Een fors offensief van de Syrische gewapende oppositie doet de burgeroorlog die het land al 13 jaar in zijn greep heeft, terug oplaaien en brengt het conflict opnieuw onder de internationale aandacht. Ondanks de relatieve kalmte van de afgelopen jaren bleef een politieke oplossing uit. En dat laat zich nu voelen.
Het gaat om een dubbele en goed voorbereide aanval die op 27 november gelanceerd werd door enerzijds de gewapende milities van Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) en anderzijds het Syrische Nationale Leger (SNL) vanuit opstandige gebieden in respectievelijk het noordoosten en het noorden van Aleppo. In een mum van tijd veroverden ze de tweede stad van het land en een groot deel van het ommeland dat twee districten omspant, Aleppo en Hama.
Nu concentreren de gevechten zich rond de stad Hama dat op de belangrijke M5-verbindingsweg ligt naar Homs en vervolgens Damascus. Volgens de laatste berichten is Hama in handen van de opstandelingen gevallen. De snelheid van de opmars van de rebellen is verrassend, maar niet het feit dat de aanval zou plaatsgrijpen. HTS en andere gewapende milities van de oppositie hebben altijd het uiteindelijk doel in het vizier gehouden, namelijk de val van het Assad-regime. Het was enkel wachten op het juiste ogenblik.
Het Syrische leger en zijn Iraanse en Hezbollah-bondgenoten waren duidelijk niet goed voorbereid en lieten zich verrassen, wat het Syrisch regime aan het wankelen leek te brengen. Ze proberen nu het tij te keren door zich met Russische luchtsteun te hergroeperen en het offensief te stoppen, wat resulteert in hevige gevechten. Vooralsnog is onduidelijk of dat zal lukken.
Einde aan de status quo
Sinds het uitbreken van de opstand tegen de Syrische regering in 2011, is het land in de greep van het geweld dat vooral in de eerste jaren tienduizenden doden maakte en miljoenen op de vlucht dreef. Na enkele moeilijke jaren slaagde het Syrisch regime er met buitenlandse steun in om de controle over 65 procent van het grondgebied te herstellen.
Enkel de regio rond Idlib en de noordoostelijke grensstreek bleef in handen van vooral islamistische milities van de oppositie, die elkaar evenwel ook onderling bevochten. In een derde deel, het noordwesten van Syrië, werd een offensief van de Islamitische Staat (Daesh) tot stilstaan gebracht door Koerdische strijders van de Zelfbeschermingseenheden (YPG/YPJ), die de leidende kracht zouden worden van de Syrische Democratische Troepen (SDF). Deze SDF is een militaire alliantie van gelijkgezinde groeperingen die in 2015 is opgericht met als missie het streven naar een seculier, democratisch en federaal Syrië. Ze vormen de gewapende vleugel van het Democratisch Autonome Bestuur (DAANES), dat in het noordoosten is opgericht na het verdrijven van de Islamitische Staat.
In maart 2020 sloten de Russische president Poetin en zijn Turkse ambtgenoot Erdogan een akkoord voor een staakt-het-vuren, waardoor de vijandelijkheden in en rond de regio van Idlib grotendeels stopten. Dat akkoord is nu aan flarden geschoten. Idlib is een enclave in het noordwesten van Syrië dat al enkele jaren onder het bestuur van de Syrische Heilsregering staat, dat HTS er heeft geïnstalleerd. HTS, dat voorheen als het al-Nusra Front door het leven ging, was een afdeling van al Qaeda tot het er in 2016 de banden mee verbrak. De organisatie wordt geleid door Abu Mohammed al-Golani. Zowel de VS als Rusland beschouwen de organisatie als een terroristische groepering.
Het SNL lanceerde een parallelle aanval vanuit de noordelijke grensgebieden, die het samen met het Turkse leger controleert. De SNL is een netwerk van rebellengroepen die gesteund, gecoördineerd en bewapend worden door Turkije. Binnen dit netwerk bevinden zich ook radicale islamistische groepen die beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen. Zij bevechten niet alleen Syrische troepen en hun buitenlandse bondgenoten, maar ook de Syrische Democratische Troepen (SDF). De SDF zag zich verplicht om de controle over de geïsoleerde gebieden van Tal Rifaat en Shahba op te geven. Het gaat om een overwegend Koerdische zone ten noorden van Aleppo die afgesneden is van het hoofdgebied van het DAANES, dat heel het noordoosten van Syrië beslaat. In de Koerdische wijk van Aleppo, Sheikh Maqsood, houdt de SDF voorlopig wel stand. De SDF bereidt zich inmiddels voor om een verwachte aanval van het SNL op het gebied rond Manbij af te slaan.
Waarom laait het geweld terug op?
