop de COVID-epidemie werd aangepakt. Veel meer mensen zijn boos omwille van het verslechterende gezondheidssysteem. Het is nog steeds een heel pak beter dan in de VS natuurlijk, maar de wachttijden in hospitalen of voor afspraken met specialisten worden er daarom niet korter op. Kleinere hospitalen privatiseren in toenemende mate of doeken gewoon op, wat in de plattelandsgebieden leidt tot langere en pijnlijkere ritten voor toegang tot medische zorg.
Peuter- en kinderopvang -wijdverspreid grotendeels dankzij het zeer goede (maar zelden vernoemde) Oost-Europese model- wordt steeds moeilijker te verkrijgen. Het personeel ervan is momenteel aan het staken tegen lage lonen en onderbemanning. Ook de scholen zijn er slecht aan toe, met veel te weinig onderwijzers terwijl leerlingen uit Duitsland steeds slechtere resultaten halen in internationale lees-, schrijf- en wiskundetoetsen - om nog maar te zwijgen over kunst, geschiedenis en wetenschappen. Veel te veel gepensioneerden hebben het moeilijk, en de gratis voedselkantines zijn niet in staat om te voldoen aan de behoeften van alle mensen die er afhankelijk van zijn. De staat van de infrastructuur wordt het best gesymboliseerd door de recente instorting van de Carola-brug over de rivier de Elbe in Dresden. Terwijl de uitbreidingen van de autobahn vooral de snelheidsduivels bekoren, zijn er voor de ouderen in de kleine steden en dorpen alsmaar minder bus- en treinverbindingen naar de stedelijke centra. Tegelijk verdwijnen de postkantoren op het platteland, evenals de bank- en overheidsdiensten en kleine winkels. Het meest kritisch is de noodsituatie op het gebied van huisvesting en het falen van de overheid of de particuliere sector om betaalbare woningen te bouwen in een land dat van oudsher de voorkeur geeft aan huurappartementen boven privéwoningen.
Nee, er heerst geen massale armoede en gemiddeld is Duitsland nog steeds een welvarend land in de wereld. Maar verschillende miljoenen vallen nu een pak onder dat gemiddelde, en vele anderen dreigen er onder te vallen, gesymboliseerd door de mogelijke sluiting van secties van het enorme Volkswagen-imperium – Duitslands trots en een belangrijk anker van zijn economische leiderschapsrol die nu begint te wankelen.
Het meest bezorgd zijn de mensen in Oost-Duitsland, de voormalige Duitse Democratische Republiek (DDR), die bijna 75 jaar geleden, op 7 oktober 1949, zo hoopvol werd gesticht en 41 jaar later, op 3 oktober 1990 -voor velen triomfantelijk- werd begraven.
Beide data zullen binnenkort plechtig worden herdacht – voor sommigen gelukkig, voor anderen droevig. Veel Oost-Duitsers verbeterden hun lot onder het kapitalisme, vooral in termen van het beschikbaar assortiment koopwaren en de mogelijkheid van toeristische reizen naar de hele wereld. Maar zelfs nu, na die 41 jaar, zijn het de Oost-Duitsers die het meest ontevreden, verontrust en tot op zekere hoogte opstandig zijn. Ze hebben het gevoel dat ze nog steeds worden behandeld als incompetente, tweederangsburgers in Duitsland. Hun industriële, landbouw- en enorme woningbouwsystemen werden bijna volledig vernietigd in een tijdspanne van een paar jaar en slechts beperkte sectoren van de economie werden heropgebouwd. Symbolisch voor velen is de recente beslissing van het Amerikaanse technologiebedrijf Intel om de bouw van de enorme chipfabriek die voor Maagdenburg gepland stond en die meer dan 3000 dringend noodzakelijke banen zou bieden, uit te stellen. “Misschien over twee jaar”, werd troostend verkondigd.
Maar Elon Musks Tesla-fabriek, zijn grootste in Europa, werd wel gebouwd en kan een invloed gehad hebben op de verkiezingen van vorige zondag in de grootste Oost-Duitse deelstaat Brandenburg, waar de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD), die er sinds 1990 de grootste is, nipt de extreemrechtse 'Alternative für Deutschland' (AfD) achter zich kon laten.
Deze verkiezing, de laatste van drie deelstaatverkiezingen in Oost-Duitsland in september, versterkte de resultaten van de andere twee (in de deelstaten Thüringen en Saksen, waar de AfD respectievelijk de eerste en tweede grootste partij werd). De ontevredenheid of woede van de kiezers was scherp en duidelijk, met bijna nul sympathie voor de drie ruziënde partners die nu Duitsland regeren – SPD, de Freie Demokraten (FDP) en de Groenen.