Deze nieuwe fase in de Syrische burgeroorlog kan niet worden los gezien van het Israëlische geweld in de regio en de repercussies voor een aantal buitenlandse strijdende partijen die een rol spelen in Syrië. De Libanese Hezbollah is een belangrijke steunpilaar voor het Syrische regime. Duizenden Hezbollahstrijders staan het Syrische leger al jaren bij in de strijd tegen de gewapende oppositie. Syrië is dan weer cruciaal voor de militaire bevoorrading van Hezbollah door Iran, die samen de zogenaamde ‘As van het Verzet’ vormen. De afgelopen weken was Hezbollah verplicht om zich te concentreren op het afweren van de Israëlische aanval in Libanon en leed daarbij aanzienlijke verliezen. Hezbollah heeft al laten verstaan dat het zich verplicht ziet om zich te concentreren op het zuidelijke front met Israël, waar een zopas afgesloten staakt-het-vuren erg broos lijkt.
Dat staakt-het-vuren was het moment voor HTS en het SNL om hun gecoördineerde aanval in te zetten tegen het Syrisch regime, maar ook tegen DAANES. Langer wachten zou het risico inhouden dat Hezbollah zich militair kon versterken vanuit Iran. Het offensief in Syrië speelt ook in de kaart van Israël. De extreemrechtse zionistische regering heeft enkele weken geleden de aanvallen op doelwitten van Iran en Hezbollah in Syrië stevig opgevoerd, onder meer in en rond de Idlib-regio.
Of er contacten of banden zijn tussen de Syrische rebellen en Israël is niet duidelijk. De Israëlische media lieten wel verschillende Syrische opposanten aan het woord die zich positief uitlieten over de rol die Israël speelt op het terrein. Een officier van de militaire oppositie in Syrië zei dat het staakt-het-vuren tussen Israël en Hezbollah “het moment was om onze grond te bevrijden”. Hij voegde eraan toe dat het uiteindelijke doel het omverwerpen van het regime van Assad was, dat vervangen diende te worden door een regering die “goede relaties nastreeft met al haar buren, met inbegrip van Israël”. Verschillende rebellen en oppositieleden toonden zich opgetogen over het Israëlische optreden. Israël van zijn kant hoedt zich voor steunbetuigingen, maar ziet in de ontwikkelingen een opportuniteit, omdat de val van Assad ervoor kan zorgen dat Hezbollah afgesneden wordt van steun uit Iran. Anderzijds weet het ook wel dat er een groot risico aan verbonden is als radicale islamisten het in Syrië voor het zeggen krijgen.
De Turkse rol
Het offensief kon onmogelijk plaatsvinden zonder de steun van een ander machtig buurland. De rebellen maken gebruik van wapens die in Turkije zijn gemaakt en rijden rond met in de VS gemaakte Humvee’s. Ook Ankara vond het tijd om te profiteren van de verzwakte posities van Iran en Hezbollah in Syrië en een nieuwe realiteit te scheppen, naar analogie met wat het land eerder deed rond Nagorno-Karabach -door steun te leveren aan het offensief van Azerbeidzjan- en in Libië -met een directe militaire interventie ter ondersteuning van de Regering van Nationaal Akkoord in Tripoli in 2020. Bij dat laatste optreden zette Turkije overigens militieleden van het Syrische Nationale Leger in.
Turkije probeert al geruime tijd om te onderhandelen met Damascus, maar het regime van Assad weigert elk contact met Ankara zolang het troepen legert op Syrisch grondgebied. Turkije daarentegen gebruikt het argument dat de Turkse troepen in Noord-Syrië nodig zijn om een bufferzone te vormen tegen DAANES, hoewel er vanuit dat gebied geen enkele dreiging of actie tegen Turkije uitgaat. Turkije wil een einde maken aan het “terroristisch” bestuur van de Democratische Unie Partij en de Koerdische Zelfbeschermingseenheden (YPG/YPJ). Deze en andere organisaties worden gezien als afdelingen van de Koerdische Arbeiderspartij, de PKK, die al sinds de jaren 1980 strijdt voor Koerdische rechten en meer autonomie in het zuidoosten van Turkije (‘Bakur’ of Noord-Koerdistan). Het Turkse leger voerde al drie invasies uit in Syrië (in 2016, 2018 en 2019) aan de zijde van Syrische rebellen, waarna het overging tot de bezetting van grote grenszones. Hoewel er geen militaire vijandelijkheden uitgaan van de SDF, zet Turkije geregeld drones, artillerie en gevechtsvliegtuigen in tegen SDF-doelwitten, maar ook tegen civiele infrastructuur in Noord-Syrië.
De Turkse controle over het SNL verklaart ook waarom de val van Aleppo gepaard ging met een offensief van het SNL tegen troepen van SDF, waarbinnen Koerdische gewapende strijders van YPG/YPJ de hoofdmoot vormen. De VS kijkt voorlopig de kat uit de boom en lijkt de SDF niet ter hulp te willen snellen. Washington is met enkele honderden troepen nog steeds aanwezig in de regio, officieel om de SDF bij te staan in de strijd tegen de terugkeer van de Islamitische Staat in de regio. De SDF vreest dat de VS zich opnieuw afzijdig zal houden, zoals het dat eerder al deed tijdens het door Turkije geleide offensief tegen Afrin (2018), een Koerdische enclave in het noordwesten van Syrië, en tijdens de Turkse verovering in 2019 van een lange grenszone tussen Tell Abyad (Koerdisch: Girê Spi) en Ras al-Ayn (Koerdisch: Serê Kaniyê).