De neoliberale FDP, nationaal gedaald tot 4% of minder, zijn in Oost-Duitsland, met 1% of minder, vrijwel volledig verdwenen. De Groenen, die drie jaar geleden hoopten de top te bereiken in Duitsland, waren nooit geliefd in het oosten en zijn in de september-verkiezingen gedaald tot 4 à 5% in alle drie de Oost-Duitse deelstaten.
Ook de sociaaldemocraten van bondskanselier Olaf Scholz, leidden een ferme nederlaag in zowel Saksen als Thüringen met een score van 6 tot 7%. Hun zeer nipte recente overwinning in Brandenburg -met 30,9% tegenover 29,2% voor de politiek verstoten, extreemrechtse AfD- was niet te danken aan de partij, maar aan de grote populariteit van haar traag pratende, schijnbaar zeer redelijke premier van deze deelstaat, de 62-jarige Dietmar Woidke. Een paar dagen voor de verkiezingen kondigde hij aan dat als zijn SPD niet de eerste zou worden, hij zou aftreden als regeringsleider.
Dit slimme ultimatum -door sommigen ondemocratisch genoemd- leverde hem net genoeg kiezers van andere partijen op om te winnen. Woidke hield zich duidelijk op een afstand van de moederpartij op nationaal niveau en stond erop dat de steeds onpopulairdere Olaf Scholz zich niet zou bemoeien met de politiek in Brandenburg (hoewel hij daar woont). Scholz protesteerde niet. Zelfs het fysieke contrast tussen de twee kale politici is groot, met Woidke die boven de kleine Scholz uittorent! Maar ongetwijfeld hebben die Tesla-banen dus ook geholpen bij de overwinning van de SPD in Brandenburg.
Zowel de drie regeringspartijen als hun belangrijkste tegenstander, de CDU, hebben zwaar verloren in de recente deelstaatverkiezingen.
De Christendemocratische Unie (CDU), de belangrijkste oppositiepartij op federaal niveau die al bijna watertandt in de hoop op een overwinning in de federale verkiezingen van september volgend jaar, deed het ook beroerd in Brandenburg. Met slechts 12,1%, van de stemmen behaalde de partij een van haar slechtste resultaten sinds 1945. En in Saksen, waar ze de AfD nipt passeerde (met 31,9% tegenover 30,6%) was de overwinning, net als in Brandenburg, grotendeels te danken aan de populariteit van één leider: de jonge (49 jaar), roodbebaarde premier van Saksen, Michael Kretschmer.
In Thüringen, de centrale “groene long” van Duitsland, met historische steden als Eisenach (Bachs geboortestad), Jena, Gotha, het oude Erfurt en Weimar, de thuisbasis van Goethe en Schiller (en het concentratiekamp Buchenwald), was het verleden van weinig nut. De populariteit van Bodo Ramelow, tien jaar lang minister-president van deze deelstaat en de enige van de linkse partij ‘Die Linke’ die dat ambt ooit bekleedde, voldeed niet langer. Zijn partij zakte van een electoraal hoogtepunt van 31% vijf jaar geleden naar een trieste 13% vandaag (dat is echter nog steeds het beste resultaat voor die Linke in eender welke Duitse deelstaat nu). Thüringen zorgde met zijn linkse leider voor een precedent, maar dat wordt sinds vorige week overschaduwd door een omgekeerd precedent. Het is de eerste deelstaat waar de AfD de grootste partij is (met 32,8% van de stemmen). De AfD-leider in Thüringen, Björn Höcke, is de meest prominente en gemene pro-fascist van Duitsland. De extreemrechtse partij is overigens niet alleen gevaarlijk in Thüringen en Oost-Duitsland, maar is ook nationaal de tweede grootste partij nu.
Al met al hebben zowel het regerende triumviraat als zijn belangrijkste tegenstander, de CDU, zwaar verloren in de recente deelstaatverkiezingen. Zowel in Saksen als in Brandenburg werden ze op het nippertje gered van een complete ramp door één populaire lokale leider - in beide gevallen leiders die niet op de beste voet staan met hun moederpartijen.
De echte overwinnaars waren de AfD en één andere partij, die een even verticale start kende als een helikopter en in slechts negen maanden tijd van nul naar 11% - 13% sprong: de linkse Sahra Wagenknecht Alliantie (BSW). De commentatoren hadden voorspeld -en velen hoopten- dat de BSW kiezers zou afsnoepen van de AfD. Maar dit bleek zelden het geval. In plaats daarvan haalde de BSW de meeste stemmen weg bij de partij waarvan ze zich van afscheurde, die Linke, die nu in puin ligt in haar voormalige Oost-Duitse bolwerken - gehavend in Thüringen, amper overeind in Saksen en zonder één enkele afgevaardigde in de Landtag van Brandenburg, waar ze ooit deel uitmaakte van de regerende coalitie!
De AfD en de BSW bevinden zich aan tegenovergestelde uiteinden van het politieke spectrum, maar hebben drie punten gemeen. De belangrijkste is dat ze beide onderhandelingen eisen om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne. De AfD heeft daarvoor haar eigen redenen – deels, zeggen sommigen, omdat ze in tegenstelling tot zoveel Duitse leiders helemaal niet pro-VS is, maar eerder pro-Duits in de oude nationalistische geest: voor meer Duitse bewapening, meer soldaten (ook met dienstplicht), voor “traditionele gezinnen” die meer kinderen krijgen, meer onbelast geld voor de rijksten en meer steun voor de oorlog van Netanyahu tegen de Palestijnen – maar geen steun voor de opmars van de VS in Eurazië, vandaar ook geen steun voor Zelensky.
Ten tweede is er het verzet tegen immigranten. Bij de AfD maakt dat standaard deel uit van haar “haat-de-moslims”-houding en het is ook gericht tegen andere “on-Duitse buitenlanders”, die ze in feite zeggen dat ze “terug moeten gaan naar waar ze vandaan komen” en dat “Duitsland Duits moet blijven”. Helaas is Sahra Wagenknechts BSW een veel te gelijkaardige weg ingeslagen. Nee, niet met haatdragende woorden en slogans, maar volledig gebaseerd op “gezond verstand”. Zo kant ze zich voornamelijk tegen “economische migranten” die, zo benadrukt ze, hard nodig zijn in hun thuislanden en wiens concurrentie in Duitsland wordt gebruikt om “Duitse arbeiders te benadelen”. Bovendien zouden ze een groot deel van de al te magere huisvestings- en gezondheidszorgmogelijkheden inpikken en zouden hun kinderen, die de taal net leren, het lesgeven aan Duitse leerlingen bemoeilijken. Verder moet de politie worden geholpen bij het oppakken van buitenlandse “boosdoeners”, die teruggestuurd moeten worden naar Irak, Syrië, Afghanistan, Eritrea, of waar dan ook. Als Wagenknechts beleid bedoeld was om kiezers weg te lokken bij de AfD -zoals velen dachten- dan is dat bijna volledig mislukt. Het anti-immigratiestandpunt van de BSW stoorde veel socialistische internationalisten, die de problemen van de toenemende immigratie niet negeren, maar programma's eisen die eraan tegemoetkomen, terwijl ze hun geloof in internationale solidariteit blijven benadrukken - ook voor mensen die naar Duitsland komen. Deze houding wordt momenteel alleen door die Linke gehandhaafd, misschien wel te nadrukkelijk. Het heeft de partij waarschijnlijk stemmen gekost.
Ten derde worden zowel de AfD als de BSW door velen gezien als protestpartijen die zich verzetten tegen een establishment dat zo inefficiënt en zo ineffectief is, en alleen enthousiast blijkt te zijn voor maatregelen, waaronder militaire, gericht tegen Rusland en voor het militariseren van Duitsland. Deze proteststemmen vertegenwoordigen in het geval van de AfD een zeer misplaatst vertrouwen.
Nieuwe opiniepeilingen bevestigen dat vooral Oost-Duitsers bang zijn voor het oorlogsgevaar waarvoor nu in alle media wordt gewaarschuwd - het luidst door minister van Buitenlandse Zaken Angela Baerbock en de andere Groenen, maar ook door minister van Defensie Boris Pistorius, een sociaaldemocraat die ondanks -of juist vanwege- zijn oorlogszucht bij maar al te veel mensen populair is als een daadkrachtige, hardhandige leider, terwijl Olaf Scholz zich vaak onzeker opstelt, zoals bij het toestaan of verbieden van zendingen van langeafstandswapens naar Kiev.
Helaas slikken velen in Oost-Duitsland ook de haatpropaganda gericht tegen buitenlanders. Ze geven de verkeerde mensen en verkeerde economische oorzaken de schuld van hun problemen. Tegelijkertijd voelen ze zichzelf terecht gekleineerd en gediscrimineerd door de West-Duitse ‘indringers’ -zowel bedrijven als individuen- die altijd alles beter weten en bijna de totale controle hebben gegrepen. De ontevredenheid die zich overal in Duitsland verspreidt is hier dus het meest uitgesproken - zoals te zien was bij alle drie de recente Oost-Duitse deelstaatverkiezingen.
BSW verklaarde zich alleen te willen aansluiten bij regeringen die zich verzetten tegen wapentransporten naar Oekraïne.
Er doemen veel nieuwe problemen op, omdat er nu nieuwe coalities moeten worden gevormd in een proces dat doet denken aan het spel ‘flesje draaien’. Wie gaat samen met wie? De AfD, tot nu toe taboe, is nog steeds uitgesloten van elke coalitie – met de nadruk op ‘tot nu toe’. Maar het zal zeker nodig zijn om Sahra's partij uit te nodigen om mee te praten, ondanks alle vooroordelen. Er is vaak niemand anders om uit te kiezen!