Anderzijds dwarsboomt het huidig offensief van de rebellen in het noorden van Syrië een diplomatiek initiatief van de VS en enkele Golfstaten -vooral de Verenigde Arabische Emiraten- dat erop gericht is Syrië los te weken van Iran en de wapenroutes naar Hezbollah door te knippen. In ruil zouden de Golfstaten economische hulp verlenen aan het noodlijdende Syrië en zou een verlichting van de sancties tegen Damascus in het vooruitzicht worden gesteld.
President Assad hield zich opvallend stil over de genocide in Gaza en de oorlog in Libanon. Deels was dat om zich te behoeden voor nog verwoestendere Israëlische aanvallen tegen zijn land, maar wellicht speelt het idee van een mogelijke toenadering tot de VS met de hulp van de Golfstaten, ten koste van Iran en Hezbollah, al langer een rol. Sinds het offensief is losgebarsten rest Damascus weinig andere keuze dan zijn toevlucht te zoeken bij Iran, dat zich al bereid toonde om Assad tegemoet te komen. Ook voor Iran staat er veel op het spel.
Gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor Syrië
Ruslands oorlogsinspanningen in Oekraïne zorgden ervoor dat Moskou minder kon focussen op Syrië. Het Russische leger heeft met zijn dodelijke bombardementen sterk bijgedragen aan de verovering van Aleppo in 2016. Het vlugge verlies van de stad tast nu het prestige maar ook de machtsbasis van Rusland aan - reden waarom het de kop kostte van Sergey Kisel, de Russische bevelhebber in Syrië. Rusland heeft strategische en militaire belangen in Syrië. Als Damascus valt, dan betekent dat het verlies van de Khmeimim-luchtmachtbasis bij Latakia en de Russische marinebasis in Tartus. De verovering van Aleppo in 2016 volgde op het afsluiten van de Minsk-akkoorden die voor een pauze zorgden in de oorlog in de Donbass-regio (oosten van Oekraïne), wat Rusland in staat stelde om het Syrische leger bij te staan.
Door de oorlog in Oekraïne is het weinig waarschijnlijk dat Rusland nu extra middelen en mankracht kan vrijmaken om Damascus bij te staan in het afwenden van het offensief van de rebellen. Dat maakt dat president Assad nog meer aangewezen is op de steun van Iran en de pro-Iraanse milities die nu al opereren in Syrië. Of deze voldoende opgewassen zijn tegen het door Turkije goed uitgeruste rebellenleger zal gauw blijken. Wel hebben zowel Moskou als Teheran laten verstaan dat ze Damascus militair wel zullen blijven steunen. Russische gevechtsvliegtuigen hebben er de afgelopen dagen al heel wat bombardementsvluchten opzitten.
Wat brengt de toekomst?
Na de inname van Hama zijn de vooruitzichten voor Assad niet bijster goed. Zijn overleving is volledig afhankelijk van de militaire capaciteit die Iran en Rusland ter beschikking kunnen stellen. Voor beide landen staat er veel op het spel, dus aan politieke wil ontbreekt het niet in Teheran en Moskou.
Van Hezbollah zal het Syrische regime niet veel moeten verwachten. Turkije zal wellicht focussen op het noorden van het land om ervan te profiteren de ‘bufferzone’ aan de grens uit te breiden. Van de VS en andere buitenlandse machten hoeft de SDF niet veel te verwachten. Turkije is een militaire grootmacht en kan in Syrië gebruik maken van een goed uitgerust rebellenleger. De VS kan Turkije wel duidelijk maken dat het de VS-belangen (de petroleuminstallaties en de strijd tegen IS) niet in gevaar mag brengen.
Tot slot is de vraag wat de politieke capaciteit is van HTS en het SLN om grote steden als Aleppo en Hama te besturen. Ze zullen sowieso beroep moeten doen op lokale krachten, wat dan kan betekenen dat het akkoorden moet sluiten over de aard van het bestuur. Daarnaast is het waarschijnlijk dat de rivaliteit tussen HTS en het SNL, mede als gevolg van verschillende doelstellingen en de rol van Turkije, geregeld de kop zal opsteken. Het SNL is zelf een coalitie van milities waarbinnen de meningsverschillen en verschillende belangen gemakkelijk kunnen botsen. Het is wel duidelijk dat het huidige geweld voor een nieuwe humanitaire ramp zorgt. Tienduizenden Syriërs zijn op de vlucht en de capaciteit om ze op te vangen is beperkt.