De BSW heeft verklaard zich alleen te zullen aansluiten bij regeringen die zich verzetten tegen wapentransporten naar Oekraïne en de stationering van langeafstandsraketten uit de VS in Duitsland. Maar kan een christendemocraat (de CDU zal waarschijnlijk de post van regeringsleider opnemen in Thüringen en Saksen) of een sociaaldemocraat (in Brandenburg) dergelijke voorwaarden accepteren? Kunnen ze afgedaan worden als irrelevant op lokaal en deelstatelijk niveau? Moeilijk te geloven. Maar kan de BSW toetreden tot deelstaatregeringen en zo zelf deel gaan uitmaken van het establishment door haar voorwaarden in te trekken? En als ze dat doet, op welke basis zal ze dan volgende september naar alle Duitse kiezers stappen? Sahra Wagenknacht, die de regels lijkt te maken binnen haar partij, staat een aantal moeilijke beslissingen te wachten.
En wat met die Linke? Is de partij ten dode opgeschreven? Een aantal prominente leden van het Communistisch Platform en de ‘Cuba Si’-caucus, en een aantal andere belangrijke links aanleunende leden zijn bij de partij gebleven, maar zeggen dat er fundamentele veranderingen doorgevoerd moeten worden. Ze vinden dat leiders die uitsluitend Poetin veroordelen en de NAVO amper of helemaal niet, die zich niet duidelijk uitspreken tegen wapenleveringen aan Kiev, en die in veel gevallen zelfs Netanyahu’s genocide in Gaza en Libanon steunen, eruit gezet moeten worden. Ze vinden ook dat de partij moet stoppen met een liberale voorstander te zijn van gematigde Keynesiaanse verbeteringen en een zachtere status quo, en van het hegemonisch streven van de VS of Duitsland. In plaats daarvan moet de partij zich beginnen inzetten voor de macht van het werkende volk en voor het socialisme als haar bijna vergeten doel.
Kunnen deze groepen binnen die Linke in hun opzet slagen nu de huidige leiders de partij bijna naar haar ondergang hebben geleid? Kunnen ze mensen vervangen zoals activiste Carola Rackete, afgevaardigde voor die Linke in het Europees parlement, die deze maand gestemd heeft voor het sturen van meer wapens naar Kiev, zelfs Taurus-langeafstandsraketten, waardoor ze inging tegen het beleid van de eigen partij en zich oorlogszuchtiger toonde dan Olaf Scholz. De co-voorzitter van die Linke, Martin Schirdewan, onthield zich tijdens de stemming over de Taurus-raketten. Alleen de derde Europese afgevaardigde voor die Linke, Özlem Alev Demirel, had het lef om haar hand op te steken in oppositie.
Binnenkort volgen er twee tests. De politieke linkerzijde heeft opgeroepen voor een grote vredesmars in Berlijn op 3 oktober (1 jaar na de start van de genocide in Gaza). Er worden volle treinen en bussen verwacht vanuit het hele land. De leiders van die Linke konden zich niet langer verzetten tegen een dergelijke oproep (zoals ze wel gedaan hebben in 2023), maar stellen enkele eigen voorwaarden op in een afzonderlijke boodschap die waarschijnlijk genegeerd zal worden. Geplande sprekers zijn Sahra Wagenknecht, de bewonderde Gesine Lötzsch, die ervoor koos om in Die Linke te blijven (en intern te strijden voor verandering) en de bekende sociaaldemocraat, Ralph Stegner – al wordt die vanuit de eigen partij al onder druk gezet om af te haken. De mars zal een oproep zijn voor vrede in Oekraïne, in Gaza, in Libanon en in alle conflictgebieden, en voor een vermindering in plaats van een toename van de wapenopbouw. Hoeveel volk zal deze mars lokken? Een belangrijke vraag met de verkiezingen in het vooruitzicht!
Daarna, van 18 tot 20 oktober -en misschien beïnvloed door de opkomst op 3 oktober- zal die Linke een partijcongres houden in Halle. Zullen de status-quo leiders, die de partij naar verlies gestuurd hebben, opnieuw winnen? Of kan er verandering doorgevoerd worden, een verschuiving naar links, weg van het pragmatisme en opportunisme? En zou dit misschien kunnen leiden tot een mogelijke verzoening en eenheid aan linkerzijde – iets wat zo dringend en wanhopig nodig is in een continent, in een hele wereld, die geconfronteerd wordt met de dreiging van het fascisme, met ecologische rampspoed en met confrontatiepolitiek, een wereld aan “de vooravond van vernietiging” in feite?